„Ik heb alleen maar de bedoeling
om thuis zo fijn mogelijk te spelen"
Alle ellende
op weergebied
uit 1979
in één boek
VAKKUNDIGHEID
ZONDER AL TE
VEEL RISICO
Sjak
Jansen
Ton Hogervorst werd herenkapper
inplaats van een gevierd pianist
DC-10
DINSDAG 11 DECEMBER 1979
PAGINA 23
door
Minstens
één keer per
week droom
ik dat ik
een vinger
kwijt ben
kan er uiteraard niet mee voor
de dag komen."
Waar hij zich wel mee kan laten
zien, zijn de gebruikelijke ea
sy-listening melodietjes.
Werd dan ook veelvuldig ge
vraagd om diner-dansants op
te luisteren.
En weet ook een woordje mee te
praten over het bruiloften- en
partijen werk, ofschoon hij
dat betrekkelijk snel voor ge
zien hield, want ,,ik kreeg er
een sik van. Ik speel nu dik
wijls met bassist Dolph del
Prado. Dat gaat erg fijn."
Hogervorst zegt pianospelen
sowieso hartstikke fijn te
vinden. Kruipt dan ook op de
gekste uren van de dag achter
z'n klaviertje. En is zuinig op
z'n handen. Met dit verschil
dat Hogervorst die regel lang
niet zo consequent naleeft als
het een respectabel pianist
betaamt.
Gefrustreerd
„Ik maak er gerust blikjes mee
open ja. En ik peuter er ook
mee aan m'n zeilboot even zo
goed als ik ermee aan mijn au
to sleutel. Als je er maar niet
telkens aan denkt. Want als je
dat wel doet, raak je gefru
streerd en gebeuren er onge
lukken."
Ton Hogervorst in zijn ochtendjas achter de piano.
(Het is de avond er voor wat nit de hand gelopen).
Over zijn pianoactiviteiten zegt hij: 'Om beroeps te
zijn,och daar komt zoveel bij kijken. Bovendien heb ik
al lang geen les meer gehad. Niet dat het mij iets kan
schelen
„Eerlijk gezegd heb ik er een
blauwe maandag ook mee in
de bouw gewerkt. Stenen ge
sjouwd en beton gevlochten.
Daar ben ik echter mooi van
teruggekomen omdat ik bin
nen de kortste keren opge
zwollen, stijve vingers had.
M'n handen deden niks meer.
En dat is nou ook niet de be
doeling."
„Maar ik moet wel bekennen
dat ook dat de reden was
waarom ik met jiu-jitsu ben
gestopt. Die sport is wel hart
stikke leuk natuurlijk, maar
voor m'n handen levensge
vaarlijk."
Aan die toeren waagt hij zich
dus niet meer. „Ik neem heus
wel de nodige zorg in acht. Ik
zal het sterker vertellen", zo
zegt Hogervorst. „Ik word er
zelfs door gekweld!"
„Nare dromen heb ik er van.
Minstens één keer per week
droom ik dat ik een vinger
kwijt ben. En altijd de vierde
vinger van mijn linkerhand.
Dat vind ik wel zo gek. Maar
dan word ik wakker en denk
ik; oh verschrikkelijk. Maar
dan kijk ik eens goed en ben
ik uitzinnig blij dat ie er nog
aan zit!''
Een maandagochtendje praten over pianospelen ten huize van he
renkapper Ton Hogervorst in de Lange Vrouwenkerksteeg. Tien
uur, mooie tijd. De onlangs aangeschafte, zwarte Yamaha zwijg
zaam in de hoek, ijskoude appelsap in de beduimelde bierglazen en
een eindje tegenover me: Ton Hogervorst. Een 33-jarige Leidenaar,
die op dat moment tamelijk duf uit zijn doppen kijkt, maar 'm dan
ook goed heeft zitten.
Het is de vorige nacht in Bambo, een dixielandclubje in de
hoofdstad, behoorlijk uit de hand gelopen, zegt hij. „Er
was geen kip te beleven dus ik kroop even achter de
piano, je weet wel hoe dat gaat. En toen liep de tent vol
en ik liep ook vol. Hahaha."
Geschater dat de kater kenne
lijk nogal rauw op z'n dak
valt, want het verstomt met
een. Maar goed, bij het krie
ken van de dag plofte Hoger
vorst neer in z'n kribbe en
nauwelijks een paar uurtjes
later hing zoals afgesproken
de pianostemmer aan de
deurbel.
Conservatorium
Voor Hogervprst is de dag dus
nogal chaotisch begonnen,
maar dat mag het gesprek niet
deren, vindt hij. Steekt daar
om maar meteen z'n levens
verhaal in een notedop af.
Dat hij aan het eind van de jaren
'60 aan het Haags conservato
rium als een veelbelovend
student gold, maar deson
danks zijn piano-studie eraan
gaf omdat hij het aan de stok
kreeg met een docent en bo
vendien in geldnood kwam.
Wanneer hij toen had doorge
zet, misschien dat hij nu voor
een afgeladen Concertge
bouw de études van Chopin
had mogen vertolken. Mis
schien dat hij nu een gevierd
pianist was geweest. Een Ar
thur Rubinstein of een Libe-
race, bij wijze van spreken.
Geen les
„Dat zie ik nu dus niet meer ge
beuren", zegt Hogervorst la
coniek. „Om beroeps te zijn,
och daar komt zoveel bij kij
ken. Bovendien heb ik al zo
lang geen les meer gehad.
Niet dat het mij iets kan
schelen. Ik heb alleen maar de
bedoeling om thuis zo fijn
mogelijk te spelen."
„En het liefst in m'n eentje.
Want ik probeer dikwijls
composities van Oscar Peter
son of Art Tatum te spelen en
daar bak ik nog weinig van,
zie je. Met pianoconcerten
van Chopin of Beethoven
hetzelfde liedje. Dan sta ik
echt op m'n tenen. Maar ik
Het jaar 1979 is, wat het weer
betreft, niet' bepaald een
jaar om naar terug te ver
langen. Jan van Beek,
hoofdredacteur van de
Gemeenschappelijke Pers
Dienst in Den Haag,
schrijft zijn inleiding voor
het boek „Voor zaterdag
en zondag eveneens slecht
weer verwacht'' dan ook
onder de titel „Een verlo
ren jaar".
Het weer was allerbelabberdst. In
de loop van 1979 werkten journa
listen van de Gemeenschappelij
ke Pers Dienst aan een boek
waarin alle ellende op weerge
bied uit 1979 nog eens samenge
vat kan worden.
Elk van ons heeft zijn eigen herin
nering aan de barre winter, de
troosteloze zomer en de storm die
uitbleef. Het idee voor het boek is
afkomstig van Nico Scheepma
ker, de meeste teksten werden
geschreven door Henk Dam.
Het boek heeft een opvallend groot
formaat, namelijk de helft van
een gewone krantepagina. In 100
pagina's passeert vooral de
terellende de revue: de ij zei, de
afgelaste voorstellingen, het ge
brek aan strooizout, de dieren
nood, maar ook de meer macabe
re problemen, zoals gemeld in
een noordelijke krant: „Begrafe
nisondernemers raden aap
stoffelijke overschotten, die
gecremeerd of begraven worden,
zo koel mogelijk te leggen". Op
zich was dat niet zo moeilijk,
want het was best koud, maar het
is toch wat slordig om klakkeloos
alles buiten te leggen wat koel
gehouden moet worden.
Het jaar 1979 zorgde voor een barre
winter, maar er zijn nog strengere
winters geweest. In het hoofd
stuk „Het kan nog erger" wordt
daar een opsomming van gege
ven. In de afgelopen winter
kwam het kwik op 87 dagen be
neden het vriespunt, maar in 1886
en 1924 werd de nulgrens 105
maal onderschreden. Een reden
waarom wij de achter ons liggen
de winter toch als een veel stren
gere ervaren dan bijvoorbeeld de
winter van 1963 (die volgens
weerkundige begrippen strenger
was) is, dat de mensen en de
maatschappij zijn veranderd. Wij
rekenen er nu op dat de overheid
ervoor zorgt dat de wegen
begaanbaar blijven en als de elek
triciteit uitvalt, verwachten wij
dat de storing binnen een uur is
opgeheven. Als het weer echt
slecht is blijven wij binnen. Als
de natuur dan nog een keer voor
een forse winter zorgt, worden
wij geconfronteerd met achter
ons liggende ellende, de sneeuw
hopen, de geïsoleerde dorpen, de
vastzittende auto's, het uitvallen
van de postbestelling en de
triomf voor de regionale radio-
omroepen, die de dagen van hun
leven beleefden.
Ook in dit opzicht geldt dat de een
z'n dood de ander z'n brood is.
Dat laatste geldt trouwens niet in
de laatste plaats voor mijzelf.
Naarmate het karakter van de
winter meer bizar werd, was het
succes van mijn Boek van de
Maand, dat in april zou verschij
nen en dat over het weer zou han
delen, meer verzekerd.
Overigens bleef het slechte weer
niet beperkt tot de winter. De
zomer werd voor de exploitanten
van strandtenten een ware ramp
en daarom kon strandtenthouder
Fok de Best op 28 augustus in het
Leidsch Dagblad de zomer sa
menvatten in één woord: „Knud
de".
Een heel apart verhaal speelde zich
begin augustus af, toen het KNMI
een storm voorspelde die niet
kwam. Het gevolg was een aanval
op de betrouwbaarheid van het
KNMI in vele kranten en een ver
toornde, doch uitvoerige reactie
van weerman Joop den Tonke-
laar in het Utrechts Nieuwsblad.
U kunt het allemaal nalezen en
nakijken in dit boeiende
boek.
De foto's zijn uitermate trefzeker en
de teksten vlot leesbaar. Het boek
concentreert zich op de winter (u
moet dus vooral witte foto's ver
wachten), maar laat toch de zo
mer niet links liggen.
De persfotograaf die in Zandvoort
wachtte op een blote borst moest
veel geduld opbrengen, maar uit
eindelijk slaagde hij erin om toch
wat tintelende borsten op het
einde van het boek toe te voe
gen.
De ellende beperkt zich tot de erva
ring in eigen land. Die ellende
was groot genoeg om in een boek
te worden samengevat. U kunt nu
plezier beleven aan het doorbla
deren van het weer in het verlo
ren jaar. Dat maakt toch nog wat
goed.
CHRIET TITULAER
Fong Leng 1980
AMSTERDAM - De man die
zondagnacht naakt uit het
blauwe water van het exoti
sche Mirandabad in Amster
dam oprees, hoorde niet bij de
show van Fong Leng. Hij was
een van de duizenden gasten
en hij stortte zich na een
urenlange modepresentatie
verdwaasd in het zwembad
om zelf op de drijvend plat
forms een act op te voeren
zonder kleren. Het is niet be
kend of deze privémanifesta-
tie een waardeoordeel inhield
over de collectie 19Ó0 van
Studio Fong Leng. De man
werd afgevoerd en de man
nequins dansten onverstoord
verder over het natte plan
kier.
Fong Leng was in de jaren '60
een bekend fotografe, met
name op modegebied. Tot zij
zelf collecties ging samen
stellen. Aanvankelijk waren
haar ontwerpen zo opvallend
en theatraal, dat alleen de
meest progressieve vrouwen
uit de zogenaamde jet-set zich
erin hulden. De goud- en zil
verleren mantels en rokken
uit die tijd met hun opgestikte
of uitgesneden fantastische
tekeningen, die door het Ver
re Oosten waren geinspi-
reerd, zijn museumstukken
geworden.
Die specialiteit van Fong Leng
komt ook in de collectie 1980
terug. Maar wie in het publiek
al zoveel Fong Leng-plissés
herkent, is daar niet meer van
onder de indruk. Dat gebeurt
nog wel met de ontwerpen die
als objets d'art, als verzamel-
stukken worden gemaakt, zo
als een platinagoud gevlekte
leren mantel die is overladen
met gouden en zilveren spitse
bollen.
In de rest van de collectie, die
zowel strand- en partykleding
als grote avondtoiletten met
sleep bevat, vallen de zeemle
ren ontwerpen op. Combina
ties voor mannen en vrouwen
al of niet gewatteerd, vaak
gedragen met handgebreide
breedgeschouderde ves
ten.
De beste ontwerpen in die zee
van mousseline en plissé zijn
de tunieken met col en wijde
mouwen op sigaret-smalle
pantalons. En de fluwelen
jumpsuits met pijpen tot de
knie, waarover bijpassende
mantels. De kokerjurken van
zacht antilopeleer verraden
het vakmanschap van deze
ontwerpster. Echte verras
singen zijn er niet meer bij, of
het moet en pluizige mari-
boejas zijn, waarbij een leren
pagodehoed met halve sluier
van leer.
Men zou wensen dat Fong Leng
niet alleen de gewildheid van
haar rijke en kostbare gewa
den nastreefde, maar meer
werkte in de bewust gekozen
Drie leren creaties zoals die zondag tijdens de show in het De
Miranda Bad toerden getoond. De modellen dragen leren jassen in
pastel tinten; Fong Leng zelfir.) draagt een leren pak ook in pastel
oriëntaalse sfeer. De dikke
gewatteerde mouwloze jas
sen met schouderkappen en
col waren daar een voorbeeld
Haar invloed op de make-up en
haardracht zou het komend
jaar wel eens kunnen toene
men. De mannequins hadden
een wit geschilderde kaaklijn,
die geleidelijk overging naar
rose rond de ogen De kapseis
zijn strak met een chignon,
die zo groot en plat als een
discus schuin op het hoofd
wiebelt.
ROELIE MEYER
Het plaatsen van brieven van
lezers betekent niet dat de
redactie de daarin weergege
ven mening onderschrijft.
Brieven kunnen van redac-
tiewege worden ingekort.
West-Duitsland dient een totaal
vliegverbod in te stellen voor de
DC-10. Dit heeft een afgevaar
digde in Bonn schriftelijk ge
vraagd aan de Duitse regering
(LD 30 november). Hij stelde dat
alle recente vliegtuigongelukken
met dit Amerikaanse toestel te
maken hebben en dat het niet al
leen een gevaar is voor de passa
giers, maar ook voor de mensen
op de grond.
Het is inderdaad juist dat er dit jaar
reeds drie ongelukken plaats
vonden met de DC-10. Het is ech
ter niet juist om te stellen dat het
toestel op zich hiervan de oorzaak
is. Het eerste ongeluk welke op 25
mei bij Chicago met een toestel
van American Airlines plaats
vond, werd veroorzaakt door een
onjuiste onderhoudsprocedure
Het tweede ongeluk welke op 31
oktober bij Mexico City plaats
vond, is geheel te wijten aan een
vergissing van de cockpit-be
manning van Western Airlines.
Het derde ongeluk welke op 28
november met een toestel van Air
New Zealand bij de Zuidpool
plaats vond, is zo het zich thans
laat aanzien (LD 4 december) te-
gissing van de cockpitbeman
ning.
Duidelijk blijkt hieruit dat de men
selijke inbreng sterk ten grond
slag ligt aan deze drie genoemde
ongelukken. Op zich is dit niets
nieuws, want reeds in 1977 stelde
een bekend luchtvaartdcskundi-
ge dat van de 220 civiele vlieg
tuigongelukken welke er in de
periode van 1960 tot en met 1977
plaats vonden, er 8<K£ een men
selijke fout als waarschynlijke
oerzaak hadden.
Het zal dan ook duidelijk zijn, dat
een vliegverbod geen essentiële
bijdrage z.al leveren tot (nog) vei
liger vliegen.
Ing J Tolsmajr.
T Brandsmalaan 88
Leiden.