EXTRA
PAGINA 19
ZATERDAG 1 DECEMBER 1979
Op blote voeten dragen Nepalezen enorme vrachten
Pelgrims koken onderweg wat rijst
Boogschutters in het dorpje Tuache.
We komen naar Nepal
voor de bergen, maar
als we (door een ontste
king aan Agnes' voet)
noodgedwongen drie
weken in Kathmandu
moeten blijven, ont
dekken we dat er nog
veel meer redenen zijn
om Nepal te bezoeken.
Kathmandu is fascine
rend met zijn talloze
tempeltjes, smalle
straatjes en huizen met
twee of drie verdiepin
gen versierd met prach
tig houtsnijwerk. Er
zijn bijna meer tempels
dan huizen in Kath
mandu en als je zo hier
en daar een poortje
openduwt sta je weer
oog in oog met een of
andere godsbeeltenis.
Het meest opvallend zijn de
houten torentempels, pago
da's genaamd, die het grote
plein domineren. Hoog op de
trappen van zo'n torentem
pel kan je heerlijk zitten en
het woehg leventje onder je
op je gemak bestuderen. Als
je zo zit, zie je altijd leuke en
bijzondere dingen: een stoet
bruiloftsgangers met voorop
een muziekkapel, daarachter
een groep mannen die de
bruidegom op een draagstoel
naar het huis van de bruid
brengen öf een koorddanse
res midden op het plein, die
even later met een centen
bakje langs komt.
Het lijkt wel alsof elk huishou
den zijn eigen muzikanten
heeft, met trommels, trom
petten, fluiten en allerlei
snaarinstrumenten. Ze wor
den gebruikt bij de bijna da
gelijkse offerdiensten, „de
Puja's", waar muziek en dans
aan te pas komt en waar al
lerlei offers van bloemen, rijst
of vruchten gebracht worden.
Op nog veel grotere schaal
vind je dit bij de vele gods
dienstige festivals, die nauw
verbonden zijn met de wisse
ling der seizoenen.
Weerspiegeling
Godsdienst is in Nepal niet iets
wat naast het dagelijks leven
staat; Nepalezen ervaren hun
godsdienst dag in dag uit als
een weerspiegeling van al
hun vreugden en angsten,
hun zorgen voor het bestaan.
Als je juist in Nepal bent raak je
in verwarring door je eigen
neiging alles in een hokje te
plaatsen. Nepal is hét enige
Hindoeïstische koninkrijk,
maar tevens het geboorteland
van Boeddha en dus wil je een
haarfijn onderscheid maken
tussen Boeddhisten en Hin-
doeïsten en de daarbij horen
de tempels. Dat lukt je niet,
want overal in Nepal vind je
Boeddha naast de Hindoeïsti
sche goden, Boeddhistische
priesters offeren in Hindoeï
stische tempels. Het is ook
lastig om alle goden op een
rijtje te krijgen, want elke god
openbaart zich in allerlei
vormen en onder verschil
lende namen, zodat je al gauw
de kluts kwijt bent.
Geesten
Oorspronkelijk geloven de Ne
palezen dat in alles en ieder
een goede en kwade geesten
schuilen: in mensen, beesten,
bomen, rivieren en niet te
vergeten bergen. Later is dit
animisme vermengd met
Hindoeïsme en Boeddhisme
en één grote tolerante leer
geworden, waarin altijd ruim
te is voor nieuwe goden en ri
tuelen. Niettemin wordt er of
ficieel nog een onderscheid
gemaakt: 87,5% zou Hindoe
zijn en 9,2% Boeddhist, ter
wijl 3% de Islam belijdt.
Heel bijzonder is het levende
godinnetje in Kathmandu,
Kumari genaamd. Als vierja
rig meisje wordt ze uitgeko
zen uit de Newar-kaste van
goud- en zilversmeden. Ze
moet aan bepaalde eisen vol
doen; ze mag bijv. geen litte
kentjes of verwondingen
hebben en ze moet uitzon
derlijke controle hebben over
haar emoties.
Dat laatste wordt als vplgt ge
test: in de Hanuman Dhoka,
het voormalig koninklijk pa
leis, wordt een soort spook
huis geëncéneerd en het
meisje wordt gedwongen
uit de koning in 1768 heel Ne
pal veroverde en verenigde
tot een politieke staat. In 1814
kwam Nepal in conflict met
Engeland over grensgeschil
len met India. Tijdens deze
oorlog raakten de Engelsen zo
geïmponeerd door de krijgs
haftigheid van de Gurkha's,
dat ze na de oorlog in 1816
steeds meer van deze solda
ten in hun Britsindische leger
opnamen. Veel Gurkha's
hebben nu een pensioen en
bezitten stukjes land, waar ze
een bedrijfje voeren.
Onze Gurkhacaptain kan ons
alles vertellen over de te vol
gen route en belooft ons eten
mee te geven zodat we twee
dagen vooruit kunnen. Agnes
krijgt echter onderweg last
van de hoogte en na een kou
de nacht in een bamboehut
besluit ze terug te gaan. Fnts
lukt het wel om samen met
een vriend op het basiskamp
te komen, door een ijzing
wekkend sneeuwlandschap.
School
Twee dagen wachten bij de cap
tain; hij laat de school zien
van het dorp, waar slechts
twee of drie meisjes en een
dertigtal jongens les krijgen.
De schoolbel blijkt een zuur-
stofcylinder, kennelijk ach
tergelaten door een van de
expedities. De school heeft
geld nodig en voor de captain
ligt dat heel simpel: "you are
rich and we are poor, and so
you give money Wie zou
hem ongelijk geven?
Agnes heeft het niet slecht die
twee dagen in Chomro; de
dochter van de captain bakt
heerlijke pannekoeken en
maakt lekkere citroenthee.
De captain stookt een vuurtje
onder het watervat voor een
grote wasbeurt van kleding
en draagster, 's Avonds eten
we buiten en bij de scheme
ring trekken we de tafel zo ver
naar achter dat we de hoogste
toppen helemaal rose kunnen
zien worden.
Als Frits terug is gaan we ver
der; het einddoel is het
plaatsje Muktinath op 4000
meter, dat bekend is als Hin
doeïstisch pelgrimsoord. On
derweg komen we grote
groepen pelgrims tegen; als
lange slierten zie je ze in de
verte langs bergranden trek
ken. Onderweg maken ze
vuurtjes en koken wat rijst. Er
zijn hele oude mensen bij,
sommige lopen op gym
schoenen, andere op blote
voeten. Ik zie een draagmand,
die omgebouwd is tot stoel;
een Indiase vrouw wordt zo
op de rug van een Nepalees
naar Muktinath gebracht.
Als wij tegen een keiharde wind
optornen door kale rivier
bedding en vervolgens nog
een paar uur stijgen krijgen
we steeds meer ontzag. We
worden wel beloond, want
Muktinath is prachtig: een
ongelooflijk uitzicht een een
heel mooi tempeltje met eeu
wig brandend vuur. We
klimmen nog een dag verder
om een vreemdsoortige ambi
tie te bevredigen. We willen
boven de 4800 meter komen,
de hoogste berg van Europa
(Mont Blanc). Het lukt Agnes
deze keer wel en 's middags
om éen uur zitten we in een
stralend zonnetje midden in
de sneeuw onze meegebrach
te lunch op te eten op 5000
Ellende
Toeristen in Nepal praten onder
elkaar veel over de voor- en
nadelen van ontwikkeling en
welvaart en stuiten altijd
weer op hetzelfde dilemma.
Men betoogt dat Nepalezen
uitzonderlijk sterk zijn, de
kinderen zo zelfstandig, de
mensen zo vrolijk en opge
wekt; maar de cijfers geven
aan dat er toch veel ellende
moet schuilen achter deze fa-
gade. Nepal is een van de
armste landen ter wereld; de
gemiddelde levensverwach
ting van een Nepalees is 38
jaar en voor het vijfde le
vensjaar sterft 40% van de
kinderen.
In de bergen komen er vaak
mensen naar je toe om te vra
gen naar medicijnen en het is
moeilijk ze er van te overtui
gen dat je geen arts bent en
niets voor ze kan doen. Je ziet
veel vrouwen met kropge
zwellen, kinderen met schurft
en weer anderen met oogziek
ten. Ziekten als t.b.c., malaria,
geelzucht, cholera en tyfus
komen heel veel voor en de
medische hulp is volstrekt
onvoldoende. Vijf dagen lo
pen voor de dichtst bijzijnde
dokter is heel gebruikelijk.
Onder deze barre omstandig
heden kan je toch moeilijk
spreken van "arm maar toch
gelukkig". Desondanks voel
je dat dit geen mensen zijn om
medelijden mee te hebben; in
feite kunnen we zelfs jaloers
zijn op de eenvoud en ge
moedsrust die de dorpelingen
uitstralen. Je zou het onmo
gelijke voor ze willen: de ze
geningen van de welvaart
zonder de nadelen ervan.
Koning Birendra grijpt de pri
mitieve toestand van zijn land
nogal eens aan om zijn abso
lute macht en de afwezigheid
van politieke partijen te ver
klaren.
Nepal heeft geen democrati
sche traditie; ruim 100 jaar
werd Nepal absoluut gere
geerd door de Ranafamilie,
die steeds het premierschap
erfde en de koning buiten
pel sette In 1951 kwam
hierin verandering door bin
nenlandse onrust en door
pressie van India. De Nepale-
se koning Tribhuvan keerde
uit Indiase ballingschap te
rug, er werden vrije verkie
zingen beloofd en politieke
gevangenen zouden vrijgela
ten worden. Het duurde ech
ter nog zeven jaar voor deze
verkiezingen er kwamen en in
die jaren kampte Nepal met
enorme problemen als hon
gersnood, overstromingen en
politieke onlusten. Tot drie
keer toe werd het Indiase le
ger erbij geroepen om de orde
te herstellen.
De zoon van Tribhuvan, Ma-
hendra, schreef in 1959 de
eerste en tevens laatste vrije
verkiezingen uit. De regering
Koirala, die hierbij gekozen
werd, kreeg echter maar een
jaar de tijd De koning vond
notrala wat te progressief,
zetten hem gevangen en
schafte de politieke partijen
af. Daarvoor in de plaats
kwam het Panchayatsys-
teem, waarbij het volk verte
genwoordigd wordt in raden
op vier niveaus: dorp, district,
zone en landelijk. De uitein
delijke macht lag echter bu de
koning en de door hem uit de
landelijke panchayat gekozen
regering. Ook onder de- huidi
ge koning Bihendra functio
neert het Panchayatsysteem
nog, maar de roep om herstel
van de democratie is zeer
groot
over afgehakte dierenkoppen
te lopen, die angstaanjagend
krijsen en waarvan de ogen
gloeien door flikkerende
olielichtjes. Als ze hier kalm
bij kan blijven moet ze in een
vorig leven wel iets heel bij
zonders geweest zijn, neemt
men aan. Dan wordt het
meisje bij haar familie weg
gehaald en geïnstalleerd in
het Kumarihuis aan het Du-
bar plein, het voornaamste
plein van Kathmandu. Daar
zit ze min of meer gevangen,
gekleed in zijde en brokaat en
vol behangen met juwelen.
Elke dag komen mensen haar
vereren en offers brengen en
aan alles wat ze doet wordt
een betekenis gehecht.
Eén keer per jaar komt Kumari
uit haar tempel voor het Indra
Jatra festival om de koning
symbolisch het recht te geven
in het komend jaar te regeren.
Ze doet dit door het heilige
rode „Tika"teken op zijn
voorhoofd te plaatsen tijdens
een geweldig festijn, waarbij
alle burgers op de been zijn.
Politiek
Politiek rommelt het nogal in
Nepal en de koning kan zich
niet helemaal verheugen in de
gunst van het volk. Natuurlijk
zijn er politieke redenen,
maar de volksmond vertolkt
nog een andere reden. Kuma
ri blijft „levende godin" tot
haar eerste menstruatie;
komt het meisje echter te
overlijden voor dit moment,
dan wordt dit als een slecht
teken beschouwd voor de ko
ning: hij moet onmiddelijk af
treden.
De laatste godin zou inderdaad
overleden zijn, maar door het
koninklijk huis is dit verzwe
gen. Toen het volk bij het In-
dra Jatra festival zag dat er
een nieuwe godin was, daalde
de koning enorm in de ach
ting van de burgers. Niemand
doet echter zijn mond hier
over open; waarom zou je je
zelf in gevaar brengen; de go
den drijven toch wel hun zin
door.
Als het „godin zijn" voor het
meisje afgelopen is gaat ze te
rug naar haar familie als een
gewone - weliswaar rijke -
burger. Ze kan wel trouwen,
maar dit gebeurt zelden, om
dat geen man het aandurft.
Algemeen wordt geloofd dat
diegene die haar maagdelijk
heid verbreekt gedoemd is tot
een vroege dood. Arm meisje!
Bergen
De bergen oefenen een enorme
aantrekkingskracht op ons
uit. We zijn dan ook heel blij
als we na twee weken Kat
mandu weer voorzichtig onze
bergschoenen kunnen aan
trekken. De boekjes over
spectaculaire expedities én
over eenvoudige trektochten
liggen intussen hoogopge-
stapeld naast ons bed in de
hotelkamer. We praten over
niets anders meer en lopen 's
middags langs de sherpawin
keltjes, die vol liggen met
bergsportuitrusting.
De Sherpa's, een stam van Tibe
taanse afkomst, zijn beroemd
geworden door hun verdien
sten als gids of drager bij gro
te expedities. Omdat het de
Een spinnende bergbewoonster
het kamp liggen; het ligt hoog
als een burcht en overal staan
vlaggen met gebedsteksten.
Men is er gewend aan gasten;
er is een primitief hotelletje
en er hangt een menu aan de
Kleurrijk
In Nepal leven 8.000 Tibetanen
van de 70.000 die gevlucht zijn
toen Tibet in 1951 zijn onaf
hankelijkheid verloor. Ze
vormen een homogene groep,
die heel sterk hechten aan
behoud van hun eigen cul
tuur. Tibetanen vallen op
door hun kleurrijke kleding,
hun vele sieraden en de vro
lijke linten die de vrouwen
door hun haar vlechten. Inte
ressant is het om te horen dat
Tibetaanse vrouwen uitzon
derlijk zelfstandig zijn. Po
lyandrie (veelmannerij)
scheen in Tibet veelvuldig
voor te komen en op sexueel
gebied zouden de Tibetanen
zeer ruimdenkend zijn. Door
de invloed van het gastland is
hierin echter wel wat veran
dering gekomen. We lopen
nog even binnen in het hand-
werkcentrum waar Tibetanen
prachtige traditionele tapij
ten knopen.
Het leven op een trek begint
heel vroeg, want bij het eerste
licht is het uitzicht op de ber
gen het mooist. Je trekt al je
kleren over elkaar aan tegen
de kou en je handen verwar
mend aan een kopje thee sta
je je te verbazen over de im
mense hoogte van de Hima
laya's (Annapurna 18091 mtr).
Miljoenen jaren geleden zou
den twee continenten op el
kaar gebotst zijn en daardoor
de Himalaya's hoog opgedre
ven hebben, het jongste en
hoogste gebergte ter wereld.
A.1 lopend krijg je het al gauw
warm, met name als je aan een
eindeloze trapachtige be
klimming begint. Vijf tot tien
uur loop je op zo'n dag door
een zeer gevarieerd land
schap. Je komt veel Nepale
zen tegen die je groeten met
de Nepalese groet 'namaste
(ik groet de god in je).
Voor deze mensen is het lopen
bittere noodzaak. Er zijn geen
wegen, dus geen auto's of
fietsen. De meeste paden zijn
ook niet begaanbaar voor
ezels, zodat iedereen en alles
met de benenwagen moet.
Het is soms beschamend als
je jezelf ziet met je prachtige
schoenen en je lichtgewicht
spullen, terwijl de Nepalees
op blote voeten enorme la
dingen op zijn rug naar boven
draagt. Toch valt de afstand
tussen jou en hem weg als je
samen thee zit te drinken in
een hutje en 's avonds in het
zelfde huisje 'Daalbhat' (rijst
met linzen) eet en een bed op
zoekt.
Een maandlang trekken we van
dorpje naar dorpje op afwis
selende hoogte. Het is primi
tief, je kan je zelden wassen
en het eten is eentonig. W.c.'s
kom je ook niet veel tegen.
Tot voor kort was een w.c. in
Nepal onbekend. Colin
Simpson schrijft in zijn boek
'Kathmandu' dat toen de En
gelse koning George V en ko
ningin Mary in 1911 Nepal be
zochten er in allerijl een w.c
werd gebouwd. Twee man
nen werden dag en nacht op
het dak gezet en elke keer als
George of Mary de w.c. door
trok, wenkte de bediende die
door het gat in het plafond
keek naar zijn collega die een
emmer water door de pijp
goot.
Gurkha's
Het gebrek aan comfort went
erg snel, je conditie wordt met
de dag I >eter en des te meer ga
je genieten van de prachtige
rododendronbossen, de ter
rasvormige akkerbouw, de
schitterende dalen met snel-
stromende rivieren en na
tuurlijk de bergen. We willen
naar het basiskamp vanwaar-
uit expedities de Annapurna
beklimmen en informeren bij
iedereen of het kamp bereik
baar is.
In het laatste dorpje voor het
basiskamp, Chomro, krijgen
we op al onze vragen ant
woord. De man van het hotel,
"de captain' genaamd, is een
oii.ikr baas; in.i vertelt dat hu
in het Engelse Gurkhaleger
gezeten heeft. Gurkha's zijn
oorspronkelijk soldaten uit
het staatje Gurkha, vanwaar-
De Leidse juristen
Agnes van Brussel en
Frits van Schagen
verbleven tijdens hun
wereldreis geruime
tijd in Nepal. In bij
gaand artikel een ver
zameling indrukken
tijdens dat verblijf
opgedaan.
Proeftocht
We maken eerst een proef
tochtje om de start van de
tocht te verkennen. Het valt
niet mee; na 2lh uur lopen
door een rivierbedding,-
schoenen uit schoenen aan
om ze droog te houden -heb
ben we nog steeds de weg
omhoog naar Naudanda niet
kunnen vinden. Een Nepa
lees, die ons ziet ploeteren
door het water biedt zijn rug
aan voor één rupee. Dat hoeft
toch niet van ons. Hij knikt
nog eens vriendelijk en loopt
ons er dan snel uit op zijn blo
te voeten. Uit zijn rugtasje
komen de vrolijke klanken
van een draagbare radio.
We stoppen bij een klein dorpje,
waar de kinderen om ons
heen drommen en ons naar
een theehuisje brengen. Thee
met melk, veel suiker en een
gembersmaakje: het smaakt
goed na het lopen. We beslui
ten terug te gaan naar Pokha-
ra en naar het Tibetaanse
vluchtelingenkamp te lopen
om van daaruit de volgende
dag een vroege start te ma
ken. Al heel in de verte zie je
gewoonte is dat na een ge
slaagde expeditie de uitrus
ting geschonken wordt aan de
Sherpa's, zijn er in Kathman
du talloze winkeltjes verre
zen, waar deze Sherpa's de
meest moderne bergsportar
tikelen verkopen of verhuren.
Wij huren een donsjack bij
„Mingma", een hele beroem
de Sherpa, wiens naam we al
verschillende keren zijn te
gengekomen in de expeditie-
boeken. Sneeuwbrillen, wol
len sokken, nog een kaart van
het gebied en dan zijn we wel
gereed om aan onze „trek" te
beginnen. Met een bus gaan
we naar Pokhara, hortend en
stotend over een van de wei
nige wegen in Nepal en wor
den daar na zeven uur afgezet
bij het meer. Blauw water,
omzoomd door groene wei
landen en bomen en daarbo
ven sneeuwitte toppen: de
„fishtail" Machha Puchare en
de Annapurnareeks. De ko
mende weken worden ze zeer
vertrouwd voor ons.
Lekker zitten op de tempeltrappen in Kathmandi