Zelf boekbinden, de moeite van het proberen waard VOORDELIGER PER KILO Jong antiek hoeft niet oneerlijk te zijn... Deurslot zonder sleutel Schilderijen schoonmaken WOENSDAG 24 OKTOBER 1979 Zo werkt hei boekbinden in prin cipe: katernen worden aan de lin ten genaaid (1) het ruggegaas wordt aangebracht (2) de band wordt om het binnenwerk gelijmd Soms kom je ze nog wel eens in een antiekzaak, museum of kerk te gen, die grote, ouderwetse boe ken in een zwaar lederen band. Hoe ouder het exemplaar hoe mooier de versieringen op de band en het (vergulde) slot zijn. Het zijn vaak ware kunstwerken. Antieke bijbels en koopmans boeken zijn uitstekende voor beelden van het oude boekbin den. Een ambacht dat bijna uit gestorven leek, maar dat de laat ste jaren weer meer in de belang stelling komt. Dat is zeker niet alleen het geval bij de vakman. Ook de „amateur" kan boekbinden. De techniek vraagt enige oefening, maar is door iedereen te leren. Zo kunt u een oud en versleten boek zelf restaureren of een jaargang losse tijdschriften, periodieken of cur sussen inbinden tot handige en handelbare naslagwerken. Oud ambacht Boekbinden is zo'n 1700 jaar oud. De eerste „boeken" bestonden uit vellen perkament tussen twee houten borden, die met koorden bij elkaar gehouden werden. De borden werden versierd met houtsnijwerk of overtrokken met leer, dat op zijn beurt weer ver fraaid werd met bladgoud, ge stempelde motieven, edelstenen, kunstig leersnijwerk en hoekbe slag met een slot van (edelme taal. In de middeleeuwen werd het ambacht voornamelijk beoe fend door kloosterlingen. Boekbinden zoals het vroeger ging Na de introductie van het papier (10e eeuw) en de uitvinding van de boekdrukkunst in de 15e eeuw kwam het boekbinden in handen van de boekbindersgilden en drukkerijen. Ondanks de vele veranderingen - er moest nu im mers in „serie" gewerkt worden - bleef het een echt handam bacht. Dat was echter niet het geval tij dens de industriële revolutie in de 19e eeuw. De handwerker werd toen door de machine ver dreven, de materialen werden goedkoper en de methoden ver anderden. Langzaam verdwenen de statige boekwerken met hun fraaie banden. Voortaan prijkten kartonnen omslagen om het boek. Met het pocketboek ver dween zelfs het (machinaal) in binden: de pagina's werden op de rug eenvoudigweg aan elkaar ge plakt. Gelukkig zijn er door de eeuwen heen altijd vaklieden gebleven die het boekbindersambacht in ere hielden en in deze tijd van nostalgie is de belangstelling er voor weer groeiende. Principe Het binnenwerk bestaat uit een aantal katernen (vellen papier die een aantal malen dubbel gevou wen zijn). Bij een stapel tijd schriften vormt elk tijdschrift een katern. De katernen worden op volgorde gelegd en stuk voor stuk aan de rugzijde tegen een aantal linten genaaid. Speciale naaibankjes hiervoor zijn te koop, maar u kunt ze ook zelf maken. Na het aanbrengen van de schutbladen wordt het zoge naamde ruggegaas met boekbin- derslijm tegen de rug genaaid. Tenslotte lijmen we de band - be staande uit een rug met aan beide kanten een bord, ook wel plat ge noemd - tegen het ruggegaas en het boek is ingebonden. Hobby Boekbinden is een praktische kunst, die heel goed kan uit groeien tot een echte hobby. Een praktische hobby dus, waarmee je niet alleen oude boeken kunt opknappen, maar die tevens z'n diensten bewijst bij het verza melen en bewaren van (oude) jaargangen van tijdschriften, muziekbladen, cursussen, clubbladen, kranten, dictaten, folders e.d. En natuurlijk kunt u ook eigenhandig geschreven boeken maken. Het is bovendien een creatieve hobby. U kunt uw fantasie hele maal laten gaan bij het maken en verfraaien van de band. Het een voudigst is de kartonnen platen te beplakken met papier, dat u van te voren eventueel zelf „ge marmerd" hebt. Betrekkelijk goedkope bekledingsmaterialen zijn linnen en kunstleer. Het mooiste blijft de met echt leer beklede band. Dit materiaal laat zich goed bewerken met blad goud (o.m. voor letters), ver schillende soorten verf, stempels waarmee motieven in het leer kunnen worden gebrand en ge perst en speciale mesjes. U kunt de band dus zo mooi maken als u wilt. Hetzelfde geldt voor het slot en het hoekbeslag. Dit is meestal van (edel)metaal, dat bewerkt wordt door middel van kloppen, figuurzagen of graveren. Boekbinden kunt u gewoon thuis doen; een speciale werkruimte is niet noodzakelijk. Van het beno digde gereedschap zullen zeker de doe-het-zelvers en knutselaars onder ons al veel in huis hebben: zaag, schaar, winkelhaak, ijzeren lineaal, stanley-mes, vouwbeen (of achterkant van de schaar), naalden, kwasten en een houten hamer. In plaats van een pers kunt u lijmtangen of een bank schroef gebruiken. Beslist nood zakelijk is een naaibankje. Prij zen vanaf f 95. Ze zijn betrekke lijk eenvoudig van constructie en voor weinig geld makkelijk zelf te maken. Wat u wel apart moet aanschaffen, zijn verschillende boekbinders materialen: vlastouw, papier, boekbinderslijm, -linnen en -ga ren, karton, ruggegaas en plak- of wrijfletters. Deze materialen zijn o.a. te koop bij boekbinders, sommige handenarbeidzaken en groothandels. Mocht u proble men hebben met het verkrijgen van deze materialen, bel dan even naar Van Eeuwen Informatiecen trum voor oude ambachten in Hollandse Rading (02157-276-636). Meer informatie Natuurlijk kunnen we het boek binden in dit verhaal niet leren. Als u meer wilt weten, ga dan eens een kijkje nemen bij een plaatselijke boekbinder. Er zijn ook goede boekjes voor de be ginnende en gevorderde ama teur-boekbinder in de handel. De verschillende technieken en mo gelijkheden staan er in beschre ven, vervolgtechnieken (het ma ken van foedralen, etiketten, stempelen, versieren en decore ren, letters aanbrengen, enz.), res taureren en het zelf maken van gereedschap. Enkele titels: „Zelf boekbinden" door Karli Frigge en Annet van der Knaap, uitgave Cantecleer (prijs f 9,25) en „Boekbinden", een ambachtelijk instructieboek door Aldren A. Watson, uitgave Bert Bakker (prijs f 14,50). Hier en daar worden geven. Dit is meestal het geval op grafische scholen of bij een boekbinderij zelf. Voor meer in lichtingen hierover kunt u het in formatiecentrum bellen. In het Museum van het Boek, Prin- sessegracht 30 in Den Haag kunt u alles wat te maken heeft met het boekbinden bewonderen. Antiek is erg in trek, maar „echt" antiek is in vele gevallen onbetaalbaar geworden. Trouwens, wat is echt antiek? Daarvoor moet je een bepaald jaartal als grens aangeven. Een tijd lang gold dat met name meubels e.d. werkelijk als antiek konden worden bestempeld wanneer ze van vóór 1850 stamden. Uiteraard verandert die „antiekgrens"... Tenslotte zullen voorwerpen uit onze moderne tijd ooit ook wel eens als antiek worden beschouwd. De antiekgrens voor meubelen ligt nu, gezien de praktijk op veilingen, al na de recente eeuwwisseling. Een kast of stoel uit 1920 (misschien staat er nog een op uw zolder) heeft al een zekere antiekwaarde. Naast het „echte" antiek hebben we tegenwoordig ook met het verschijn sel van hetjong antiek" te maken. De één beschouwt het als een kitsche rige machinale kopie, de ander ziet er het moois best aan af en heeft er geld voor over. Dat moet ook wel, want bijvoorbeeld een goed (nage maakte beeldenkast, produkt van een nog ambachtelijk ingestelde meu belfabriek, kost wel zo'n 15.000 gulden. Word je daarbij nu „genept"? De woninginrichter die u zo'n kast verkoopt, zal echt niet proberen u wijs te maken dat het antiek is, althans niet in de zin van hoge ouderdom. Wel is het model, de uitvoering, de constructie, het materiaalgebruik enz. naar antieke maatstaven. Wellicht wordt zo'n meubel later ooit weer wel echt antiek, ook door de inflatie. Die forse prijs kan dus best als een zinnige belegging worden beschouwd. Misschien gaat dat allemaal zó snel datje bij wijze van spreken even kunt wachten tot het antiek is. Er zijn uiteraard ook wel oneerlijke antiquiteiten. Door gebruik te maken "van oud hout uit gesloopte gebouwen e.d., afgietsels te maken van antiek beslagmateriaal kan een handige jongen een puur antiek uitziend meubel maken, compleet met (echte) houtwormgaatjes. Wanneer u daarbij ont dekt dat de panelen gefineerd zijn, kan hij u meewarig aankijken en u erop wijzen dat Lodewijk XVI-meubels (de echte) óók gefineerd waren en dat zelfs de oude Egyptenaren de kunst van het fineren al verston den. Dat is volkomen juist. Vergeet echter niet dat er in die tijden nog geen schilmachines bestonden en dat het (met de hand gezaagde!) fineer aan zienlijk dikker was dan het moderne fineer. Daarmee kan een zogeheten echt stuk antiek herkend worden als vals. Op de kanten van deuren enz. is de dikte van het fineer met een scherp oog te onderkennen. Vals is eigenlijk alleen wat als oud (in jaren) wordt verkocht maar dat is nagemaakt. Een eerlijke kopie van een stijlmeubel uit vroeger eeuwen, ook als zodanig verkocht, en met machines in plaats van met de blote handjes vervaardigd, is een waardevol en steeds in waarde stijgend bezit. Een machinale kopie van hand-steekwerk hoeft helemaal geen kitsch te zijn... 't Is toch gewoon móói? Inbraakpreventie is een bittere noodzaak in deze tijd. Een van de zwakke plekken in de „toe- gangsbeveiliging" is het slot van elke deur die van buitenaf ingang tot het huis verschaft. Om dit on derdeel van de particuliere be veiliging zo secuur mogelijk te maken, zijn talrijke systemen ontwikkeld. Een van de nieuwste is het Preso-Matic deurslot; een druktoetsenslot waaraan geen sleutel te pas komt, maar dat ge opend wordt door een aantal toetsen (genummerd van 0 tot 10) in te drukken volgens een be paalde, zelf gekozen en ingestel de code. Wie de code kent (u zelf, goede bu ren, familie, vertrouwde kennis sen die tijdens vakantie op uw huis passen, de babysit enz.), kan de deur zonder problemen ope nen. Een sleutel afgeven, met alle risico's van kwijt raken enz., is niet nodig. De code kan uiteraard zo nodig ook worden veranderd Het lukt een onbevoegde nooit om de juiste combinatie te „raden". Zelfs een eenvoudige code van vier (uit de tien) cijfers biedt combinatiemo gelijkheden tot een aantal van 10.000. Wilt u de code ingewik kelder maken, neem dan bijv. 7 cijfers... Een inbreker zou dan moeten raden uit tien miljoen combinaties! Dat betekent in fei te dat het Preso-Matic slot zo vei lig is als de brandkast van de bank. Het druktoetsslot is ontwikkeld voor uitstellingen enz., maar hoeft vanwege de prijs geen be letsel te vormen voor de particu liere gebruiker. Het aanbrengen in de deur is ook geen probleem. Van binnenuit kan het slot met een druk op een knop (dus zonder de cijfercombinatie te hanteren) worden geopend. De leverancier geeft er een duidelijke handlei ding voor de montage bij. Voor een prijs van tegen de 200 gulden is zo'n slot, exclusief eventuele accessoires (sierpaneel, dekplaat enz.), te koop. Wie er meer van wil weten, kan te recht bij KCT Handelsonderne ming, Postbus 141, 2350 AC Lei derdorp, tel. 071-410031. Olieverfschilderijen zijn eenvoudig en zonder gevaar zelf schoon te maken. Een natte scheerkwast en babyzeep (zonder chemicaliën) doet wonderen. Voordat met het schoonmaken wordt begonnen, moet eerst het schilderij uit de lijst worden ge haald. Daarna met de natte scheerkwast over de zeep wrij ven, zodat er schuim ontstaat. Dit schuim met de scheerkwast in draaiende bewegingen op het schilderij aanbrengen. Het schuim wordt onmiddellijk bruin van het vuil. Met een voch tige spons het schuim wegvegen. Dit herhalen tot het schuim wit blijft. .6* .<T „Vleeschmeester" Ger de Kroes heeft zowat overal filialen, ook in de woonplaats van lezeres R. Zij gaat op een dag naar deze slagerij en bestelt drie lendekarbonades. De winkelbediende zegt dat de karbonades per kilo in de recla me zijn. Een kilo kost nu slechts f 10,98. ,JHoeveel karbonades zitten een kilo?", vraagt R. „Nou nee, dat is mij toch te veel", besluit mevrouw R., „geef me er maar gewoon drie". De winkelbediende weegt drie karbonades af. Het is 780 gram. Hij slaat op de kassa f 11,20 aan. „Dat is toch niet mogelijk?"zegt mevrouw R. Jk neem minder dan een kilo, dus ik krijg niet de aan bieding spr ijs, maar dan kan het toch niet zo zijn dat ik nu méér moet betalen dan voor een hele kilo?" De winkelchef wordt er bij gehaald. „Het klopt", zegt die. „De lage prijs geldt alleen maar als u een kilo of meer neemt. Neemt u minder, dan wordt dat per pond veel duurder". Schrijft een brief Mevrouw R. gaat verbijsterd naar huis. Daar schrijft zij een brief aan de directie van De Kroes Sla gerijen. Wie tot zover had gedacht dat het hier slechts ging om een malle redenering bij één filiaal van De Kroes, heeft het mis. Méér reke nen dan de kiloprijs die in de aanbieding is, als je minder vlees meeneemt dan een heel kilo, is een onderdeel van de verkoop strategie, die de Vleeschmeester voor al zijn zaken vaststelt. Die strategie is echter zojuist nog eens opnieuw bekeken, zo meldt De Kroes, en men is tot de conclusie gekomen dat er iets moet worden gedaan „om de kleinere consument tegemoet te komen". De Kroes stuurt een bewijsstuk mee om aan te tonen dat dit alle maal echt waar is. In zijn „week bericht 36" richt hij zich tot zijn winkelchefs: „De afgelopen week heeft u een nieuwe ver koopprijslijst gehad. Zoals u ge zien zult hebben, zijn daarop de 500 grams-prijzen weggelaten. U moet in het vervolg voor 500 gram gewoon de helft van de kiloprijs rekenen. Op deze manier hopen we voor de klanten wat duidelij ker te worden. Dit geldt ook voor de reclameartikelen. Dus wat per kilo f 10 kost, kost per 500 gram f 5, en per 100 gram f 1. Ook wil ik u er nogmaals op wijzen dat u nooit meer mag rekenen dan op de prijslijst staat". Kijk, en dat weekbericht had de winkelchef nog niet goed gele zen. „Een menselijke vergis sing", zegt De Kroes. Tegoedbon Hij rekent uit dat er daardoor aan mevrouw R. f 2,64 te veel is bere kend, en stuurt haar voor dit be drag een tegoedbon. Voor haar f2,64 moet mevrouw R. dus ook weer vlees nemen, bij Ger de Kroes uiteraard. Door de tegoed bon te „innen" neemt zij uitein delijk toch de rest van de één kilo vlees af, waar de lage prijs op ge baseerd was. Zij heeft alleen maar enig uitstel gekregen voor de laatste paar ons, die zij al van tevoren had afgerekend door te veel te betalen. Bovendien zal zij niet slechts die paar ons van haar tegoedbon ne men, als zij ermee naar de winkel gaat, want wat zou zij daar aan hebben? Zij heeft per keer voor haar gezin heel wat meer nodig. Dus koopt zij om die praktische reden nog aanmerkelijk meer, mag je aannemen. Het totaal van wat zij zodoende uiteindelijk bij De Kroes heeft gekocht om ach teraf alsnog een voordeliger prijs te hebben voor die eerste drie karbonaadjes, zal naar schatting wel in de buurt van de anderhalve kilo liggen. Een slager die dit weet te spelen als een tegemoetkoming aan de kleine consument, mag zich in derdaad „meester" noemen... Mevrouw R. had maar drie karbonades nodig..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 15