De kletsmajoren van het CDA „PvdA moet mogelijkheden gebruiken" deTijd HP 17 17 DONDERDAG 8 NOVEMBER 1979 In de Macro Economische Verken ning van 1980 stond het zo maar eventjes doodleuk: de jaarlijkse economische groei wordt niet lan ger geraamd op 3,5 procent, ook niet op 3,0 procent, zelfs niet op 2,5 procent, maar op 2,0 procent. Weinig commentatoren hebben zich tot nu toe afgevraagd wat dit allemaal betekent. Toch is juist deze mededeling de belang rijkste van de hele papierwinkel die kabinet en parlement de afgelopen weken over ons hebben uitgestort. De mededeling houdt namelijk niets minder in dan dat de hele grondslag van het economisch beleid, zoals dat in feite door alle politieke partijen wordt gevoerd, is komen te vervallen. Ik wil dit met een simpele rekensom uitleg gen. In het politiek café in Amsterdam- Oost, waar mijn rekensom vorige week het geboortelicht aanschouwde, werd welis waar direct vanuit de (café)zaal geroepen dat hij op een rekentruc berustte, maar ik ben daardoor nog niet uit het veld geslagen. Van onze 2 procent reële jaarlijkse groei gaat so-wie-so al de helft naar de collectie ve sector. Onze collectieve lasten bedragen immers al de helft of meer van het nationale inkomen, zodat bij ongewijzigd beleid van deze 2 procent economische groei al on middellijk de helft d.w.z. 1 procent, wordt opgesoupeerd om de collectieve sector rela tief in stand te houden. Voorts hebben wij elk jaar een incidentele loonstijging, die bestaat uit rangtoeslagen en functiewijzigingen. Niemand ook de Door prof. dr. Hans van den Doel1 PvdA niet, wil dit instituut opheffen. Maar een jaarlijkse incidentele loonstijging van, laten we bescheiden zeggen, 1 procent van de loonsom legt ook beslag op de economi sche ruimte. Het is gemakkelijk in te zien dat daardoor ca. 0,4 tot 0,6 procent van het nationale inkomen wordt opgesoupeerd. Tenslotte vormen de lonen van het natio nale inkomen een substantieel bestand deel. Goed, van de economische groei van 2 pro cent zijn we nu al 1,5 procent kwijt aan handhaving van de collectieve sector en het incidentele loon. Maar de collectieve sector wordt niet gehandhaafd, nee, hij breidt zich uit. Zelfs onder het rechtse kabinet-Van Agt wordt een collectieve lastengroei bereikt van 1 procent van het nationale inkomen. Deze 1 procent stijging van de collectieve lastendruk werd eens door PvdA-minister Duisenberg uitdrukkelijk aanbevolen als een..."linkse norm". Maar juist deze "linkse norm" wordt onder Van Agt gerealiseerd. Maar wat gerealiseerd wordt moet ook worden betaald. Een uitbreiding van de collectieve lasten met 1 procent van het na tionale inkomen legt, simpel, een beslag op het nationale inkomen van 1 procent. Wat zien we nu: jaarlijks wordt al 1,5+0,5+1,0=2,5 procent van het nationale inkomen méér uitgegeven aan 1. handha ving van de collectieve sector; 2. incidenteel loon; 3. uitbreiding van de collectieve sec tor volgens het tempo Van Agt. Twee- eneenhalf procent gaat daaraan op. En wat groeiden we ook al weer jaarlijks: oh ja, twee procent. De lezer heeft het dus goed begrepen. Jaar lijks geven we een half procent v tionale inkomen meer uit dan we duktieve prestaties, d.w.z. aan sche groei, hebben bijverdiend. Tot nu toe gingen we ervan uit dat de con tractlonen op de nullijn zitten, maar dat is een fictie. De contractlonen zitten op de pluslijn. Wanneer de contractlonen reëel met 1 procent per jaar groeien, wordt ook het nationale tekort groter. Dit tekort be droeg tot nu toe 0,5 procent van het natio nale inkomen. Maar het stijgt dan tot 1,0 procent van het nationale inkomen, aange nomen dat elk procent reële loonstijging ongeveer een half procent van het nationale inkomen opsoupeert. De conclusie van dit verhaal is duidelijk: met een groei van slechts twee procent van het nationale inkomen is het niet mogelijk èn de koopkracht te handhaven èn de collec tieve lasten te laten groeien volgens het re cept Duisenberg-Van Agt. Het nationale "gat" wordt dan elk jaar 0,5 procent van het nationale inkomen groter. En als we de koopkracht niet stabiliseren, maar deze la ten toenemen wordt het nationale "gat" elk jaar een procent van het nationale inkomen groter. Dat is de overlegeconomie ten voe ten uit: de economie van de onbetaalde re kening. De eerstverantwoordleijke voor deze onbe taalde rekening is het CDA. In de Vak bondskrant van 18 oktober jl. doet het voormalige CDA-kamerlid Steef Weijers hierover een boekje open. In de Vakbonds krant wil hij kennelijk graag een bruine arm halen bij de werknemers. Hij wil graag laten zien hoe progressief hij is. En hoe doe je dat? Door te schimpen op de VVD. So far, so good. Maar wat heeft Weij ers over de VVD dan wel niet te zeggen? Hij mag de VVD niet, want, zo roept hij sma lend uit: "Die Korte met zijn rekenma chientje". Nu ken ik het WD-Kamerlid dr De Korte niet, misschien is hij wel een rechtse oen. maar ik vind het in elk geval bijzonder voor hem pleiten dat hij blijkbaar met een re kenmachientje in de Kamer rondloopt en daarmee bij tijd en wijle zijn collega's lastig valt. Steef Weijers heeft duidelijk geen rekenma chientje bij de hand. Vol trots roept hij uit dat, dank zij zijn persoonlijke inbreng, het CDA bij monde van Lubbers heeft geëist dat de koopkracht gehandhaafd moet blij ven. "Vermoedelijk zal dat betekenen", zo licht hij toe, "datje de ombuigingsgetallen van Bestek '81 niet haalt. Nou daar lig ik niet van wakker". Wat Weijers niet begrepen heeft is, dat de eis tot handhaving van de koopkracht alleen maar betekent dat er in de toekomst op de collectieve lasten, en met name op de so ciale uitkeringen, nog veel meer bezuinigd zal moeten worden dan het kabinet-Van Agt thans voorstelt. Want als de economi sche groei maar 2 procent is, zal de onbe taalde rekening van Steef Weijers toch eens voldaan moeten worden. Weijers wil niet regeren met de VVD, hij pre fereert liever een kabinet van "verstandige socialisten en verstandige christen-demo craten". Gelukkig voor 's lands economie zijn er ook nog onverstandige socialisten die liever met een rekenmachientje rondlo pen dan te willen bouwen op de kletsmajo ren van het CDA. Sociaal-economische problemen beheersen het denken en - vaak zelfs - voelen van veel mensen. Het door sommigen al onoplosbaar genoemde vraagstuk van de werkloosheid staat daarbij terecht op de voorgrond. In wezen gaat het om de heel erg moeilijke maar toch centrale vraag, hoe in onze samenleving een nieuw soort economische ontwik keling op gang kan worden gebracht, die niet alleen aan iedereen maatschappelijk zinvol werk verschaft, maar ook verder gekenmerkt is door evenwichtigheid. Economen zowel als politici hou den zich beroepshalve daarmee bezig. In hun betrekkelijke des kundigheid hebben zij gemeen, de ingewikkelde problematiek op een te algemeen niveau te be naderen. Ze snijden mekaar de oren af om uit te maken, of „meer winst" ook echt tot „meer werk" zal leiden. En terwijl die vraag nog niet beantwoord is - en in haar algemeenheid ook niet te beantwoorden valt - zijn ze het er al weer „fundamenteel" over on eens, of alleen de „sociale uitke ringen" of ook de „gewone lonen en salarissen" zullen moeten worden gematigd om een „her stel van de winsten" mogelijk te maken. Helpt winstvergroting of -herstel niet of onvoldoende, dan zal de overheid, zelf - en desnoods alleen - „werk" moeten „schep pen" en wel in de „kwartaire sec tor". En daarover wordt dan weer verschrikkelijk gekophakt, om dat het „draagvlak" ervoor zou ontbreken, zolang de winsten niet hersteld zijn. Alle kreten en krantekoppen van de laatste jaren heb ik eens op een rijtje gezet. Het blijft kringetjes draaien, met als gevolg onder meer, dat het gevoel van maat schappelijke malaise en politieke machteloosheid voortdurend toeneemt. En die ontwikkeling, in allerlei opzichten riskant, kan niet worden doorbroken met een voorbarige en inhoudsloze stoe lendans op het Haagse Binnen- hofje. Smalle marges Sociaal-democraten opereren - met de woorden van Joop den Uyl- in de „smalle marges" van een on miskenbaar naar ontwrichting tenderend economisch stelsel. Dat gebeurt in de nogal optimis tische en dan ook voortdurend verschuivende verwachting, dat zij - met voldoende parlementai re invloed en via regeringsdeel name - erin zullen slagen om dat eigenlijk verfoeilijke systeem wezenlijk te hervormen en men selijker te maken. De methodiek als zodanig aanvaard ik volledig. Zij is erop gericht om langs wegen van geleidelijkheid en niet door revolutie tot ingrij pende maatschappelijke veran deringen in een goede richting te komen. De betrekkelijke bruik baarheid van zo'n politieke aan pak is in het verleden ook bewe- Door de jaren heen hebben sociaal democratische politici daarbij wel steeds het risico gelopen, misbruikt te worden. Zij moch ten de „vangnetten" helpen spannen voor de sociale be scherming van de slachtoffers Door A. J. Voortman, Tweede-Kamerlid voor de PvdA van het kapitalisme (ontslagen werknemers, gesaneerde mid denstanders, afgevloeide boe ren), maar kregen geen kans om het economische stelsel als zoda nig in de kern aan te tasten en te veranderen. Toen in het begin van de jaren ze ventig de sociaal-democratische PvdA een nieuw maatschappe lijk en politiek elan gevonden had, week zij in wezen niet af van de zojuist geschetste aanpak. De nieuwe - merendeels „nieuw- linkse" - generatie van partijbe stuurders en kamerleden was zich echter wel duidelijker be wust van het risico, als „een schild voor rechts" te worden ge bruikt. Meningen op deze pagina zijn voor rekening van de auteurs. Analyses Dire wegen In hoofdzaak langs drie wegen heeft de vernieuwde partij ge probeerd, dat gevaar afdoende te bezweren: - nogal letterlijk door de eigen pro gramma's scherper en radicaler te formuleren; - door bij onderhandelingen over regeringsdeelname te streven naar gedetailleerde programma tische afspraken en een zo sterk mogelijke, liefst overheersende positie in het te vormen kabi net; - door medewerking aan op zichzelf Arend Jan Voortman weinig of niet socialistische maatregelen afhankelijk te stel len van gelijktijdige realisering van „maatschappelijke hervor mingen". Dat geradicaliseerde programma is natuurlijk best fraai, maar dreigt binnen de partij zelf wel extra frustraties op te roepen, als de bijbehorende strategische aan pak in de politieke praktijk niet zo erg goed blijkt te werken. En dat is intussen gebleken. De „meerderheidsstrategie" werkte weliswaar bij de totstandkoming van het (eerste) kabinet-Den Uyl, maar de eigensoortigheid van dit kabinet betekende in werkelijk heid toch geen echte garantie voor een ingrijpend hervormen de politiek. Al te weinig beleids- en wetsvoorstellen bleken bij het passeren van het kabinet met een meerderheid van tien stemmen tegen zes in socialistische, al thans progressieve richting te worden omgebogen. Zo simpel als het gedacht was, werkte het natuurlijk niet. Soms ontbrak trouwens een progressieve meerderheid. De met veel tromgeroffel aange kondigde hervormingsvoorstel len werden net of erg laat en in afgezwakte vorm gerealiseerd. De „voorwaardenstrategie", het derde wondermiddel tegen so ciaal-democratisch afglijden, ging daarmee eigenlijk ook in rook op. Dilemma Als men nu, na een mislukte poging tot voortgezette regeringsdeel name en twee jaar constructieve maar moeizame oppositie, in kringen van de PvdA het niet meer zo ziet zitten, dan heeft dat stellig ook met het voorgaande te maken. Het aloude sociaal-de mocratische dilemma ligt nog steeds op tafel: in welke mate doen we afbreuk aan onze eigen, verder reikende doelstellingen van maatschappelijke en econo mische hervorming door politie ke verantwoordelijkheid, met name regeringsverantwoorde lijkheid te aanvaarden voor ont wikkelingen en beleidsmaatre gelen waarop we onvoldoende greep kunnen krijgen? Het lijkt mij duidelijk, dat de partij als geheel - en niet uitsluitend de fractie in de Tweede Kamer - voor de opgave is geplaatst om in de komende jaren een geheel an dere strategie èn een meer fun damentele inhoudelijk-politieke aanpak te ontwikkelen. Achter eenvolgens wil ik over beide in het kort iets zeggen; op beide as pecten hoop ik in aansluitende artikelen terug te kunnen komen voor enige nadere uitwer king. Inhoudelijk-politiek zou ik willen aanknopen bij mijn schets in het begin van dit artikel van de krin getjes draaiende economen en politici. Mij verontrust daarin vooral, dat wij als sociaal-demo craten er tot nu toe ook niet in geslaagd zijn om de vicieuze cir- kel(s) te doorbreken. Wij zijn nog steeds gevangen in het discussie schema dat ons door de politieke overkant is opgedrongen. Opere rend in de smalle marges van een in veel opzichten destructief eco nomisch stelsel, dreigen we in de wetmatigheden daarvan te wor den meegezogen. Een grondig politiek-economische analyse zal naar mijn stellige overtuiging bouwstenen aandra gen voor een geheel nieuwe aan pak van de sociaal-economische problematiek. Erg essentieel is daarbij, dat we ons zelf een beetje losmaken uit het (schematische) denken in termen van „werkne mers" en „werkgevers". We zul len niet alleen - zoals zeker het geval is - in de politieke praktijk, maar ook in onze richtinggeven de analyses en benaderingen het bestaan van een volwaardige „derde klasse" moeten erkennen: kleine en middelgrote onderne mers, die een geweldig (poten tieel) werkgelegenheidsbelang vertegenwoordigen, maar syste matisch kapot gaan of niet aan Bij onze analyses van die orde zul-» len we ons niet langer moeten la ten leiden door het globale „ma cro-denken" van de overgrote meerderheid van de „moderne" economie. We zullen vooral oog moeten krijgen voor die onmis kenbaar aanwezige, maar door alle politieke partijen systema tisch verwaarloosde tweedeling van onze economie. Tegenover een klein aantal grote bedrijven die hun eigen markten - mono polistisch of oligopolistisch - be heersen, doorgaans grote win sten maken, voordelen van over heidsbeleid in sterke mate naar zich toe weten te trekken, „na delen" (zoals fiscale lasten) ge makkelijker kunnen ontduiken, ontwijken of afwentelen en in hoge mate verantwoordelijk zijn voor inflatie en andere ontwrich tende verschijnselen, staat een groot aantal kleine en middelgro te bedrijven die onder werkelijke marktverhoudingen moeten werken en bovendien nog dupe zijn van de ontwrichting die de grote bedrijven teweeg bren gen. Een nieuwe politieke strategie zal betrekkelijk logisch voortvloeien uit de zoëven kort aangeduide politiek-economische analyse en de concrete uitkomsten daarvan. Op basis van zo'n soort analyse zal de Partij van de Arbeid een mee romvattend en realistischer so ciaal-economisch programma kunnen ontwikkelen, dat op bre dere maatschappelijke onder steuning dan de tot nu toe ge bruikelijke (èn aanvaardbaar geachte) mag rekenen. Het is eigenlijk onbegrijpelijk, dat sociaal-democraten die zo'n ge voelige antenne hebben voor het kwetsbare en uitgebuite, vanuit de smalle marges van de econo mie nooit tot de kern ervan zijn doorgedrongen en in hun socia listische oplossingen nog geen wezenlijke plaats aan „onderne mers" van het kwetsbare on uit gebuite soort hebben weten aan te wijzen. De bevangenheid door gangbare, maar fundamenteel ontoereikende economische be naderingen moet sterk geweest zijn; de ideologische blokkade groot! VRU NEDERLAND Vrij Nederland opent met "De stammenoorlog tussen de Ne derlandse Volksunie (NVU) en het Nationaal Jeugdfront (NJF)". Het is een artikel van drie studen ten die al lange tijd bezig zijn met een onderzoek naar rechts-ex- treme organisaties in ons land. Een onwelriekende walm stijgt uit het stuk op. De manier waarop de heren elkaar aanpakken spreekt boekdelen. Ultra-rechts zit be paald niet op één stoel. "Iedereen bewaakt angstvallig zijn eigen winkeltje en gooit bij de anderen de ruiten in". "Het NJF vindt Unie-leider Glim merveen te slap en heeft ernstige bezwaren tegen de homosexuali- teit van Unie-vice-voorzitter Hagenbeek; Glimmerveen dreigt met een kort geding als het NJF zijn naam niet verandert"Direc te aanleiding tot de scheuring is volgens dit stuk de geplande vlaggenparade t.g.v. het 1-jarig bestaan van het NJF. Glimmer- veen haat vlaggenparades en de jeugdbeweging vindt ze juist prachtig.... Max van Weezei bekijkt de komen de concurrentieslag tussen Van Agt, Andriessen, Lubbers, Goud zwaard, Scholten, Kremers en De Koning om het lijsttrekkerschap van het CDA bij de volgende ver kiezingen. Vlak zeker Van Agt niet uit. "De fan-mail uit de pro vincie stroomt nog altijd binnen. En het blijft niet bij nonnen al leen". Jib'eb interviewt smulpaap-journa list Hugh Jans. "Als ik alle rem men loslaat, vreet ik me kapot. Jezusmina, ik ben gek op vette dingen. Vers wit brood met grote schijven gekookt spek en peper en zout. Zalig. Ik wil de hele dag eten". Tamar schrijft bijna een pagina over de NOS-uitzending over astrologie. Het kleurkatern gaat over de Russische componist Dimitri Sjostakovitsj, wiens op zienbarende gedenkschriften onlangs in Londen en New York verschenen. Sjostakovitsj was een hooggeëerde partijfunctio naris, die o.a. vijf keer de Stalin- prijs kreeg. Maar wat hij werke lijk dacht van Stalin staat in zijn naar het westen gesmokkelde memoires. En dat was niet mis. Op de omslag van De Tijd prijkt de hoofddirectie van de Rabobank: Lardinois, Bax en de wat ver van het socialistische nest gedreven oud-minister Duisenberg. De laatste lacht nog een beetje, de anderen niet, die tonen een mond als een bereklem. De Tijd is niet erg over de bank te spreken. "Ze noemt zich coöperatief en zegt haar agrarische afkomst in ere te houden. Maar voor tal van leden uit landbouw, veeteelt en tuin bouw maakt ze deze pretenties steeds minder waar". Robert Long praat over zijn jeugd, zijn homoseksualiteit en het ca baret. "Ik wil niets doorbreken. Ik ben een liedjesbakker, meer niet". Een nogal gepeperd ge sprek. "Als ik God zou zijn dan zou ik zeggen: ik gooi nu even een bliksempje op de hele rotzooi en begin opnieuw" De Tijd besteedt ook aandacht aan een bijeenkomst in Leiden van het Nederlands Artsen-Verbond waarop de stelling werd behan deld dat het na-abortus-syn droom overeenkomst vertoont met het concentratiekampsyn droom. Een onjuiste koppeling, zoals de ontwerper ervan, de arts W. Kortmann, aan het begin van de vergadering toegaf. De Tijd vindt het na-abortus syn droom een probleem van onbe kende omvang. "De ideologie verduistert het zicht. Artsen die de abortus totaal afwijzen zien het syndroom bijna overal. Voor anderen die de abortus hebben zalig verklaard, bestaat zo'n syn droom niet. Of mag het niet be- De Haagse Post wijdt een be schouwing aan de malaise in het cabaret. ("Alles is al gezegd"). Het publiek blijft weg. Waar ligt dat nou aan? Zoals gebruikelijk is de vraag gemakkelijker gesteld dan beantwoord. Jacques Kloters van Don Quishocking zegt: "De ver vlakking heeft toegeslagen. Steeds minder mensen zijn be reid in het openbaar na te den ken". Een wel heel treurige reden voert Gerard Cox aan: "Veel journalisten schrijven de mensen regelrecht de zaal uit". Wim lbo maakt zich weinig zorgen: er is een tijd van ups en van downs, altijd al geweest. De H P gaat de lange weg na die J an Haasbroek aflegde om pro gramma-directeurvan de VARa te worden. Het duurde zeven maanden en ten slotte brak hij zijn tanden op Kloos. Het is een stuk om gedeprimeerd van te worden. En er is toch een tijd ge weest dat de VARA best een aar dige omroep was. Verder in HP een uitvoerig portret van Ted Kennedy en een reporta ge uit Cambodja ("Het volk is ziek, doodziek"). Ischa Meijers weekboek is gewijd aan Wim Klinkenberg die zojuist een zeer kritisch boek over de handel en wandel van prins Bernhard in roulatie heeft gebracht. MAGAZINE Het omslagverhaal van' Elsevier Magazine gaat over de files op on ze wegen. Hebben we er mee le ren leven? Volgens EM wel. Het worden. Net zomin ais tegen een regenbui ga je tegen de Lekbrug bij Vianen schelden. Niet blij, maar ook niet uitgesproken op standig nemen we plaats in de rij. Schapen voor de slachtbank" Ook in EM veel ruimte voor Ted Kennedy ("portret van een door zetter") en voor de discussie over de kernbewapening ("er liggen 60.000 atoomkoppen in het oos ten"). Alice Oppenheim sprak met een beetje onzekere staatsse cretaris Veder-Smit van volksge zondheid. "Ze vinden me te de taillistisch. En dat is ook zo. Ik wil graag alles tot in de puntjes in or de hebben. Maar er is veel unfaire kritiek". Volgens EM is de kopieerlust' in Nederland niet meer te stuiten. Maar er zitten nogal wat haken en ogen aan. "In Nederland worden elk jaar zo'n 140 miljoen fotoko pieën gemaakt van werk waar over auteursrecht is verschul digd". Maar ja, hoe in je dat? ("De bedreigende kopieorlust"). Verder in EM: "Nieuwe kansen voor bloedarme mavo", "Mode en de werkende vrouw" en "Olie nog duurder". i hervormd nederland In Hervormd Nederland neemt de Groningse polemoloog drs. H. de Lange de kwestie rond het Russi sche kernwapen SS-20 op de kor rel. ("Wie neemt wie bij de neus"). Hij verbaast zich over nogal wat "Het is niet ondenkbaar dat het Pentagon en de NAVO bewust ge gevens achterhouden. Over nieu we Russische wapens raakt na verloop van enkele jaren erg veel bekend. De SS-2o loopt al weer enkele jaren mee. Waarom weten we daarover niets of waarom wordt ons de relevante informa tie onthouden?" En waarom bieden de VS. ons nu twee types raketten aan? Kees Waagmeester interviewde landbouwspecialist A. J. Vport- man van de PvdA, die zichzelf "a- typisch" vindt. "Het is een kwaal van de Haagse politiek en ook van partijbestu ren dat men in partijpolitieke termen denkt. Het gaat meer om maatschappelijke processen dan om politieke processen. Ik geloof niet dat politiek zo partijver- nieuwend kan werken. Je brengt hier wel machtsbalansen tot stand maar die blokkeren ten dele de oplossingen ook weer. Er worden hier akkoorden gesloten die ingaan tegen wat de meerder heid van het Nederlandse volk wil, maar die meerderheid heeft aan wat ze wilde geen uitdruk king kunnen geven tijdens de verkiezingen RUUD PAAUW.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 15