Natuurwandeling door
de Leidse binnenstad
Leven
tussen
stenen
LEIDEN - De afdeling Leiden
van het Instituut voor Na
tuurbeschermingseducatie
heeft een herfst-winterwan-
deling uitgestippeld door de
binnenstad van Leiden. On
der de titel: "Leven tussen de
stenen" wordt de wandelaar
attent gemaakt op de aanwe
zige flora in het centrum van
de stad.
Van de route die u op deze pa
gina aantreft wordt door het
IVN ook een boekje uitgege
ven dat in de loop van de
maand november verkrijg
baar zal zijn bij het WV-
kantoor en de balie van het
stadhuis. Prijs f 0,25. Voor
nadere inlichtingen: tele
foon 01751-17276.
De wandeling begint bij het Leidse stadhuis. Hier in
het stadscentrum zien we weinig natuur. Een enkel
grassprietje of mosje tussen de stenen, dat is onge
veer alles wat er te vinden is. We lopen de PIE-
TERSKERKCHOORSTEEG door die naar de Pie
terskerk voert. Een smalle steeg zonder enige ruim
te voor groen.
We zien links en rechts op het plein enkele bomen die een soort
„Harnas" dragen. Dat zijn lei-linden. Door het snoeien en leiden
van de takken ontstaan op den duur vanzelf platte kruinen die het
voordeel hebben dat ze weinig ruimte innemen en toch wind en
licht temperen. Vroeger werd deze bewerkelijke methode veel
toegepast en dan vooral bij linden, omdat die er goed tegen kun-
We gaan niet naar de grote kastanje rechts, maar naar links. Voor
huis nr. 38 is er een boompje, dat door een smalle kier tussen de
stenen omhoog gekomen is. Het is een jonge esdoorn die dit
knappe staaltje heeft verricht. Aan de ringvormige littekentjes op
de onderste zijtakken is te zien dat deze takken een drietal jaren
oud zijn. Het boompje als geheel zal vijf a zes jaar oud zijn.
De littekentjes worden namelijk elk jaar op de takken achtergela
ten door de eindknoppen. De afstanden ertussen zijn groot. De
boom groeit snel en heeft het kennelijk naar zijn zin.
Op de hoek van de Pieterskerk-
choorsteeg en Pieterskerkstraat de
ze lei-linden met hun typische platte
kruinen. <foto links). De Herensteeg
wordt opgesierd met een aantal ge
veltuintjes waarin meestal wel wat
klimplanten te vinden zijn (J'oto
midden). En ten slotte een beeld van
het Van der Werfpark waar diverse
exotische boomsoorten te vinden
zijn. Op de voorgrond de moerascy-
pressen rechts op de achtergrond
een reusachtige treurwilg.
Tegenover de boekhandel
Templum Salemonis treffen
we een wilde of paardekas-
tanje aan die groeiruimte
heeft en zelfs een stukje
grond rond de voet heeft, dat
niet werd bestraat, zodat de
wortels gemakkelijker aan
lucht en water kunnen ko
men. Wel is er in de loop der
jaren nogal met messen in de
stam gekerfd - een lot dat vele
stadsbomen treft.
De stam herstelt zich slechts
moeizaam van dergelijke
snijwonden, vooral een kas
tanje heeft er moeite mee.
Lange tijd wordt de sap
stroom die van de wortels af
komt en vlak achter de bast
omhoog gaat door die snij
wonden geblokkeerd.
Zo'n apart staande boom als de
ze kastanje kan in een stads
beeld een belangrijk accent
vormen. Van oudsher heeft er
op deze plaats al een kastanje
gestaan. Een aardgaslekkage
maakte jaren geleden een
einde aan deze oude kastanje.
Nu staat er weer een kastanje en
geen piepjong exemplaar; de
aangeplante boom was zeker
al 25 jaar oud.
TegeltuinJ-je
We lopen verder rond de Pie
terskerk, passeren links een
steeg waar vele tegeltuintjes
voor de ramen zijn aangelegd
en komen bij het pleintje
waar nog meer kastanjes
staan met gezellige brede
kruinen. Ook hier hebben er
enkele schade opgelopen,
voornamelijk bij de voet. De
stoothekken eromheen Zijn
danook allerminst overbodig.
De wonden zijn door mensen
van de plantsoenendienst
netjes aangesmeerd met
wondbalsem om dicht
groeien te bevorderen en in
fecties en inrotting tegen te
gaan.
Behalve de vijf kastanjes staat
er ook nog een rijtje van vijf
linden op het plein, hier met
normaal uitgegroeide krui
nen. Als u even zoekt naar een
boom met lage takken is het
verschil tussen beide boom
soorten aan de knoppen goed
te zien: de kastanjetakken
hebben aan het einde een gro
te donkere knop die bij aan
raking kleverig aanvoelt; de
linden hebben kleinere
roodkleurige zij- en eind-
knoppen.
Als we verder wandelen door de
KLOKSTEEG zien we links
en rechts opnieuw mini-tuin
tjes voor de huizen. In meer
dere zijn klimplanten gezet,
zoals de kamperfoelie (o.a.
voor huis nr 14) met de be
kende matteklopperstelen,
en de bruidsluier (o.a. voor
huis nr. 1) die erin geslaagd is
van de grond naar de dakgoot
te klimmen en die nu doende
is via een touw de straat over
te steken.
Op het RAPENBRUG geko
men gaan we linksaf nadat we
even een kijkje op de Non-
nenbrug hebben genomen.
We hebben dan een mooit uit
zicht op het water en de bo
men erlangs. Die bomen zijn
allemaal linden. Vanwege
hun imposante uiterlijk op
hogere leeftijd wordt de linde
beschouwd als een boom met
een voornaam karakter, die
hier langs het water voor een
rij oude gevels goed past.
We keren terug op onze schre
den en wandelen verder over
het RAPENBURG en passe
ren links van ons de Universi
teitsbibliotheek, een van de
weinige gebouwen in het
stadscentrum met een voor
tuin. De tuin vraagt weinig
onderhoud want er staat al
leen een aantal zeer oude
groenblijvende naaldbomen.
Het zijn allen taxus-soorten, in
het Nederland venijnbomen
geheten vanwege de giftige
schors, naalden en vruchtpit-
ten. Als u geluk hebt zitten de
rode bessen er nog aan.
Wondbalsem
Ter hoogte van het midden van
dit gebouw staat langs de wa
terkant een boom met een
grote vertikale scheur in de
schors. De scheur is met
wondbalsem behandeld want
we zijn zuinig op onze stads
bomen. Toch heeft zich onder
de beschermende laag op ver
schillende plaatsen een pad
destoel weten te vestigen, die
dus zijn voedsel onttrekt aan
de nog levende boom. Zo'n
schimmel of paddestoel, die
leeft ten koste van zijn gast
heer, noemen we een parasiet.
Ook als de paddestoel er niet
meer zit zijn de schimmel
draden in het hout nog wel
aanwezig.
Verder lopend lang het water
zien we hier en daar mos
groeien in de metselgroeven
van de kademuur. Veel
kruidachtige planten zie je in
deze wintertijd niet. Hier en
daar rond de boomstammen
want onkruid zoals brandne
tels en kruiskruid. We kunnen
nu een flink stuk doorlopen.
We steken de brug over en ke
ren aan de overzijde terug
over het Rapenburg en wan
delen door tot aan het water
genaamd de VLIET.
het
Daar gaan i
bruggejte maar voor het wa
ter naar links. En wat zien we
daar langs het water? Op
nieuw een rij linden. De
boekdrukker op nummer 4
past mooi in dat rijtje wat zijn
naam is Van der Linden.
Voor de laatste huizen langs de
Vliet zijn weer enkele kleine
straattuintjes uitgespaard; in
een daarvan staat een fraai
berkje zich te spiegelen in het
water. Kijk eens of u de katjes
ziet hangen waaruit op een
zeker moment de zaden zul
len wegwaaien.
Stadswal
We klimmen aan het eind van
de Vliet tegen de brug op - of
beter tegen de restanten van
de oude stadswal. No§ bene
den passeren we vier zware
populieren, waarvan er één
een meterslange scheur in
zijn bast heeft. Dat soort
scheuren kunnen ontstaan
door blikseminslag, of door
vorst: als het zonnetje 's win
ters doorkomt en gaat schij
nen op zen bevroren stam kan
deze door de plotselinge uit
zetting opensplijten, dat heet
dan een vorstspleet.
We staan nu op de BOISOT-
KADE en gaan verder naar
links. Rechts van ons ligt de
stadssingel of vroegere stads
gracht. Langs het water is een
rij essen geplant.
Links achter een tuinmuurtje
met een hoge ligusterheg is de
machtige kruin te zien van
een beuk, direct herkenbaar
aan zijn gladde grijze schors,
die vooral in de winter als de
bladeren eraf zijn de boom
een naakte indruk doet ma
ken. We steken voorzichtig de
DOEZASTRAAT over en
wandelen verder over de JAN
VAN HOUTKADE. Meteen
m de ronde hoek aan het be
gin staan een paar hulstbomen
in de haag. Hulstbomen zijn
tweehuizig, dat wil zeggen
ofwel mannelijk of vrouwe
lijk. In het laatste geval kun je
de mooie ronde besjes ver
wachten. Hier zijn het man
nelijke exemplaren gezien de
onopvallende paarskleurige
knoppen; daaruit zullen vol
gend jaar de meeldraadbloe-
men komen.
Aan de waterkant wordt de Jan
van Houtkade omzoomd door
een rij paardekastanjes met
een enkele wilg ertussen. De
eerste kastanje in de rij ver
toont een soort draaiing in
zijn stam die je bij kastanjes
wel vaker aantreft.
Voor de huizen aan onze linker
hand zien we hier voor 't eerst
stadstuintjes. Ze liggen goed
op de zon en er komen vaak
aardige voorjaarsbloeiers in
op. De bewoner op nummer 9
is duidelijk een liefhebber
van vuurdoorns. Ze dragen
een grote vracht oranje-rode
bessen maar die zullen in de
loop van de winter wel in de
magen der merels verdwij-
Meidoorns
De kleine bomen waar we op
het trottoir onderdoorlopen
zijn meidoorns. De warrige
takjes in de kruin zijn voor
zien van korte doorns en dra
gen in deze periode diep-rode
bessen. Die bessen - of beter
steenvruchten - zijn bij de
vogels niet erg in trek, maar
dat wordt beter als er eenmaal
een nachtvorstje is overheen-
gegaan.
Verder lopend komen we op de
KOREVAERSTRAAT te
recht. Die zullen we zo straks
links ingaan. Als u de moeite
neemt eerst nog even over te
steken dan kunt u een blik
werpen op het water in de
singel, die hier een fraaie slin-
gervorm heeft. Met de reus
achtige bomen van hel plant
soen ernaast is dit wel een van
de mooiste plekjes van Lei
den. De drie oude bomen aan
het begin van dit plantsoen
zijn op afstand al te herken
nen als platanen door hun
schilferige schors met licht
gekleurde vlekken.
In üe Korevaerstraat komen we
niet veel tegen, alleen een
boompje op het linker trottoir
dat een familielid blijkt te zijn
van de meidoorn, die we net
tegenkwamen namelijk de
hanedoorn zo genoemd naar
de doornen die wal op de spo
ren van een haan lijken. Kijk
maar eens naar de lange
doorns die hier en daar op het
hout zitten, en in de stam op
de hoogte van de eerste ver
takking. De vruchten van de
boom lijken wel wat op oran
je-appeltjes.
Zwachtels
Inmiddels bereiken we een
parkeerterrein waarop sinds
kort een forse kastanje is ge
plant. Vandaar de zwachtels
om de stam: die moeten ver
hinderen dat de boom in de
moeilijke periode na de ver
plaatsing - als de wortels nog
moeten aangroeien - teveel
water verdampt via de stam.
Verder zien we twee rijen po
pulieren op het parkeerter
rein. Populieren zijn nogal
slap en het hout is niet veel
waard maar deze bomen pres
teren het wel om het kort bij
zee uit te houden in de straffe
zoute wind.
We volgen de weg naar links,
voor de Synagoge langs. Op
beide trottoirs staanTiier jon
ge iepen. Er zijn er hier wel
aangeplant want er zijn in
middels typen ontwikkeld
die tegen de beruchte ziekte
bestand zouden zijn. Kijk
eens naar de takken van deze
bomen. De zijtakjes staan in
een strak gelid op de takken,
zo ongeveer als de voetsteu
nen bij een klimpaal. Dat
komt omdat de knoppen in
twee rijen aan de tak groeien.
Je kunt het ook vergelijken
met een veer. vandaar dat
bomen met dit soort takken
wel veervormers worden ge
noemd.
telde linden. Ook de eerste
boom in het VAN DER
WERFPARK een kastanje.
heeft zo'n mooie zwachtel om.
Deze bescherming wordt
soms gegeven aan bomen, die
plotseling meer zon op hun
bast krijgen doordat buur-
bomen weggevallen zijn.
Met het betreden van het Van
der Werfpark zijn we aange
land op een zowel door histo
rie als door natuur boeiend
stukje Leidse grond, waar
enkele van de oudste en
meest imposante bomen van
heel Leiden te vinden zijn.
Het Van der Werfpark werd
1884 door de architect Copijn
aangelegd op een terrein dat
bekend stond als een grote
ruine en dat bij het leger in
gebruik was als excercitie-
veld. Copijn heeft bij de aan
leg nogal wat exotische
boomsoorten gebruikt, bo
men dus die niet inheems
zijn. Ze doen het hier niet
slecht, de meeste zijn inmid
dels bijna honderd jaar oud.
Ouderdom
Die ouderdom is de eerste reus,
een plataan met vele knoe
dels op de stam, ook wel
te zien. De leeftijd van
soort bomen wordt overige...
nogal eens overschat; waar
schijnlijk omdat ze vanaf een
zeker moment niet noe
menswaard meer veranderen.
Jé denkt dan al gauw dat zt
wel eeuwen oud zullen zijn.
dit
jinks van de plataan staat een
enorme vleugelnootboom met
lange bruine zaadtrossen tus
sen de takken. De ouderdom
heeft ook aan deze boom al
flink geknaagd; op meerdere
plaatsen kun je door de stam
heenkijken, die is kennelijk
hol is. Zo'n stam wordt daar
om wel schoorsteen ge
noemd.
\ls we het pad verder oplopen
zien we drie bomen dicht op-
door ruimtegebrek voorna
melijk naar buiten toe hebben
moeten ontwikkelen. Daar
mee vormen deze haag be u-
Let ook eons op het typerende
uiterlijk van deze kruinen
rechte dunne takken die alk-
uit hetzelfde centrum lijken
te komen.
Daarna volgt weer een plataan
met enkele lage afstaande
takken. In de kruin hangt
misschien nog een aantal
vruchten, dat wel wat weg
heeft van kastanjebolsters;
pas na de nachtvorst vallen ze
af en pas dan zijn de zaden
erin rijp en kiemkrachtig.
Voorbij de plataan gaan we
langs het standbeeld naar
rechts. Aan de waterkant zien
we drie zuilvormige naald
bomen afkomstig uit warmer
streken. Het zijn moerascy-
pressen die in het najaar een
krachtige rode gloed kunnen
krijgen door de verkleuring
der naalden. In tegenstelling
tot de bij naald bomen ge
bruikelijke gang van zaken
vallen de naalden bij deze
soort wél af, en nog wel met
takje en al.
Verder naar links langs het wa
ter staat een reusachtige
treurwilg. Dat de takken
neerbuigen is geen kwestie
van doorzakken onder een
groot gewicht (zoals bij de
kastanje) want ook jonge tak
ken laag aan de stam groeien
al duidelijk schuin omlaag.
Staaldraad
Terwijl we hier naar kijken zal
het ons gemakkelijk opvallen
dat de twee hoofdarmen van
de wilg voor de stevigheid
met elkaar verbonden zijn
door een staaldraad Oude
bomen hebben duidelijk
i nodig om nog ouder te
orde
Als
is heeft hij een goede
r die is beperkt Dan
Dorbü; hij groeit nog
Ve wandelen weer verder over
het pad tot bij de vier hoge
ranke bomen die daar dicht
hebben, namelijk een ring
vormig litteken rondom de
stam. Deze littekens zijn het
gevolg van het enten van deze
bomen op de onderstammn
van andere bomen. Er moet
dan wel een goed evenwicht
zijn in groeisnelheid tussen
onder- en bovenstam, het
geen hier niet geheel geslaagd
is gezien de dikkere boven-
stammen.
Dit enten of inplanten vindt
vooral plaats bij exotische
boomsoorten die in ons land
niet genoeg wortelen en ter
compensatie een wilde on
derstam krijgen van een soort
die hier wel goed wortelt Alle
vier bomen zijn al oud; van
hen gaat het de linde niet erg
voorspoedig gelet op het ijze
ren raamwerk dat door een
boomchirurg is aangebracht
om de stam te verstevigen.
We kunnen nu het pad geheel
aflopen naar de brug. Een blik
onderweg op de paardekas-
tanje rechts bij het water leert
ons dat deze net als de vleu-
gelnoot een schoorsteen heeft
gevormd. Dit verschijnsel
maakt ons duidelijk dat een
boom het kernhout niet nodig
heeft voor water - of voedsel-
transport - alleen de stevig
heid van de boom wordt er
groter door.
Over de brug gaan we rechtsat
voor het Kamerlingh Onnes-
gebouw langs.
Parkeermeters
De kaden bij de STEEN-
SCHUUR zijn tegenwoordi
geheel in beslag genomen
door parkeermeters en auto's.
Daartussen staan bomen. Wat
zijn het? Ja hoor, de ons nu zo
vertrouwde linden. Een ple
zierige eigenschap van linden
die hier niet onvermeld mag
blijven is dat haar bloesems
sterk geuren en een rijkdom
aan voedsel (nectar) voor bij
en en hommels bevatten.
Misschien hebben de linden
daarom wel een wit voetje ge
had bij de beplantsingsadvi-
seur in Leiden van eertijds -
een enthousiast bijenhouder.
Op de kademuren vlak voor de
BREESTRAAT groeit véél
onkruid tussen de stenen. Dit
zijn soorten die ook als ze niet
bloeien nog te herkennen
zijn, zoals paardebloemen,
kruiskruid, raket kamille,
ooievaarsbek, muurpeper,
herderstasje en natuurlijk
grassen. Kortom het assorti
ment dat als stratenkruid be-
Op de hoek van STEEN-
SCHUUR en BREESTRAAT
komen we bij een Chinees
restaurant, waar een groot
lielhebber van sanseveria's of
vrouwetongen woont. Dan
staan we op de Breestraat,
niet ver verwijderd van het
beginpunt van onze wande
ling.
L