Steeds meer
vrouwen in
de imkerij
Kantklossen als
hobby herontdekt
Kamerplanten stekken
Fotograferen
in de herfst
J)
MAANDAG 15 OKTOBER 1979
PAGINA 13
Door
Harry Wonink
De animo voor de bijen-
houderij is groeiend.
Miljoenen bijtjes wor
den gehouden in kasten
en korven, soms zelfs in
een stadstuin. Over het
groeiend aantal ama
teur-imkers hadden wij
een gesprek met de se
cretaresse van de Ver
eniging tot Bevorde
ring van de Bijenteelt in
Nederland, de uit Fle
ringen afkomstige Thé-
rèse Rive-von Bon
ninghausen.
van een volk is rond de 60.000 (in de
winter ongeveer 20.000), zodat er dus
rond vijf miljard van die huisdiertjes
boven de bloeiende boomgaarden, lin
den, bloemenbermen, koolzaad en
heide vliegen. En voor al die bijen
dreigt gevaar.
Een gevaarlijke mijt, die in China en Ja
pan hele streken „bijenvrij" heeft ge
maakt, rukt op. In Zuid-Duitsland is de
Varoa-mijt de bijenkasten al binnen
gedrongen. Dat betekent onherroepe
lijk de dood voof het hele volk, al kan
dat soms een paar jaar duren. De enige
methode om deze mijtziekte te stop
pen, is het doden van aangetaste vol
ken.
Daar het oprukken van deze mijt, die al
tot het Zwarte Woud is gevorderd, ze
ker niet bij onze landsgrens ophoudt,
richt de Vereniging tot bevordering
van de bijenteelt nu in allerijl ziektebe-
strijdingsteams op. Per afdeling - de
vereniging telt er 300 - worden kleine
teams gevormd die binnenkort een
opleiding krijgen, zodat ze met behulp
van microscopen het ziektebeeld leren
waarnemen.
Op deze manier kunnen snel maatrege
len worden genomen om het opdrin
gen van de mijtziekte tegen te gaan.
Thérèse Rive ziet de toekomst dan ook
bepaald niet somber in. Het uitsterven
van de bijenvolken zou trouwens niet
alleen een ramp zijn voor de ho-
ningliefhebbers. Steeds meer bijen
worden de laatste jaren ingezet voor
het bestuiven van de bloesems in
boomgaarden. Er kan zelfs niet geheel
aan de vraag van de fruittelers worden
voldaan.
Bedreiging
De Vereniging tot bevordering van de
bijenteelt, die in 1897 werd opgericht,
ondervond gedurende de laatste oor
logsjaren een enorme opbloei. Bijen
houders kregen in die tijd extra toewij
zingen voor tabak en suiker. Dat sti
muleerde de aanmelding sterk. Vlak na
de oorlog was het ledental met 20.000
nog ongekend hoog. Vervolgens ging
het naar een opmerkelijk laag niveau.
Daarvoor zijn allerlei oorzaken aan te
wijzen.
Het „terug naar de natuur", zoals we de
laatste jaren meemaken, was toen nog
toekomstmuziek. Ook werd in sommi
ge streken het bijertfiouden verboden.
Bijvoorbeeld waar veel komkommers
werden geteeld, die toen nog niet ste
riel waren en door toedoen van de bijen
vol zaad konden geraken. Hoewel de
bijenhoudenj nu duidelijk in de lift zit,
dreigen er toch nieuwe gevaren.
De Vereniging van Nederlandse Ge
meenten laat momenteel een model
„algemene politieverordening" circu
leren, waarin wordt bepaald dat bijen
kasten in de bebouwde kom op een af
stand van 30 meter van de openbare
weg dienen te staan en op 20 meter van
gebouwen waarin zich overdag men
sen bevinden. Enkele gemeenten heb
ben deze regeling al aan hun APV toe
gevoegd.
Voor veel amateur-imkers zal dat vol
gens Thérèse Rive het einde van hun
hobby betekenen. De gemeenten zou
den volgens haar het bijenhouden eer
der dienen te stimuleren. Door de be
stuiving die de diertjes bewerkstelli
gen, kunnen allerlei struiken en bomen
een overvloed aan mooie vruchten
gaan dragen (cottoneasters, sierappels,
enz.), waar dan weer vogels op afko
men. Zo bevordert men een natuurlijk
klimaat in de bebouwde kom.
In Amstelveen is dat al het geval. Daar
heeft de plantsoenendienst zoveel voor
de imkers gedaan, dat die zelfs met hun
kasten de stad niet meer uit hoeven om
de bijen aan hun trekken te laten ko
men. De Amstelveense imkers reizen
niet met hun volken naar het koolzaad
of de heide, zoals zoveel collega's uit
andere delen van het land. Hun volken
vliegen op de speciaal voor hen aange
legde beplantingen.
Drachtweide
Door bemiddeling van de vereniging
verricht de overheid meer goede dien
sten aan de imkerij. Dat is bijvoorbeeld
het geval in de Flevopolders. De Rijks
dienst heeft daar een drachtweide ge
schapen op de wegbermen, door de in
zaai van witte klaver. Rode klaver
wordt niet door de byen bevlogen. De
nectarbron ligt onbereikbaar voor de
huisdiertjes. In Amerika is wel gepro
beerd een bij met een lange tong te
fokken, zodat ook de honingrijke rode
klaver zou kunnen worden bevlogen.
Dat is echter mislukt.
De nostalgie viert ook hoogtij in de by-
enhouderij. Hoewel de moderne kas
ten praktischer zijn en gemakkelijker
in het gebruik, komt de gevlochten
korf terug. Bijna iedere imker heeft
naast zijn kasten ook een aantal van die
ouderwetse bijenverblyven in ge
bruik.
Thérèse Rive-von Bonninghausen is al
gemeen secretaresse van de Vereeni-
ging tot bevordering van de bijenteelt
in Nederland, die haar domilicie in het
Bijenhuis heeft. Een fraai pand, waar
de leden onder andere alles kunnen
kopen (tot bijenkasten en korven toe)
dat ze voor hun hobby nodig hebben.
Ook kunnen ze er hun overtollige ho
ning kwijt. Haar vereniging, met 7000
leden veruit de grootste van ons land,
groeit snel. „Vijf jaar geleden", vertelt
zij, „leek de hele imkerij te vergrijzen.
De laatste tijd is er een duidelijke ople
ving".
„Twee en een half jaar geleden waren er
nog maar 5500 leden. Nu melden zich
steeds nieuwe. Ook van die aparte figu
ren, u weet wel, die op blote voeten
lopen en ergens in een afgelegen boer
derijtje geitekaas maken en milieu
vriendelijke landbouw bedrijven. Op
vallend is echter dat er steeds meer
vrouwen belangstelling krijgen voor
de amateur-imkerij".
In ons land zijn nog drie beroepsimkers
werkzaam, onder wie de gebroeders
Swieters in Dedemsvaart. Toch komt
er voldoende honing op de markt, want
naast genoemd aantal van 7000 bijen
houders bestaan ook nog de Algemene
Nederlandse Imkersbond en de Bijen
houdersvereniging van de ABTB, met
samen 4000 leden. Daarbij komt dat de
honingconsumptie in ons land niet
hoog is.
Men komt hier nog maar tot 300 gram per
hoofd per jaar. In West-Duitsland is dat
een kilogram. Wat de economische
waarde betreft, staat bijvoorbeeld bij
onze oosterburen van de huisdieren de
bij op de vierde plaats.
„Toch ontdekken ook bij ons steeds
meer consumenten hoe gezond honing
is", aldus Thérèse Rive. „De vraag is
groeiende. Mensen die astmatisch zijn
of last hebben van hooikoorts, schijnen
wel eens baat te vinden bij honing die
in eigen streek is gewonnen. Daarin zit
dan stuifmeel van planten uit de eigen
omgeving en door deze honing regel
matig te gebruiken, raakt het lichaam
daaraan gewend. Het is een oud volks
verhaal, maar het klinkt niet onlo
gisch..."
Mijtziekte
Zij schat dat de Nederlandse imker ge
middeld zeven bijenvolken houdt. Zelf
heeft zij er trouwens maar twee bij haar
woning in Vleuten. De zomerse sterkte
Wie wel eens in Brussel, Antwer
pen of Brugge is geweest, herin
nert zich die leuke winkeltjes wel
met prachtige stroken kant en PrincipG
kanten kleedjes. Op markten en
pleintjes zie je vrouwen en meis
jes zitten die de kant nog op de
ambachtelijke manier maken. De
meeste kant wordt tegenwoordig
echter machinaal gemaakt. Toch
lijkt het erop dat er een nieuw
tijdperk van kantklossen met de
hand voor de deur staat. Kant
klossen is als hobby heront
dekt!
Historie
De geschiedenis van het kantklos
sen gaat terug tot de 14e eeuw. De
vrouw des huizes kloste zelf en
versierde daarmee kleding en
textiel. In de 17e en 18e eeuw
groeide dit ambacht uit tot een
echte huisindustrie. Bekend uit
die tijd is de Zweedse, Engelse,
Deense en Vlaamse kant. Vlaan
deren was lange tijd toonaange
vend.
De omstandigheden waaronder de
kantwerksters hun ambacht uit
oefenden, waren vaak slecht en
het bracht maar weinig geld op.
De dure kant kon alleen betaald
worden door de adel en rijke bur
gerij. Het was voor hen een soort
statussymbool: hoe meer kant,
hoe rijker men was. Het gezegde
„wie het breed heeft, laat het
breed hangen" is vermoedelijk in
die tijd ontstaan. Hoewel het ver
vaardigen van kant in de 19e
eeuw meer en meer door machi
nes werd overgenomen, bleef het
kantklossen - zij het op beschei-
Kantklossen is niet zo moeilijk als
het lijkt. Er worden eigenlijk
maar twee slagen gebruikt de
netslag en de linnenslag. De dra
den draaien (rechts over links) en
kruisen (links over rechts) hier
bij. Door de slagen te herhalen en
te combineren, ontstaan de
prachtigste motieven. Spelden
zorgen ervoor dat de gemaakte
slagen op hun plaats blijven en
het geheel niet in de war raakt.
Men werkt op een getekend of
gedrukt patroon, de zgn. kant-
brief. Hiervan is af te lezen hoe de
draden gekruist of gedraaid moe
ten worden en waar de spelden
komen.
Gereedschap en mate
riaal
Kantklossen is een hobby die geen
dure investeringen vergt. Veel
van het gereedschap hebben we
al in huis: roestvrije spelden,
speldenkussen, haaknaald, prik-
pen en schaar. Wat aangeschaft
moet worden, is een kantklos
kussen, linnen en klosjes. Kus
sens zijn er in verschillende ma
ten en uitvoeringen, afhankelijk
van hetgeen men klossen wil
(stroken of kleedjes). Zo'n kussen
is voor weinig geld ook makkelijk
zelf te maken van spaanplaat,
tempex (piepséhuim) en hand-
werklinnen.
Voor het fijne, „ouderwetse" kant-
kloswerk wordt voornamelijk
linnen garen gebruikt, in minde
re mate katoen en zijde. Linnen
garen is te koop in verschillende
dikten en kleuren: écru, wit. ge
broken wit, crème, mat, glan
zend. Tegenwoordig zijn er ook
enkele felle kleuren verkrijgbaar.
Voor het „moderne" kantklossen
kunnen materialen als wol, touw,
vissersgaren en tapijttouw wor
den gebruikt.
Toepassingen
Als u de grondbeginselen helemaal
onder de knie hebt, kunt u zelf
ontwerpen maken; eerst eenvou
dige, later meer ingewikkelde
met een groot aantal klossen.
Kantklossen is een creatieve
hobby, waar niet alleen mooie,
maar ook nuttige (gebruiks)
voorwerpen mee te maken zijn.
Naast de bekende stroken kant,
waarmee kleding en huishoude
lijk textiel versierd wordt, noe
men we kleedjes, onderzetters,
boekenleggers, sjaals, tasjes en
hangers. Als u zich wilt wagen
aan het grotere werk, denk dan
aan vrije figuren als wanddecora
ties, lampekappen, gordijntjes,
raamhorren, separaties, enz. U
ziet het, er zijn mogelijkheden te
Informatie
Wilt u meer weten over het kant
klossen, dan kunt u terecht bij de
boekhandel. Er is een aantal leu
ke boekjes te koop, die u vertel
len hoe het klossen in zijn werk
gaat. We noemen er enkele:
Kantklossen, Slag voor Slag
(Cantecleer, f24), Modern Kant
klossen (Zomer en Keuning,
f 17,50), Vrouwelijk Handwer-
ken-Kantklossen (Kosmos,
f 10,30) en Het Kantklosboek
(Zomer en Keuning, f35).
Kant en klaar kant kunt u bewon
deren in de volgende musea:
Rijksmuseum (Amsterdam),
Openluchtmuseum (Arnhem),
Kostuummuseum (Den Haag),
Een kantkloskussen met daarop een kantbrief.
Poffermuseum (St. Oedenrode),
Boymans van Beuningen (Rot
terdam) en het Aartsbisschoppe
lijk museum (Utrecht). Adressen
in het buitenland vindt u o.m. in
het boekje Kantklossen, Slag
voor Slag.
In een groot aantal plaatsen in Ne
derland worden cursussen gege
ven. Inlichtingen hierover kunt u
krijgen bij Van Eeuwen Informa
tiecentrum voor oude ambachten
in Hollandsche Rading (tel:
02157-257 of 636).
Zuiniger
open haard
- De gezelligheid van een open
haard spreekt velen aan. Een
marktonderzoek heeft uitgewe
zen dat er in ons land meer dan
500.000 open haarden zijn. Het
gezelligheidsaspec t van een
open Haardvuur is in deze tijd van
centrale verwarmingen belang
rijker dan de warmte: een groot
deel van de afgegeven hitte ver
dwijnt immers door de schoor
steen.
Het is dan ook niet vreemd dat, nu
er alom op energie wordt bezui
nigd, de vraag naar open haarden
die meer warmte afgeven, toe
neemt. Op de markt is een geheel
nieuw type open haard versche
nen, met een door een glasven
ster afgesloten stookplaats. De
haard, van Franse makelij, be
staat uit drie delen, en kan een
voudig zelf in elkaar gezet wor
den. Een ander voordeel is dat de
open haard bij verhuizing mee
genomen kan worden.
Nog altijd gaan er veel
de vakantie de kast in, alsof zo'n
ding alleen maar in de zomer
bruikbaar zou zijn. Herfst en win
ter zijn echter uiterst dankbare
fotoseizoenen. Een door een wa
terig néyaarszonnetje beschenen
spinneweb in de tuin kan een
stemmige, zelfs artistieke herin
nering aan de wisseling der sei
zoenen opleveren. Bevroren slo
ten en vaarten, sneeuw in de tuin
of in het landschap, allemaal uit
stekende objecten voor de ware
fotoamateur.
Wandelen in een herfstbos, en
straks misschien weer met de
schaatsen eropuit neem dus de
camera mee.
Wanneer u, met de herinnering aan
de barre winter '78-'79 nog in het
achterhoofd, aan sneeuwfoto's
denkt, voorkom dan een veelge-
maakte fout. Vanaf een polder
dijkje of zo ziet een landschap
onder een sneeuwdeken er in-
Veel kamerplanten kunnen we zelf
uit stek opkweken. Zo komen we
goedkoop en met betrekkelijk
weinig moeite aan nieuwe plan
ten. Het is ook erg leuk om opge
kweekte stekjes cadeau te geven
aan vrienden en familie, als u
tenminste niet allemaal dezelfde
planten in de huiskamer wilt
hebben. Sommige planten moe
ten overigens regelmatig door
middel van stekken verjongd
worden omdat de moederplant
anders lelijk begint te worden.
Bij andere planten is regelmatig
snoeien belangrijk, vaak ook om
zijn formaat in toom te houden.
Dat snoeisel kan vaak gebruikt
worden voor stekken. U doet er
iemand soms een groot plezier
Hoe stekken we?
Bij stekken worden nieuwe wortels
vanuit de cambiumlaag gemaakt.
Cambium is een groeiweefsel dat
zich direct onder de bast bevindt
en dat in staat is nieuwe cellen te
drukwekkend uit. maar op de fo
to die u dan maakt, is weinig meer
te zien dan éen egale witte vlakte.
Neem daarom bij sneeuwfoto's
by voorkeur altijd een contraste
rend object in de voorgrond, zo
als het donkere hek op deze foto.
Een afsluiting van de achter
grond geeft de foto nog meer
diepte en levendigheid. Maak er
een stukje compositie van.
Misschien een wat voorbarige raad.
maar de winter komt er zó weer
aan. De goede fotohandel heeft
ook over dit aspect van het foto
graferen overigens altijd boeien
de informatie voor u.
We snijden een kop- of scheutstek
vlak onder de bladknoop omdat
de stengel daar het beste wortelt.
Dan worden de onderste blaadjes
verwijderd en de bovenste blij
ven staan. De stekken laten we nu
even liggen, zodat de wond kan
drogen. Dit is beter voor de vor
ming van wondweefsel (callus).
Planten die melksap in de stengel
hebben, moeten direct na het af
snijden in sigarenas gedoopt
worden om uitbloeden van het
sap te voorkomen. Dan worden
de stekjes in een potje met aarde
gezet, waar een plastic zakje
overheen gedaan wordt. Met een
stukje ijzerdraad zorgen we er
voor dat het plastic de stekjes niet
raakt. Zo wordt snelle verdam
ping voorkomen. De zanderige
grond wordt eenmaal .nat ge
maakt en daarna is gieten niet of
nauwelijks nodig. Indien moge-
lyk het potje boven de verwar
ming plaatsen, zodat de wortel
vorming versneld wordt. Niet in
de zon plaatsen. Als het stekje
duidelyk gaat groeien kan het
plastic zaKje er weer af.
Voor een kopstek moeten we het
bovenste deel van de scheut met
in de regel ongeveer drie tot vijf
blaadjes afsnijden. Veel kamer
planten kunnen we op deze ma
nier stekken. Sommige kopstek-
ken zullen zelfs in een flesje met
water wel willen wortelen. U
kunt het proberen met bijvoor
beeld Abutilon, Blad begonia,
Siernetel, Fuchsia, Hibiscus.
Oleander, Mannetrouw, Rha-
phidophora, Rhoicissus, Rochea
en Tradescantia. Ook het para
pluutje kan heel goed door mid
del van kopstek in een flesje wa
ter worden vermeerderd. Planten
die luchtwortels maken (Gaten-
plant, Philodendron) zullen het
beste wortelen als u een of meer
luchtwortels mee oppot.
Bladstek
Het hele blad wordt gebruikt om
bijvoorbeeld het Kaaps Viooltje,
Peperomia of de Begonia Rex te
stekken. Daarvoor wordt de
bladsteel iets ingekort en dan in
de grond gestoken. Aan de voet
van het blad zullen dan de jonge
spruitjes ontstaan en het oude
blad verdwijnt.
Bladstukjes als stek gebruiken we
bij dezelfde Begonia of by de
Sansevieria. We snyden het blad
dan in kleine stukjes en zetten de
stukken van de Sansevieria met
de snijwond in de aarde. Vanuit
de snijvlakken ontwikkelen zich
nieuwe plantjes. By de bladbe
gonia zorgen we ervoor dat ieders
stukje een dikke nerf heelt Dan
worden de stukjes plat op de
grónd gelegd en goed aange
drukt. De nieuwe plantjes ont
staan dan uit de nerf.
Marcotteren
Sommige planten zoals Philoden
dron, Dracaena, Cordyline en Fi
cus kunnen we door marcotteren
vermeerderen. Dit heeft het
voordeel dat we een flinke kop
kunnen gebruiken zodat we ook
meteen een veel grotere plant
hebben. Onder de kop wordt de
bast enkele millimeters met een
scherp mes ingekeept. Daar om
heen wordt een pluk vochtig
veenmos bevestigd. Het veenmos
wordt met plastic omwikkeld zo
dat het nat blijft. Na een poosje
worden de nieuwe wortels zicht
baar en kan de top afgesneden en
opgepot worden De oude plant
kunt u nog wat inkorten en weer
opfokken. Ideale methode om toe
te passen bij planten die van on
deren kaal geworden zyn.