De God van deze
kinderen is
bnitenkerkelij k
rupjjiiuu'H'»
ZATERDAG 10 NOVEMEER 1979
"Met alle eerbied
gesproken, maar
geloof en kerk
komen op veel
12- tot 17-iari-
gen af als één
grote super
markt. Daar
staat alles kant
en klaar in de
rekken. Het is
allemaal al uit
gedokterd. In
geblikt. Ze kun
nen er eigenlijk
niets mee begin
nen. Het sluit
niet aan op hun
ervaringen en
gevoelens. Ze
missen de le
vende relatie.
Wat in de kerk
als "God" wordt
aangeprezen, is
hün God niet. Ik
denk wel eens
dat de God van
deze kinderen
buitenkerkelijk
is.
Voor mij is God
een dagboek,
waaraan ik alles
kan toevertrou
wen, schreef een
meisje me. Een
ander ervoer,
hem als een luis
terend oor,
waaraan je alles
kunt zeggen. Dié
behoefte leeft bij
jonge mensen
heel sterk".
Jan Nieuwenhuis is priester in de Am
sterdamse binnenstad. Hij was deze
week op uitnodiging van de plaatse
lijke Raad van Kerken een avond in
Wassenaar (hal Messiaskcrk) om
met een verhaal over eigen ervarin
gen een gesprek over geloofsopvoe
ding in te leiden. Zijn inleiding werd
aanleiding tot een zeer levendige
gedachtenwisseling. In wat hij zei
herkenden deze ouders hun eigen
bevindingen.
Nieuwenhuis trekt veel met kinderen
en jongeren op. Uit zijn verhaal krijg
je de indruk dat dit voor hem een
compensatie is voor het feit dat zijn
kerk hem het huwelijk en het vader
schap onthoudt.
"Aan veel van wat mij in m'n jonge
jaren vanuit de traditie is bijge
bracht ben ik ontgroeid, maar hiér-
aan kun je niets veranderen. Het is
niet aan te nemen dat de kerk op dit
punt binnen afzienbare tijd haar
koers zal wijzigen".
Nieuwenhuis zegt het met een intona
tie die doet vermoeden dat hij het
heel graag anders zou zien. Maar wat
wil je met een kerk waarin hem ten
tijde van de voorbereiding op zijn
ambt nog werd verzekerd - hoe goed
bedoeld ook - dat meisjes maar ge
vaarlijk zijn.
Al Iaat hij geen gesprek met ouder-
groepen voorbijgaan zonder uit
drukkelijk te zeggen dat zij op grond
van hun gezinservaringen veel meer
weten dan hij, toch heeft hij een paar
boeken over geloofsopvoeding en
ervaringen van en met jongeren op
zijn naam staan. Ze kregen en goede
pers en worden grif verkocht.
Overrompelend
Jan Nieuwenhuis - lid van de orde der
dominicanen - werd in 1948 priester.
Drie jaar later promoveerde hij in
Rome tot doctor in de theologie. Van
het weekblad "De Bazuin" was hij
lange tijd redactiesecretaris en het
bureau voor algemene jeugd-ziel-
zorg van het bisdom Utrecht - nu
"Katholiek service-instituut voor
Levensvorming" geheten - had in
hem een toegewijd stafmedewerker.
Nii is dr. Nieuwenhuis pastor van de
Dominicuskerk in Amsterdam. Een
van de leden van een pastoraal
team. Maar de jeugd blijft hem
boeien. Hij is ook schoolpastor aan
het Keizer Karel-collegc in Amstel
veen. Gaandeweg is hij sterk be
trokken geraakt bij de begeleiding
van kinderen en jongeren, vooral
waar het hun geloofsontwikkeling
betreft.
Toen hij een tijdje in dat schoolpasto
raat meeliep, kwam de vraag wat hij
eigenlijk aan het doen was en of dat
bij de scholieren wel overkwam zo
indringend op hem af dat hij daar
over een lijst van eenvoudige vra
gen maakte en die, na een mondelin
ge voorbereiding, aan niet minder
dan 4000 jongeren ter beantwoor
ding voorlegde. Daarop kreeg hij
1432 antwoorden.
"Werkelijk overrompelend, zowel
naar aantal als naar kwaliteit. Uit
voerig, zeer openhartig en vaak ook
heel persoonlijk. Het leek alsof ze nu
een uitlaatklep voor hun gevoelens
hadden gevonden. Nou kunnen we
eindelijk eens onszelf zijn, schreef er
een".
Jan Nieuwenhuis, die in een van zijn
boeken een ruime selectie uit deze
antwoorden heeft opgenomen, had
anderhalf jaar nodig om alle reac
ties te lezen, te herlezen, nog eens te
herlezen en te ordenen en zelf een
goed beeld te krijgen van wat jonge
mensen religieus beleven.
"Het is gecompliceerd en genuan
ceerd, maar er komen uit hun verha
len duidelijk drie trefwoorden naar
voren waarvan ik denk dat ze de
voornaamste problemen in deze
leeftijdsfase aanduiden. En dat zijn:
God, praten en vrijheid".
„Voor mij is hij een dagboek
schreef een meisje aan Jan Nieuwenhuis
Van de invullers zei 46 procent
in God te geloven, 23 procent
niet en de rest gaf onduidelij
ke antwoorden. Nieuwenhuis
hecht niet zo aan deze percen
tages. De vraag wat zij be
doelen als ze het over "God"'
hebben vindt hij veel belang
rijker.
"De voornaamste vraag in deze
leeftijdsfase - tussen 12 en 17
- is die naar de zingeving van
je eigen bestaan. Wie ben ik
eigenlijk? Krijg ik de kans dat
mensen om mij heen open
gaan voor wat ik aan het zoe
ken ben? Die vraag naar het
eigen bestaan is in wezen diep
religieus".
Supermarkt
[n die situatie komt als een
massief verschijnsel de ge
vestigde religie op hen af.
'Voorlopig kunnen ze er weinig
of niets mee beginnen. Het
lijkt één grote supermarkt.
Alles is al gerangschikt. De
God over wie het daar gaat is
vreemd aan hun eigen bele
vingswereld.
Je lost dat probleem niet op
door nieuwe inhouden aan te
brengen. Het kan alléén door
een levende, menselijke rela
tie te leggen. Ze willen praten.
In talloze variaties. Als ze dat
niet meer kunnen, verliezen
ze ook hun geloof. Ze willen
niet discussiëren. Debat is
voor hen het uitwisselen van
gedachten. En ze willen geen
gedachten maar ervaringen
uitwisselen. Dat zijn dingen
van henzelf. Over wat ze van
zichzelf vinden, hoe anderen
over hen denken, over dood
gaan desnoods, verliefd wor
den en volwassen worden,
over hun relaties met elkaar
en met thuis, over wat ze aan
moeten met wat hun aan mo
gelijkheden is gegeven.
Veel jonge men
relaties thuis als
Vader en moeder zijn van een
andere generatie. Die moeten
zich zien te handhaven. Met
grootouders is het soms veel
gemakkelijker praten. Zij
hebben niets meer te verlie
zen. Ze zijn weer bezig met
hun eigen jeugd. Jonge men
sen verwachten geen oplos
singen maar wel een luiste
rend oor, dat probeert te ont
dekken waar het echt om
gaat. Dat praten al geeft het
gevoel dat je altijd mag ko-
Nieuwenhuis ziet dit als een
wezenlijke voorwaarde om
met jongeren religieus te
Onnatuurlijk
Waar in de antwoorden op zijn
vragenlijst de "vrijheid" ter
sprake komt, zijn drie hoofd
ervaringen te onderschei
den. Ze betreffen het naar-
de-kerk-moeten, het bidden
en de godsdienstles.
Nieuwenhuis vroeg de (inter
kerkelijke) gespreksgroep in
Wassenaar of het naar-de-
kerk-moeten in de gezinnen
wel bespreekbaar is. Dat is
lang niet overal het geval.
Over geheide gewoonten valt
niet te praten.
"Het probleem is niet zozeer dat
ze moeten maar dat ze niet
begrijpen waaróm het moet.
Ze worden niet gewaar waar
om dat voor hun ouders zo
belangrijk is. Of ze hebben
net gevoel dat ze met een
kluitje in het riet worden ge
stuurd óf ze maken voor zich
zelf uit dat pa en ma maar zo'n
beetje toneelspelen".
Waar komt die afkeer vandaan?
Uit de brieven heeft Jan
Nieuwenhuis kunnen aflei
den dat het vooral vast zit op
de kerk als een soort instituut
waar heel deskundig met God
wordt omgesprongen, terwijl
in hün beleving God juist zo
anders is. Ze missen ook het
gebrek aan gemeenschap.
Nergens ben je zo eenzaam als
in de kerk, was de ervaring
van een jongen. En een meisje
schreef in haar antwoord:
"Als ik er ben zien ze me niet.
Als ik er niet ben, dan r
ze me niet".
JAN NIEUWENHUIS
."Als moe bij de soep al niet meer weet of pa wel gebeden heeft, dan is dat wel een lachertje"
Nieuwenhuis: "Dat is voor hen
een volstrekt onnatuurlijke
toestand. Een onalledaags en
onherkenbaar gebeuren".
Sommigen vinden de kerk ook
onecht. Mensen kunnen er
heel vroom doen, maar als het
voorbij is zijn ze weer heel
anders. "Als er dan geen ster
ke drang is om toch te blijven
meedoen, kunnen er", vreest
Nieuwenhuis, "grote
problemen ontstaan".
De pastor-auteur bond de ge
spreksdeelnemers op het hart
de vragen over het kerkbe
zoek en de tegenstand serieus
te nemen.
'Het niet-willen is lang niet al
tijd een kwestie van lekker in
je nest blijven en uitslapen.
Het kunnen ernstige aversies
zijn. Ouders moeten het de
moeite waard vinden daar
over te praten en tot een hou
ding te komen. De eerlijke er
kenning dat zij het er zelf ook
wel eens moeilijk mee heb
ben en dat kerkbezoek ook
het volgen van een gewoonte
is roept meer respect op dan
de dooddoener dat het toch zo
logisch en vanzelfsprekend'
'Jonge mensen bidden meer
dan wij denken. Vooral in
bed". Het blijkt dat velen het
tafelgebed ervaren als een
formaliteit. „Het kan ook een
aanfluiting worden, ais moe
bij de soep al niet meer weet
of pa wel heeft gebeden, is dat
wel een lachertje. En in het
kant-en-klaar-gebed in de
kerk kunnen ze niet kwiit wat
ze willen. Ze hebben behoef
te aan een soort dialoog. God'
zegt dan wel niets terug, maar
hij luistert dan toch maar".
Verhaal
En dan de godsdienstles. Jan
Nieuwenhuis verheelde niet
dat hij als schoolpastor daar
grote problemen mee heeft.
"Omdat het wezenlijk niet
kan. Ze beleven het als iets
dat volslagen buiten hun we
reld staat. Het is iets ver
plichts. Mist de communica
tie. Je moet natuurlijk wel het
nodige weten over religie,
christendom en bijbel, maar
dat is iets heel anders dan je
bezighouden met jouw en
mijn geloven. Je moet dat ge
scheiden houden. Niet het
wéten leidt tot geloven. Het
weten valt onder de noemer
godsdienstwetenschap - een
ongelovige kan nog wel een
fgoed theoloog zijn - of ge-
schiedenis, maar niet. onder
de enige norm waardoor op
voeding juist religieus wordt:
de relatie met mensen. Een
bijbelverhaal - ik ben er zeker
niet op tegen - is niet religieus
omdat het in de bijbel staat.
Dat wordt het pas vanuit die
persoonlijke relatie".
Voor Nieuwenhuis is de bijbel
één groot verhaal. "Het mooi
ste dat er is. Maar je moet er
zuinig mee omgaan. Je kan de
opstanding van Lazarus niet
vertellen aan een kind wiens
pappie zonet is gestorven. De
bijbel wordt vaak te gemak
kelijk, te automatisch ge
bruikt. Daardoor eten veel
kinderen hem tegen".
Gelovige opvoeding vindt hij
welbeschouwd "vreselijk
eenvoudig". "Als je maar om
gaat met elkaar zoals je bent.
Met alle vragen en twijfels die
je kent. Echte volwassenheid
laat blijken met wat voor
verwarrende gevoelens je zelf
kunt rondlopen. Niet almaar
over God praten. Gewoon
maar geloven dat hij aan de
bodem van iedere relatie
ligt".
Verliefd
Deze kinderen mogen dan hun
God een tijdlang buiten de
kerk zoeken, Nieuwenhuis
acht een latere persoonlijke
betrokkenheid toch niet on
mogelijk. "Als er in die kerk
dan maar authentieke dingen
gebeuren. Echt en geloof
waardig".
Zo zou hij willen dat er zeker
één keer per jaar over ver
liefdheid wordt gepreekt.
"Geweldig belangrijk op deze
leeftijden. En waarom zouden
we daar niét over preken?
Liefde is nog wel de grootste
manifestatie van God".
Zelf kan Jan Nieuwenhuis niet
zonder de kerk.
"Ik vind het altijd weer een ge
nade, in die ruimte net zulke
gekke mensen te ontmoeten.
Ze helpen, bemoedigen en
versterken elkaar. Houden
het perspectief open".
"Geloven begint via een relatie
met mensen".
"Je houdt het er ook bij vol".
S. J. DE GROOT
LEIDEN-Herv. Gem.: HoogLkerk lOds lat" zat' 1' zonó,L'9'30 ,en>H: Lammen- ~mr y 1 V -g~7pv Tl11tTnmT11\T OUDE EN NIEUWE WETERING - nische zangdienst. Geref. Kerk Vnjg.: 10
Hemmes, 11.45 oecumenische dienst; sehansweg zat. 7, zond. 9, 10.30 en 12; I m/ j 9 WS I B I I j I B J j I Herv. Gem.: 9.30 ds Lalleman, 5 in geref. en 5 ds Koolstra, Veenendaal. R.K. ker-
Marekerk 10 ds De Jong, 5 ds Van der «aarl.straat zat. 7, zond. 9.30 10.45 en I I B Bm. B R I B~^ bI I I i I bI I kerk hr Taal Wassenaar, jeugddienst, ken: Laur.kerk zat. 7, zond. 10 en 11.30;
Velden Doorn; Maranathakerk L. B m IJl 1_ I m 1^1 I J I B L J B A I I mmv Petrakoor, Leiden. Geref. Kerk: aula NH 11; M. Godskerk zat. 7, zond.
Morsweg 10 ds v. Achterberg, 5 jeugd- ABBENES - Herv. Gem.: 9.30 en 7 ds 9.30 ds Vree, 5 zie herv. gem. R.K. kerk: 8-30 en 10.30.
dienst: Regenboog (Merenwijk) 9.30 ds Den Harder. zat. 7, zond. 9.30 en 11.30. WADDINXVEEN - Herv. Gem.: Dorps-
v. Leeuwen, 11.15 dsv. Leeuwen en pas- AARLANDERVEEN - Herv. Gem.: 10 rem^De" Haag; Bethl kerk 10 ds Ver- ging van ds A C. Kersten, 5 ds Kersten, NIEUWVEEN - Herv. Gem.: 9.30 ds ROELOFARENDSVEEN - R.K. Ker- kerk 10 ds v. Zanten, 4.30 ds Ouwendijk
tor v. Well; Bethlehemkerk Driftstr. 10 mevr ds Westra, 7 hr. Stam. Geref. Kerk: Kio"26 30 d H rt GV Kk intrede Geref. Kerk Vrijgemaakt 10.15 Molenaar, 6.30 ds Molenaar, Schevenin- ken: M. Pres. zat. 7. zond. 8,9.30 en 11; P. Oudshoorn (Alphen), 7 ds Steenstra;