Ik beschouw
't onderzoek
als een eer"
VRIJDAG 19 OKTOBER 1979
EXTRA
PAGINA II
Door
Jan Westerlaken
Vergelijking van re-
constructietekening van
Floris V met een bestaand
portret.
RIJNSBURG - De graven
en gravinnen van het Hol
landse Huis (zij regeerden
tussen 1039 en 1296), van
wie de skeletten enkele ja
ren geleden bij de her
vormde Grote Kerk in het
hartje van Rijns burg zijn
herbegraven, zijn ook in
derdaad van adellijke af
komst.
Dr. B. K. S. Dijkstra, vroeger antro
poloog (wetenschap die de mens
als biologisch fenomeen bestu
deert), nu keel-, neus- en oorarts
in een ziekenhuis in het Zuidafri-
kaanse Pretoria, heeft dit weten
schappelijk vastgesteld. Het on
derzoek op de geraamten, die de
professoren Van Giffen en Glas
bergen in Rijnsburg blootlegden,
strekte zich uit over een jaar of
tien. De arts onderzocht de ske
letten toen hij nog een praktijk in
Groningen, waar hij ook is gebo
ren, uitoefende.
Het onderzoek in boekvorm is gis
termiddag ten doop gehouden.
De commissarissen van de ko
ningin in Zuid-Holland (Vrolijk),
Zeeland (Boertien) en Noord-
Holland (De Wit) kregen het eer
ste exemplaar. Het boek kon
worden uitgegeven dankzij een
subsidie van f 30.000 van het
Prins Bernhardfonds. De Wal
burg Pers in Zutphen heeft twee
duizend exemplaren gedrukt.
Sleutel
Zijn specialistische kennis van de
neus, keel en oren kwam dr. Dijk
stra goed van pas. Het was zelfs
een belangrijke sleutel voor het
beantwoorden van de vraag of hij
inderdaad met de grafelijke fa
milie te maken had. Alle schedels
vertoonden namelijk dezelfde
afwijking. De voorhoofdsholte
ontbrak praktisch bij allemaal.
Voor de arts stond het toen vast
dat hij hier met één en dezelfde
familie te maken had.
Aanvankelijk nam men gewoon
aan dat bi' de Grote Kerk, waar
speciaal vjor de graven én gra
vinnen een monument is opge
richt (de koningin heeft dit ont
huld), idellijke personen waren
begraven. Deze gedachte stoelde
echter op geen enkele weten
schap.
Niet alleen voor de Rijnsburgers is
het onderzoek van dr. Dijkstra
van belang, zij hebben nu einde
lijk zekerheid over de begraven
graven en gravinnen. Ook voor de
geschiedkundigen in ons fand
deed de arts enkele belangwek
kende ontdekkingen.
Toernooi-moord
De opmerkelijkste conclusie is wel
de moord op Floris IV (hij leefde
van 1210-1234). Deze graaf, zo
staat voor dr. Dijkstra onomsto
telijk vast, is tijdens een toernooi
met een stomp wapen van het le
ven beroofd. De schedel van Flo
ris IV was op twee verschillende
plaatsen verbrijzeld.
Een ongelukkig toeval zou één van
de verwondingen hebben kun
nen veroorzaken. De tweede
stoot die de graaf kreeg is opzet
telijk toegebracht met de bedoe
ling hem bewust te doden. De
conclusie van dr. Dijkstra is dan
ook duidelijk: moord.
Onze geschiedenisboeken maken
er nog altijd melding van. Floris
V, der keerlen God, werd ook
vermoord. Alleen de manier
waarop dit geschiedde, zo is nu
gebleken, klopt niet met de wer
kelijke feiten. Floris V heeft met
zeker drie aanvallers te maken
gehad van wie er één een groot en
zwaar zwaard hanteerde. Hier
mee zouden hem, staat er in de
geschiedenisboeken, bij de eer
ste aanval beide handen zijn af
gekapt.
'Gaaf
Dr. Dijkstra heeft hiervan niets
kunnen ontdekken. De handen,
althans de botten ervan, waren
'gaaf toen de arts met zijn onder
zoek begon. De arts heeft wel 21
wonden teruggevonden, waar
van er zes met het zwaard moeten
zijn toegebracht en de rest met
kleinere steekwapens. De ver
wondingen zijn van verschillen
de kanten toegebracht.
Floris V is op brute wijze om het
leven gebracht. De aanvaller met
het zwaard, die zó wild om zich
heen moet hebben gezwaaid dat
de andere twee belagers nauwe
lijks de kans kregen de graaf te
benaderen, heeft twee keer ge
probeerd hem de schedel te klie
ven. Na twee mislukte slagen luk
te hem dit uiteindelijk. Naast de
gewelddadige dood van beide
'Florissen', heeft dr. Dijkstra nog
één zekere moord kunnen vast
stellen. Floris de Zwarte, een
broer van Dirk VI, overleed nadat
zijn voorhoofdbeen was verbrij
zeld. Hij heeft meer dan één slag
op zijn schedel gehad. Het wapen
waarmee de klap moet zijn uitge
deeld, is een scherp wapen ge
weest. Dit heeft hem met de punt
geraakt. De forse verbrijzeling
wijst erop dat met een zwaar wa
pen is geslagen. Waarschijnlijk
heeft Floris de Zwarte te maken
gehad met twee aanvallers die
hem van voren te pakken hebben
genomen.
De dood van Jan I. ongeveer vijf
tienjaar oud, die werd gevonden
in hetzelfde graf als Floris V, is
wat raadselachtig. Dr. Dijkstra
houdt er in zijn onderzoek reke
ning mee dat deze jonge graaf
door vergiftiging om het leven is
gebracht. Een biochemicus en
een apotheker hebben, los van
elkaar, dit geval onderzocht. In
het bot hebben zij echter geen
sporen kunnen vinden die op een
eventuele arsenicum-vergifti-
ging lijken. Daarom concludeert
dr. Dijkstra dat de werkelijke
doodsoorzaak van Jan I niet is
achterhaald.
Bijna dertig jaar geleden, toen de
botten onder de vloer in de Grote
De skelet -
van de le
den
van het
grafelijk
Huis
Kerk werden gevonden, kreeg dr.
Dijkstra het verzoek van profes
sor Van Giffen, directeur van het
biologisch-archeologisch insti
tuut van de universiteit in Gro
ningen, het verzoek om de zeven
tien opgegraven geraamten te
onderzoeken. Het ging om op
gravingen op het terrein van de
voormalige abdijkerk, de plaats
waar een aantal graven en gra
vinnen van het Hollandse Huis
zouden zijn bijgezet. De resten
gingen, op uitdrukkelijk verzoek
van het Hijnsburgse gemeente
bestuur, nadat het onderzoek was
afgerond, weer terug naar de
plaats waar ze waren gevonden.
Schedels van leden van het Hol
landse Huis met hun aanverwanten
van 1133-1299. Bovenste rij van
links naar rechts: Henric van Gelre,
Aleid van Gelre, Symon of Godfried
met de Bult, Floris de Zwarte. Ro
bert Florisbroer, Aleidis, nr. 106,
Willem I.
Onderste rij van links naar rechts:
Floris V. Floris. broer van Willem I
of Dirk Vil. Petronella. Willem,
broer van Floris IV en Ada, Bald-
winus, broer van Willem I, Floris
IV, Ada, Jan 1.
Bloedgroep
In diverse gevallen, dertien stuks,
heeft dr. Dijkstra nog de bloed
groep kunnen achterhalen: vijf
maal a, eenmaal b en zevenmaal
Om de geraamten te identificeren is
de arts uitgegaan van bekende
historische gegevens. De graven
hadden meestal veel kinderen
(negen was niks bijzonders). De
regerende vorsten zijn, historisch
gezien, de meest bekenden ge
worden. Tussen 1039 en 1296, een
periode die 257 jaar overbrugt,
hebben ongeveer negen genera
ties geregeerd. Gemiddeld dus 28
jaar per generatie.
In Rijnsburg, zo blijkt uit het on
derzoek van dr. Dijkstra, zijn in
elk geval bijgezet Floris de Zwar
te, zoon van Floris II en Petro
nella van Saksen. Hij stierf toen
hij tussen de 25 en 30 jaar oud
was. Ook Petronella, de vrouw
van Floris II, werd hier op onge
veer zestigjarige leeftijd begra
ven. Verder zijn er de geraamten
gevonden van Robert, broer van
Floris III, een dertiger; Aleid.
dochter van Dirk VII en Aleid
van Kleef. Aleid overleed op zeer
jeugdige leeftijd; Hendrik van
Gelre, zoon van Otto I van Gelre.
Ook hij stierf jong. Aleid van Gel
re, dochter van Otto I van Gelre,
werd 35 jaar oud; Willem I over
leed toen hij vijftig jaar was; Ada,
dochter van Aleid en Hendrik
van Gelre, werd rond de veertig
jaar; Floris IV 24 jaar; Floris V
bijna 42 jaar; Jan I vijftien jaar;
Beatrix van Vlaanderen werd
veertig jaar en Machteld van
Lancaster, getrouwd met Willem
V, stierf toen zij tussen de dertig
en veertig jaar was.
De gevonden skeletten waren
zwaar. Hieruit heeft dr. Dijkstra
opgemaakt dat de graven en gra
vinnen lang en fors gebouwd
moeten zijn geweest. De vrouwen
hadden bijna een mannelijke
bouw.
Stamboom
Omdat het niet alleen van belang is
te weten wie er nu in Rijnsburg
zijn begraven, maar wie er moge
lijk nog verder zouden kunnen
liggen, heeft dr. Dijkstra een
stamboom opgesteld. Hieruit
blijkt dat de graven en gravinnen
van het Hollandse Huis aanvan
kelijk in Egmond werden begra
ven. Tot en met Dirk VI zijn de
regerende graven daar bijgezet.
Bij Floris de Zwarte 1133) begon
het begraven in Rijnsburg. Elf
jaar later werd zijn moeder, Pe
tronella van Saksen, hier bijge
zet.
Dit beeld verandert in de dertiende
eeuw. Regerende graven (Willem
I is de eerste) worden dan ook in
Rijnsburg ter aarde besteld. De
voorkeur voor de abdijkerk in het
bloemendorp zal vermoedelijk
wel een praktische kant hebben
gehad: ruimteproblemen in Eg-
mond.
In de kerk zelf zijn overwegend de
mannen begraven, de vrouwen
van het Hollandse Huis zijn ge
vonden in de kloostergang. Drie
gravinnen lagen wél in de kerk:
Petronella (stichter van de abdij),
Aleid van Gelre, de vrouw van
Willem I en Ada van Holland, die
lange tijd abdis van Rijnsburg is
geweest.
Geschiedschrijver
Wat de geschiedschrijver Melis
Stoke in 1591 over de moord op
Floris V heeft geschreven, bena
dert dat wat dr. Dijkstra heeft ge
vonden. In zijn kroniek spreekt
Stoke over 22 verwondingen die
de graaf zijn toegebracht, dr.
Dijkstra heeft er 21 gevonden.
Ook Stoke geeft aan dat er drie
aanvallers moeten zijn geweest,
de reconstructie van de arts wijst
dit ook uit. Dr. Dijkstra hei ft deze
passage in zijn onderzoek opge
nomen om de betrouwbaarheid
van Stoke aan te geven.
Dr. Dijkstra komt tot de conclusie
dat het zetten van gebroken le
dematen in deze tijd niet zoveel
problemen opleverde evenals het
trekken van tanden en kiezen.
RIJNSBURG - 'Even' en tus
sen alle bedrijven door
heeft dr. Dijkstra in Eg-
mond de skeletten opge
graven van Floris I en zijn
zoon. Om de geraamten
van beide graven te mogen
opgraven kreeg de arts
toestemming van Monu
mentenzorg
"We moesten wel meer dan twee
meter diep de grond in voor
we wat vonden", vertelt hij.
Het eerste dat dr. Dijkstra op
viel toen het skelet was bloot
gelegd, was de enorme lengte
van Floris 1. "Ik heb één van
de benen eruit genomen en dat
naast het mijne gehouden. Het
bot was een heel stuk langer."
De tweede ontdekking die dr.
Dijkstra in Egmond deed was
dat de zoon van de graaf een
heel stuk jonger moet zijn ge
weest toen hij stierf dan men
tot nu toe heeft aangenomen.
"Tien jaar staat overal geno
teerd, maar het skelet van het
kind was niet langer dan 84
cm. Dit kan dus niet ouder
zijn geweest dan hooguit één
jaar."
Beide geraamten, die meer dan
negenhonderd jaar oud, zijn,
werden in Egmond herbegra
ven in de tuin van het klooster.
"Ik was daar enorm van on
der de indruk"vertelt dearts.
"Zo rustig als het daar was en
zo plechtig als de skeletten
weer ter aarde werden be
steld. Het leek net of we in de
tijd van de graven leef
den......."
Leesboek
Dr. Dijkstra, schrijver van het
KNO-arts onderzocht botten graven en gravinnen Hollandse Huis
van het Hollandse Huis',
draait er niet om heen"Het is
een wetenschappelijk boek",
zegt hij. Maar daarnaast
blijft er voor de 'gewone' man
toch voldoende tekst over om
met plezier te lezen. Ze kunnen
het wetenschappelijke gedeel
te rustig overslaan."
In zijn schaarse vrije uurtjes
heeft de keel-,neus- en oorarts
het onderzoek gedaan. "Dan
deed ik 's avonds weer eens
wat, dan in het weekeinde en
zelfs in m'n vakanties was ik
er mee bezig. Bij elkaar ben ik
toch zeker tien jaar met dat
onderzoek in de weer geweest.
Het onderzoek was in princi
pe in 1961 al rond. Later heb
ben we. doordat er nieuwe
ontwikkelingen gaande wa
ren, wat proeven overge
daan."
Dr. Dijkstra moest een rapport
inleveren om in aanmerking
te komen voor een subsidie
v>an het Prins Bernhardfonds
Groot dertigduizend gulden.
Ook dr. Dijkstra had, toen hij
met het onderzoek begon, zich
nooit kunnen voorstellen dat
hij hiermee tien jaar in de
weer zou zijn. "Nee", vertelt
hij, "dit had ik niet kunnen
voorzien. Het had natuurlijk
wel voordelen. Ik kon steeds
gebruik maken van nieuwe
technieken die werden ont
wikkeld. Dit onderzoek be
schouw ik toch wel als een eer.
Zeker als je duidelijk voor je
gekomen."
Dr. Dijkstra: „Ik heb
1500 foto's
elj moeten verzorgen. II
'enk", zegt hij. "dat ik zeke
ijftienhonderd afdrukkei
heb gemaakt. En ah
er rónt-
je doet is
genopnamen moesten
worden
procent en
gemaakt, kon dat ni
et even
procent."
tussendoor. Dat moes
t altijd
Van alle kar
op tijden gebeuren da i
l er geen
stra hulp
kenhuis
onderzoek.
waren. Maar ja, bij a
ilies dat
neigd alles
moeten werken"
iten heeft dr. Di
Je bent gouwe
Ik had al heel snel in de gaten
dat dit niet kon. Daarom heb
ik diverse specialisten ge
vraagd wat irerk voor mij te
doen op hun vakgebied. Voor
mij was dit nok wel leuk. Zo
doende stak ik daarvan weer
wat kennis op."
Toen het onderzoek nog in volle
gang was werd er beweerd
dat de schedel van Floris V
met een lijmfabrikant was
meegegeven, die bij de arts
aan de deur was geweest voor
wat botten.
Geen grap
"Nee, nee", roept dr Dijkstra
uil. "dit was beslist geen grap.
Alleen omdat ik met bereid
was die schedel te laten foto
graferen heeft men mij dit
gelapt. Ieder mens die nuchter
denkt kan toch wel begrijpen
dat een lijmfabrikant niet bij
een arts langskomt voor been
deren. Belachelijk."
Op zo'n aanval had de arts m
het geheel niet gerekend.
"Voor mij was het een enorme
Ik heb daarom
dooi
is la-
ten vastleggen."
Omdat hij het onderzoek thuis
deed en de zaak landelijke be
kendheid kreeg door dit voor
val, liet dr. Dijkstra zijn hele
huis beveiligen. "Er lopen al
tijd mensen rond die er op uit
zijn zulke dingen te gappen.
Kijk, als niemand er iets van
weet, kan je rustig werken.
Maar nu was heel Nederland
op de hoogte. Ik heb nu mee
gemaakt dat als je ergens nan
uniek is. ze be
tid zu
heb ik dat