Joyce Co: geen roman om mee naar bed te nemen Nagelaten proza Anna Blaman met houterige toelichting De Oceanen: boeiend lees- en platenboek Celibatair vriendschapsverbond Wintersportboek ïid= NIEUW OP DE BOEKEN PLANK Niet alleen voor priesters... Tips voor de beginnende hengelaar )ENSDAG 26 SEPTEMBER 1979 yce Co. Michael van Mander. Jitg. Arbeidspers. hter de schrijver Joyce Co ver scholen zich, als ik mij niet ver bis. oorspronkelijk twee jonge- ieden. Van dat duo is er nog slechts één actief. Het is Jan Ma- ia Meijsing. Deze is weer de >roer van Doeschka Meijsing, die ndertijd hoge ogen gooide met ïaar voortreffelijke roman Ro- tinson. oer en zus houden beiden van 'geconstrueerde" literatuur. Dat vil zeggen: zij geven eerder de 'oorkeur aan precisieus in elkaar ;ezette boeken dan aan letter- cundige produkten waar het ge- mei tomeloos in wordt uitge stort. yce Co debuteerde(n) in boek- met hun vuistdikke Erwin. Dit boek werd nog al heel ver schillend ontvangen door de kri tiek. Het is een wijsneuzerig boek. Een typisch product van een gymnasiumleerling die de knapste van de klas wil wezen. Welnu: het maakte ook een knappe indruk. Citaten uit het Latijn, uit het Grieks, uit het Italiaans en nog veel meer talen en kennisge bieden. Het eerste boek van Joyce verschilt qua teneur en letterkundige op vatting weinig van het tweede, het zojuist verschenen Michael van Mander. Dat is ook niet zo verwonderlijk, de twee, tot nu toe verschenen delen, maken deel uit van een toekomstige trits. Houd ik van Joyce Co? Dat vroeg ik mij bij het eerste boek af en nog meer bij het recent verschenen tweede. Het is geen roman die je mee naar bed neemt en in één adem uitleest. Daarvoor is het boek te veel volgestopt met lite raire verwijzingen, moeilijke zinsconstructies, uitweidingen en - maar dit slechts in een enkel geval - pure aanstellerij. Toch genoot ik van dit boek. Een literaire puzzel is voor mij net zo iets als voor een willekeurige an der een kruiswoordpuzzel of een spelletje schaak. Omdat ik beide kunstjes niet versta lees ik Joyce Co. Het boek laat zich op twee manie ren lezen: gewoon aan het begin beginnen, doorlezen, alle onbe grijpelijke citaten laten passeren en het boek na een paar dagen dichtslaan. Dan is er veel moois gepasseerd maar weet men nau welijks wat men gelezen heeft. De tweede manier is de enige juiste: het boek besnuffelen, er voorzichtig maar ingespannen in lezen, als ware het kaviaar, een stapel woordenboeken naast de fauteuil én deze dan ook regelma tig opslaan. Na een paar weken er geregeld in gelezen te hebben heeft men het eindelijk uit. Hoe langer ik er over nadacht - na de lectuur op de tweede manier te hebben volbracht - hoe beter ik het boek ging vinden. Niet dat het boek mij ontroerd heeft, laat staan aangegrepen. Het boék im poneerde mij. Maakte mij jaloers op de kennis die Joyce (Se Co) - niet eens dertig jaren oud - bezit en ook nog weet te gebruiken. Het "verhaal" van het boek valt nauwelijks kort samen te vatten. Eigenlijk is dat ook niet nodig. De lezer die geniet van fijnproeverij maalt niet om een "verhaal". Die hunkert slechts naar mooie zin nen gelijk kathedralen of gal mende orgeltonen. Ondanks mijn bewondering voor dit boek is er toch ook een beetje keerzijde. De wijdlopigheid van Michael van Mander lijkt werke lijk wel eens te ver gedravan. De hartstocht naar citaten en citeren doet Joyce Se Co wel eens verzui pen. Redelijkerwijs mag men niet verwachten dat, zelfs de meest geletterde lezer, Grieks, Latijn en nog wel een paar andere talen pa raat heeft. Slordig citeren komt ook wel eens voor. Dat kan echter ook liggen aan de correctie van de druk proeven. Een zo nauw gezet boek van 358 bladzijden nakijken zal bepaald geen sinecure zijn. Joyce Se Co schrijft voor een be perkt publiek. Dat beseft hij dondersgoed. Duizenden exem plaren zullen er van zijn boeken nimmer over de toonbank gaan. Maar literatuur mag ook wel eens beperkt blijven tot een klein groepje. En als dat kleine, elitaire groepje zich er voor open wil stellen dan valt er donders veel te genieten. De hele decadente santekraam, van Baudelaire tot Oscar Wilde, het decadente Rome en de Griekse beschaving passeert de revue. Joyce Se Co is een heel goed schrijver, een ingenieus con structiewerker in het taal- en zinsbedrijf. Of hij nu schrijft over zichzelf, diepe roerselen van zijn ziel, dat is de vraag. Soms is dat echter heel goed. De zielenblootleggers, de sociaal- academisten en de "begrijpers" hebben reeds te veel macht op zich genomen. Joyce Co gaat zijn eigen weg. Een verademing voor letterkundige puzzelaars. Kortom: verrukkelijke stuff voor dandy-achtige literaire junkies. BOUDEWIJN BÜCH. en, ubbel boek over |lag bij Arnhem •ee verhalen in één band over de ragedie die zich in de donkere ieptemberdagen van 1944 rond rnhem heeft afgespeeld. Over de "Slag bij Arnhem" is al veel :ezegd en geschreven. In dit Iboek vertellen mannen die zich tmidden in het strijdtoneel be- jjvonden. et eerste verhaal, "De helden van |Arnhem", geschreven door kolo- piel G. Powell, verhaalt van de ^verschrikkingen die zijn com pagnie vanaf het begin van de jaanval kreeg te doorstaan. Kolo- jnel Powell overleefde met een jkleine vijftig man de strijd, die aan de overige 550 van zijn batal jon het leven kostte, het tweede verhaal van Lipmann Kessel en John St. John, vertelt ?en chirurg hoe hij onder de neest moeilijke omstandigheden ;n onder een wisselende bezet ting van Engelsen en Duitsers, in ?en ziekenhuis moest opereren. Tenslotte werd hij door het Duit- leger krijgsgevangene ge naakt, maar wist met behulp van ie ondergrondse te ontsnappen en naar het bevrijde zuiden te ontkomen. de hemel in de hel, door kolo nel G. Powell, Lipmann Kessel/ John St. John. Uitgave Omega Boek/Nieuwe Wieken, Amster dam. Prijs f 29,50. J. Bernlef: vlot geschreven toneelwerkje. De grote Najaarlijkse Boekenbui is inmiddels losgebar sten. Maar alvorens de lezer van dit blad min of meer bijtijds in te lichten omtrent de vorderingen van onze hedendaagse pennevoerders, eerst nog een opsomming van enig voorzomers werk dat een aparte bespreking om uiteenlopende redenen niet haalde. Van J. Bernlef verscheen onopge merkt het toneelwerkje "Nacht rit" (uitg. Querido, Amsterdam (1979), behandelend een mini-a von tuur binnen een nachtelijk opere rend taxibedrijf; tamelijke flau wekul waar in met botte bijl op een beurs taboetje wordt inge hakt: een beetje sex en intrige, een als dame vermomde passa gier en een dommige chauffeur. Vlot geschreven en leesbaar, maar te slap om er een heuse to neelzaal voor af te huren. vormen een bijzonder fenomeen op onze aardbol. Op de lagere school hebben we al geleerd dat zo'n ze ventig procent van het aardop pervlak met oceanen is bedekt, en toen werd al duidelijk dat de wereldzeeën van grote invloed zijn op het leven op onze aardbol. Sterker nog: we mogen aanne men dat het biologisch leven op aarde heeft kunnen ontstaan dankzij de aanwezigheid van de enorme watermassa's. )e oceanen bergen ook veel tegen strijdigheden in zich. De mens trekt graag naar de zeekant om te genieten van de schoonheid. Maar diezelfde zee kan woest en meedogenloos zijn en in één klap duizenden mensenlevens eisen met overstromingen en vloed golven. Hoe boeiend oceanen zijn wordt pas goed duidelijk met het onlangs verschenen boek "De, Oceanen" bij de uitgeverij Zomer en Keuning. Een encyclopedisch werk, 1 i talloze facetten van het maritie- me leven op een rijtje worden ge- zet. Wetenschappelijk verant- woord dankzij de medewerking van tientallen deskundigen, maar dat laatste heeft de leesbaarheid niet nadelig beïnvloed. Ook voor de niet-deskundige is het een bij zonder interessant boek. En de meer dan 1000 tekeningen, foto's en kaarten in kleur vormen een belangrijke ondersteuning voor die tekst. In het eerste gedeelte wordt vooral aandacht besteed aan de ont staansgeschiedenis. Bijvoor beeld wordt er verhaald over de theorieën over het uiteendrijven van de continenten, de beweging van de aardkorst,van de vormve randeringen die in de loop der tijd zijn opgetreden. Het boek gaat ook nader in op de ver schijnselen als golfvormine. stroming, getijdewerking en vondsten op de zeebodem. Dan is een apart gedeelte gewijd aan de mens en de zee. Zijn eerste optre den als zeevaarder en uitlopend in de modernste onderzoekingen in de diepste oceaantroggen die er bestaan. Ruimte is in het werk ook gereser veerd voor de zeer uiteenlopende levensvormen die onder de op pervlakte worden aangetroffen. Interessante informatie over vis sen, planten, koraalriffen en schelpen. Datzelfde geldt voor de natuurlijke hulpbronnen als gas en olie en de minerale voorraden die in de toekomst geëxploreerd zouden kunnen worden. Ter afronding van het boek worden de verschillende oceanen nog eens apart bekeken en komen specifieké zaken aan bod. Al met al is het een bijzonder boek dat als naslagwerk en als boeiend lees- en platenboek de overigens pittige prijs best waard is. V. LEEUWEN Nog vorig jaar verscheen "Frag mentarisch. Nagelaten proza van Anna Blaman" (Meulenhoff, Amsterdam 1978, 24,50); op recht nam ik me voor deze Hol lands-legendarische, maar bijna vergeten schrijfster gevoelig te bespreken, maar ik ben blijven steken in het houterige en bestof te toelichtingsproza van een Henk Struyker Boudier. Histo risch werk uit de mottenballen lichten is prima, maar dan graag onder redactie van iemand die tenminste drie woorden zónder voetnoot of stotteren kan uit brengen. Veel fascinerender is het ook al ge- "ruime tijd geleden ontvangen "Het IK", "heroiesch-individua- listische dagboekbladen" van Lodewijk van Deyssel (uitg. De Arbeiderspers, privé-domein, Amsterdam 1979); in zijn infor matieve en verhelderende "voorwoord" laat Van Deyssel- adept Harry Prick zien hoe men een ouder auteur wél toeganke lijk kan maken. Daarbij komt dat het esthetische en gemaniereerde van de grote Tachtiger mij ver fijnder smaakt dan de wat onbe holpen produkten van Blaman Van Deyssel produceert voortref felijk, nauwgezet proza, voor ons vaak met humoristisch effect, zo als hier. "Ik heb zeer goed onder goed aan: wit-geel fijn flanel, breed bezoomd met goed linnen, dat er met dunnen draden roode zij op is gehecht en met correcte knoopjes." (p. 114). Een Heer van Stand. Maarten 't Harts "Ongewenste zee reis (essays)" (uitg. De Arbeider spers 1979, 28,50) heeft zo lang op de Boeken Top Tien der Haag se Post geprijkt en is inmiddels zo veelvuldig bejubeld dat mijn juichkreten of schimpscheuten er niets meer toe doen. Ik ben nog maar nauwelijks bekomen van "Een vlucht regenwulpen" en reikhals naar "De aansprekers"- laten we aannemen dat ook het beschouwende werk van deze nadrukkelijk gearriveerde en •Hetzelfde geldt voor "Scheppend nihilisme", interviews met Willem Frederik Hermans, sa mengesteld door Frans A. Jans sen (uitg. Loeb Se Van der Velden, Amsterdam 1979 29,50); een boek dat uitstekend de bot- en snedigheid van Neerlands Eerste Letterkundige, thans mokkend buitenlands vertoevend, door de jaren heen weergeeft. Zodra deze manische kankeraar en verzamelaar van tikmachines eindelijk weer een Echte Literai re Roman vermag te produceren, waaraan we toch wel gaan wan hopen, zal ik deze voormalige geleerde zeker bespreken. Al dan niet van blind ontzag vervuld. Poezie Ook is er de poëzie. Van de tussen beide wereldoorlogen bekende protestantse dichter Willem de Mérode (is Willem Eduard Keu ning, 1887-1939) is posthuum en voor 't eerst integraal uitgeko men de bundel "Spiegelbeel den" (uitg. Elsevier-Manteau. Amsterdam/Brussel 1979). Zeer leesbare gedichten-voor-de- avonduren, al ben ik blij dat re dacteur Hans Werkman zijn bab belzieke interpretatie pas achter af verstrekt: "Wat is de mens' Wie is de mens? Op die vragen wil De Mérode een eerlijk antwoord geven. Daar voor kruipt hij in de huid van de krankzinnige, de dominee, de achtervolgde, de landloper, de dode, de dorpsschoolmeester, het oude meisje, de oude jonge man enzovoorts, met al hun af wijkingen van het 'normale' Maar tevens identificeert hij zich met de blinde harpspeler, die 'de glimlach van Gods mond' ziet komen." (p. 47-48). Jammer dat dit kwajongensproza een aantal fraaie gedichten mag komen ver zieken. Lang en oprecht heb ik geworsteld met de nu nauwelijks recente roman "Emma Kwartier" (Meulenhoff, Amsterdam 1978, 24,50) van NRC-deskundige K.L. Poll. Oprecht. Maar vooral lang. Ik heb 't niet uit kunnen krijgen, polls roman. Ongetwijfeld dient KLP zijn kwali teitscourant met volle overgave, een prachtige taak waarvoor het Lintje al klaarligt, en moeten we zijn "roman" maar zien als nog jeugdige ontsporing. Het boek zit vol cliché s en karika turale persoonsbeschrijvingen, moraliserende sprookjes en keu rig, zij het doods taalgebruik. Uit mijn aantekeningen licht ik har- tekreten als: toch een vertede rende man! studentikositeit! kunstelwerk! lectuur! kwasieru- diet! rampzalig boek! En derge lijke. Maar misschien had ik het uit moeten lezen: zo gaan grote Kunstenmakers verloren. Even weinig bekoring gaat uit van de poëmenverzameling "Gloeiende raadsels" (Meulen hoff, Amsterdam 1979, 18,50) van de Duitse dichteres Nelly Sachs (1891-1970). Een keurig boekje, vertaald en ge selecteerd door Huub Beurskens, maar helaas met aanvangregels als "O de kleuren van de avondhemel die nergens thuis zijn! O de bloesems van het sterven in de wolken Als het verbleken van de pasgebo- (p. 18) Akelig, maar misschien niet in het Duits, en misschien niet voor de hemelturende romantici onder Tenslotte bereikte ons weer een nieuwe uitgave "Over de vos Reinaert" door Willem (die Ma- doc maakte), gevolgd door "Rei- naerts Geschiedenis", waarin zijn latere lotgevallen zijn opge tekend (uitg. Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen 1979, Prisma 1890, 8.90). Dit satirische dieren epos met Reintje in de hoofdrol behoort tot onze oudste en meestbesproken letterkunde en is hier andermaal toegelicht en uitgegeven, nu door Arjaan van Nim wegen. Aanbevolen voor liefhebbers, ook al vanwege de prima leesbare vertaling naast de originele middelnederlandse tekst. ROB VOOREN "Sprookjeswijsheid". Rudolf Meyer. Uitg. Christofoor. Prijs: f29,75. Achtergronden van de sprookjes, gezien in het licht van de antro posofie van Rudolf Steiner. "Zondag, de eerste dag". Rudolf Frieling/Wilhelm Hoerner. Uitg. Christofoor. Prijs f 9,50. Schepping en opstanding; het be gin van de week en de indeling van de kalender. „Ieder jaar is anders". Walther Buhler. Uitg. Christofoor. Prijs: f 18,50. De spirituele achtergrond van de kalende rindeli ng "Zon, maan en sterren". Elisabeth Mulder. Uitg. Christofoor. Prijs f21,50. Astronomie voor iedereen. Bij het boek is een draaibare sterren kaart voor het noordelyk half rond gevoegd. Herdruk van het ongeveer 15 jaar geleden verschenen, aangnjpen de, fotoboek over de jodenver volging in de Tweede Wereld oorlog. "De bloemen uit de kern". ur.L*. Lissenburg. Uitg. Zomer en Keünig. Prijs f 9,90. Prettig leesbare artikelen met een zuiver christelijke boodschap. 'Krentenbollen, kogels en klater goud'. Rijk de Gooyer en Her man Pieter de Boer. Uitg. Tie- bosch Aangevulde necrologie-by-het-le ven van de komiek-filmspeler. Het boekje verscheen eerder (in 1968) in beperkte vorm. 'Handleiding psycho analytische groepstherapie. Dr. Frans Hid- dema. Uitg. Free Spirits Produc tions. Prijs f 22,50. Leiddraad tot een betere ontplooi ing van de persoonlijkheid. De schrijver is zenuwarts en psycho analyticus. "Het hydrocultuurboek". Wim Oudshoorn. Uitg. Zomer en Keüning. Prijs f 19,90. Groenexpert Wim Oudshoom geeft informatie over het kweken van planten in water, het behandelen van snijbloemen en het stekken van planten op water. Heruitgave in de serie Amstelpa- perbacks. Het boek is ook ver krijgbaar in de geboden serie Amstel-klassieken. Prijs f21,50. "De graaf van MonteChristo". Alexandre Dumas. Uitg. LJ. Veen. Prijs: f 17,50. "Juliana Regina". Fred J. Lam- mers. Uitg. Hollandia Baarn. Prijs: f 9,90. Het 31ste deel van de jaarlijks ver schijnende serie Juliana Regina. Ook nu weer vele (uiteraard re cente) foto's van de koningin en haar gezin èn ook een stukje - met foto's - Orarye-historie, ditmaal over het tragisch verlopen leven van kroonprins Wiwill, voorbe stemd om koning Willem de Vier de te worden, maar die op 11 juni 1879, op jeugdige leeftijd, in Pa rijs kwam te overlijden. Iet celibaat, de verplichte ongehuwde staat voor r.k. geestelijken, behoeft binnenkort voor jonge mannen geen beletsel meer te vormen om priester te worden. De "alterna tieve katholieken" in ons land hebben ook daar een oplossing voor gevonden: het celi ba tair vriendschapsverbond! In gewoon Ne derlands: samenwonen. Door de introductie van voor gewone mensen wezensvreemde woorden als "celibatair vriendschapsverbond", maar ook "vrien denpaar" en "celibaat in tweezaamheid" probeert men deze samenlevingsvorm in gang te doen vinden. Een van die "alternatieven" is de schrijfster Joke Forceville- van Rossum, die nog niet zo lang geleden een ontroerend dagboek van een rouwproces liet verschijnen. In haar de zer dagen verschepen boek met de veelzeg gende titel: "Alleen en alleen is twee" analy seert zij de vriendschapsrelatie binnen het- celibaat van enige tientallen celibatairen, die uit angst voor herkenning anoniem zijn ge houden. Vermakelijk is het te vernemen wat de argumentatie van een van hen is om èn ongehuwd te blijven èn samen te wonen. "Aanvankelijk overnachtten we ieder op een ander hotelkamertje maar omdat het èn ge zelliger èn goedkoper is om het anders te doen duurde dat niet lang"! De schrijfster raadt de geestelijken aan weliswaar voor zichtigheid te betrachten, maar ook op te passen dat dit niet tot angst leidt. "Men mag echt wel wat op het spel zetten", aldus Joke. En voor degenen, die "schande" roepen, heeft zij een afdoend antwoord: "Vroeger kwam men op de pastorie altijd "een nichtje" van de pastoor tegen"! De schrijfster is dermate overtuigd van een dergelijke vriendschapsrelatie dat zij zich af vraagt of het niets voor gehuwden is. In ieder geval ziet zij er iets in voor jongeren. Kort en goed: "Het experiment van de vriend schapsrelatie kan aan de religieuze dimensie deze tijd wel eens nieuw leven kunnen geven". Die vriendschap wordt dan wel omschreven als "enigszins gedesexualiseerd anders dus dan in het hu welijk". Voor degenen, die het allemaal precies willen weten hoe het nu in mekaar zit. zij nog mede gedeeld, dat dit "samenwonen" drie model len kent: „vriendenparen die samenwonen in blijvende verbondenheid; vriendenparen die gescheiden wonen maar ook blijvend ver bonden zijn; en vriendenparen die geschei den wonend de mogelijkheid van afstand doen van elkaar in de beleving van hun liefde bewust inbouwen". Mijnheer pastoor en zijn "pastoorsmeid" moe ten plaats maken voor een "vriendenpaar in tweezaamheid". Ik mag aannemen dat men het serieus bedoelt, maar het is nauwelijks te geloven. "Alleen en alleen is twee". Joke Forceville- van Rossum. Uitgeverij In den Toorn, 18,50. THEO KROON 200 Hengelsporttips - Kees Ket ting en Iwan Garay - Uitgeverij Elsevier. Met de verschijning van het boekje 200 Hengelsporttips wordt de se rie Vistipboekjes van Elsevier Focus uitgebreid tot tien. De af gelopen jaren verschenen al ne gen pockets die aandacht be steedden aan verschillende facet ten van de sportvisserij. Het bij zondere van de tiende uitgave is dat in een notedop een overzicht wordt gegeven van de meest uit eenlopende manieren om vis te vangen. Duidelijk is dat de zeevisser Iwan Garay de visserij ter zoute be spreekt en dat de enthousiaste kunstaas- en vliegvisser Kees Ketting die onderdelen voor zijn rekening neemt. Toch wordt ook de vaste hengel in het boekje niet vergeten. Verder wordt in het boekje boorde vol suggesties en ervaringen in formatie gegeven over hengels, molens, lijnen, knopen, haken, wettelijke voorschriften, aas- soorten en kleding. Bij uitstek een pocket voor de be ginnende hengelaar die nog niet weet waarop hij zich specialise ren zal en een brede belangstel ling heeft. B. V. LEEUWEN In de zich steeds uitbreidende reeks literatuur over de skisport is opnieuw een boekje verschenen. Het "Prisma wintersportboekis een beknopt gehouden overzicht van de beoefening van deze sport. Er wordt niets teveel verteld, maar de beginnende skiër die zich alvast thuis op de hoogte wil stellen van wat hem te wachten staat in de sneeuw, kan er zyn voordeel mee doen. Ook Langlauf, een sport die vooral bg Nederlanders steeds meer populair wordt, krijgt een beschouwinkje. En voor degenen die zich al meer met de lange latten vertrouwd heben gemaakt staat in het laatste hoofdstuk iets over ski-acrobatiek geschreven. Het boekje is bewerkt door Frans Dony, die voor de inhoud een aantal Amerikaanse publikaties heeft geraadpleegd. De tekeningen zijn wat summier gehouden en daardoor niet altijd ever» duidelijk. Vooral degene die nog nooit een stap met de ski's heeft ge daan, zal weinig wijzer worden van de zwart-wittekeningetjes. ANNEMIEK RUIJGROK r. Frans Dony; uitgeverg Hel Spectrum;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 19