Van jeugdvriend tot levensgezel IN HOOFDDORP STINKEN DE FRITES NIET MEER... DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1979 PAGINA 13 Door Piet Swanenburg Op deze ontdekkingsreis ontmoet Panda tal van schurken en be driegers. Elke baantjesjacht levert een merkwaardig soort mees ter op die hem in allerlei conflictsituaties doen belanden. In een beschouwing van Domien ten Berge over de stripkunst van Marten Toonder wordt hierover opgemerkt dat de Panda-serie zich leent voor de wildste avonturen in alle mogelijke genres, bijvoorbeeld met reizen en wedstrijden. Een groot aantal verhalen is ge bouwd op het thema leerling- meester. De titelheld maakt kennis met alles wat er in de wereld te koop is; bij voor keur zonder er wijzer van te worden zodat hij in elk nieuw verhaal even argeloos van start kan gaan. Die argeloosheid opent wijde perspectieven voor bedrie gers zoals in de eerste afleve ring „Panda en de Meester- Dief', de slimme bedrieger Joris Goedbloed die een unieke serie meester-vertol- kingen voor zijn rekening neemt. In alle series is sprake van een aanstekelijke le venslust van de jonge, opge ruimde en altijd weer onder nemende Panda. Kenmerken vele verhalen - we zijn nu bezig aan het 147e - zich door de opvoering van tijdloze „menselijke" kome dies, de laatste jaren gaat de aandacht ook uit naar actuele maatschappelijke problemen zoals de milieuvervuiling in „De Verdorster" en de ont wikkelingshulp in „De Hulp vaart" Overeenkomsten Domien ten Berge - een in de stripwereld erkend „beoor delaar" van Toonder-strips - concludeert hieruit dat de af stand tussen de andere inter nationaal bekende creatie van Toonder „Tom Poes en Ollie B. Bommel" en de Panda- strips steeds kleiner wordt. In de (terecht) vaak zeer filoso fische beschrijvingen over Panda en Bommel worden sterke overeenkomsten ge legd tussen beide stripfigu ren. Ten Berge: „Lijken Pan da en heer Ollie op elkaar? Me dunkt dat Ollie een volwassen uitvoering van het Panda-ka- rakter heeft. In beide gevallen is sprake van kinderlijke ar geloosheid, van onnozele verontwaardiging bij het vaststellen van onrechtma tigheden. Panda is jong, verlangt levens ervaring en wil vooruitkomen in de maatschappij. Niette min blijft hij de eeuwige on ervaren leerling. Bommel, met al zijn levenser varing, staat echter even weerloos als Panda tegenover de corrupte maatschappij die uit is op winstbejag. Ze zijn eikaars verwanten in de ver werking van een ervaring; zij worden er niet wijzer van. Elk nieuwverhaal beginnen ze vol goede moed en aan het slot heeft het geloof in de goede zaak wel een deukje gekregen, maar het zelfver trouwen komt onbeschadigd uit de strijd te voorschijn", aldus - verkort weergegeven - de kijk van Toonderstripken- ner Domien ten Berge op Panda en Bommel. Hij verbaast zich trouwens over de eenzijdige waardering van veel striplezers voor de Bommel-serie en de naar zijn mening zekere miskenning van de voor velen dierbare jeugdliefde Panda. „Panda verdient meer en warmere belangstelling. Het moet maar eens uit zijn met die obligate Bommelverheerlij king, bekorrah!", gromt Do mien goedaardig. Tonndergeest Alle reden om het van nu af aa in dit verhaal alleen maar ov< Panda te hebben hoewel dat verdraaid moeilijk is gezien de vele overeenkomsten tus sen de kleine en de grote beer Niet zo vreemd want ze heb ben immers een gemeen schappelijke geestelijke va der: Marten Toonder. Panda is als een Toonderstrip begonnen in 1946 en het wa ren de bij de Gemeenschap pelijke Pers Dienst (GPD) aangesloten regionale dagbladen die de strip aan kochten en vanaf die tijd publiceren. Na een poosje begon Marten Toonder zich echter (weer) volop te wijden aan het teke nen en schrijven van z'n voor de oorlog al bestaande Tom- Poes-strip en namen zorgvul dig door hem uitgezochte medewerkers de Panda-strip Om namen te noemen: de te kenstroken zijn een tijdlang verzorgd door Harry Hargra- ves, Dick Matena, Jan Stee man, Jan van Haasteren, Ri chard Klokkers en Ton Beek. Andere Panda-stripmakers zijn geweest Andries Brandt, Ben van Voorn en Jan Ger hard Toonder. Tekeningen en verhalen van en over Panda zijn ook gemaakt door Lo Hartog van Banda. Vanaf 1970 heeft zoon Eiso van Mar ten Toonder de tekst van Panda gedurende een aantal jaren verzorgd en maakte Piet Wijn de tekeningen. Momenteel neemt Piet Wijn (in Den Haag woonachtig) de volledige samenstelling van Panda voor zijn rekening. „En hij doet dat ongelooflijk goed; de Marten-Toonder- geest is en blijft gewaar borgd", verzekeren Albert Voster, adjunct-directeur van de Toonderstudio's en Carla Bak, de produktieleidster van de strip me tijdens een ge sprek op het kasteeltje in Ne- derhorst den Berg (bij Hilver sum) waar de Toonder-stu dio's zijn gehuisvest. Het zal wel aan m'n verbonden heid met Panda (voor een groot deel jeugdsentiment) liggen maar het kasteeltje doet onmiddellijk denken aan kasteel Hobbeldonk, het ouderlijk huis waar Panda Toen de eerste stripserie van Marten Toonder na de Tweede Wereldoor log, Kappie, goed liep, rees bij de stripkunste naar het plan met een dierenverhaal te komen waarin, evenals in zijn Tom Poes-serie, met menselijke deugden en ondeugden kon worden gesold. Het werd Panda, een jong beertje dat van zijn va der de wijde wereld wordt ingestuurd om een vak te leren en bo vendien een fatsoenlijk leven te leiden. Het is vandaag de 10.000 ste keer dat we Panda op de strippagina kunnen vinden. Plukkie Panda heeft een niet meer weg te denken plaats veroverd. Enkele generaties lezers zijn verknocht geraakt aan het geesteskind van tekenaar-schrijver Marten Toonder. Het is daarom niet meer dan onze plicht om de schijnwerper te richten op de kleine dappere stripheld. telkens na een spannend avontuur terugkeert. Ingewijden in de Panda-strip geschiedenis menen wel dat de Panda-serie in de loop van de jaren een ontwikkeling heeft doorgemaakt van jon gensachtige avonturen naar ironische vertelkunst. Oplet tende Panda-lezers zullen dit beamen. Balloonstrip Een andere ontwikkeling is die van de overgang van het beeldverhaal - tekeningen met daaronder de tekst (uniek in de wereld van de strips) - naar een moderne balloon strip met de tekst in „wolkjes die uit de mond van de strip figuren komen". Vanaf ver haal 140 wordt Panda als bal loonstrip vervaardigd. Velen betreuren dit, maar even zo- velen vinden dat dit de strip eigentijdser en ook lezens waardiger maakt. Enfin, we willen geen nietes-welles-dis- cussie ontketenen: het zij Is de Nederlandse krantenlezer strip-minded? Voorzitter Wil Soyer uit Amsterdam van de Nederlandse Vereniging voor Belangstellenden in Strips is daarvan zonder meer over tuigd. Over de Panda-serie - want daarom gaat het in dit verhaal - heeft hij niets dan lof. Hij meent dat de belang stelling voor strips de laatste jaren enorm is opgeleefd en volgens hem kunnen de Toonder-strips zich met ge mak meten aan de populari teit van het toenemende aan tal buitenlandse strips dat de Nederlandse markt be reikt. "Negende kunst" Hij rangschikt de Panda-strip onder de groep: „goede strips". „In zo'n strip moeten het verhaal en de tekening met elkaar in evenwicht zijn en Panda beantwoordt hier aan zonder meer", aldus de heer Soyer. Met een zeker leedvermaak haalt hij een bewering aan van de oud staatssecretaris van onder wijs, kunsten en weten schappen, de heer Schütten- helm, die in 1948 in een brief aan alle hoofden van scholen opmerkte dat strips van nul en generlei waarde zijn. „Het tegendeel is gelukkig waar gebleken, Marten Toonder behoort tot het Literair Ge nootschap en zijn strips ko men voor als verplichte lec tuur voor scholieren in het voortgezet onderwijs. Wij noemen de goede strips (en dat zijn er heel veel) de ne gende kunst". De voorzitter van het Strip schap meldt trots de sterke ledenaanwas van zijn vereni ging. Het zijn mensen die tot alle lagen van de bevolking behoren van ongeschoold ar beider tot hoogleraar. In 1967 zijn we gestart met acht le den; het zijn er nu ruim 1000. „We geven een speciaal blad uit - Stripschrift - en dit heeft een oplage bereikt van 4500 exemplaren", zo zegt hij. Over Marten Toonder merkt hij op dat deze stripkunstenaar moet worden vergeleken met Walt Disney. Soyer meent dat de overgang van de Panda-serie van teke ningen met daaronder het tekstblok naar de „balloon strip" onvermijdelijk was vanwege de kleine omvang van het Nederlandse taalge bied. „Internationaal gespro ken zou de strip te duur zijn geworden door het vele werk dat aan het vertalen van de uitvoerige tekst is verbonden. Een tekststrip - zoals Tom Poes nog altijd is - is een ty pisch Nederlands verschijn sel", aldus Wil Soyer. Strip-antiquariaat De opmerkingen over de grote belangstelling en waardering voor strips in het algemeen en voor Panda en Bommel in het bijzonder worden krachtig onderstreept tijdens een be zoek aan het strip-antiqua riaat „Panda" in de Frederik- straat in Den Haag. Hans Matla hoeft weinig moeite te doen om de aandacht van het publiek voor Panda en met name ook voor de wat oudere Panda-strips kenbaar te maken want in de drukbe zochte „stripwinkel" wordt er veelvuldig naar gevraagd. Interessant is het doorbladeren van de door Henk R. Mondria samengestelde Toonder- stripcatalogus. Daarin komt de waardering van deze strips overduidelijk naar voren. Evenals met postzegelverza melingen blijken ook Panda boekjes steeds meer waard te worden. Hans Matla: „Konden aan het eind van de jaren veertig via de GPD-bladen aangeboden Panda-boekjes voor f 0,65 worden gekocht, nu zijn deze boekjes f 40.- en meer waard. Het is een kwestie van vraag en aanbod en de huidige si tuatie kenschetst zich door een grote vraag en weinig aanbod. Vandaar het stijgen van de prijzen". Plukkie (afgeleid van het En gelse plucky, dat dapper be tekent) Panda als waardevol antiek. Wie had dit indertijd kunnen denken toen zy van tijd tot tijd een Panda-boekje kregen en dit ademloos in één-adem uitlazen. Of dege nen die in de begintijd van de Panda-strip op de grote school zaten en na schooltijd amper de tijd konden afwach ten tot de krant in de bus werd gestopt. Wie al kon lezen ver slond de ongehoorde avontu ren van Panda. Velen knipten de strip - tot ongei oegen van Pa - direct uit om deze in te plakken in een afgedankt schoolschrift. Het zal ze goed doen te horen dat Panda zo waardevol is gevonden op de stripmarkt. Boekvorm Panda is trouwens springle vend; elke dag nog volgen duizenden kinderen de Pan da-avonturen, maar ze heb ben veel meer dan vroeger het geval was concurrentie ge kregen van de ouderen die er nu evenveel plezier aan bele ven. Genoeg redenen voor de makers en uitgevers om Pan da opnieuw in boekvorm te laten verschijnen. Hans Matla. „Binnenkort ver schijnt bij de uitgeverij Panda de strip „Panda en de Wijze Meester" en „Panda en de Meester Superman". De om slag wordt gemaakt door Piet Wijn. De prijs is per deel f9,90. Albert Voster van Toonder Studio's voegt eraan toe dat er eveneens aan wordt gedacht om verhalen van Panda in kleur te gaan drukken en uit te geven. Dit alles met toe stemming van de al geruime tijd in Ierland wonende en aan de Bommel-strip wer kende Marten Toonder die er geen geheim van maakt dat Panda zijn oogappel is. Musical Niet alleen Nederlandse lezers kennen Panda. Mevrouw Bak noemt trots het aantal landen op waar de Panda-serie even eens in kranten verschijnt. Het zijn: Noorwegen, Cu rasao, Ierland, België, Fin land. Frankrijk en West- Duitsland. In Belgie gaat Willy van Cou- wenberghe een musical over Panda maken die over niet al te lange tijd wordt opgevoerd in het Arena-theater in Gent. In zijn boek óver de stripkunst van Marten Toonder signa leerde Domien ten Berge een eenzijdige waardering by het grote publiek voor Toonders Bommelstrip. Dat boek is nu al weer enkele jaren oud. Hij zelf zal de eerste zyn om ver genoegd in zijn handen te wrijven bij het horen van al deze levenslustige „Pan- da"-berichten. Panda wordt meer dan ooit door zowel jong als oud gewaardeerd. Lo gisch, we houden toch alle maal van dit beertje! HOOFDDORP - McCain, fri tesbakker te Hoofddorp, wil van zijn slechte imago af. Op de plaatselijke arbeidsmarkt staat het aardappelverwer- kende bedrijf bekend als een vieze fabriek met een onzekere toekomst. Ten onrechte, vindt directeur A. M. van Leersum. ,£inds McCain hier vorig jaar in kwam, is het een heel ander bedrijf geworden. Er is voor miljoenen geïnvesteerd, onder meer ter verbetering van de werkplek. Dit is abso luut geen vieze fabriek meer", zo verzekert hij. Om hieraan ruime bekendheid te geven heeft de directeur de plaatselijke en regionale pers geïnviteerd vooreen babbeltje bij de koffie en aansluitend een witgejaste en papier ge mutste wandeling langs de twee produktielijnenNiet zonder trots laat hij de forse waterzuiveringsinstallatie zien. Toen de firma nog Dam Chips heette, was deze in stallatie er al, maar pas het laatste jaar functioneert hij naar behoren. !fJe ruikt niks meer", zegt Van Leersum, met zijn neus vervaarlijk dicht bij een plak zuiveringsslib. In het produktiegebouw draai en de machines op volle toe ren. Knotsen van bintjes glij den op lopende banden voor bij, op weg naar de spoel- en de schilmachineswaar de piepers onder hete stoom door harde borstels worden gejast. Kaal en glimmend glijden ze verder, langs een groepje Ma rokkanen, die er met aa rdap- pelmesjes de beurse plekken uit snijden. En dan: onder het mes, de bakoven in en vervol gens onmiddellijk in de diep- In een volgende ruimte staat een legertje mensen klaar om de inmiddels in plastic verpakte frites in kartonnen dozen te pakken. ,Het is hier nu nogal lawaaiig", schreeuwt Van Leersum boven de herrie van de machines uit. ,Maar we zijn daarboven de boel dicht aan het maken. De machines worden helemaal geïsoleerd. Dan hoef je hier niet meer zo hard te schreeuwen" Dus het wordt hier straks een plezier om te werkenVan Leersum:Ach, we hebben een hoop gedaan aan de verbete ring van de arbeidsplaatsen. Maar het is uiteraard niet ie ders ideaal om dagelijks aardappels te pitten". Om toch niet helemaal afhan kelijk te zijn van tijdelijke uitzendkrachten en buiten landse werknemers (nu ruim zestig percent van het perso neelsbestand van 120), wil hij zich op een nieuwe sector in de arbeidsmarkt richten. McCain gaat deeltijdbanen scheppen: arbeidsplaatsen die door twee, drie of zelfs vier personen bezet kunnen wor den. Vooral groepen huis vrouwen zullen hiervoor be langstelling hebbenverwacht Van Leersum. „Werkloosheid heb je hier in de regio nauwe lijks, maar er is wel een zoge naamde ongeregistreerde ar beidsreserveHuisvrouwen die een aantal uren in de week willen werken om wat bij te verdienen Op die groep gaan we ons richten, met name voor de inpakafdeling" McCain verwacht er het komen de jaar een hoop nieuwe ar beidsplaatsen bij te krijgen. De produktie, nu al zo'n vijf tien ton aardappelen per uur, zal aanzienlijk worden opge voerd wanneer er een derde lijn bij komt. Die is nodig, om aan de toenemende vraag naar voorgebakken frites te kunnen voldoen. Niet alleen in Nederland waar per man per jaar zeven kilo fabrieks- frites wordt geconsumeerd), maar vooral ook in Duitsland (vijf a zes kilo per hoofd van de bevolking). Het merendeel van McCains produktie gaat naar het buitenland. Belgie speelt daarbij merkwaardi gerwijze nauwelijks een rol. De zuiderburen komen niet verder dan twee kilo voorge bakken frites per man per jaar. Het is een volk van zelf- frituurders. De vele tonnen aardappels be trekt McCain het liefst van Haarlemmermeer se boeren, vertelt de directeur. Niet al leen omdat dat stevig uit de klei getrokken produkten zijn maar ook omdat de trans portkosten dan het laagst zijn en de kansen op beschadiging tijdens het vervoer minimaal. „Voor de Haarlemmermeerse boeren is onze aanwezigheid van een groot belang. Dat bleek ook wel uit het feit dat de boeren de bezetting van de fa briek door het Dam-personeel indertijd steunden". Daarmee is de voorgeschiedenis van McCain ter sprake geko men. En tevens het gebrek aan vertrouwen dat de Hoofd- dorpse fntesbakker op de plaatselijke arbeidsmarkt nog altijd ontmoet. De ge schiedenis van het bedrijf is immers geen rooskleurige Opgezet door de gebroeders Dam (van de Dam Chips) ging het bedrijf een jaar of drie geleden failliet. ,X>e ge broeders Dam waren te ver vooruitgelopen", zegt Van Leersum nu. ,J3ij de nieuw bouw van hun bedrijf hebben ze een veel te grote capaciteit ingebouwd. Samen met een te geringe winstmarge op hun produkt. zorgde dat voor de financiële ondergang". Het personeel van Dam Chtps pikte de door het faillisement gedwongen sluiting van hun bedrijf niet. Ze bezetten het,en drongen er op aan dat het werd voortgezetAls reddende engel kwam Van Tuyll Foods, een Oostnederlandse fntes bakker, opdagen. Hij staakte de chips-veri'aardiging en schakelde volledig over op de produktie van v(x>rgebakken frites, aanvankelijk met een aanzienlijk geringer aantal personeelsleden dan Dam Chips had. ,Maar het bedrijf was niet af. Er waren forse investeringen nodig om het apparaat uit te breiden",aldus Van Leersum. .Daarom zocht Van Tuyll een partner. Dat werd het Cana dese bedrijf McCaindat al elf fntesfabrieken bezat, onder meer in Engeland en Spanje en twee in Nederland. McCain nam de fritesfabriek over, Van Tuyll behield het aard- appelsorteerbedrijf in Hoofddorp" Inmiddels heeft McCain ruim 8JS miljoen gulden in het Hoofddorpse bedrijf geïnves teerd. ..We kunnen daarbij gebruik maken van de techni sche kennis die ze in Canada hebben opgedaan. Ook wat betreft het telen van de meest geschikte aardappelrassen. Daar kunnen onze boeren profijt van hebben", zegt di recteur Van Leersum.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 13