„One-man-shows" van Peter Marijnen Door Herman van Amsterdam KATWIJK - In 1958 werd in het Academisch Ziekenhuis in Leiden een stukje van zijn spierweefsel onderzocht en de diagnose beves tigde waar hij en zijn familie al lang voor vreesden namelijk, de spierziekte van Duchenne. Voor Peter Marijnen stond vanaf dat moment vast dat hij zich geen illusies meer hoefde te maken over een lang leven. Immers, de broer van zijn vader had aan dezelfde ziekte geleden en was amper twintig geworden en zo kende hij nog meer voorbeelden uit zijn omgeving. Peter Marijnen, de specialisten bevestigden dat in 1958, zou vermoedelijk niet ouder worden dan 25 jaar. Die ene kwart eeuw zit er alweer een tijdje op en Peter leeft nog steeds. Hij is inmiddels al de dertig jaar- grens gepasseerd, al heeft de ziekte zijn fy sieke mogelijkheden wel bijna tot een mi nimum gereduceerd. Peter is vrijwel geheel verlamd. Alleen het hoofd kan nog een lich te beweging maken en in een paar van zijn vingers zit nog net voldoende kracht om een klein staafje ijzer te bewegen, de geim- proviseerde stuurknuppel van zijn elec- tnsch voortbewogen rolstoel. Over Peter Marijnen is dezer dagen een boek verschenen. Daarin staat zijn levensge schiedenis opgetekend. Het is niet zomaar een verhaal. Met dat boek heeft hij een doel voor ogen. Meer begrip kweken voor de ge handicapte in de samenleving. Hen uit de schaduw halen. De in totaal 190 pagina's gaan over zijn wanhoop en moed, over het verkeerde soort medelijden van mensen zonder handicap, over de onwetendheid. Dat boek is voor hem overigens maar één ijzer in het vuur. Zyn strijd voert hij op meer fronten. Peter Marijnen geeft bijvoorbeeld ook le zingen op scholen. Zo was hij afgelopen dinsdag in Eindhoven te gast op een oplei dingsschool voor verpleegsters. Daar ver telde hij zowel 's morgens als 's middags honderduit over het gehandicapt zijn. Met zijn, wat hij cynisch noemt 'one-man- shows' trekt hij vanaf 1977 het land door. In dat jaar was hij ook voor het eerst op de radio te beluisteren. Hij zat toen achter de microfoon op verzoek van pastoor Raad- schelders (Katwijk aan den Rijn), een vaste spreker voor de KRO-radio. Kort daarop verscheen Peter Marijnen ook in het tv- programma "Een hand vol leven", waarin hij eveneens uitwijdde over het leven van een gehandicapte. Reacties Die tv-uitzending leverde hem veel schrifte lijke reacties op. Er zat er ook een tussen van schrijfster Ans van der Heide - Kort uit Oegstgeest. Hij schreef haar terug dat hij bezig was zijn eigen levensgeschiedenis op papier te zetten (toen kon hij nog schrijven), waarop zij het voorstel deed hem daarbij een handje te helpen. Vanaf november 1977 voerden ze gesprekken met elkaar. Tweehonderd uur in totaal. De schrijfster sprak bovendien met zijn fami lieleden, zijn buren, zijn jeugdvrienden en medische begeleiders. Om het boek "mak kelijk leesbaar te maken" koos Ans van der Heide - Kort voor een roman-stijl, zonder echter de feitelijke gegevens geweld aan te doen. Peter Marijnen doet in het boek een vrij in dringend relaas over de jaren die achter hem liggen. Beschrijft bijvoorbeeld vrij ge detailleerd de doodstrijd van zijn eveneens aan spierziekte lijdende boezemvriend Ger, enkele voorvallen op sexueel gebied en geeft hij af op een van de personeelsleden van het Zeehospitium in Katwijk, waar hij vanaf 1968 wordt verpleegd. Marijnen: "Toen ik het script voor het eerst onder ogen kreeg (Ans van der Heide - Kort schreef het in anderhalve maand tijd) schrok ik wel van enkele passages. Er ston den geen leugens in maar ik ging er toch aan twijfelen of het zinvol was ze er in te hou den. Daar hebben we lang over gediscus sieerd. Uiteindelijk heb ik op de meeste punten maar toegegeven. Want waarom zou ik dingen gaan verzwijgen die waar zijn ge beurd Bang "Het probleem bij de meeste gehandicapten is", zegt hij, "dat ze zich in het openbaar nauwelijks durven uiten. Omdat men bang is voor consequenties. De meesten leven in een vrij besloten omgeving. En men stelt zich wellicht terecht de vraag of het geen moeilijkheden zal geven als men zo naar buiten treedt als ik doe.Toch is het volko men bloot geven van je gedachten en ge voelens m.i. de enige manier om ook wer kelijk begrip te kweken bij validen. Er niet omheen draaien, zeggen zoals het is. De eer ste reacties op mijn boek zijn in elk geval positief. Ik heb handtekeningen moeten uitdelen en complimentjes gehad. Maar ja, de uitgave is nog vers, wie weet wat er nog los komt". Peter Marijnen, vanwege zijn handicap voor bijna de volle honderd procent afhankelijk van zijn medemens, toont zich graag strijdlustig als het er om gaat de gehandi capte wat dichter bij de maatschappij te brengen."Mij hoor je niet zeggen dat er in Nederland te weinig voor ons wordt ge daan. Dat zeker niet. Maar we komen nog in onvoldoende mate zelf aan het woord. Het zijn steeds weer de dames en heren des kundigen die over ons hun zegje doen. Die lang hebben gestudeerd en er waarschijn lijk ook veel over weten maar die een han dicap nooit zelf aan den lijve hebben onder vonden. Laat die gehandicapte dus zelf maar zijn zegje doen". "Niet dat ik mij daar veel illusies over maak. Wat ik in dit verband als heel vreemd heb ervaren is dat er op mijn radio- «n tv-ge- sprek in '77 nauwelijks reacties van gehan dicapten zijn binnen gekomen. Wel veel van in psychische nood verkerende validen. Die problemen hadden in hun huwelijk of geestelijk in de war waren. Ik geef toe dat het geen lolletje is om voor een groot publiek met je handicap te koop te lopen. Daar moet de nodige schroom voor worden overwonnen. Maar het zou wel prettig zijn als er eens wat meer naar dit soort werk proberen toe te groeien". Voor Peter Marijnen is het ook erg wennen geweest aan het houden van lezingen op school. In zijn eentje is hij nu bezig aan zijn derde 'voorlichtingsjaar'. De gehandicap ten-ambassadeur draait een gemiddelde van veertien lezingen per schoolseizoen. Meestal voor leerlingen van de hoogste klassen. Hij is uitgenodigd op lagere en middelbare technische- en tuinbouw scholen, maar geeft ook uiteenzettingen op havo en atheneum. Bloemetje Maakt onkosten maar vangt geen cent terug. Hij vindt een bloemetje of boekenbon al een voldoende beloning. De ene keer steekt hij zijn verhaal af in een klas, dan weer diri geert hij zijn met electnsche apparatuur volgestouwde rolstoel richting aula. "In het begin is het zoeken geweest naar de juiste manier van benaderen", zegt Peter. "Je voelt je wat onwennig tegenover zoveel ge zonden. Daarom las ik mijn verhaal aan vankelijk van een stuk papier. Maar dat sloeg niet aan, merkte ik al snel. Dus ben ik het anders gaan presenteren. Zonder spiekbriefje. Gewoon de klas in kijken en zeggen: Beste jongens en meisjes hier zit Peter Marijnen en ik ga jullie over mijn handicap vertellen. Daarna rolt het verhaal er vanzelf uit. Ik probeer een zo nuchter mogelijk relaas te houden. Beslist niet op de sentimentele toer te gaan. Het is wat al te gemakkelijk om met mijn handicap emo ties op te roepen. Daar wil ik geen misbruik van maken". Voordat hij zijn verhaal afsteekt en zijn toehoorders de kans geeft hem vragen te stellen, draait Peter Marijnen meestal een 'kenningsmakingsfilmpje', de video-op name van het tv-gesprek. Er is een uur tijd om Peter over zijn handicap door te zagen. "Per school verschillen de vragen nogal", zegt Peter. "Op een LTS bijvoorbeeld zijn leerlingen vooral geinteresseerd in de prak tische zaken rond een handicap. Men wil weten hoe het staat met de toegangkelijk- heid van gebouwen, hoe mijn kamer in het Zeehospitium is ingedeeld, hoe een electri- sche rolstoel werkt en meer van dat soort zaken" "Maar op een havo bijvoorbeeld is men weer meer geinteresseerd in mijn geestelijk den ken. Mijn geloof, mijn overtuiging en meestal komt ook sex aan de beurt. Wat ik wel op bijna elke school merk is de schroom om recht op de man af vragen te stellen. Ik vind dat niet zo vreemd. Per slot van reke ning is 99 procent van de leerlingen die ik voor mij krijg, kerngezond. Zij weten door gaans op geen stukken na wat het is om een handicap te hebben". Verschil "Wat mij ook steeds weer opvalt is dat er een enorm verschil zit tussen een school binnen komen en er weer weg gaan. Zien ze je voor het eerst en heb je nog niets gezegd dan dur ven ze je nauwelijks aan te kijken. Ze lopen dan het liefst met een boog om je heen. Maar heb ik eenmaal mijn film gedraaid en het in leidende praatje afgestoken dan verandert de houding op slag. Niet dat ze direct met in dringende vragen komen. Dat wil ik overi gens wel. Daarom daag ik ze ook uit dat te doen. De vragen gaan dan soms zo ver dat de leraren die er bij staan er een stokje voor pro beren te steken. Maar dan laat ik ze toch hun vraag stellen. Ik weet dat ik ze kan hebben. Ze roepen geen onverwachte reacties mee bij mij op. Ik ben op alle vragen voorbereid. De ge voelens rond mijn handicap heb ik in derge lijke situaties volledig onder controle". Al die lezingen. Waar doe ik het eigenlijk voor? Die vraag wordt mij vaak gesteld. Dat verhaal dat ik op scholen over mijzelf vertel mogen die leerlingen wat mij betreft zo snel mogelijk weer vergeten, ik hoop wel dat blijft hangen dat een gehandicapte net zo veel mens is als ieder ander. Verschillend van ui terlijk wellicht,vaak met minder mogelijkhe den ook maar niet iemand van wie men af stand moet nemen". Peter Marijnen, in Den Haag geboren, heelt tot zijn zeventiende thuis gewoond, werd daarna voor korte tijd verpleegd in de Adriaanstichting in Rotterdam en woont sinds 1968 in het Zeehospitium in Katwijk. Nederland telt op dit moment 10.000 spierzie- ken, die kunnen worden onderverdeeld in 250 verschillende categoriën. Peter werd destijds na een uitgebreid medisch onderzoek inge deeld in de categorie die lijdt aan de spierziek te van Duchenne.Daar bestaat nog geen ge neeswijze voor (evenals trouwens voor de meeste spierziekten) en heeft doorgaans al op jeugdige leeftijd de dood tot gevolg. Het is een ziekte die langzaam maar onafwendbaar de spieren steeds verder aantast. Ook Peter Ma rijnen heeft dat aan den lijve ondervonden. Vijf jaar geleden nog vervaardigde hij com plete tafels, ingelegd met luciferhoutjes. Hij kon zijn handen toen nog erg goed bewegen. Nu bijna niet meer. Peter heeft naar andere mogelijkheden uitgekeken om bezig te zijn en die ook gevonden. Hij is zich gaan bekwamen in het radio-zenden. In zijn kamer is een in stallatie ingebouwd waarmee hij dagelijks in contact staat met zendamateurs uit Katwijk en wijde omgeving. Via de apparatuur kan hij ook contacten leggen met buitenlandse zen ders. De installatie is zo aangepast dat Peter met zijn zeer beperkte moglijkheden toch alle knoppen en microfoons kan bedienen. Daar naast is hij nog actief als 'gastdocent' op de school van het Zeehospitium. Daar leest hij aan leerlingen voor. Emotioneel "Natuurlijk vraag ik mij regelmatig af hoe lang dit leven voor mij nog zal duren. Eén jaar? Vijfjaar? Tien jaar misschien? Ik weet dat ik achteruit ga. Dat ik na veel inspan ning oververmoeid raak. Dat pakt mij dan ook emotioneel aan. Op zulke momenten denk ik vaak aan de dood. Maar eenmaal uitgerust slaat mijn stemming weer om en wil ik toch weer van alles gaan doen". "Nu ik al tot de dertig jaar ben gekomen vraag ik mij steeds meer af of die diagnose van destijds wel juist is geweest. Misschien wel niet. Het eenvoudigste zou zijn een heron derzoek. Maar dat durf ik niet aan. Dus zal ik wel met die angst vroeg te moeten ster ven, rond blijven lopen. En dat beinvloed mijn doen en laten. Als ik ergens mee bezig ben wil ik het ook snel weer afmaken. Die laatste maand voordat het boek uit kwam heb ik enorm in spanning gezeten.Bang dat ik er niet meer zou zijn op het moment dat het verscheen. Ik heb er anderhalfjaar aan gewerkt. Iets van mfj zelf in dat boek weg gegeven. Dan wil je ook weten wat een an der er van vindt. Het is hetzelfde als je ie mand een cadeautje geeft. Dan wil je ook graag weten of 'ie er wel of niet blij mee is. Ik wilde per sé meemaken hoe het boek overkomt. Daar trek je je dan aan op op momenten dat je het moeilijk hebt". Peter Marijnen, die aanvankelijk mot zijn le zingen niet verder kwam dan scholen in de bollenstreek, krggl nu ook aanvragen el ders uit het land. Hij kan daar naar toe mede dank zij de medewerking van Voorhouter Van Weerlee.die op vrijwillige basis de rol van particulier chauffeur vervult. Van Weerlee kwam een paar jaar geleden als zend amateur in contact met Peter Marij nen. Hoorde dat deze met vervoersproble men kampte (het Zeehospitium beschikt wel over een eigen busje maar daar kan lang niet altijd óver worden beschikt) en zegde toe die voor hem te zullen oplossen. Dat heeft onder meer geresulteerd in een gel dinzamelingsactie om Peter aan een eigen busje te helpen. Dat is nu bijna gelukt. Bovendien heeft de Voorhoutse zakenman vorig jaar de Stichting Integratie Gehandi capten in Maatschappij (SIGMA) in het le ven geroepen, met het doel ook andere ge handicapten dezelfde (vervoers)facihteiten te bieden als Peter Marijnen. Tot nu toe ech ter heeft zich nog niemand aangemelc' die in de voetsporen van de spier/icne wil tre den. "Ik voel best aan dat er onder gehandi capten veel schroom bestaat om dezelfde weg te gaan als Peter", /egt Van Weerlee. "Zo'n stap vraagt een erg lange bedenktijd. Daarom trekken we nu nog geen conclusie tui het feit dal ut een heel jaar 1 11 en nd contact heeft gezocht met de stichting".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 25