m
Communistische
partij in Polen
is vleugellam
JACEK
KURON
KEERT
ZICH
TEGEN
ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1979
EXTRA
PAGINA 25
v
„Een open, vriendschappe
lijke, constructieve at
mosfeer". „Het is makke
lijker met Polen te praten
dan met Oostduitsers".
„We zitten met de Polen
op één lijn wat betreft
ontwapening en mensen
rechten". „Polen en Ne
derland zijn het erover
eens dat het SALT 2-ak-
koord tussen de Verenig
de Staten en de Sowjet-
Unie spoedig onderte
kend moet worden".
Premier Van Agt en minis
ter Van der Klaauw van
buitenlandse zaken
struikelden bijna over
hun woorden van tevre
denheid, vorige week in
Warschau. Het bezoek aan
Polen was een weldadige
warme douche, na de
zacht uitgedrukt koel-
kasttemperatuur die enige
weken eerder de visite
van Van der Klaauw aan
Oost-Berlijn kenmerk
te.
Veel meer dan deze algeme
ne zinnen kwam er niet
uit. Minister Van der
Klaauw liet iets door
schemeren over een ge
zamenlijk initiatief van
Polen en Nederland om de
vervolgconferentie van
Madrid, die het ontspan
ningsproces tussen Oost
en West moet toetsen en
verder helpen, te laten
slagen. Maar hoe, bleef in
nevelen gehuld.
Een constatering die mag
gelden voor alle bezoeken
van Van der Klaauw tot
dusver aan Oosteuropese
landen. Veel meer dan een
bevestiging van de be
kende standpunten heb
ben die niet opgeleverd.
Met „het is belangrijk dat
we blijven praten", zoals
Van der Klaauw in Roe
menië opmerkte, lijkt het
optreden van Nederland
op het smalle even-
wichtskoord tussen de
beide machtsblokken ge
karakteriseerd.
Lijkt. Want Van der
Klaauws opzichtige po
gingen om gebruik te ma
ken van de tegenstellin
gen die er binnen het
Oostblok - en met name in
de relaties van landen als
Roemenië en Polen met de
Sowjet-Unie - bestaan,
konden nauwelijks een
ander aspect van het re-
geringsbezoek aan Polen
verhullen. In Warschau
moesten namelijk zaken
worden gedaan. Het per
soonlijke gewicht van de
premier werd in de schaal
gegooid om Polens be
langrijkste exportpro-
dukt, kolen, op zo gunstig
mogelijke voorwaarden
naar Nederland te krij
gen.
Achter de horizon doemde
ook Nederlandse deelna
me aan het over 16 jaar
uitgesmeerde miljarden-
project op, dat de rivier
de Wisla (Weichsel) tot de
belangrijkste transport-
ader tussen het Zuid-
poolse industriegebied en
de Oostzee moet maken.
Premier Jaroscewicz liet
er geen twijfel aan be
staan dat Polen prijs zou
stellen op een Nederland
se financiële injectie voor
dit project. En Van Agt
reageerde met een plei
dooi voor het Nederland
se bedrijfsleven (vooral
de baggeraars), dat met
zijn ervaring op dit ter
rein goed werk in Polen
zou kunnen doen.
De Pools-Nederlandse om
arming heeft dan ook
voornamelijk economi
sche motieven (gefluis
terd werd nog over VMF-
interesse in de staalfa
briek van Katowice, die
door Van Agt en Van der
Klaauw werd be
zocht).
Ook economische samen
werking tussen Oost en
West behoort tot de slot
akte van Helsinki. Het
zijn vooral de Oosteuro
pese landen die op dat on
derdeel van de ontspan
ning wijzen. De vraag is,
of economische toenade
ring tussen beide blokken
niet meer vruchten kan
afwerpen waar het ver
andering van de dictato
riale structuur in de door
de Sowjet-Unie gedomi
neerde landen aangaat,
dan het westers gehamer
op naleving van de men
senrechten. GPD-buiten-
landredacteur Hans Ge-
leijnse vroeg het in War
schau aan Jacek Kuron,
één van de woordvoer
ders van het Comité ter
Verdediging van de Ar
beiders (KOR).
.ÜL&
Het comité ter verdediging van
de arbeiders (KOR) werd in
1976 opgericht, nadat de in
dustriearbeiders in Radom en
Ursus in opstand waren ge
komen tegen door de Poolse
partijleider Gierek aange
kondigde prijsverhogingen
Het comité zette zich aanvan
kelijk in voor vrijlating van
de na de stakingen en demon
straties gearresteerde arbei
ders. Na een jaar vulde het
KOR zijn naam aan met
„voor sociale zelfverdedi
ging" (in het Pools afgekort
KSS).
Eén van de belangrijkste
woordvoerders is Jacek Ku
ron. In de eerste helft van de
zestiger jaren trouw partijlid
en leider van de communisti
sche jeugdorganisatie. Uit
protest tegen de politiek van
de in '70 afgezette partijleider
Gomulka schreef Kuron samen
met een vriend in '65 een
„open brief aan de partij"
Die viel niet in goede aarde
bij de top. Hij werd gevangen
gezet, in '67 voor een korte pe
riode weer vrijgelaten en ver
dween vervolgens tot half '71
opnieuw achter de tralies.
Kuron raakte bovendien zijn
partij lidmaatschap kwijt en
Jazek Kuron
Kuron keert zich vooral tegen de
veel te grote invloed van de
communistische partij in Po
len, naar zijn mening een
star, centralistische en bu
reaucratisch apparaat, dat
elke verandering van de Pool
se samenleving tegenwerkt.
Hij beseft volledig dat de vrij
heid van dissidenten in Polen
relatief groter is dan die in
andere Oosteuropese landen,
ziet dat niet als positief voor
het regime, maar als gevolg
van druk van buitenaf en de
sterke positie van de katholie
ke kerk in het land (90 procent
van de Polen is katho-,
liek).
Kuron schat de aanhang van
het KOR op zo'n 500 mensen,
die openlijk als lid van het
comité werken. Maar hij zegt
ook, dat die 500 staan voor
vele anderen. Hij wijst op het
onafhankelijke en illegale
blad Robotnik (Arbeider), dat
in een oplage van 30.000 ver
schijnt in de belangrijkste in
dustriecentra, maar door veel
meer mensen wordt gelezen.
Een i7i Robotnik gepubliceerd
Handvest van rechten van
de arbeiders" werd door meer
dan 90 mensen ondertekend,
en zegt Kuron, de meesten
traden op als vertegenwoor
digers van groepen in bedrij
ven.
Kuron omschrijft zichzelf als
„niet-marxistisch links",
maar voegt daar direct aan
toe dat in het Westen gebrui
kelijke begrippen in de Poolse
situatie niet kunnen gelden.
Has als we dichter bij de
parlementaire democratie
raken, zullen verschillende
groepen zich politiek beter
profileren. Ook in Poln is de
verscheidenheid groot, maar
we verenigen ons op de noe
mer van onafhankelijkheid,
democratisering en zelfbe
schikking".
Hij praat liever niet over de
onlangs opgerichte partij
voor een onafhankelijk Polen.
,£)e leider ervan, Moczulski,
heeft het vooral druk met te
gen mij ageren. Ik weet niet
wat die partij gaat doen, al
leen op onafhankelijkheid or
ganiseer je geen mensen.
Maar iedereen moet kunnen
oprichten, schrijven en den
ken wat hij wil. Ik ben voor
een pluriforme maatschap
pij".
WARSCHAU - „Het Westen kan
niets tegen het totalitaire karakter
van onze staat doen. Die taak rust
op onze schouders. Toch heeft de
ontspanning ervoor gezorgd dat
we meer efficiënt kunnen werken
aan liberalisatie. Op de lange ter
mijn zal de economische samen
werking met het Westen, die in
handen ligt van de partijtop en de
technocraten, voor economische
hervormingen kunnen zorgen.
Onze managers zijn in de eerste plaats uit
voerders van politieke orders. Eisen van
buitenlandse investeerders voor rationali
satie van de economie, voor vakbonden die
werkelijk als vakbonden optreden, kunnen
dan ook effectief zijn. Zonder détente zou
dat onmogelijk zijn"
Jacek Kuron (44) geeft college. Want zo mag
het interview, dat deze voormalige weten
schappelijk medewerker (in de sociale we
tenschappen) aan de universiteit van War
schau mij toestond, wel worden genoemd.
Kuron spreekt gehaast, bezeten bijna, ver
wacht duidelijk geen vragen, neemt nau
welijks de tijd om af te wachten tot zijn
Poolse volzinnen in het Engels zijn ver
taald. Zenuwtrekken op het bij een eerste
blik gezondheid uitstralende gezicht verra
den de sporen van meer dan zes jaar verblijf
in gevangeniscellen. Datzelfde doet de
overvolle medicijnkast op het toilet van zijn
parterreflat bij het plein van de Parijse
Commune in de Poolse hoofdstad.
Kuron ziet de invloed die het Westen op anti-
totalitaire ontwikkelingen in de Oostblok
landen kan hebben, voornamelijk langs
economische wegen lopen. Hij wijst daarbij
op Franco-Spanje, waarmee de Europese
landen in 1951 betrekkingen aanknoopten.
„Dat heeft op den duur ook tot een demo
cratische transformatie geleid"
Onafwendbaar
Kuron: „De autoriteiten zien dat onafwend
baar op zich af komen, maar ze kunnen niet
anders. Ze hebben groot belang bij de eco
nomische relaties met het Westen. Na de
massale stakingen van 1970 als gevolg van
aangekondigde prijsverhogingen van le
vensmiddelen en andere consumptiegoe
deren loste Gierek Gomulka als partijleider
af. Hij gebruikte westerse kredieten om d?
levensstandaard omhoog te brengen. Prij
zen bleven bevroren, de lonen gingen om
hoog. Maar een deel van het geld werd ge
bruikt voor investeringen, maar niet in de
belangrijkste sectoren, zoals energie, com
municatie en transport".
Hij betoogt dat de partijleiding het volk door
opvoering van de consumptie een tijdlang
minstens tevreden heeft kunnen houden.
Maar die politiek werkte voor de Poolse
machthebbers averechts. Polen, dat bijna
de helft van zijn buitenlandse handel met
de Westerse landen afwikkelt, staat nu voor
meer dan 30 miljard gulden bij het Westen
in het krijt. Weliswaar moet een stringent
doorgevoerde importstop die schuldenlast
beperken; rente en aflossing dienen opge
bracht te worden. Dat levert problemen op
bij toepassing een aankoop van Westerse
technologie, wat directe gevolgen heeft
voor de produktiecapaciteit en de kwaliteit
van voor de export bestemde goederen. De
uitvoer stagneert dan ook, en uitverkoop
van de kolenvoorraden moet de deviezen in
het laatje brengen om de rente op leningen
(om van de aflossingen nog maar te zwijgen)
te kunnen betalen. En ook Polen wordt ge
troffen door de energiecrisis door de fors
verhoogde prijzen die het aan brandstof-
fenleverancier Sowjet-Unie moet beta
len.
Kunstzinnig
De enige oplossing lijkt vermindering van de
kunstmatig opgeschroefde consumptie,
door ondermeer verhoging van de prijzen.
Kuron: „De partijtop en de technocraten
weten dat economische hervorming nood
zakelijk is. Dat wordt openlijk toegegeven.
Maar ze weten maar al te goed hoe ze zelf
aan de macht zijn gekomen. Ze vrezen een
nieuwe brede protestbeweging wanneer
prijsverhogingen worden doorgevoerd. In
'76 gebeurde dat al, nadat Gierek soortge
lijke maatregelen als Gomulka in '70 aan
kondigde. Stakingen en demonstraties
(vooral in de industriesteden Radom en Ur
sus) waren het gevolg. (Glimlachend voegt
hij eraan toe, dat het parlement Giereks
voorstellen unaniem goedkeurde. De vol
gende dag moest premier Jaroscewicz ze
onder de druk van het sociale protest weer
intrekken met het argument „Het land
heeft zich over de voorstellen uitgespro
ken...").
Kuron schildert hoe de partijtop onder druk
van een dreigende sociale opstand vleu
gellam is geraakt. „Iedereen beseft dat er
economische maatregelen moeten worden
genomen. De situatie wordt steeds slechter.
Er vinden versluierde prijsverhogingen
plaats, het officiële inflatiepercentage
schommelde vorig jaar tussen de 8 en 9 pro
cent. De arbeiders zien maar al te goed dat
de situatie in wezen hetzelfde is éds onder
Gomulka. Het regime heeft gewoon de au
toriteit niet meer om ook maar aets te ver
anderen, om van democratische hervor
mingen nog maar te zwijgen. Elke wijziging
bergt het gevaar in zich dat het hele kaar
tenhuis ineenstort"
Kuron geeft als voorbeeld de poging van een
groep die hij nadrukkelijk als een verlichte
vleugel" binnen het establishment presen
teert. Persoonlijke adviseurs van Gierek,
journalisten, economen en functionarissen
uit katholieke arbeidersorganisaties start
ten vorig jaar een discussieclub onder de
naam „Ervaring en toekomst" (in het Pools
afgekort DIP).
Wenk
Na een eerste bijeenkomst kregen zij van de
autonteiten een zachte wenk er maar mee
op te houden. DIP had toen al voldoende
gegevens verzameld voor een rapport geti
teld „Staat van de Staat". Enkele leden van
de groep gingen ermee naar de autonteiten,
die toegaven dat de beschrijving van de
economische situatie goed was, maar de
voorgestelde suggesties voor verandering
„naief'. Het rapport mocht niet via de offi
ciële kanalen worden gepubliceerd, maar
zal binnenkort toch verschijnen bij de
oogluikend getolereerde Onafhankelijke
Uitgeverij NOWA in Warschau.
„De partijtop kan de kritiek niet tegenhou
den, maar slechts afwachten. Op de Grote
Begrafenis in Moskou bijvoorbeeld",
concludeert Kuron, doelend op de ouder
dom en slechte gezondheid van partijleider
Breznjev en de onzekerheid over zijn op
volging en mogelijke politieke koerswijzi
ging. Ingrijpende veranderingen zonder
toestemming van de Sowjet-Unie zijn vrij
wel onmogelijk. Zo de top al plannen mocht
hebben voor een nieuwe koers, dan nóg kan
ze die niet doorvoeren uit angst voor het
„conservatieve partijapparaat", vooral het
middenkader, dat bang is posities te verlie
zen en daarom elke verandering vreest.
Het is ook hier, dat Kuron de voordelen van
de mede als gevolg van de ontspanning ge
groeide economische betrekkingen met het
Westen ziet. „Anders dan in de koude oor
log zijn de autoriteiten nu gevoeliger voor
de publieke opinie in het Westen. En een
tweede aspect is, dat er, direct door Poolse
arbeiders die in het buitenland technisch
geschoold werden en indirect via tv en
films, niet alleen meer gepraat wordt over
de prijzen in het Westen, maar ook hoe daar
bijvoorbeeld de vakbonden zijn georgani
seerd"
Kuron onderstreept dat de (overigens zeer
versnipperde) Poolse dissidentenbeweging
daardoor meer bewegingsvrijheid heeft
dan die in andere Oostbloklanden. Hij ziet
weinig in westerse politieke acties voor na
leving van de mensenrechten. „Wij zullen
zelf tegen het totalitaire karakter van de
staat moeten vechten. Het Westen kan niet
dicteren hoe onze maatschappij er uit zal
moeten zien, het kan wel opkomen voor de
verdedigers hier van bijvoorbeeld vak-
bondsvnjheid en vrijheid van meningsui
ting. (Hij memoreert de betogingen van de
Franse vakbonden ten gunste van de Vrije
Vakbond in Katowice. „Zoiets is lastig voor
de autoriteiten"). Ons streven is gericht op
onafhankelijkheid en parlementaire demo
cratie. Maar niet als afdruk van het systeem
in het Westen. In Polen zal een compleet
nieuwe situatie ontstaan: die van een par
lementaire staat die eigenaar is van de pro-
duktiemiddelen"
Abstract
Op die weg ligt, wat Kuron betreft, het organi
seren van de „sociale zelfverdediging en ar
beiderscontrole op de economie". Hij geeft
toe dat dit wel heel abstract klinkt en zegt
„We staan ook maar aan het begin. De op
richting van het KOR in 1976 was een revo
lutie, een resultaat op korte termijn, waar
langzamerhand syndicale verbonden uit
groeien: de vrije vakbonden in Gdansk en
Katowice, de Comités ter verdediging van
de Boeren, van de Gelovigen. Daarmee
wordt een nieuwe structuur bereikt aan
één kant de totalitaire maatschappij, aan de
andere de nieuwe groeperingen die duide
lijk tot doel hebben dat totalitaire karakter
te wijzigen".
„Veel Polen hebben het vaak over „zij", als er
weer iets niet werkt of bepaalde artikelen
niet zijn te krijgen. Maar in wezen maken
we allemaal onderdeel van die staat uit, zijn
we allemaal geworteld in het totalitarisme.
Dat maakt wel duidelijk dat de strijd niet
alleen tegen „zy" gaat".