M
i
Gardeniers: subsidie mag
niet verstarrend werken
'Begrip voor minderheden door veel informatie9
„Geen duidelijke
oorzaak voor
voetbalgeweld"
„Dit jaar hoop
ik geen geld
over te houden
ZATERDAG 13 OKTOBER 1979
Wallis de Vries:
DEN HAAG - „Het belangrijkste
bij het vandalisme op, in en rond
het voetbalveld vind ik: wat is de
aanleiding? Is het het voetbal? Ik
geloof het eigenlijk niet. Is het
een reactie op het spel? Er is een
reeks aan mogelijkheden"
Staatssecretaris Wallis de Vries
maakt zich oprecht bezorgd over
het geweld rond het veld. Maar
hij vindt het te ver gaan om iedere
keer weer op incidenten - zoals
onlangs bij NAC-Feyenoord,
waarbij een lijnrechter gewond
raakte doordat iemand uit het
publiek hem een asbak naar z'n
hoofd gooide - heftig te reage
ren.
Het gaat om in feite structurele za
ken. En daarom ook is er een on
derzoek gedaan door het Insti
tuut voor Psychologisch Markt
onderzoek in Rotterdam. On
derwerp: voetbal en geweld.
Wallis de Vries: „Dat rapport is
klaar. Het gaat om een vooron
derzoek, en het blijkt dat er geen
duidelijke oorzaken voor het ge
weld kunnen worden aangege
ven".
Wel geeft het rapport een aantal lij
nen aan, die verder in de ge
dragswetenschappelijke sfeer
zouden kunnen worden onder
zocht. Het is inmiddels naar een
aantal betrokkenen gestuurd
voor commentaar. „Ik hoop dat
daar dan toch langzamerhand
een geheel van maatregelen uit
voortvloeit, en dat we iets meer
inzicht op dit probleem gaan
krijgen", aldus de staatssecreta-
Moet nog veel worden onderzocht?
Wallis de Vries heeft de indruk
dat „we bij het vervoer van de
supporters van en naar het voet
balveld wel een stapje verder zijn
gekomen". Intensief overleg tus
sen verschillende departementen
heeft daar zijns inziens zeker toe
bijdragen.
Vandalisme rond het voetbal ziet
de staatssecretaris ook als een in
ternationaal probleem. Op initia
tief van de Belgische minister De
Backer is in Brussel een actiecen
trum in oprichting dat zich met
het vandalisme bezighoudt. Ne
derland steunt dit centrum fi
nancieel. Wallis de Vries wijst er
tenslotte op, dat het rapport „Ge
zonder Betaald Voetbal" voorziet
in geldelijke steun ter bestrijding
van vandalisme in en rond de
groene mat.
Dit tamelijk „beruchte" rapport
heeft als belangrijk uitgangspunt
dat er een zakelijk beleid moet
worden gevoerd in het betaalde
voetbal. En dat betekende onder
meer terug met het aantal
profclubs. Nu zijn dat er 37
Dat gaat een aantal deskundigen
nog lang niet ver genoeg. De
hoogleraar Christiaanse, die op
verzoek van'de vorige minister
van CRM een saneringsplan heeft
uitgebracht, heeft onlangs nog
beweerd dat het aantal clubs te
rug moet naar 24. Ook voorzitter
Vilé van de sectie betaald voetbal
van de KNVB vreest dat de sane
ring zoals die nu wordt uitge
voerd, gedoemd is te misluk
ken.
Reden: een aantal van de 37
profclubs zit, zo blijkt, in zware
geldelijke zorgen. Naar minder
clubs dus? Wallis de Vries con
stateert dat dit voor alle partijen
niet een direct voor de hand lig
gende conclusie is. Met het rap-
port-Christiaanse heeft hij in ie
der geval „niks te maken, en dat
geldt evenzeer voor een losse
opmerking van meneer Vilé"
„Ik houd mij van a tot z aan wat er
gezamenlijk, ook met de KNVB,
is afgesproken. Ik heb geconsta
teerd dat men heeft gezegd: het
minimum-aantal clubs om aan
een aantrekkelijk competitie
programma te komen is 32. We
hebben er 37. Ik vind dan: samen
uit, samen thuis. Als de KNVB
zegt dat het geheel meer is dan de
som der delen, dan verwacht ik
een stuk interne solidariteit om te
proberen het met z'n 37-en te
doen. Het betekent niet dat men
één cent meer van mij krijgt"
HENK DAM
Minister Til Gardeniers (CDA-
KVP) en de staatssecretaris
sen Jeltien Kraaijeveld-Wou
ters (CDA-ARP) en Gerard
Wallis de Vries (VVD) be
mannen het zeer veelomvat
tende departement van cul
tuur, recreatie en maat
schappelijk werk nu bijna
twee jaar. ,Als ik een praatje
op de radio mag houden, dan
gaat het bijna altijd over om
roep", zegt Gardeniers,
..maar er gaat hier meer om
dan alleen omroep, sport en
emancipatie"En ze somt een
hele reeks sectoren op, uiteen
lopend van verzetspensioenen
tot monumentenzorgdie in de
media over het algemeen
minder aandacht krij
gen.
JLen heerlijke winkel!", vindt
de minister. Een zeer snel
groeiende winkel bovendien,
die dit jaar te maken heeft met
een begrotingsbedrag van
liefst bijna tien miljard gul
den. Worden de centen goed
besteed? Heeft het welzijns
beleid nog steeds prioriteit?
Mevrouw Gardeniers vindt
van wel. Er zijn wéér meer fi
nanciële middelen door het
kabinet beschikbaar gesteld
e?i de persoonlijke betrokken
heid van premier Van Agt bij
CRM is groot. „Wij ervaren
dat als een stimulans om op de
ingeslagen weg voort te
gaan" Wallis de Vries: „Wij
hebben duidelijk nieuwe rich
tingen aangegeven" Kraaij-'
eveld-Wouters: „We zijn op
een heel goede weg"
Kraaijeveld-Wouters:
DEN HAAG - De vrouw van zeven
miljoen. Zo wordt staatssecreta
ris Jeltien Kraaijeveld-Wouters
wel eens ironisch genoemd. Deze
titel heeft zij in sommige kringen
te danken aan het feit dat zij vorig
jaar een beschikbaar bedrag van
zeven miljoen gulden voor be
paalde emancipatieprojecten
niet besteedde. Zij gaf het geld
terug aan de minister van finan
ciën. Geschoktheid en onbegrip
alom. Woede ook. Alsof men het
bedrag niet had kunnen gebrui
ken..
Mevrouw Kraaijeveld is niet bang
om de historie in te gaan als be
windsvrouw die almaar geld
overhoudt. „Ik ben niet gauw
bang en daarvoor helemaal niet.
Ik hield inderdaad zeven miljoen
over. Dat bedrag is terug naar
Andriessen. Op het moment dat
ik het nodig heb, kan ik dat be
spreken"
Zij heeft ontzettend veel reacties op
die kwestie gehad. „Volgens mij
DEN HAAG - Dat er een „Garde-
niers"-stempel op het huidige
kunstbeleid zou staan, vindt de
bewindsvrouw minder belang
wekkend dan dat er „dingen ge
beuren" De kunst in haar porte-'
feuille ligt haar, zo heeft zij eens
in de Kamer gezegd, na aan het
hart. „Ik ben echt bezig orde op
zaken te stellen. En dat is in deze
wereld, waar goed overleg moet
worden gevoerd, echt niet zo ge
makkelijk", aldus mevrouw Til
Gardeniers.
De hoofdlijnen van de door haar
voorganger Van Doorn inge
diende nota's (op de Toneelnota
na, die door de Kamer werd ver
worpen) heeft zij overgenomen.
Veel aandacht besteedt zij aan de
scheppende kunst. Kunst moet
zich voortdurend kunnen ver
nieuwen door middel van expe
rimenten. Dat zal soms ten koste
gaan van gevestigde belangen in
de grote, geld verslindende
kunstbedrijven zoals symfo
nieorkesten en toneelgezel
schappen. Het „veld" heeft al pa
niekerig gereageerd: geen aan
tasting, dat leidt maar tot verlies
van kwaliteit en arbeidsplaatsen
Wat deze minister wil is slechts
ingegeven door bezuinigings
koorts
„Geef de mensen kans zich te ver
nieuwen. Laten kunstenaars ex
perimenteren. Wij moeten op
passen dat de zekerheden die
door continue subsidiëring gege
ven worden niet verstarrend op
de kunsten werken. Zonder dat
ik kritiek op het gebodene in de
gevestigde instellingen wil heb
ben, moeten er toch stimulansen,
ook financieel, v
gen zijn. Als rijksoverheid moet
je er achterheen zitten dat expe
rimenterende kunstenaars de
kans krijgen te laten zien wat zij
presteren. We zullen aan publiek
swerving moeten doen. Jongeren
vooral moeten de gelegenheid
hebben zich te manifesteren.
Voor toneel en muziek is het goed
dat er steeds nieuwe impulsen
zijn. Jonge musici bijvoorbeeld
moeten toch ook eens een keer
kunnen beginnen?"
Minister Gardeniers is het er niet
mee eens dat het rijks-kunstpotje
naar verhouding maar klein is
„Vorig jaar - en daar is nogal wat
deining over geweest - is er struc
tureel vijf miljoen gulden bijge
komen. Daarnaast zie ik nog
steeds kans „lichtelijk verrui
mend" te werken. Die vijf mil
joen: dat was geen gebaar. Zo min
als het een vrijblijvendheid was
om in de regeringsverklaring van
dit kabinet te laten opnemen dat
scheppende kunst extra aan
dacht krijgt. Kunst moet in de
rijksuitgaven wat ruimte hebben
en houden, want per slot van re
kening is de overheid bijna de
enige werkgever van de kunste-
Ook op het gebied van de beelden
de kunst wil mevrouw Garde
niers orde op zaken stellen. „Ja
renlang is er over gesproken,
maar er gebeurde in feite nage
noeg niets. We zijn bezig de vier
commissies, die op dit terrein ter
advisering werken, bijeen te
brengen. En ondanks de vaak
niet malse kritiek, gaat de rege
ling voor de Kunstuitleen toch
door. Deze gaat per 1 januari in,
zij het in iets gewijzigde vorm. Ik
had zelf met1 kunstwerken willen
komen, maar het wordt nu een
kwestie van geld geven, te beste
den voor de aankoop van kunst
werken, met een klein percenta
ge voor informatie en documen
tatie"
Minister Gardeniers is er zich van
bewust dat de aankondiging dat
zij en de staatssecretaris van so
ciale zaken de Beeldende Kun
stenaars Regeling zullen gaan
onderzoeken nogal wat boze en
zenuwachtige reacties heelt los
gemaakt. „Er is een geweldige
stampij over ontstaan dat wij de
BKR in studie hebben willen
nemen. Maar wat wil men nu'
Niemand is er gelukkig mee. Dan
moet zo'n regeling toch verbeterd
worden. Welnu, dan moeten de
mensen, die er echt bij betrokken
zijn, bij elkaar gaan zitten. En ik
voel me er echt bij betrokken.
Onafhankelijke deskundigen
gaan zich over de materie buigen
De voorbereidingen zijn getrof
fen. Ik heb gezegd: bekijk voor
lopig één deel van de problema
tiek. dan kunnen we snel tot op
lossingen komen. Ook de Cen
trale Commissie, het adviesor
gaan van de staatssecretaris van
sociale zaken betreffende de
BKR. komt al snel met een ad
vies. Het was voor het eerst dat de
minister van CRM met deze
commissie kon praten" „Daar
zal iedereen wel eens van schrik
ken, vooral op maandagoch
tend", is de laconieke reactie van
mevrouw Gardeniers op de ge
luiden uit de muziekwereld naar
aanleiding van de beleidsbrief
Orkestenbestel, een nadere, ge
concretiseerde uitwerking van de
Nota Orkestenbestel. Gardeniers
spreekt in die brief over „harder
werken" en het eventueel ophef
fen van orkesten. De schrik op de
concertpodia was groot. „In de
oorspronkelijke nota stonden
nogal wat gegevens, die er niet'
om logen. Ergens moetje toch al
tijd vergelijkingen maken, bij
voorbeeld met het buitenland
Dan zie je dat daar jaarlijks 500 tot
600 „orkestdiensten worden ge
draaid. In ons land ligt dat in de
buurt van 350. Maar in werkelijk
heid worden er soms maar 150 of
200 waargemaakt. En dan heeft
men er vaak ander werk naast
Dat geeft aan dat we met elkaar
best eens mogen kijken wat er nu
precies aan de hand is"
„Er moet verandering in deze situa
tie komen. Er zijn veel meer mu
sici dan alleen die in de orkesten,
en toch tellen onze orkesten ge
middeld 19 procent buitenlan
ders. Een ander voorbeeld: ama-
teurgroepen roepen wel eens de
medewerking in van een be
roepsorkest. Het orkest kan niet,
wordt dan gezegd. Maar 't is dan
wel frappant dat afzonderlijke
leden van die orkesten in privé-
tijd wel diezelfde functies kun
nen verrichten. Deze mensen
hebben in het kader van hun
rechtspositie binnen het orkes
tenbestel al een behoorlijk inko
men. Ik zou willen dat de héle
kunstenwereld zo'n rechtspositie
had. Ik streef ernaar om in 1980
de eind-nota, waarin al deze za
ken moeten zijn ingevuld, uit te
brengen"
Ov
kunstsponsoring zegt Til
Gardeniers: „Ik wil het niet bij
voorbaat tegenhouden. Wel moet
het altijd zo zijn dat het bedrijfs
leven nooit inhoudsbepalende
regels mag opstellen. De vrijheid
van de kunstenaar is ontzettend
belangrijk. Nee, geen „Eine klei
ne Nachtmusik", als enige mu-
ziekervaring verzorgd door een
bankinstelling. Dat leidt tot ver
starring. Bovendien: men moet
nou niet doen alsof de kunst in
Nederland door geld van parti
culieren gered moet worden van
de Grote Ondergang. De kunst
wereld in dit land heeft goede
kansen. Ze heeft een grote onder
steuning vanuit de overheids
subsidiëring. Men realiseert zich
toch onvoldoende dat er hier een
situatie geschapen is, waardoor
we heel wat meer kunnen dan in
het buitenland"
Tenslotte zegt minister Gardeniers
de realisering van één cao voor
een aantal sectoren in de kunst
een goede zaak te vinden, maar
niet voor de héle kunstsector,
omdat er zoveel kunstenaars zijn
die individueel werken. Een cao
voor de orkesten of voor het to
neel zou uitstekend zijn. „Nu
wordt er per orkest een afspraak
gemaakt, daar ben ik niet geluk
kig mee. De orkesten kunnen dan
tegen elkaar worden uitgespeeld.
Dat lijkt in Rotterdam, Den Haag
en Amsterdam soms dan wel op
een jimmytrap op de kermis: wie
is het eerst boven? O, dan zal ik
me aan jou optrekken!"
Het plan voor die ene cao voor alle
kunsten werd onlangs geopperd
in de brochure „De clowns van de
FNV?" van de Kunstenaarsorga-
nisatie-NVV. „Er zitten hele goe
de dingen in die nota", aldus de
bewindsvrouw.
PETER HUYSMAN
zijn er mensen die denken dat ik
ermee op zak loop. Ik heb ook al
een beeldje gekregen van Zoete
Lieve Gerritje, toen ik in Den
Bosch was. En ook een koperen
centenbakje.
Staatssecretaris Kraaijeveld hoopt
dit jaar geen geld over te houden
„Maar ik hoop ook geen geld te
kort te komen. En dat geldt voor
elk bewindspersoon. Het is ge
woon geweldig balanceren om
niet te krap en niet te royaal te
begroten"
Minister Gardeniers brengt in het
midden: „De beslissing kwam
pas af in de loop van 1978. Extra
geld voor emancipatie en dat
zelfs binnen de Bestek-operatie.
Alle besluiten over uiteenlopen
de emancipatieprojecten waren
toen nog niet genomen. En je
neemt toch pas een besluit als je
zeker weet datje geld hebt! Fijn
dat mevrouw Kraaijeveld zich
niet heeft laten verleiden tot Sin-
terklaasspelerij" Staatssecreta
ris Wallis de Vries: „Hoe kun je
beleid op één jaar beoordelen? Je
geeft toch niet zó maar geld
uit?".
Mevrouw Kraaijeveld is er geluk
kig mee dat er op CRM een direc
tie emancipatie is opgebouwd,
waardoor het beleid „heel stug"
gestalte kan worden gegeven. Zy
ijvert voorts voor snelle uitwer
king en indiening van de wet te
gen seksediscriminatie Daar
naast komt CRM met een rijks
bijdrageregeling emancipatieac
tiviteiten. Extra geld is er vrijge
maakt voor 35 emancipatiewer
kers voor de ondersteuning van
groepen en organisaties.
Over de regionale vrouwenbureaus
- „Ik noem ze liever emancipa
tiebureaus of service-instituten"
- merkt Jeltien Kraaijeveld op:
„Voordat ik daar eind deze
maand met de Kamer over praat,
is er van mij een voorlopig nader
standpunt over te verwachten.
Van de meeste provincies heb ik
een reactie binnen hoe zij zich de
inrichting en financiering van de
bureaus voorstellen. In ieder ge
val is het duidelijk dat de bu-
reausreikbaar voor vrouwen
moeten zijn en ook door hen ge
dragen moeten worden. De bu
reaus moeten aansluiten op wat
in de provincie al op het gebied
van emancipatie gegroeid is. De
ideeen van de provincies ver
schillen hierover sterk"
De staatssecretaris wil overigens
niet dat er „al te groots" over de
bureaus wordt gedacht. „Voorlo
pig denken we aan drie beroeps
krachten per instituut. Zo'n insti
tuut moet echt iets van de men
sen zelf zijn. En men moet er ook
echt gebruik van maken. Nee, de
ze zaak is niet gedropt van bo
venaf. Uit sommige publicaties
krijgt men wel eens de indruk dat
ik alles maar van bovenaf regel.
Het tegendeel is waar. Het defini
tieve standpunt over de vrou
wenbureaus ga ik uitwerken in
een subsidieregeling. En over de
ze regeling zal ik tenslotte dan
opnieuw overleg voeren met de
provincies. Dan pas zal er sprake
zijn van een concrete invul
ling".
PETER HUYSMAN
DEN HAAG - Uit het raam van de
werkkamer van minister Garde
niers is de parkeerplaats te zien,
waarop enkele tientallen woon
wagenbewoners hun rijdende
huis hebben neergezet. Ze pro
testeren daarmee onder meer te
gen de slechte standplaatsen die
ze in veel gemeenten krijgen toe
gewezen.
Het aardige is nu, dat de minister
het in veel opzichten glad met de
woonwagenbewoners eens is
Pratend over de standplaatsen
die gemeenten aan de woonwa
genbewoners aanbieden, zegt ze:
"Ik heb voorbeelden die onge
looflijk zijn. Ik denk dan wel
eens: hoe inventief zijn sommige
gemeenten eigenlijk in het zoe
ken van plaatsen? Dan blijkt dat
soms de allerduurste grond voor
woonwagenbewoners wordt ge
reserveerd. Ik heb gemeenten,
die voor één standplaats met
grondkosten van een ton komen.
Nou, dat kan natuurlijk niet".
"Men presteert het ook om het op
een industrieterrein te doen. Dat
gaat niet. Want het zijn gewoon
mensen, die niet in een huis wo
nen, maar in een wagen. Dat is
gewoon een andere vorm van
wonen, met kinderen die gebruik"!
moeten kunnen maken van onze
voorzieningen. Ik heb nu pas
weer voorbeelden gehoord van
die voorzieningen. Van mensen
die om een boerderij moeten
heen lopen om bij de toiletten te
kunnen", aldus de minister.
Ze zegt: "Ik raad altijd iedereen aan
die zo goed weet in wat voor wel
zij nsland wij wonen om te gaan
kijken naar bijvoorbeeld De
Huppel in Utrecht, of naar De
Hanerik in Zwolle. Dan zie je wat
wij in Nederland nog met elkaar
toestaan. Maar dat gaat verande
ren, dan móet ook veranderen"
Daarbij denkt mevrouw Garde
niers aan een wetswijziging. In
gemeenten die weinig voelen
voor het huisvesten van woon
wagenbewoners blijken de arti
kelen 10 en 11 van de Woonwa-
genwet, niet de mogelijkheden
voor de woonwagenbewoners te
bieden, zoals bedoeld was.
Als het aan de minister ligt. worden
de artikelen zo veranderd, dat de
provincies, en uiteindelijk het
Rijk, onwillige gemeenten kun
nen dwingen goede standplaat
sen aan te wijzen. "Ik weet al bij
voorbaat dat de Kamer geen be
zwaar tegen zo'n wetswijziging
zal hebben"
Woonwagenbewoners maken deel
uit van de culturele minderheden
in dit land, een groep
mevrouw Gardeniers nog
heeft gezegd: "Voor dezer
sta ik 24 uur in een etmaal klaar"
Het begrotingsjaar 1980 is voor het
minderhedenbeleid van groot
beiang. Zowel naar vorm als naar
inhoud staan er fundamentele
veranderingen voor de deur.
Naar-de vorm, in zoverre een be
gin wordt gemaakt met de coör
dinatie van het minderhedenbe
leid bij binnenlandse zaken.
Thans ontbreekt zo'n vorm van
coördinatie, en zijn de minderhe
den "versnipperd" overeen groot
aantal ministeries.
Traditioneel heeft CRM altijd de
meeste bemoeienis met culturele
minderheden gehad. De vraag
ligt dan ook voor de hand of mi
nister Gardeniers blij is met de
aanstaande structuurwijziging
"Ik ben het steeds eens geweest
met de gedachte: je moet bij één
ministerie gaan cördineren zegt
ze hierover.
"Ik ben ook erg blij dat die coördi
natie bij binnenlandse zaken is
terechtgekomen. De manier
waarop daar de directie wordt
opgebouwd doet het beste ho
pen. Wij blijven op CRM de ver
antwoordelijkheid voor onze ei
gen portefeuille houden, maar
keer op keer - dat hebben wij nou
juist zo gemerkt - kan je met
prachtige plannen komen, maar
de uitvoering daarvan, daar gaat
het om en die gebeurt decen
traal".
"Dat gebeurt dus in de gemeente.
En ik denk dat het praten met de
gemeenten, met de ministeries,
beter kan gebeuren bij het minis
terie van binnenlandse zaken. Ik
denkt dat men daar beter argu
menten of problemen van ge
Minister Gardeniers"Woonwagenbewoners zijn gewone
meenten kan beoordelen", aldus
de bewindsvrouw, "want som
mige gemeenten van goede wil,
kunnen soms werkelijk niet".
Voor de inhoud van het minderhe
denbeleid in de komende jaren is
het rapport van de Wetenschap
pelijke Raad voor het Regerings
beleid (WRR), dat enige maanden
geleden werd uitgebracht, van
eminent belang. Dit rapport gaat
momenteel langs de verschillen
de departementen, en zal uitein
delijk uitmonden in een rege
ringsstandpunt.
Heel belangrijk noemt mevrouw
Gardeniers het, dat het WRR-
rapport heeft duidelijk gemaakt
dat de culturele minderheden
niet voor korte tijd in ons land
zijn, maar blijvend deel zullen
uitmaken van onze samenleving.
"Onze toekomst is een multicultu
rele samenleving, zoals in Ame
rika bijvoorbeeld. En ik heb het
gevoel dat veel mensen nog
steeds denken: dat kan niet waar
zijn. In de Randstad gaat het bij
geboorten al om een verhouding
1 op 3, een van de drie kinderen
dus die daar wordt geboren
maakt deel uit van een culturele
minderheid, en over enige jaren
zal dat 1 op 2 zijn", aldus me
vrouw Gardeniers
Het WRR-rapport pleit onder meer
voor stopzetting van de immigra
tie, behoudens uitzonderingen,
bijvoorbeeld in het kader van de
gezinshereniging. Niettemin
komt de laatste tijd een grote
stroom Surinamers op gang -
voor dit jaar gaat het om vermoe
delijk 14.000 man.
De aantijgingen dat CRM daaraan
voorbij gaat - je leest of hoort zel
den over beleidsmaatregelen
voor deze groep Surinamers -
weerlegt mevrouw Gardeniers
"Toen er in 1975. vlak voor de onaf
hankelijkheid, een stroom vanuit
Suriname op gang kwam. was die
in de eerste plaats al veel groter -
het ging enige maanden lang om
3000 man en meer per maand -
maar bovendien kwamen die
mensen in een land waar nog he
lemaal niet zoveel Surinamers
woonden. Ook daarom waren
toen omvangrijke opvangmoge
lijkheden nodig"
"Nu is dat anders. Ik vind het niet
nodig om massale opvang te gaan
toepassen. Deze mensen komen
uit vrije wil naar ons land, en
trekken dan bij familie in. Het
geeft wel druk op de welzijns-
stichtingen. Daar staan we voor
open, in die zin, dat als mensen
van hen komen die zeggen dat er
iets moet gebeuren, dat daar dan
mee kan worden gepraat"
De minister laat aan de hand van
"gezinshereniging" nog eens zien
over welke problemen we het nu
eigenlijk hebben als we over cul
turele minderheden praten. "Als
je nu alle groepen bij elkaar op
telt, kom je tot 500.000 a 600.000
Als u dan gaat denken aan ge
zinshereniging, dan zitten wa
zonder veel moeite in een paar
jaar aan de miljoen"
"Het wordt een opgave om te kij
ken hoe we de problemen die
daaruit voortvloeien gaan oplos
sen. Ik kryg nu thuis mensen die
opbellen met de vraag: hoe kunt
u zo'n beleid voeren? U laat
vluchtelingen toe die mooie hui
zen krijgen, maar ik heb geen
huis. Daarom is juist coördinatie
in het beleid zo nodig, want het is
duidelijk, dat je de huisvesting
voor de vluchtelingen niet gaat
zoeken in die delen van ons land
en steden, waar een groot wo
ningtekort is".
"Als je je inzet voor een cultureel-
minderhedenbeleid, veroordelen
mensen je vaak. Luister ook maar
eens naar de dlacu er
woonwagenbewoners. Dan denk
je wel eens bij jezelf: hoe kom je
er doorheen? Ik denk dat het een
kwestie is van voorlichting. Over
culturele minderheden zullen we
alsmaar informatie moeten ge-
HENK DAM