Ex-ondernemer pleit voor olieboycot
„Samenleving
zit gek
in elkaar..."
mrmmw
F NV-voorzitter Wim Kok:
ZATERDAG 10 NOVEMBER 1979
UTRECHT - „De weg die mi
nister Van der «Klaauw (bui
tenlandse zaken) bewandelt,
loopt dood. Als het aan hem
ligt, gebeurt er nooit iets. Zijn
politieke opstelling is bijzon
der huichelachtig. Aan de ene
kant bepleit hij in de Ver
enigde Naties een olieboycot
van Zuid-Afrika, maar aan de
andere kant wijst hij in eigen
land ieder initiatief in die
richting van de hand. Het is
juist wél belangrijk dat Ne
derland zich uitspreekt voor
een olie-embargo. Ook om te
voorkomen, dat wij in de toe
komst olie uit de Noordzee
aan Zuid-Afrika gaan leve-
Wout Nijland praat gehaast.
Dicteersnelheid is er bij hem
niet bij. Hij kent zijn verhaal,
weet het aan de man te bren
gen. Resoluut haalt hij uit
naar minister Van der
Klaauw, die hij een opportu
nistisch beleid verwijt. Nij
land is volkomen duidelijk
„De manier, waarop de Ne
derlandse regering de kwes
tie van het Zuidafrikaanse
olie-embargo probeert te
kleineren, heeft niets met
realiteitszin te maken."
;,Van der Klaauws argumenten,
dat een embargo juridisch en
economisch niet haalbaar is,
slaan nergens op. Dat Neder
land nooit een effectief uit
voerverbod kan uitvaardigen,
omdat het verplichtingen
heeft ten opzichte van de Be
nelux en de EG, is nonsens.
Olie is een strategisch goed.
En voor de uitvoer van derge
lijke goederen is geen toe
stemming nodig van bijvoor
beeld België of Luxemburg".
En: „Dat een boycot weinig uit
haalt, is evenmin waar. Niet
dat het voor Zuid-Afrika een
onoverkomenlijke ramp is als
het geen olie meer krijgt.
Maar het kan een aanzet zijn
tot werkelijke veranderingen
als Nederland zegt: we leve
ren geen olieprodukten meer.
Dat is een politiek gebaar. Het
betekent, dat je Pretoria de
duimschroeven aandraait.
Daarnaast is het een eerste
stap in de richting van een in
ternationale boycot, waartoe
de Veiligheidsraad van de
Verenigde Naties kan oproe
pen; net als enkele jaren gele
den is gebeurd met het wa
penembargo. Toen liep Ne
derland wel voorop".
Bloedkoffie
Drie jaar geleden keerde de nu
29-jarige Nijland het be
drijfsleven definitief de rug
toe. Zonder wrok, stelt hij na
drukkelijk. Vanaf zijn 18e was
hij mede-firmant van een fa
miliebedrijf in Enschede, dat
zich heeft toegelegd op de
produktie van werkkleding.
Nu is hij bezoldigd actievoer
der van het Komitee Zuide
lijk Afrika. Na het succes van
de boycotactie van Angola-
koffie, die Nederlandse on
dernemingen als Albert Heijn
en Douwe Egberts op de
knieën bracht om geen
„bloedkoffie" meer te kopen,
neemt het Komitee nu op^
nieuw het bedrijfsleven on
der vuur. Dit keer is het de
veel omvangrijker olie-indus
trie, die in Nederland vooral
wordt gesymboliseerd door
de multinational Shell.
Nijland: „Wij zijn niet tegen het
bedrijfsleven als zodanig.^Wel
verzetten wij ons tegen" het
mechanisme waardoor de één
uitsluitend in zijn eigen voor
deel kan beslissen over de
ander. Deze vorm van
machtsverdeling, van onder
drukking, vind je op een an
dere manier ook in Zuid-
Afrika. Daar worden per dag
alleen al acht zwarte werk
nemers het slachtoffer van
het blanke produktie-appa-
raat, worden gezinnen
moedwillig uiteen gerukt en
is de zwarte een derderangs
burger"
„Wij richten ons op Shell, om
dat het het apartheidssys
teem in Zuid-Afrika in stand
houdt. Shell is de grootste
Nederlandse investeerder in
dat land; haar belangen over
treffen die van alle Neder
landse investeerders bij el
kaar. Het heeft bovendien een
psychologische betekenis.
Shell is immers het enige
olieverwerkende bedrijf, dat
onverbloemd achter Zuid-
Afrika is blijven staan", zegt
hij.
Rhodesië
En: „Daarnaast is Shell direct
verantwoodelijk voor de
oorlog in Zimbabwe-Rhode-
sië. Shell levert nog steeds
klandestien via Zuid-Afrika
de smeerolie, die nodig is om
de Rhodesische vliegtuigen
te laten opstijgen, waarmee
de vluchtelingenkampen in
Zambia en Mozambique
worden gebombar
deerd".
Een boycotactie tegen een gi
gantisch bedrijf als Shell is
volgens Nijland niet zinloos.
Multinatonale ondernemin
gen hebben geen baat bij ne
gatieve publiciteit „Dit soort
acties zit hen ontzettend
dwars. Het is zelfs zo, dat de
Nederlandse olie-export ten
gevolge van deze actie in kor
te tijd al van enkele tientallen
miljoenen guldens is terug
gelopen tot anderhalf a twee
miljoen. Cijfers, die ook Van
der Klaauw heeft ge
bruikt".
Wat de kamerdebatten over de
olieboycot van Zuid-Afrika
betreft, merkte Nijland op dat
het welslagen van een embar
go vooral afhankelijk is van
de houding van het CDA, die
als regeringspartij mede ver
antwoordelijk is voor het ge
voerde beleid. Hij wijst in dit
verband op de ontwikkelin
gen binnen de partijbesturen
van de ARP en de KVP, die
zich beide achter de boy
cotactie hebben ge
schaard.
Ook de oproep van een 500-tal
predikanten en een aantal
vooraanstaande Nederlandse
theologen voor een olieboy
cot stemmen hem optimis
tisch over de afloop van de
discussies in het parlement
„Hoe groter de kamermeer
derheid, hoe groter de druk
op de regering om snel de al
enkele jaren geleden ontwor
pen sanctiewet in te voeren,
waardoor een boycot efficiënt
uitgevoerd kan wórden".
Ten slotte beklemtoont hij het
belang van het komende
overleg van FN V-kamerleden
uit de olie-industrie, die
maandag voor het eerst zullen
praten over de manier waarop
aan de leden in hun sector
duidelijk kan worden ge
maakt, wat het belang is van
een daadwerkelijke olieboy
cot van Zuid-Afrika.
WIM WANSINK
AMSTERDAM - „We zijn beland in een tijdperk dat geheel
anders is dan de jaren zestig en zeventig. Let wel: we zijn
nog maar slechts enkele weken van de jaren tachtig af. Ik
heb de indruk, dat we onvoldoende scherp in de gaten
hebben, wat er economisch aan de hand is. We beleven
God zij dank beslist niet de jaren dertig opnieuw. Als ik
die tijd vergelijk met nu, dan is bijvoorbeeld een terugval
in inkomen voor een werkloze maar een schijntje. Kijk
maar om je heen: de welvaart straalt de etalages uit en je
ziet het op straat. De mensen gaan goed gekleed, hebben
te eten. De particuliere bestedingen stijgen nog steeds en
worden op alle mogelijke manieren aangepraat. Ja, de
samenleving zit gek in elkaar".
Aan het woord is FNV-voorzitter
Wim Kok. Hij vond het een goed
idee om eens te filosoferen over
de plaats van de vakbeweging in
een neergaande economie. „Dat
dwingt mij om voor mijzelf ook
de zaken weer eens op een rijtje te
zetten". De dagen voordat de af
spraak werd nagekomen, heeft
hij dat gedaan. „De grenzen zijn,
zo al niet bereikt, heel scherp in
het zicht gekomen", is zijn
conclusie. Meteen laat hij erop
volgen: „Maar dat houdt niet in,
dat je de mensen pessimisme
moet aanpraten. Je moet realist
zijn. We zitten niet alléén met de
problemen. Heel West-Europa
heeft nu een andere positie dan in
de jaren zestig", zegt Kok.
„We ondervinden in Europa een
scherpe concurrentie vanuit de
Derde-Wereldlanden. Dat heb
ben die landen van harte ver
diend. Daarbij hebben we te ma
ken met de olieleverende landen,
die de trucs van ons hebben afge
keken. Daarbij komt dan ook nog
de verscherpte concurrentie tus
sen de verschillende wereld-
blokken. Ik zie dan ook nog geen
aanwijzingen hoe in de komende
jaren op wereldschaal een forse
economische groei tot stand kan
komen. Daarom moeten we ook
als vakbeweging rekening hou
den met deze onderliggende fac
toren, die van betekenis zijn voor
de positie van ons land, een land
met open grenzen", aldus
Kok.
Verwarring
Wat hem duidelijk kwaad maakt, is
dat onze maatschappij, onze sa
menleving nog duidelijk gericht
is op een periode van economi
sche groei. „Je kunt geld lenen bij
de banken, je kunt kopen op af
betaling. Kijk, kunstmatig wor
den er steeds weer opnieuw be
hoeften gekweekt. Dit past niet
meer in de economische realiteit
van deze tijd. De mensen worden
erdoor in verwarring gebracht",
aldus Wim Kok, die meent dat het
in ons land op dit gebied ont
breekt aan een duidelijk be
leid.
Kok stelt dat de overheid moet zeg
gen: de ondernemers doen goed
werk, maar we vertrouwen ze niet
helemaal. „Als het fout gaat,
krijgt de gemeenschap het op het
bord. Maar ook de overheid zal de
gevolgen van alles veel meer dui
delijk moeten maken", zo meent
hij. En verder: „De economie is
een wissel gepasseerd. Of we het
nu leuk vinden of nietr^r is een
eind gekomen aan de snelle groei
van de welvaart, die we in de af
gelopen jaren hebben meege
maakt".
Tragiek
Kok vindt het misschien wel de
tragiek van dit moment, dat er
nog zo weinig besef is hoe groot
het werkloosheidsvraagstuk wel
is, dat in de jaren '80 op ons af
stormt. „Misschien wordt het
zicht belemmerd, omdat in de
kringen waar men met zijn ge
drag blijk zou moeten geven de
ernst van de situatie in te zien en
tot ingrijpende maatregelen be
reid te zijn, de ondernemers, de
dure jongens, die steeds maar
opjagen tot meer consumptie,
doorgegaan wordt alsof er niets
aan de hand is".
De FNV-voorzitter meent dat de
vakbeweging zich hierom druk
moet maken in de komende
moeilijke jaren. „Juist wij moe
ten met alle middelen die wij
hebben, vechten tegen een drei
gende massawerkloosheid. Want
als wij niets doen, loopt de huidi
ge werkloosheid de komende ja
ren scherp op". Vast staat dat er
de komende jaren een forse toe
neming zal zijn van het aantal
schoolverlaters. „Voor enkele
honderdduizenden jongeren zal
werk gevonden moeten worden.
Het gaat om onze kinderen en
kleinkinderen".
Ook steeds meer vrouwen willen
buiten de deur gaan werken.
„Meer mannen zullen arbeids
tijdverkorting moeten accepte
ren om vrouwen een grotere kans
te geven op een betaalde baan en
dus een stukje zelfstandigheid,
maar het biedt aan mannen de
plezierige mogelijkheid van kor
ter werken en dus meer contact
met het gezin", zo meent hij.
„Chips"
Waar de vakbeweging en uiteraard
ook Wim Kok bang voor is, is de
opkomst van de „chip" in de we
reld van de elektronica.
Kok meent dat de vakbewegings
mensen niet bij voorbaat in een
krampachtige afweerhouding te
genover de chip moeten gaan
staan. „Daarmee stop je de tech
nologische revolutie niet, en de
zo noodzakelijke sociale begelei
ding en correctie eist geen op
stelling van: ogen dicht, maar
juist van erbij zijn".
De chip kan volgens Wim Kok ook
positieve gevolgen met zich
meebrengen. „Het is maar hoe de
Door
Cees Keizer
mogelijkheden worden gebruikt.
Bij een verstandige toepassing
kan ook een heleboel zwaar, on
aangenaam en monotoon werk
worden verlicht of zelfs overbo
dig worden gemaakt. Gezien
vanuit de vakbeweging, zou een
dergelijke toepassing zonder
meer een winstpunt zijn. In ieder
geval moet worden voorkomen,
dat door de invoering van de chip
de werknemers hun creativiteit
kwijt raken in hun werk"
Werk, geen geld
„Er is een nieuwe werkgelegen-
heidsstrategie nodig, en de werk
gevers kunnen het - zeker in de
veel moeilijkeren zo andere jaren
tachtig - allang niet meer alleen
aan. De opdracht die we als vak
beweging hebben, wordt steeds
duidelijker: alle mensen die wil
len en kunnen werken, moeten
een baan hebben. Dat betekent
de noodzaak tot behoud en crea
tie van werk, maai* ook tot een
eerlijker verdeling van werk. Van
groei alleen kan het echt niet
meer komen", aldus Wim
Kok.
„Als je een schaarste hebt aan kwa
liteit onder werknemers, dan
zeggen de sterksten onder hen al
gauw: laat de werklozen maar
barsten. Zoiets vind je alleen on
der wilde lieden. Aan hen wordt
dan door de werkgevers een be
hoorlijke prijs voor hun arbeid
betaald. De mensen zien dat en
vragen zich af: waarom pikken
wij dat ook niet. Maar hiermee
wordt wel de sociale zekerheid
beperkt. De werkgevers begrij
pen dat niet. Die willen liever het
gat tussen lonen en sociale uitke
ringen steeds groter laten wor
den", zegt Wim Kok.
Kok noemt het ronduit kwaadaar
digheid, als de ondernemers sug
gereren dat de werkloosheid ei
genlijk niet bestaat; dat het in
hoofdzaak een kwestie is van
knelpunten op de arbeidsmarkt:
er is werk genoeg, maar het
werkvolk blijft weg. „Dat is toch
wel de omgekeerde wereld"
meent Kok.
Volgens hem zal de aanpak van de
werkgevers er alleen maar toe
leiden dat een steeds kleiner aan
tal werknemers relatief goed be
taalde banen kan houden, er
steeds grotere groepen mensen
zullen niet meer aan werken toe
komen. „Dezelfde groepen die
ook nu worden weggekeken als
ze naar een openstaande vacature
komen informeren".
Misleiden
Kok beschuldigt de werkgevers er
van de publieke opinie te mislei
den. „We zullen die ondernemers
tot de orde moeten roepen, als het
moet met harde hand", zo is zijn
mening. „We moeten ons in dc
komende tijd vooral niet van dc
wijs laten brengen en geen beleid
gaan voeren dat precies in het
straatje van de werkgevers past.
We moeten ons er zeker niet toe
laten verleiden, onze werkgele-
genheidsdoelstellingen voorlo
pig maar te vergeten. Ook niet
door de cao-onderhandelingen
toe te spitsen op lonen en andere
arbeidsvoorwaarden alleen",
meent hij.
Volgens Kok is dat precies waar de
werkgevers op vlassen: „Ze wil
len immers dat de vakbeweging
haar bemoeizucht met het eerlijk
delen van de werkgelegenheid
staakt". Daarom moet volgens
Kok de vakbeweging doorgaan
met het afsluiten van arbeids-
plaatsenovercenkomsten en de
herverdeling van arbeid via ar-
beidstijdverkortende maatrege
len.
Wim Kok is huiverig voor het stel
len van looneisen, maar hij wil
zonder meer voor 1980 en ko
mendejaren eisen stellen die bij
dragen tot meer werkgelegen
heid. Voor extra looneisen ko
men volgens hem vooral bedrij
ven en bedrijfstakken in aan
merking waar het werk nog altijd
wordt ondergewaardeerd.
„Zwaar, vies en onaantrekkelijk
werk moet zoveel mogelijk wor
den uitgebannen, maar zo lang
het er is, mag en moet het beter
woden betaald in verhouding tot
prettiger werk. Looneisen die
daarop zijn gericht, passen in on
ze opvattingen dat er een redelij
ke verhouding moet zijn tussen
inkomens en geleverde presta
ties. In diezelfde opvatting past
ook een inkomensbeleid dat een
eind maakt aan de systematische
overwaardering van een heleboel
hoger betaald, vaak ook relatief
aantrekkelijk werk".
Nieuwe kansen
Kok vindt dat de jaren '80 zeer be
perkte economische mogelijk
heden bieden, maar zeker voor de
vakbeweging zijn het ook jaren
met nieuwe kansen en nieuwe
uitdagingen. „Het is onze op
dracht, de nieuwe mogelijkheden
van wetenschap en techniek om
te zetten in sociale winst voor de
werknemers. Wat wij moeten na
streven, is korter werken als de
techniek die kans biedt, beter
werk en betere werkomstandig
heden, betere kansen voor een
werkelijke sociale emancipatie
Een beeld van steeds meer en
steeds groter is niet het wereld
beeld van Wim Kok en van de
FNV, zegt hij. Het is met de mate
riele welvaart voor de werkne
mers niet af. „Er is ook zoiets als
immateriële welvaart, en dat is
voor leven en welzijn van de
werknemers van even groot be
lang als de materiele welvaart.
Een hoog loon is prachtig, maar
het is niet af zonder sociale ze
kerheid. Als je van de ene dag op
de andere tot werkloosheid
wordt veroordeeld, zonder ook
nog een behoorlijke bron van in
komen, dan is dat sociaal onver
draagzaam", zegt hij. Zonder die
immateriële welvaart zou onze
samenleving onleefbaar zijn, hoe
hoog de lonen dan misschien ook
zouden zijn.
Volgens Kok is het voor de vakbe
weging ook moeilijk, eraan te
wennen jaren tegemoet te gaan
zonder materiele groei. „Maar we
zijn niet verslaafd aan groei. De
vakbeweging moet zich heel
goed een samenleving kunnen
voorstellen waarin je jacht op het
meer en groter een minder voor-,
name plaats inneemt. We kun
nen, als we het goed doen, ook in
de jaren tachtig aanzienlijke so
ciale verbeteringen voor de
werknemers realiseren".
Voorwaarde daartoe is volgens
Kok, dat de vakbeweging de
doelstellingen goed in de gaien
blijft houden, en dat de vakbe
weging zich geen machteloos
heid moet laten aanpraten door
wie dan ook. „Tegenstanders van
de vakbeweging zouden niets
liever zien dan dat de FNV in de
fuik zou lopen van de beperkte
belangenbehartiging, met alle
nadruk op de lonen, en daarmee
verraad aan de doelstellingen van
zekerheid en solidariteit zou ple
gen".
„Wij moeten er ons van bewustzijn,
dat de beslissingen die de ko
mende jaren over de koers van de
economie en de ihrichting van de
samenleving moeten worden ge
nomen, veel te belangrijk zijn om
ze aan de werkgevers over te la
ten, of nog een bord linzen te ver
kwanselen", zegt Wim Kok.