'Onder Ons'al achttien jaar op sterk water... nfetyiw Itevdffi) M p^tr jcsKgii? yojp ©ffildldtf DtfD §tf<§l(fi)dl EXTRA-. ^VTERDAG 24 NOVEMBER 1979 1 Enkele oude foto's uit Wesselinghs archief. Links: Onder ons in 1948 na afloop van de vertolking van Bloed en Liefde'. Links op de foto de heer J.Th. Wesse- lingh. de laatste regisseur van Onder Ons. Op de foto rechts Onder Ons in de ja ren '30 tijdens een kerstspel. En op de foto onder: het Groenendijkse toneelgezel schap tijdens de jubileum uitvoering van 'Genesius' in 1954. Op deze foto vX.n.r. Bram WesselinghJ. Th. Wesselingh, Joke de Jong, Huib Verdegaal en Thea de jong. J.M.L. (Jan) Wesselingh bladert wat in de Onder Ons-geschiedenis. De vijfentwintig gulden heeft hij maar vast opzij gelegd. Hij is en blijft Onder Ons. Zo begon de historie van de R.K. Toneel-, Muziek- en Zangvereniging 'Onder Ons'. Eerste vrucht die Verkleijs leiding afwierp was de uit voering van een operette aan de Doesbrug in Leiderdorp. Niet lang daarna volgde de eerste formele, openbare to neeluitvoering. Dat was in Door Sjak Jansen 1854 ter gelegenheid van het potverteren. Tweehonderd toeschouwers zagen -in 'Het Warmonderhek, eene welbe kende grote uitspanning te Warmond' het toneeldebuut van Onder Ons. Vandaar dat men 1854 als oprichtingsjaar van de toneelvereniging aan houdt. Des duivels Toch was het na de officieuze HAZERSWOUDE - Wat je met een willekeurig briefje van 25 al niet kunt doen. De één ver brast het aan lekkernij en in de patatzaak op de hoek, de ander stopt het in een oude sok, maar J.M.L. (Jan) Wesselingh (60) stort het al achttien jaar op nieuwjaarsdag steevast op de girore kening van het over koepelend orgaan van amateurtoneelvereni gingen in Nederland en houdt daarmee Neer- lands oudste amateur- toneelvereniging in stand. 'Onder Ons' heet die vereniging. Om pre cies te zijn 'De R.K. Ko ninklijke Toneel-, Mu ziek- en Zangvereni ging 'Onder Ons' in Ha- zerswoude-Rijndijk. 'Onder Ons', heel veel jaren een toonaangevend gezelschap in het amateurtoneelwe^en rondom Leiden, bestaat dit jaar 125 jaar. Zou dus, ook naar de mening van Wesse lingh, nu haar 25ste lustrum uitbundig moeten vieren. Maar helaas. De vereniging die ooit wel veertig verwoede amateurtoneelspelers op haar ledenlijst had staan, heeft er nu nog slechts eentje.... En dat is, u raadt het al, J.M.L. Wesselingh. En om zo'n mijl paal nou in je uppie te vieren. Nou nee, daar bedankt de Ha- zerswoudse poldersecretai'is in ruste toch voor. Hoezeer het hem ook tot droe- venis stemt, Wesselingh is eenvoudigweg Onder Ons. Secretaris, penningmeester, voorzitter, de hele reuteme- teut. Wesselingh is het alle maal. Ook al was er de afgelo pen achttien jaren nauwelijks iets voor te zitten. En ook al viel er de laatste tijd amper een paar centen in het vereni- gings-kasboek te noteren. Of het zouden dan die vijfen twintig guldens contributie moeten zijn, waarmee Wesse lingh jaar in jaar uit het hoofd van Onder Ons boven water weet te houden. Doodzonde „Tja", knikt Wesselingh som ber, „het is niet veel meer. Maar ach, die vijfentwintig gulden heb ik er graag voor over. Want zeg nou zelf: het zou tóch doodzonde zijn, wanneer de oudste toneelver eniging van Nederland werd opgeheven. Dus eh „Trouwens adeldom verplicht", roept Wesselingh uit. En ver klaart vervolgens dat hij het ten zeerste betreurt dat er in de loop der jaren een situatie is gerezen, waarin de vereni ging staat of valt met louter zijn persoon. „De vergrijzing van deze buurtschap hè, de vergrijzing van Groenendijk. Dat is de hele oorzaak van al les. Groenendijk heeft geen enkele groeimogelijkheid. Nieuwe huizen worden niet gebouwd. Mensen trekken weg en daar zit je dan." Groenendijk Wesselingh kan zich nog kristalhelder voor ae geest halen hoe 'Onder Ons' van meet af aan eigenlijk een na genoeg volledig Groenen dijkse aangelegenheid was. Hele families waren lid van de amateurtoneelvereniging. „Ach ja vroeger...", mijmert Wesselingh en toont een stukje proza uit het oude reglement, waarop te lezen staat 'Deze vereeniging heeft ten doel, 's jaarlijks in den maanden January en Februa ry, zoo mogelijk bij lichten maan, twee bijeenkomsten te houden„Maar heden ten dage", vervolgt Wesselingh. „Vergrijsd, zoals ik al zei." „Hier het parochiehuis bijvoor beeld. Vroeger was er altijd iets te doen. Kun je nagaan hoe Groenendijk bruiste. Eén voor één trok men echter weg, jonge gezinnen vooral. Groe nendijk groeide niet, bleef zo als het was. En stilstand is achteruitgang, nietwaar? Daarom zeg ik: 'Een fikse reorganisatie is de enige ma nier om uit deze misère te komen." Wat dacht hij dan precies te reorganiseren en hoe? Wes selingh: „Dat is het'm juist. Ik zou dolgraag willen dat 'On der Ons' nieuw leven werd ingeblazen. Maar ja. Ik kan het niet alleen. Steun van bui tenaf is onontbeerlijk. En ach, met zo'n twintig leden komen we toch een heel eind, dacht ik. Aangezien er steeds min der mensen avond aan avond thuis aan de buis gekluisterd zitten, weet je het maar nooit!" Jan Verkleij Nu Onder Ons is teruggezakt naar af, wil Wesselingh alles op alles zetten om het ama teurtoneel in Groenendijk weer enige glans te geven. Precies zoals het in 1854 ge beurde. Jan Verkleij, zoon van een kaashandelaar uit Rijpwetering, was de grond legger van de toneelvereni ging. Nadat hij zich aan de Rijndijk had gevestigd, trad hij toe tot het zangkoor van de St. Bernardusparochie. Reeds spoedig bleek dat hij er niet alleen muzikaal veel van terechtbracht, ook op het ge bied van acteren had Verkleij het nodige in z'n mars. In zijn prille jeugd ontpopte hij zich a! als een veelzijdige potsen maker. Men droeg hem dan ook alras de zorg op voor het jaarlijks 'potverteren' van het zangkoor. oprichting allesbehalve roze- geur en maneschijn. Een dichtbijzijnd zaaltje was ver te zoeken en de blijspelen die het gezelschap speelde, wer den toentertijd nog geken schetst als „des duivels". Verkleij bleef er echter ijskoud onder. Onder zijn stuwende leiding werden in achterhui zen van boerderijen kleurrij ke stukken uitgevoerd als 'Kloris en Roosje', 'De kal koen van Breda' en 'De he dendaagse keukenmeiden'. Kostuums en coulissen wer den op aandrang van Verkleij zelf gemaakt. Niets was teveel voor de boe renknecht Verkleij. Zelfs het vertalen van toneelstukken niet. Verkleij was bezeten van toneel, evenals de acteurs en actrices trouwens. Dikwijls stond men op de planken van zes uur 's avonds tot vier uur 's nachts. Na het afschminken moest men zich maar al te vaak haasten omdat de koeien hoog nodig gemolken moesten worden. Dat heette het ware amateurisme. Geen vrouwen Toch dreigde een pas afgestu deerd kapelaan roet in het eten te gooien. Hij zei dat nachtelijk gedoe maar zo-zo te vinden. Het gevolg was dat vrouwen werd verboden lid te zijn van hun zo geliefde 'On der Ons'. De toneelvereniging doet deze ingrijpende maat regel overigens af met de woorden 'een kleine scheu ring'. Maar dit even terzijde. Verkleij bleek echter ook nu weer niet te stuiten. Bij het 50-jarig jubileum was de si tuatie al weer sterk verbeterd. Echter datzelfde jaar stierf Verkleij, niet lang na de uit voering onder zijn leiding van 'Meester Vink' met hemzelf in de hoofdrol. Na een jaar van rouw zette zijn schoonzoon Th. C. Wesse lingh zijn taak voort. Deze vertaalde stukken uit het Frans en was er als de kippen bij toen in 1905 in Groenen dijk een rooms-katholieke lagere school werd gesticht. Voor Onder Ons wist hij een aantal lokalen los te praten, zodat het ia fel begea Ie ei gen 'zaaltje' eindelijk binnen handbereik kwam. Duidelijk dus de verdienste van Th. C. Wesselingh, die overigens al in 1922 op 55-jarige leeftijd zijn gezin en de vereniging moest ontvallen. Dames terug Een jaar tevoren had Onder Ons juist in een toneelwedstrijd in Warmond de eerste prijs ge wonnen met een drama; een genre waaraan zij als typisch blijspelgezelschap tot dan toe nog niet de handen had vuil gemaakt. Voor de derde regisseur J. Th. Wesselingh (een neef van Th.C.) leken dus veelbelo vende tijden in het verschiet te liggen. En dat was ook zo, zij het dat de tweede wereld oorlog er tussen kwam en de activiteiten van de vereniging voor vijfjaar moesten worden stopgezet. 'Kinderen van ons volk' van An- toon Coolen in 1947 op de planken gebracht, betekende de terugkeer van het vrouwe lijk geslacht in Onder Ons en tevens het eerste optreden in het parochiehuis. Een heug lijke gebeurtenis. Een nóg groter leest werd zeven jaar later (1954) gevierd: het 100-jarig bestaan van Onder Ons. Voor onze koningin was dat aanleiding om de vereni ging Onder Ons het predikaat 'koninklijke' te verlenen. Enige maanden tevoren had Juliana een wagenspel van de Hazerswoudse toneelvereni ging voor de gemeentesecre tarie bijgewoond. Vandaar dat het haar behaagde. Sterk water In de hierna volgende jaren sleepte Onder Ons driemaal de beker in de wacht, die was uitgeloofd voor de beste pres tatie door een toneelvereni ging, aangesloten bij het Werkverbond Katholiek Amateurtoneel. Het zijn te vens de laatste wapenfeiten die de geschiedschrijving van Onder Ons vermeldt. Want al gauw brak 1962 aan. Het jaar waarin het ledental van On der Ons in 1962 dusdanig werd uitgedund dat regisseur J. Th. Wesselingh besloot zijn biezen te pakken en in Bra bant op z'n lauweren te gaan rusten. Zijn functies droeg hij over aan zijn zoon Jan. „Sedert die tijd staat Onder Ons op sterk wa ter", zegt deze, terwijl hij nog wat in het dikke Onder Ons archief rommelt. Een archief dat de afgelopen achttien jaar nauwelijks lijviger is gewor den. „Maar hopen dat daar in de komende tijd verandering in gaat komen", aldus Wesse lingh. De vijfentwintig gul den voor volgend jaar heeft h(j maar vast opzij gelegd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 21