tKogels fluiten
Belgische
taalstrijd in
de Voerstreek
ggMagiaiift
Veel opgeklopte lucht over verhouding VVD-CDA
ZATERDAG 27 OKTOBER 1979
PAGINA 31
VOERSTREEK - (Belgisch
Limburg) - De verfransing van
de van oudsher Nederlandstali
ge Voerstreek wint steeds meer
terrein. Deze stelling wordt door
het merendeel van de Vlaamse
Voerenaren onderschreven. Wie
zich in de officiële statistieken
verdiept, kan ook bezwaarlijk
tot een andere slotsom ko-
In het schooljaar 1961-'62, dus vlak
voordat de overheveling van de
Voerstreek van Luik naar Lim
burg bewaarheid werd, woon
den er in de enclave 639 leer
plichtige kinderen. Van hen ge
noten 231 Franstalige onderwijs
en 408 Nederlandstalig. Het be
trof hier dus lagere-school jeugd.
Tien jaar later waren de bordjes
grondig verhangen. Van de toen
707 schoolplichtige n werden er
433 in het Frans en 274 in het Ne
derlands onderwezen. Deze
ontwikkeling heeft zich de laat
ste jaren blijvend voortgezet. De
conclusie ligt dus voor de hand:
de taalkwestie heeft het Frans
talige onderwijs in de Voer
streek geweldig gestimu
leerd.
Op het politieke vlak zijn de feite
lijkheden al even onomstotelijk
Reeds gedurende een jaar of
vijftien komt de politieke bewe
ging Retour a Liége, wier stre
ven gericht is op de terugkeer
van de Voer naar de provincie
Luik, bij alle maar denkbare
verkiezingen als gedecideerd
winnaar uit de bus. Het franco
fone overwicht blijkt ook duide
lijk uit de getalsverhoudingen
in de raad van Voeren: vijf Vla
mingen tegen tien Fransspre
kenden!
Statistisch is er geen enkele on
duidelijkheid. Te oordelen naar
de naakte cijfers wil een royale
meerderheid van de Voerbevol--
king terug naar Luik. Maar de
grote vraag is natuurlijk wel of
die wens over de hele lijn con
amore is geuit, dus of er werke
lijk sprake is van een strikt on
afhankelijke, individuele keu-
Niet weg te cijferen is de verrei
kende georiënteerdheid van de
Voerbevolking op het Waalse
achterland. Deze toestand da
teert overigens al van ver voor
de inlijving bij Limburg. Ook in
de officiële statistieken wordt
dit gegeven ten tonele gevoerd.
Zo kan men lezen dat „gezien de
grote afstanden tussen Lim
burgse centra en de Voerstreek
de economische en sociale rela
ties meestal afgestemd zijn op
gemakkelijker te bereiken cen
tra".
Concreet vertaald betekent dat,
dat er vanuit de enclave druk
gependeld wordt naar steden als
Luik, Haccourt, Lixhe, Visé en
Verviers; door winkelbedien
den, secretaressen, ambtenaren,
fabrieksarbeiders, enz.
Gevestigde Vlaamse voorvechters
van handhaving van het Neder
landstalige karakter van de
streek, ergeren zich groen en
geel over het „proces der syste
matische verfransing". In deze
contreien erkent men slechts ten
dele de sociaal-economische af
hankelijkheid van het Waalse
achterland. Wat die Vlamingen
tegen de borst stuit, is dat men
het feit van die afhankelijkheid
ten opzichte van Wallonië han
teert als argument om zijn eigen
identiteit op te offeren.
Een Vlaamse Voerenaar die een
generatie lang met overtuiging
voor het behoud van die identi
teit heeft geijverd: „Ik geloof
niet dat men de Limburgse auto
riteiten veel verwijten kan ma
ken. Het is de nationale over
heid die zich te laks tegenover
de problematiek van de Voer
streek opstelt. Trouwens, ook de
autochtone bevolking is niet ge
heel vrij te pleiten. De strijd om
het behoud van verworvenhe
den en legaal vastgelegde rech
ten is spijtig genoeg totaal
verflauwd".
Ook dat is de werkelijkheid.
VOERSTREEK (Belgisch Limburg)
- „La lutte continue!" Met ge
bruikmaking van deze strijdkreet
zetten José Happart en zijn kornui
ten van de Action Fouronnaise
zich in postuur om zich op alle mo
gelijke - vaak volstrekt laakbare -
manieren in om voor de hun in
ziens „geflamandiseerde" Voer
streek „gerechtigheid" en „ware
democratische verhoudingen" te
weeg te brengen.
José Happart, leider van de gewraakte Ac
tion, die over zichzelf zegt dat hij al lang in
het cachot zou zitten als ook maar éénvierde
van de helft waar was van al hetgeen over
hem wordt verteld. In de Vlaamse pers put
men zich in een eindeloze vindingrijkheid
uit om Happart van de juiste kwalificaties te
voorzien: woesteling, terrorist, crimineel,
„unne zot". Hij wordt in de krantekolom
men beschreven als een soort moderne
roofridder, om wiens doldrieste daden me
nig vredelievende Voerenaar tussen Aubel
en Eijsden voortdurend onder vrees gebukt
gaat.
Het uiteindelijke doel waarnaar de in 1977 als
„beweging zonder winstoogmerk" opge
richte Action Fouronnaise streeft, is uiter
aard de her-overheveling van de nu Lim
burgse Voerstreek naar de Waalse provin
cie Luik. Maar het ligt er dik bovenop dat
Happart om strategische redenen dat deli
cate adagio nu nog niet in zijn credo wil
bespelen.
„Het minimaal acceptabele voor ons, de Ac
tion Fouronnaise, is tweetaligheid voor de
streek naar Brussels voorbeeld; volledige
tweetaligheid, zowel op justitieel en admi
nistratief vlak als op het gebied van onder
wijs en religie". Politieke steun voor dit
streven krijgt Happart van Waalse separa
tistische partijtjes, zoals het Rassemble-
ment Wallon en de Mouvement Populair
Wallon, alsmede van Antoinette Spaak, die
de Brusselse taaipartij Front des Francop
hones aanvoert.
Puur Nederlands
„Hou er rekening mee", fulmineert Happart,
„de Vlaamse presentie in de Voerstreek
reikt niet verder dan 40 tot 45 procent".
Met deze voorstelling van zaken staat hij dia
metraal tegenover de unanieme visie van de
tegenpartij, uit welker gelederen Hubert
Broers, leider van de Vlaamse oppositie in
de gemeenteraad van Voeren ons plechtig
verzekert, dat de Voer in haar oorsprong
puur Nederlandstalig is en dat er ook nu
nog feitelijk geen Fransen te vinden zijn.
Dat desondanks de Vlamingen zich met vijf
tegen tien (francofonen) in de minderheid
bevinden, is zelfs voor de doorgewinterde
lokale politicus Broers een paradox zonder
weerga.
Een ander uiterste is dat op kermissen en
analoge hoogtijdagen het Waalse feestlo
kaal, Salie Drapeau Rouge, tegenover de
Lambertuskerk op het knusse marktplein
tje van 's-Gravenvoeren een gapende leegte
vertoont, terwijl een straatlengte verder de
Vlaamse cultuurzaal uitpuilt van levens
lust. Hetgeen illustreert hoe ontzaglijk ge
compliceerd de taalperikelen in dit won
derschone natuurperceel zuidelijk van het
Zuidlimburgse Mergelland liggen.
Twistappel
Op 1 september 1963 ging de kogel door de
kerk. Die dag werd de Voerstreek met zijn
zes dorpjes, Moelingen, St. Pietersvoeren,
's-Gravenvoeren, St. Martensvoeren, Re-
mersdaal en Teuven van de Waalse provin
cie Luik naar de Vlaamse provincie Lim
burg overgeheveld.
De inlijving van de 5162 hectare grote, van
oudsher Nederlandstalige enclave bij
Vlaanderen geschiedde ingevolge de Wet
tot Aanpassing van de Administratieve
Grenzen aan de Taalgrens. Met ingang van
diezelfde datum werden ook elders langs de
Belgische taalbarrière „correcties" aange
bracht. Zo ging de industriële streek van
Komen-Moeskroen (nu 100.000 inwoners)
van West-Vlaanderen over naar Henegou
wen, werden zeven dorpen van de tot dan
toe tot Limburg behorende Jekervallei,
zuidwestelijk van Maastricht, bij de provin
cie Luik gevoegd (te weten Wonck, Otran-
ge, Glons, Roclengesur-Geer, Eben Ey-
mael, Bassenge en Lanaye), en verhuisde de
streek van Landen met zijn circa 25.000 be
woners van Luik naar het Vlaamse arron
dissement Leuven in de provincie Bra
bant.
Nergens anders langs de Belgische taalgrens
ontmoetten de territoriale wijzigingen zo'n
frenetiek verzet als in de Voerstreek. Al op
de dag van de overheveling waren de pop
pen aan het dansen, toen een leger van en
kele duizenden Waalse betogers in de Voer
blijk gaf van zijn diepe afkeuring over de
„amputatie". De aanwezigheid van duizend
rijkswachters in de nauwelijks door 4500
mensen bewoonde enclave voorkwam toen
een massale en waarschijnlijk bloedige
kloppartij tussen Walen en Vlamingen.
Werkelijk rustig is het sindsdien in de Voer
nooit meer geweest. De laatste maanden is
zelfs sprake van een escalerende strijd.
Het gevecht wordt ook hier over de hoofden
van de inheemse bevolking door enkele ra
dicale heethoofden geleverd, lokale en
geimporteerde. Enerzijds is dat de „guer
rillabeweging" van de landbouwer-fruitte
ler Happart, en aan de andere kant enkele
Vlaamse groeperingen met een onvervalste
ultra-rechtse signatuur, zoals de Vlaamse
Militanten Orde (VMO), de onlangs in het
geniep opgerichte Harde Vlaamse Kern en
het zich consequent-eufemistisch „wan
delclub" noemende Taalaktie-Komoté
(TAK).
Schoten
In zijn afgelegen bungalow op een hooggele
gen plateau in het gehucht Rullen nabij St.
Pietersvoeren, waar hij met zijn moeder en
zijn eveneens ongetrouwde broer 36 hecta
re landbouwgrond en een fruitkwekerij ex
ploiteert, verkondigt José Happart tegen
over ons dat de Action Fouronnaise de
strijd in de Voer consequent zal voortzet
ten, desnoods met harde middelen; maar
hard wil nog niet zeggen met lijfelijk ge
weld. En in één adem hekelt hij theatraal
fysieke geweldscènes van Vlaase extreme
zijde. Wie niet beter weet, loopt het gevaar
grandioos om de tuin te worden geleid.
Happart verzwijgt dat zijn Action uiterst pro
vocatief, intimiderend en agressief te werk
gaat, dat het zijn beweging is geweest die de
knuppel in het hoenderhok heeft gegooid
en dat het contra-geweld van Vlaamse ex
tremistische groeperingen de onvermijde
lijke reatie op zijn eigen desperate escapa
des is.
Waar zulke ongebreidelde confrontaties uit
eindelijk in kunnen culmineren, heeft de
Voerstreek in die luidruchtige kermisnacht
van de 23ste september aan den lijve erva
ren. Vanachter de tapkast in zijn etablisse
ment langs de markt in 's-Gravenvoeren
vuurde toen de kastelein, annex gewezen
militaire politieman, Renè Grosjean een se
rie gerichte schoten af op een groep
Vlaamssprekenden, door wie hij zich „be
dreigd" voelde.
Kogels
De kogels uit zijn long-rifle velden twee man
nen: de uit Nederlands Eijsden afkomstige
militair Heuschen (21), die met een nek
schot in een Maastrichts ziekenhuis be
landde. en de 16-jarige scholier André Gil-
lard uit 's-Gravenvoeren, wiens kuitbeen
geraakt werd.
Sedert die rumoerige nacht is voor de Voer
streek een soort uitzonderingstoestand van
kracht. Pierre Peeters, regeringscommissa
ris voor de Voer, verbood samenscholingen
van meer dan vijf personen en gelastte ver
vroegde cafésluiting aanvankelijk om acht
uur 's avonds, nu op slag van tienen.
Terwijl uiterst verontrusten zich niet ten on
rechte afvragen of men er in de Voer op uit
is Noord-Ierland naar de kroon te steken,
staat René Grosjean in zijn Café des Sport
weer pilsjes te tappen. Alsof er niets ge
beurd is. Nog geen 24 uur na de door hem
gepleegde „poging tot doodslag" liet de
Luikse rechter Colémont hem in vrijheid
stellen. Vanzelfsprekend tot grote woede
van de Vlaamse Voerenaren, van wie er en
kelen in hun opwinding zwoeren Grosjean
dan maar zelf aan te zullen pakken.
Grosjean, die na zijn arrestatie aanvankelijk
naar Tongeren was overgebracht, stond er
op dat hij met de Waalse justitie te maken
zou krijgen. Het bestaande Voerenstatuut
voorziet inderdaad in zo'n uitwijkmoge
lijkheid.
Verbittering
José Happart blijft uiterlijk koud onder de
misprijzende kwalificaties die van Vlaamse
zijde bij tijd en wijle over de aanvoerder van
de Action Fouronnaise worden uitgestort.
„Ik ben van mening dat de strijd zoals we
die voeren, gerechtvaardigd is". Dan weer
sterk simplificerend: „Als de Vlamingen
geen andere argumenten hebben dan
scheldtirades, is de actie die we voeren goed
en zullen we ermee doorgaan".
De in 1964 vanuit de Borinage naar de Voer
gekomen Happart zegt diep ongelukkig te
zijn met zijn lot. Hij en zijn medestanders
voelen zich „gekoloniseerd" en „gean
nexeerd". „In 1962 kocht mijn vader deze
grond in de Luikse Voer. Toen wij twee jaar
nadien dit perceel in gebruik konden ne
men, waren we Limburgers geworden. Te
gen wil en dank. Is dat geen annexa
tie?"
Happart maakt ook de indruk van een verbit
terde. In een eerder interview heeft hij ge
zegd het de Vlaamse geestelijkheid in de
Voer nooit te zullen vergeven, dat zij gewei
gerd heeft zijn vader in het Frans te begra
ven. De haat jegens Vlamingen spreekt ook
uit zijn pertinente weigering om Neder
lands te leren spreken.
De strijd voor „gerechtigheid en democratie"
gaat door, verzekert Happart, ook als hij
geëlimineerd mocht worden. Want anderen
staan klaar om in zijn spoor te treden. Angst
kent hij overigens niet. Fel ontkent hij in
noodsituaties anderen de kastanjes uit het
vuur te laten halen.
„Ik strijd voortdurend in de voorste gelede
ren", en ter illustratie diept hij een foto op,
waarop hij een stoet van 500 volgelingen
aanvoert. De menigte is op weg naar het
gemeentehuis van St. Martensvoeren om er
eensgezind de stemoproepen voor de Eu
ropese verkiezingen te verbranden. Een
spectaculaire daad van protest, noemt
Happart dat. Vanwege het feit dat wij niet
op een Waalse lijst konden stemmen. „Zo
dra wij onze rechten herwonnen hebben,
zullen wij onze plichten nakomen!"
- Maar u bent niet tegen een verenigd Euro
pa?
„Pas du tout. Wij zijn zelfs overtuigd voor
stander van het Europa van de regio's, maar
Vlaamse overheersing zullen we nimmer
accepteren".
Lachlust
Het Brusselse dagblad De Standaard heeft
niet zo lang geleden uit de mond van Hap
part opgetekend dat de op 13 november
1978 unaniem door zijn aanhangers tot lei
der van de Action Fouronnaise gekozen
„agriculteur" zich kandidaat denkt te stel
len voor het burgemeesterschap van de
gemeente Voeren. In 1976 namelijk werden
in het kader van de herindeling van de pro
vincie Belgisch Limburg de toen bestaande
zes Voerdorpen in één nieuwe gemeente
ondergebracht Voeren. Happart: „Ik heb
geen acute aspiraties. Als de huidige bur
gemeester aanblijft, zal ik niet kandideren.
Trouwens, in dat geval kan ik niet langer als
leider van de Action Fouronnaise aanblij-
Het zal duidelijk zijn dat de in principe wel
aanwezige burgemeesterlijke ambities van
José Happart aan Vlaamse zijde slechts de
lachlust van velen opwekt. De zelfover
schatting van een zot. grapt men. Hoewel
menig inheemse Vlaming er heel wat voor
zou geven als de huidige eerste burger,
Jean-Louise Dodémont zou opkrassen.
Want van Dodémont is het. weliswaar on
der diep emotionele omstandigheden uit de
mond gerolde, gezegde dat hij als hij een
Vlaming of Nederlander in het vizier krijgt,
de pest voor hem ziet opdagen.
Aldus vernemen wij van Hubert Broers, de al
gememoreerde Vlaamse oppositieleider in
de raad van Voeren. En die kan het weten,
want hij draait al een kwart eeuw mee in de
lokale politiek. Bovendien - maar dat doet
eigenlijk niet zoveel ter zake - is hij vader
van een bekoorlijke 24-jarige dochter, die in
het Luikse een leuke baan als directiesecre
taresse by een chemisch concern m de
wacht heeft gesleept.
„Zij is naar Luik gegaan om de Walen Neder
lands te leren", grapt Broers, en met deze
kwinkslag snoert hij menig Vlaamse Voe
renaar de mond.
Ook deze geschiedenis is een paradox op
zlch- FRITS SCH11-S
In het hofvijvertje van het
Haagse politieke Madurodam
doen zich soms onverwachte
stormpjes voor. De laatste tijd
woeden die rond de Tweede-
Kamerfractie van de WD.
Eerst was er, enkele weken
geleden, het noodlijdende
weekblad NieuwsNet, dat via
een omslag-verhaal „onthul
lingen" deed over het bestaan
van een Des Indes-groep. Die
zou bestaan uit „prominente
persoonlijkheden" van PvdA,
WD en D'66, en erop zijn ge
richt een kabinet te bedenken
waarin het CDA niet zou zijn
vertegenwoordigd. Geen ge
ringe zaak dus, gezien de poli
tieke samenstelling van het
kabinet Van Agt-Wiegel.
Dinsdag jl. deed Het Binnen
hof, Dagblad voor Zuid-Hol
land, er nog een schepje bo
venop. Een gigantische kop:
„Groot deel kamerfractie
WD wil breuk met CDA"
sierde kamerbreed de voor
pagina. En verderop: „On
vrede met CDA en eigen
voorzitter drijft WD-fractie
naar PvdA".
nenhof binnen recordtijd uit
verkocht. Wat een opwin
ding! Samenzweringen ont
huld! Nu mijn naam zowel in
NieuwsNet als in Het Bin
nenhof verschillende malen
als actief betrokkene is ge
noemd, lijkt het mij zinvol
enige orde in de berichten-
chaos te scheppen en waar
heid en verdichtsel te schei
den.
Des Indes
De JOVD (Jongeren Organisa
tie Vrijheid en Democratie,
club van liberale jongeren,
ruim dertig jaar oud en altijd
razend actief) nam in 1974 een
nieuw initiatief. Het dagelijks
bestuur van de JOVD nodig
de een aantal oud-JOVD-
voorlieden uit om onder lei
ding van ere-voorzitter drs. H.
A. Korthals met dat DB te
spreken over actuele politie
ke problemen. Die uitnodi
ging wordt door do JOVD tot
nu toe periodiek herhaald. Na
het overlijden van Korthals
werd diens functie van ge
spreksleider overgenomen
door de nieuwe ere-voorzitter
mr. W. J. Geertsema.
De oud-JOVD'ers zijn in diver
se politieke kampen terecht
gekomen: oud-voorzitter
Roethof bij de PvdA, oud
voorzitter Nypels bij D'66„
oud-voorzitters Nijpels en Ja-
cobse bij de WD. Wanneer in
het CDA of andere politieke
partijen oud-JOVD'ers naar
voren komen, zullen die zon
der twijfel ook worden uitge
nodigd. Geen samenzwering
dus, geen tegen het CDA ge
richte actie, geen geheime
kabinetsformatie. Sprookje
over, fabel uit.
Het Binnenhof
De sprookjesvertellers van Het
Binnenhof maken het nog
bonter. Hun „onthullingen"
concentreren zich op niet
minder dan vier punten:
- 1Een deel van de WD-fractie
zou uit zijn op een breuk met
het CDA, de huidige coalitie
partner.
- 2. Datzelfde deel van de WD-
fractie zou een uitgesproken
voorkeur hebben voor rege
ringssamenwerking met de
Partij van de Arbeid.
- 3. De WD-fractie zou geen
vertrouwen meer hebben in
voorzitter Rietkerk.
- 4. Het zou in de WD-fractie
wemelen van „dissidenten"
die een eigen koers varen.
Alweer niet gering dus. De
hoogste tijd, lijkt mij. die bal
lon maar eens duchtig door
te prikken.
Verhouding
Regeren in een coalitie heeft al
tijd zijn problemen. Het zou
onzin zijn te ontkennen dat er
in de WD-fractie soms wre
vel bestaat over het opereren
van de CDA-partner. Dat is
zeker het geval geweest bij
het halfjaarlijkse CDA-ge-
morrel aan de realisering van
Bestek '81. Ronduit boos was
de WD over een CDA-motie
die de aftrekbaarheid van de
hypotheekrente op de eigen
woning op de tocht zette.
Die motie-Van Amelsvoort
werd als een provocatie be
schouwd omdat de volstrekte
onaanvaardbaarheid ervan
voor de WD tevoren ruim
schoots bekend was.
Maar die incidentele wrevel
neemt geenszins weg dat de
gehele WD-fractie meent dat
een contract dat in beginsel is
gesloten voor een regeerpe
riode van vier jaar, moet wor
den nagekomen. Van het aan
sturen op of zelfs maar het
overwegen van een breuk met
het CDA is bij de WD geen
sprake.
Over de wenselijkheid of zelfs
maarde mogelijkheid van een
regeringssamenwerking tus
sen WD en PvdA na 1981
wordt in de WD verschillend
gedacht. In 1977 heeft de
WD-fractie de polarisatie
doorbroken door zich bereid
te verklaren mee te werken
aan een kabinet van zeer bre
de samenstelling, de PvdA
daarin inbegrepen. Hoe de
kaart in 1981 zal liggen, valt
nog te voorzien. Recente uit
spraken van Den Uyl en Max
van den Berg doen bovendien
ernstig twijfelen aan het nut
van verdere speculaties.
Fractievoorzitter
WD-fractievoorzitters hebben
altijd geleefd onder de doem
van een opgepoetst imago
van hun voorganger. Toxo-
peus moest in zijn tijd regel
matig vernemen dat prof.
Oud een uniek staatsman
was, Geertsema dat Toxo-
peus veel meer bij het publiek
aansprak dan hij, en Hans
Wiegel kreeg regelmatig
voorgehouden dat Geertsema
een veel „echtere liberaal"
zou zijn geweest. Nu is het de
beurt aan Koos Rietkerk om
regelmatig de lof te horen
zingen van zyn voorganger
Wiegel.
Toen deze eind 1977 naar het
kabinet verhuisde, koos de
WD-fractie Rietkerk als
voorzitter. Geen lid van de
fractie speelt met de gedachte
op die keuze terug te komen.
Speculaties in andere rich
ting zijn niet meer dan opge
klopte lucht. Evenzeer als be-
richten over „dit identen" in
de fractie, waarover wel enige
vrolijkheid is ontstaan. Een
jolig: „dag. dissident" is niet
van de lucht; het moet wor
den toegegeven.
Het spijt mij oprecht de lezer
geen hartiger kost te kunnen
opdoen. Het zou zo aardig
zijn; rellen binnen de WD.
samenzweringen alom, een
sappige kabinetscrisis-in-de-
maak, en dat alles in de beste
stiel van de roddeljournalis-
tick. Helaas, 't is allemaal niet
voorhanden.
Vlamingen en Walen gaan ongegeneerd met elkaar op de vuist (en
de Voerstreek.