De kletsmajoren van het CDA
„PvdA moet
mogelijkheden
gebruiken"
deTijd
HP
17
17
DONDERDAG 8 NOVEMBER 1979
In de Macro Economische Verken
ning van 1980 stond het zo maar
eventjes doodleuk: de jaarlijkse
economische groei wordt niet lan
ger geraamd op 3,5 procent, ook
niet op 3,0 procent, zelfs niet op 2,5
procent, maar op 2,0 procent.
Weinig commentatoren hebben zich tot nu
toe afgevraagd wat dit allemaal betekent.
Toch is juist deze mededeling de belang
rijkste van de hele papierwinkel die kabinet
en parlement de afgelopen weken over ons
hebben uitgestort. De mededeling houdt
namelijk niets minder in dan dat de hele
grondslag van het economisch beleid, zoals
dat in feite door alle politieke partijen wordt
gevoerd, is komen te vervallen.
Ik wil dit met een simpele rekensom uitleg
gen. In het politiek café in Amsterdam-
Oost, waar mijn rekensom vorige week het
geboortelicht aanschouwde, werd welis
waar direct vanuit de (café)zaal geroepen
dat hij op een rekentruc berustte, maar ik
ben daardoor nog niet uit het veld geslagen.
Van onze 2 procent reële jaarlijkse groei
gaat so-wie-so al de helft naar de collectie
ve sector. Onze collectieve lasten bedragen
immers al de helft of meer van het nationale
inkomen, zodat bij ongewijzigd beleid van
deze 2 procent economische groei al on
middellijk de helft d.w.z. 1 procent, wordt
opgesoupeerd om de collectieve sector rela
tief in stand te houden.
Voorts hebben wij elk jaar een incidentele
loonstijging, die bestaat uit rangtoeslagen
en functiewijzigingen. Niemand ook de
Door prof. dr.
Hans van den Doel1
PvdA niet, wil dit instituut opheffen. Maar
een jaarlijkse incidentele loonstijging van,
laten we bescheiden zeggen, 1 procent van
de loonsom legt ook beslag op de economi
sche ruimte. Het is gemakkelijk in te zien
dat daardoor ca. 0,4 tot 0,6 procent van het
nationale inkomen wordt opgesoupeerd.
Tenslotte vormen de lonen van het natio
nale inkomen een substantieel bestand
deel.
Goed, van de economische groei van 2 pro
cent zijn we nu al 1,5 procent kwijt aan
handhaving van de collectieve sector en het
incidentele loon. Maar de collectieve sector
wordt niet gehandhaafd, nee, hij breidt zich
uit.
Zelfs onder het rechtse kabinet-Van Agt
wordt een collectieve lastengroei bereikt
van 1 procent van het nationale inkomen.
Deze 1 procent stijging van de collectieve
lastendruk werd eens door PvdA-minister
Duisenberg uitdrukkelijk aanbevolen als
een..."linkse norm". Maar juist deze "linkse
norm" wordt onder Van Agt gerealiseerd.
Maar wat gerealiseerd wordt moet ook
worden betaald. Een uitbreiding van de
collectieve lasten met 1 procent van het na
tionale inkomen legt, simpel, een beslag op
het nationale inkomen van 1 procent.
Wat zien we nu: jaarlijks wordt al
1,5+0,5+1,0=2,5 procent van het nationale
inkomen méér uitgegeven aan 1. handha
ving van de collectieve sector; 2. incidenteel
loon; 3. uitbreiding van de collectieve sec
tor volgens het tempo Van Agt. Twee-
eneenhalf procent gaat daaraan op. En wat
groeiden we ook al weer jaarlijks: oh ja,
twee procent.
De lezer heeft het dus goed begrepen. Jaar
lijks geven we een half procent v
tionale inkomen meer uit dan we
duktieve prestaties, d.w.z. aan
sche groei, hebben bijverdiend.
Tot nu toe gingen we ervan uit dat de con
tractlonen op de nullijn zitten, maar dat is
een fictie. De contractlonen zitten op de
pluslijn. Wanneer de contractlonen reëel
met 1 procent per jaar groeien, wordt ook
het nationale tekort groter. Dit tekort be
droeg tot nu toe 0,5 procent van het natio
nale inkomen. Maar het stijgt dan tot 1,0
procent van het nationale inkomen, aange
nomen dat elk procent reële loonstijging
ongeveer een half procent van het nationale
inkomen opsoupeert.
De conclusie van dit verhaal is duidelijk: met
een groei van slechts twee procent van het
nationale inkomen is het niet mogelijk èn
de koopkracht te handhaven èn de collec
tieve lasten te laten groeien volgens het re
cept Duisenberg-Van Agt. Het nationale
"gat" wordt dan elk jaar 0,5 procent van het
nationale inkomen groter. En als we de
koopkracht niet stabiliseren, maar deze la
ten toenemen wordt het nationale "gat" elk
jaar een procent van het nationale inkomen
groter. Dat is de overlegeconomie ten voe
ten uit: de economie van de onbetaalde re
kening.
De eerstverantwoordleijke voor deze onbe
taalde rekening is het CDA. In de Vak
bondskrant van 18 oktober jl. doet het
voormalige CDA-kamerlid Steef Weijers
hierover een boekje open. In de Vakbonds
krant wil hij kennelijk graag een bruine arm
halen bij de werknemers.
Hij wil graag laten zien hoe progressief hij is.
En hoe doe je dat? Door te schimpen op de
VVD. So far, so good. Maar wat heeft Weij
ers over de VVD dan wel niet te zeggen? Hij
mag de VVD niet, want, zo roept hij sma
lend uit: "Die Korte met zijn rekenma
chientje".
Nu ken ik het WD-Kamerlid dr De Korte
niet, misschien is hij wel een rechtse oen.
maar ik vind het in elk geval bijzonder voor
hem pleiten dat hij blijkbaar met een re
kenmachientje in de Kamer rondloopt en
daarmee bij tijd en wijle zijn collega's lastig
valt.
Steef Weijers heeft duidelijk geen rekenma
chientje bij de hand. Vol trots roept hij uit
dat, dank zij zijn persoonlijke inbreng, het
CDA bij monde van Lubbers heeft geëist
dat de koopkracht gehandhaafd moet blij
ven. "Vermoedelijk zal dat betekenen", zo
licht hij toe, "datje de ombuigingsgetallen
van Bestek '81 niet haalt. Nou daar lig ik
niet van wakker".
Wat Weijers niet begrepen heeft is, dat de eis
tot handhaving van de koopkracht alleen
maar betekent dat er in de toekomst op de
collectieve lasten, en met name op de so
ciale uitkeringen, nog veel meer bezuinigd
zal moeten worden dan het kabinet-Van
Agt thans voorstelt. Want als de economi
sche groei maar 2 procent is, zal de onbe
taalde rekening van Steef Weijers toch eens
voldaan moeten worden.
Weijers wil niet regeren met de VVD, hij pre
fereert liever een kabinet van "verstandige
socialisten en verstandige christen-demo
craten". Gelukkig voor 's lands economie
zijn er ook nog onverstandige socialisten
die liever met een rekenmachientje rondlo
pen dan te willen bouwen op de kletsmajo
ren van het CDA.
Sociaal-economische problemen beheersen het denken en
- vaak zelfs - voelen van veel mensen. Het door sommigen
al onoplosbaar genoemde vraagstuk van de werkloosheid
staat daarbij terecht op de voorgrond. In wezen gaat het
om de heel erg moeilijke maar toch centrale vraag, hoe in
onze samenleving een nieuw soort economische ontwik
keling op gang kan worden gebracht, die niet alleen aan
iedereen maatschappelijk zinvol werk verschaft, maar
ook verder gekenmerkt is door evenwichtigheid.
Economen zowel als politici hou
den zich beroepshalve daarmee
bezig. In hun betrekkelijke des
kundigheid hebben zij gemeen,
de ingewikkelde problematiek
op een te algemeen niveau te be
naderen. Ze snijden mekaar de
oren af om uit te maken, of „meer
winst" ook echt tot „meer werk"
zal leiden. En terwijl die vraag
nog niet beantwoord is - en in
haar algemeenheid ook niet te
beantwoorden valt - zijn ze het er
al weer „fundamenteel" over on
eens, of alleen de „sociale uitke
ringen" of ook de „gewone lonen
en salarissen" zullen moeten
worden gematigd om een „her
stel van de winsten" mogelijk te
maken. Helpt winstvergroting of
-herstel niet of onvoldoende, dan
zal de overheid, zelf - en desnoods
alleen - „werk" moeten „schep
pen" en wel in de „kwartaire sec
tor". En daarover wordt dan weer
verschrikkelijk gekophakt, om
dat het „draagvlak" ervoor zou
ontbreken, zolang de winsten
niet hersteld zijn.
Alle kreten en krantekoppen van
de laatste jaren heb ik eens op een
rijtje gezet. Het blijft kringetjes
draaien, met als gevolg onder
meer, dat het gevoel van maat
schappelijke malaise en politieke
machteloosheid voortdurend
toeneemt. En die ontwikkeling,
in allerlei opzichten riskant, kan
niet worden doorbroken met een
voorbarige en inhoudsloze stoe
lendans op het Haagse Binnen-
hofje.
Smalle marges
Sociaal-democraten opereren - met
de woorden van Joop den Uyl- in
de „smalle marges" van een on
miskenbaar naar ontwrichting
tenderend economisch stelsel.
Dat gebeurt in de nogal optimis
tische en dan ook voortdurend
verschuivende verwachting, dat
zij - met voldoende parlementai
re invloed en via regeringsdeel
name - erin zullen slagen om dat
eigenlijk verfoeilijke systeem
wezenlijk te hervormen en men
selijker te maken.
De methodiek als zodanig aanvaard
ik volledig. Zij is erop gericht om
langs wegen van geleidelijkheid
en niet door revolutie tot ingrij
pende maatschappelijke veran
deringen in een goede richting te
komen. De betrekkelijke bruik
baarheid van zo'n politieke aan
pak is in het verleden ook bewe-
Door de jaren heen hebben sociaal
democratische politici daarbij
wel steeds het risico gelopen,
misbruikt te worden. Zij moch
ten de „vangnetten" helpen
spannen voor de sociale be
scherming van de slachtoffers
Door
A. J. Voortman,
Tweede-Kamerlid
voor de PvdA
van het kapitalisme (ontslagen
werknemers, gesaneerde mid
denstanders, afgevloeide boe
ren), maar kregen geen kans om
het economische stelsel als zoda
nig in de kern aan te tasten en te
veranderen.
Toen in het begin van de jaren ze
ventig de sociaal-democratische
PvdA een nieuw maatschappe
lijk en politiek elan gevonden
had, week zij in wezen niet af van
de zojuist geschetste aanpak. De
nieuwe - merendeels „nieuw-
linkse" - generatie van partijbe
stuurders en kamerleden was
zich echter wel duidelijker be
wust van het risico, als „een
schild voor rechts" te worden ge
bruikt.
Meningen op deze
pagina zijn voor
rekening van de
auteurs.
Analyses
Dire wegen
In hoofdzaak langs drie wegen
heeft de vernieuwde partij ge
probeerd, dat gevaar afdoende te
bezweren:
- nogal letterlijk door de eigen pro
gramma's scherper en radicaler
te formuleren;
- door bij onderhandelingen over
regeringsdeelname te streven
naar gedetailleerde programma
tische afspraken en een zo sterk
mogelijke, liefst overheersende
positie in het te vormen kabi
net;
- door medewerking aan op zichzelf
Arend Jan Voortman
weinig of niet socialistische
maatregelen afhankelijk te stel
len van gelijktijdige realisering
van „maatschappelijke hervor
mingen".
Dat geradicaliseerde programma is
natuurlijk best fraai, maar dreigt
binnen de partij zelf wel extra
frustraties op te roepen, als de
bijbehorende strategische aan
pak in de politieke praktijk niet
zo erg goed blijkt te werken. En
dat is intussen gebleken. De
„meerderheidsstrategie" werkte
weliswaar bij de totstandkoming
van het (eerste) kabinet-Den Uyl,
maar de eigensoortigheid van dit
kabinet betekende in werkelijk
heid toch geen echte garantie
voor een ingrijpend hervormen
de politiek. Al te weinig beleids-
en wetsvoorstellen bleken bij het
passeren van het kabinet met een
meerderheid van tien stemmen
tegen zes in socialistische, al
thans progressieve richting te
worden omgebogen. Zo simpel
als het gedacht was, werkte het
natuurlijk niet. Soms ontbrak
trouwens een progressieve
meerderheid.
De met veel tromgeroffel aange
kondigde hervormingsvoorstel
len werden net of erg laat en in
afgezwakte vorm gerealiseerd.
De „voorwaardenstrategie", het
derde wondermiddel tegen so
ciaal-democratisch afglijden,
ging daarmee eigenlijk ook in
rook op.
Dilemma
Als men nu, na een mislukte poging
tot voortgezette regeringsdeel
name en twee jaar constructieve
maar moeizame oppositie, in
kringen van de PvdA het niet
meer zo ziet zitten, dan heeft dat
stellig ook met het voorgaande te
maken. Het aloude sociaal-de
mocratische dilemma ligt nog
steeds op tafel: in welke mate
doen we afbreuk aan onze eigen,
verder reikende doelstellingen
van maatschappelijke en econo
mische hervorming door politie
ke verantwoordelijkheid, met
name regeringsverantwoorde
lijkheid te aanvaarden voor ont
wikkelingen en beleidsmaatre
gelen waarop we onvoldoende
greep kunnen krijgen?
Het lijkt mij duidelijk, dat de partij
als geheel - en niet uitsluitend de
fractie in de Tweede Kamer -
voor de opgave is geplaatst om in
de komende jaren een geheel an
dere strategie èn een meer fun
damentele inhoudelijk-politieke
aanpak te ontwikkelen. Achter
eenvolgens wil ik over beide in
het kort iets zeggen; op beide as
pecten hoop ik in aansluitende
artikelen terug te kunnen komen
voor enige nadere uitwer
king.
Inhoudelijk-politiek zou ik willen
aanknopen bij mijn schets in het
begin van dit artikel van de krin
getjes draaiende economen en
politici. Mij verontrust daarin
vooral, dat wij als sociaal-demo
craten er tot nu toe ook niet in
geslaagd zijn om de vicieuze cir-
kel(s) te doorbreken. Wij zijn nog
steeds gevangen in het discussie
schema dat ons door de politieke
overkant is opgedrongen. Opere
rend in de smalle marges van een
in veel opzichten destructief eco
nomisch stelsel, dreigen we in de
wetmatigheden daarvan te wor
den meegezogen.
Een grondig politiek-economische
analyse zal naar mijn stellige
overtuiging bouwstenen aandra
gen voor een geheel nieuwe aan
pak van de sociaal-economische
problematiek. Erg essentieel is
daarbij, dat we ons zelf een beetje
losmaken uit het (schematische)
denken in termen van „werkne
mers" en „werkgevers". We zul
len niet alleen - zoals zeker het
geval is - in de politieke praktijk,
maar ook in onze richtinggeven
de analyses en benaderingen het
bestaan van een volwaardige
„derde klasse" moeten erkennen:
kleine en middelgrote onderne
mers, die een geweldig (poten
tieel) werkgelegenheidsbelang
vertegenwoordigen, maar syste
matisch kapot gaan of niet aan
Bij onze analyses van die orde zul-»
len we ons niet langer moeten la
ten leiden door het globale „ma
cro-denken" van de overgrote
meerderheid van de „moderne"
economie. We zullen vooral oog
moeten krijgen voor die onmis
kenbaar aanwezige, maar door
alle politieke partijen systema
tisch verwaarloosde tweedeling
van onze economie. Tegenover
een klein aantal grote bedrijven
die hun eigen markten - mono
polistisch of oligopolistisch - be
heersen, doorgaans grote win
sten maken, voordelen van over
heidsbeleid in sterke mate naar
zich toe weten te trekken, „na
delen" (zoals fiscale lasten) ge
makkelijker kunnen ontduiken,
ontwijken of afwentelen en in
hoge mate verantwoordelijk zijn
voor inflatie en andere ontwrich
tende verschijnselen, staat een
groot aantal kleine en middelgro
te bedrijven die onder werkelijke
marktverhoudingen moeten
werken en bovendien nog dupe
zijn van de ontwrichting die de
grote bedrijven teweeg bren
gen.
Een nieuwe politieke strategie zal
betrekkelijk logisch voortvloeien
uit de zoëven kort aangeduide
politiek-economische analyse en
de concrete uitkomsten daarvan.
Op basis van zo'n soort analyse zal
de Partij van de Arbeid een mee
romvattend en realistischer so
ciaal-economisch programma
kunnen ontwikkelen, dat op bre
dere maatschappelijke onder
steuning dan de tot nu toe ge
bruikelijke (èn aanvaardbaar
geachte) mag rekenen.
Het is eigenlijk onbegrijpelijk, dat
sociaal-democraten die zo'n ge
voelige antenne hebben voor het
kwetsbare en uitgebuite, vanuit
de smalle marges van de econo
mie nooit tot de kern ervan zijn
doorgedrongen en in hun socia
listische oplossingen nog geen
wezenlijke plaats aan „onderne
mers" van het kwetsbare on uit
gebuite soort hebben weten aan
te wijzen. De bevangenheid door
gangbare, maar fundamenteel
ontoereikende economische be
naderingen moet sterk geweest
zijn; de ideologische blokkade
groot!
VRU NEDERLAND
Vrij Nederland opent met "De
stammenoorlog tussen de Ne
derlandse Volksunie (NVU) en
het Nationaal Jeugdfront (NJF)".
Het is een artikel van drie studen
ten die al lange tijd bezig zijn met
een onderzoek naar rechts-ex-
treme organisaties in ons land.
Een onwelriekende walm stijgt uit
het stuk op. De manier waarop de
heren elkaar aanpakken spreekt
boekdelen. Ultra-rechts zit be
paald niet op één stoel. "Iedereen
bewaakt angstvallig zijn eigen
winkeltje en gooit bij de anderen
de ruiten in".
"Het NJF vindt Unie-leider Glim
merveen te slap en heeft ernstige
bezwaren tegen de homosexuali-
teit van Unie-vice-voorzitter
Hagenbeek; Glimmerveen dreigt
met een kort geding als het NJF
zijn naam niet verandert"Direc
te aanleiding tot de scheuring is
volgens dit stuk de geplande
vlaggenparade t.g.v. het 1-jarig
bestaan van het NJF. Glimmer-
veen haat vlaggenparades en de
jeugdbeweging vindt ze juist
prachtig....
Max van Weezei bekijkt de komen
de concurrentieslag tussen Van
Agt, Andriessen, Lubbers, Goud
zwaard, Scholten, Kremers en De
Koning om het lijsttrekkerschap
van het CDA bij de volgende ver
kiezingen. Vlak zeker Van Agt
niet uit. "De fan-mail uit de pro
vincie stroomt nog altijd binnen.
En het blijft niet bij nonnen al
leen".
Jib'eb interviewt smulpaap-journa
list Hugh Jans. "Als ik alle rem
men loslaat, vreet ik me kapot.
Jezusmina, ik ben gek op vette
dingen. Vers wit brood met grote
schijven gekookt spek en peper
en zout. Zalig. Ik wil de hele dag
eten".
Tamar schrijft bijna een pagina
over de NOS-uitzending over
astrologie. Het kleurkatern gaat
over de Russische componist
Dimitri Sjostakovitsj, wiens op
zienbarende gedenkschriften
onlangs in Londen en New York
verschenen. Sjostakovitsj was
een hooggeëerde partijfunctio
naris, die o.a. vijf keer de Stalin-
prijs kreeg. Maar wat hij werke
lijk dacht van Stalin staat in zijn
naar het westen gesmokkelde
memoires. En dat was niet mis.
Op de omslag van De Tijd prijkt de
hoofddirectie van de Rabobank:
Lardinois, Bax en de wat ver van
het socialistische nest gedreven
oud-minister Duisenberg. De
laatste lacht nog een beetje, de
anderen niet, die tonen een mond
als een bereklem. De Tijd is niet
erg over de bank te spreken. "Ze
noemt zich coöperatief en zegt
haar agrarische afkomst in ere te
houden. Maar voor tal van leden
uit landbouw, veeteelt en tuin
bouw maakt ze deze pretenties
steeds minder waar".
Robert Long praat over zijn jeugd,
zijn homoseksualiteit en het ca
baret. "Ik wil niets doorbreken.
Ik ben een liedjesbakker, meer
niet". Een nogal gepeperd ge
sprek. "Als ik God zou zijn dan
zou ik zeggen: ik gooi nu even een
bliksempje op de hele rotzooi en
begin opnieuw"
De Tijd besteedt ook aandacht aan
een bijeenkomst in Leiden van
het Nederlands Artsen-Verbond
waarop de stelling werd behan
deld dat het na-abortus-syn
droom overeenkomst vertoont
met het concentratiekampsyn
droom. Een onjuiste koppeling,
zoals de ontwerper ervan, de arts
W. Kortmann, aan het begin van
de vergadering toegaf.
De Tijd vindt het na-abortus syn
droom een probleem van onbe
kende omvang. "De ideologie
verduistert het zicht. Artsen die
de abortus totaal afwijzen zien
het syndroom bijna overal. Voor
anderen die de abortus hebben
zalig verklaard, bestaat zo'n syn
droom niet. Of mag het niet be-
De Haagse Post wijdt een be
schouwing aan de malaise in het
cabaret. ("Alles is al gezegd"). Het
publiek blijft weg. Waar ligt dat
nou aan? Zoals gebruikelijk is de
vraag gemakkelijker gesteld dan
beantwoord. Jacques Kloters van
Don Quishocking zegt: "De ver
vlakking heeft toegeslagen.
Steeds minder mensen zijn be
reid in het openbaar na te den
ken". Een wel heel treurige reden
voert Gerard Cox aan: "Veel
journalisten schrijven de mensen
regelrecht de zaal uit". Wim lbo
maakt zich weinig zorgen: er is
een tijd van ups en van downs,
altijd al geweest.
De H P gaat de lange weg na die J an
Haasbroek aflegde om pro
gramma-directeurvan de VARa
te worden. Het duurde zeven
maanden en ten slotte brak hij
zijn tanden op Kloos. Het is een
stuk om gedeprimeerd van te
worden. En er is toch een tijd ge
weest dat de VARA best een aar
dige omroep was.
Verder in HP een uitvoerig portret
van Ted Kennedy en een reporta
ge uit Cambodja ("Het volk is
ziek, doodziek"). Ischa Meijers
weekboek is gewijd aan Wim
Klinkenberg die zojuist een zeer
kritisch boek over de handel en
wandel van prins Bernhard in
roulatie heeft gebracht.
MAGAZINE
Het omslagverhaal van' Elsevier
Magazine gaat over de files op on
ze wegen. Hebben we er mee le
ren leven? Volgens EM wel. Het
worden. Net zomin ais tegen een
regenbui ga je tegen de Lekbrug
bij Vianen schelden. Niet blij,
maar ook niet uitgesproken op
standig nemen we plaats in de rij.
Schapen voor de slachtbank"
Ook in EM veel ruimte voor Ted
Kennedy ("portret van een door
zetter") en voor de discussie over
de kernbewapening ("er liggen
60.000 atoomkoppen in het oos
ten"). Alice Oppenheim sprak
met een beetje onzekere staatsse
cretaris Veder-Smit van volksge
zondheid. "Ze vinden me te de
taillistisch. En dat is ook zo. Ik wil
graag alles tot in de puntjes in or
de hebben. Maar er is veel unfaire
kritiek".
Volgens EM is de kopieerlust' in
Nederland niet meer te stuiten.
Maar er zitten nogal wat haken en
ogen aan. "In Nederland worden
elk jaar zo'n 140 miljoen fotoko
pieën gemaakt van werk waar
over auteursrecht is verschul
digd". Maar ja, hoe in je dat? ("De
bedreigende kopieorlust").
Verder in EM: "Nieuwe kansen
voor bloedarme mavo", "Mode
en de werkende vrouw" en "Olie
nog duurder".
i
hervormd
nederland
In Hervormd Nederland neemt de
Groningse polemoloog drs. H. de
Lange de kwestie rond het Russi
sche kernwapen SS-20 op de kor
rel. ("Wie neemt wie bij de neus").
Hij verbaast zich over nogal wat
"Het is niet ondenkbaar dat het
Pentagon en de NAVO bewust ge
gevens achterhouden. Over nieu
we Russische wapens raakt na
verloop van enkele jaren erg veel
bekend. De SS-2o loopt al weer
enkele jaren mee. Waarom weten
we daarover niets of waarom
wordt ons de relevante informa
tie onthouden?"
En waarom bieden de VS. ons nu
twee types raketten aan?
Kees Waagmeester interviewde
landbouwspecialist A. J. Vport-
man van de PvdA, die zichzelf "a-
typisch" vindt.
"Het is een kwaal van de Haagse
politiek en ook van partijbestu
ren dat men in partijpolitieke
termen denkt. Het gaat meer om
maatschappelijke processen dan
om politieke processen. Ik geloof
niet dat politiek zo partijver-
nieuwend kan werken. Je brengt
hier wel machtsbalansen tot
stand maar die blokkeren ten
dele de oplossingen ook weer. Er
worden hier akkoorden gesloten
die ingaan tegen wat de meerder
heid van het Nederlandse volk
wil, maar die meerderheid heeft
aan wat ze wilde geen uitdruk
king kunnen geven tijdens de
verkiezingen
RUUD PAAUW.