Leidse pedagoge in
het geweer tegen
'racistische hetze'
ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1979
PAGINA 27
LEIDEN - De stencilma
chine van een kleine
Haagse voetbalclub pro
duceerde februari '77 een
aanzienlijke hoeveelheid
afdrukken van een als ui
terst "grappig" bedoeld
vraag- en antwoordspel,
op schrift gesteld door de
Haagse hoofdonderwijzer
Netten.
De tekst ging rond onder voetbal-
vrienden, circuleerde binnen het
onderwijswereldje in de Haagse
binnenstad, kwam onder ogen
van veel Leids onderwijzend per
soneel en ging van hand tot hand
tijdens een in Oegstgeest belegde
trainingsbijeenkomst voor lera-
Enkele van de vragen: "Hoe dik
schat u is het bord voor de kop
mevr. drs. Platham en in welke
kwaliteit moeten we bedoeld bord
zoeken" en "Bent u van mening
dat de term Platham een schut
tingwoord is, of hebben we hier te
maken met een bepaalde catego
rie geestelijk-geblesseerden?"
Insiders hoefden niet lang na te
denken op wie de vragen betrek
king hadden. Drs. Eva Latham,
Antilliaanse en sedert augustus
'76 als pedagoge in voorlopige
dienst van het Haags Centrum
voor Onderwijsbegeleiding
(HCO) viel die twijfelachtige eer
te beurt.
Het schimpschrift, dat in de ogen
van de pedagoge niet alleen voor
haar persoonlijk beledigend is
maar waarin ook vooroordelen
t.a.v. kleurlingen zijn terug te
vinden (sexueel bruikbaar, taai-
verhaspelend, dom en lui), is de
inleiding tot de weinig fris rie
kende en zich nog onverminderd
voortslepende affaire Eva La
tham.
De in Leiden wonende hoofdrol
speelster is inmiddels uit het
Haagse onderwijs verwijderd
Wegens "onvoldoende noodzake
lijke contactuele eigenschappen"
is de door de gemeente Den Haag
opgegeven reden. Maar Eva La
tham en zij wordt gesteund door
de Werkgroep ter bestrijding van
rasdiscriminatie, is er van over
tuigd het slachtoffer te zijn ge
worden van een ra cistische hetze
van een groep Haagse school
hoofden.
"Drie dingen hebben mij parten ge
speeld", zegt zij. "Het feit dat ik
aan de universiteit heb gestu
deerd, mijn vrouwzijn en mijn
huidskleur. Dat alles heeft ge
werkt als een rode lap op een stier
Daar ligt de kern van de hetze"
Voor de pedagoge is de zaak niet afgedaan. Wil dat er alsnog
recht geschied. "Mijn tegenstanders, maken één gr&te
fout", zegt ze, "ze onderschatten mij. Ze denken dat de
hele kwestie vanzelf doodbloedt. Makkelijk de doofpot in
te praten is. Dan vergist men zich"
Eva Latham, momenteel legt ze de
laatste hand aan een boek over de
hele kwestie, komt twaalf jaar
geleden naar Nederland. Behaalt
haar bevoegdheid als hoofdon
derwijzeres en slaagt daarna v
het doctoraal exam
giek. Gedurende zes jaar geeft z
les aan de scholengemeenschap
op het Rapenburg in Leiden,
zonder dat er klachten over haar
zijn.
Augustus '76 treedt ze in dienst van
het Haags Centrum voor Onder
wijsbegeleiding. Haar functie:
consulent anderstalige leerlin
gen. Haar aandacht zal
zich in de Haagse volkswijken
Laakkwartier en Schildersbuurt,
met name richten op de begelei
ding van Surinaamse zesdeklas-
leerlingen. Omdat het een met
behulp van rijkssubsidie opgezet
projekt is, krijgt zij een aanstel
ling op arbeidscontract in de we
tenschap dat daar normaal ge
sproken na maximaal twee jaar
een benoeming tot ambtenaar op
volgt. Een bestuurscommissie,
met als voorzitter de Haagse
PvdA wethouder voor onderwijs-
en personeelszaken Van Lier,
houdt toezicht op het HCO en de
dagelijkse leiding is in handen
van directeur mr. De Graaf.
Ze is nog maar amper een maand in
dienst of er vindt tijdens een
werkgroepbijeenkomst al een
kortsluiting plaats tussen haar
en de groep schoolhoofden.
Eén van hen, Jelle Netten,
schrijft een paar maanden later
(hij heeft haar dan in totaal twee
keer gezien) een pamflet waar de
honden geen brood van lusten.
Het zogenaamde vraag- en ant
woordspel, bol van denigrerende
opmerkingen aan het adres van
Eva Latham, is volgens Netten
een kwestie geweest van afreage
ren. Een duidelijk aanleiding
voor zijn beledigende taal kan hij
niet geven. Dat hij bewust heeft
willen discrimineren ontkent hij.
Te ver
Het schimpschrift van Netten komt
terecht bij wethouder Van Lier
die vindt dat het geschrevene in
derdaad te ver gaat maar betitelt
het stuk desondanks toch als
"ludiek en intelligent". Hij kan er
echter niet omheen een voorstel
in te dienen het schoolhoofd, een
partijgenoot, te bestraffen. Net
ten wordt gehoord door ambte
naren van de afdeling onderwijs
en kiest ondertussen eieren voor
zijn geld door Eva Latham een
excuusbrief te schrijven.
De inhoud daarvan vindt zij echter
verre van bevredigend omdat het
schoolhoofd nog steeds van me
ning blijkt dat haar optreden als
consulente hem tot de stortvloed
van beledigingen heeft gedreven.
Daarom stapt de pedagoge naar
wethouder Van Lier met de vraag
of deze een gesprek wil arrange
ren waarbij zijzelf maar ook Net
ten aanwezig is
'Wat mij betreft hadden tijdens
zo'n gesprek alle plooien glad ge
streken kunnen worden", zegt ze.
'Ik wilde Netten erbij hebben om
te laten zien dat ik niet bijt. Dat er
met mii normaal over deze zaak
kon worden gesproken. Dat hij in
zou zien dat wat hij gedaan had,
niet kon"
De wethouder voelt echter niets
voor zo'n driegesprek en vindt
dat Eva Latham maar naar de
rechter moet stappen als zij Net-
ten's excuusbrief beneden de
maat vindt. Dat doet ze dan ook
en het komt tot een schikking.
Netten stelt een verklaring op,
die hij ook zelf in veelvoud moet
verspreiden zoals bij het schimp
schrift is gebeurd. Hij zegt er in
niet de intentie te hebben gehad
te willen discrimineren en hij
weerlegt ook dat zijn afreageren
te maken heeft met de manier
waarop de Antilliaanse haar werk
als consulente verricht.
"Futiliteit"
Ondertussen hebben collega s van
Netten, van wie de meesten Eva
Latham nog nimmer hebben
ontmoet, er lucht van gekregen
dat de hoofdonderwijzer een
strafmaatregel wacht en schrij
ven een zeer verontwaardigde
brief aan B en W. Ze snappen niet
dat hun collega voor een derge
lijke "futuliteit" als het gewraak
te stencil, moet boeten. De beris
ping, de lichtste straf, komt er
toch.
En daarmee is de kous niet af. De
schoolhoofden (onder wie veel
partijgenoten van Van Lier) blij
ven mokken en eisen bij de wet
houder meerdere malen haar ver
trek. Het eindresultaat is dat het
arbeidscontract van de Antil
liaanse na twee jaar niet wordt
omgezet in een vaste aanstelling
als ambtenaar. De reden van niet-
verlenging is dat de pedagoge
over "onvoldoend noodzakelijke
contactuele eigenschappen" be
schikt. Hoe Van Lier (hij is op dit
moment op vakantie en niet voor
commentaar bereikbaar) tot dat
oordeel is gekomen is tot aan de
dag van vandaag duister geble
ven. Feit is in elk geval dat de
wethouder zijn beoordeling niet
maakte op grond van ervaringen
van collega's van haar en de di
recteur van Eva Latham, mr. A.
de Graaf. Die schilderde haar in
de laatste beoordelingsstaat af als
"briljant in het inzicht in inter
menselijke relaties en processen"
en beoordeelde haar ook positief
waar het ging om "contact met
anderen" Bovendien blijkt uit
het jaarverslag van de afdeling
onderwijs van de gemeente Den
Haag dat de begeleiding van de
Surinaamse zesdeklas-leerlingen
in de periode dat Eva Latham er
haar schouders onder zette "goed
heeft gefunctioneerd"
Druk
Hebben de schoolhoofden wet
houder Van Lier wellicht onder
druk gezet om de (gevreesde) An
tilliaanse de laan uit te sturen? De
Partij van de Arbeid afdeling Den
Haag stelde, om deze hardnekki
ge geruchten de kop in te druk
ken, een onderzoekje in naar de
handelswijze van de wethouder.
Kwam tot de conclusie dat Van
Lier in deze niets valt te verwij
ten.
"Nogal logisch", zegt Eva Latham",
ze zijn alleen maar te rade gegaan
bij partijgenoten. Lui die alle
maal boter op hun hoofd hadden
in deze kwestie. Waarom hebben
ze mij nooit ondervraagd? Telt
mijn mening niet mee?"
De uitleg van de onderzoekscom
missie-voorzitter Van Otterloo:
"We hebben haar niet gehoord
omdat we over voldoende ge
schreven stukken beschikten om
ons'een oordeel in deze kwestie te
kunnen vormen. Waar het ons
hoofdzakeli jk om ging was vast te
stellen of het niet omzetten van
haar arbeidscontract in een vast
dienstverband inderdaad het ge
volg is geweest van een ra cisti
sche hetze, zoals zij steeds heeft
beweerd. Daar is ons niets van
gebleken. Zelfs het gewraakte
stencil kan niet ra cistisch wor
den genoemd. Hooguit discrimi
nerend t.o.v. de vrouw, dus meer
een anti-feministisch stuk. En om
op grond daarvan het hoofd te ei
sen van een schoolhoofd is buiten
alle proporties. Terecht dat colle
ga's van Netten daar tegen in
r zijn gekomen"
Sinds de pedagoge in augustus '78
van het Haagse onderwijs-toneel
verdween is de affaire allerminst
tot bedaren gekomen. Integen
deel, de stellingen zijn nog steeds
betrokken, al woedt de oorlog nu
verder op papier. Dat de strijden
de partijen niet altijd even faire
middelen hanteren mag bijvoor
beeld blijken uit de brief die is
uitgegaan aan onder andere de
minister van onderwijs waarin
een aantal organisaties zich fel af
zet tegen de pedagoge en zich
uitputten in het aandragen van
bewijsmateriaal voor de stelling
dat rasdiscriminatie geen enkele
rol heeft gespeeld in deze affaire.
Die brief is bijvoorbeeld onderte
kend door de Stichting Sunna-
mers Den Haag. Maar voorlich
tingsfunctionaris Marhé, zijn
naam staat erbij, zegt van niets te
weten. "Wij branden ons niet aan
deze zaak", zegt hij, "wij nemen
liever geen standpunt in". Ook
zijn directeur begrijpt niet hoe de
de stichting onder de Buitenstaander
Te gretig
Maar ook de Werkgroep ter bestrij
ding van rasdiscriminatie moet,
de hand in eigen boezem steken.
De nog jonge werkgroep, waarin
onder anderen zitting hebben de
Leidse prof. Kobben (discrimina-
tiespecialist) en dr. Bovenkerk
heeft zich aanvankelijk wat al te
gretig vastgehapt in de zaak La
tham. Op de oprichtingsvergade
ring ging direct al een brief-op-
hoge-poten naar het Haagse ge
meentebestuur waarin weinig lo
vende woorden werden gespro
ken over de "hetze tegen een
kleurlinge". Afgezien van het feit
dat de werkgroep wordt verwe
ten zich te weinig in de materie te
hebben verdiept is men in Den
Haag zeer gepikeerd over de on
dertekening van de brief.
Onder het bewuste schrijven staan
de namen van allen die aan het
begin van de bijeenkomst van de
werkgroep de absentielijst te
kenden maar achteraf is geble
ken dat lang niet iedereen meer
aanwezig was toen de brief aan
het gemeentebestuur werd opge
steld. Bovendien zijn aan de na
men ook de functies toegevoegd.
Wethouder Van Lier heeft de
brief beschouwd als een onge
fundeerde aanval op zijn beleid,
heeft nu afgezien van enig con
tact met de werkgroep en boven
dien bij de ambtelijke chefs van
de "ondertekenaars" zijn beklag
gedaan.
Om de mening van een buiten
staander te hebben in de zaak La
tham heeft de werkgroep de ge
pensioneerde procureur-gene
raal van de Hoge Raad, mr. G.
Langemeijer kortgeleden om een
oordeel gevraagd. Over het pam
flet van Netten zegt deze dat het
een uiting van ra cisme is maar,
zo voegt hij er aan toe, het behoeft
dit niet noodzakelijk in sterke
mate te zijn. "Het is een bekend
verschijnsel dat veel mensen die
rasdiscriminatie principieel zou
den afwijzen, wanneer zij in
conflict komen met iemand die
als slachtoffer van zulk een dis
criminatie in aanmerking komt,
eensklaps naar dit wapen grij
pen". Langmeijer verwijst naar
joden, Surinamers, negers. Duit
sers, Belgen, katholieken "ja zelfs
schoolhoofden Volgens hem is
het schimpschrift geen zwaar
wegende reden voor optreden
van de werkgroep.
Ook wijst hij pertinent van de hand
dat rasdiscriminatie mogelijk de
wethouder zou hebben beïnvloed
bij het uiteindelijke besluit Eva
Latham geen vaste aanstelling te
geven. Ook vergoeilijkt Lange
meijer de uitspraak van de wet
houder als zou de inhoud van het
stencil "ludiek en intelligent"
zijn geweest en zegt hij dat in het
geval Eva Latham niet van be
lang is of bij de groep school
hoofden ra cistische overwegin
gen hebben meegewerkt. "Want
de afloop van de zaak stond niet
in hun macht", meent hij stellig.
"Dat lieden van hun standing het
pamflet konden bagatelliseren
ik niet anders weten te ver
klaren dan hieruit dat solidariteit
het bij hen volkomen van de ob
jectiviteit heeft gewonnen".
Kopstukken
Eva Latham ("de PvdA haalt steeds
grotere kopstukken van stal om
het beleid van partijgenoot Van
Lier goed te praten") heeft schrif
telijk gereageerd op Langemeij-
ers brief maar deze zegt "al na een
paar regels met het lezen te zijn
gestopt omdat de toon van het
verhaal mij niet aanstaat".
De Antilliaanse (haar vakorganisa
tie KOV heeft de volledige afkeu
ring uitgesproken over het door
de wethouder gevoerde beleid
maar heeft daar van het gemeen
tebestuur nooit een bevredigend
antwoord op gekregen) schryft
het als een schok te hebben erva
ren "hoe een toedracht van feiten
zodanig wordt verdraaid en om
gebouwd dat de bestuurder die
formeel voor dit schandaal de
verantwoordelijkheid draagt,
wordt vrijgesproken en gedekt.
Het is droevig te constateren, zegt
ze, dat een magistraat met een
staat van dienst als Langemeijer
niet in staat is gebleken boven de
zaak te staan en een volksgericht
met zijn redeneringen goedpraat.
De morele plicht van de wethou
der is dat hij publiekelijk zijn
ontslaggrond intrekt en de toe
gebrachte schade vereffent".
De werkgroep, inmiddels omge
doopt tot vereniging, is niet erg
onder de indruk geraakt van
Langemeijers betoog. Althans,
men blijft op het standpunt dat er
een hetze is gevoerd tegen een
kleurlinge en dat Langemeijers
brief zeer zeker niet als een
"handvat" mag gaan dienen ter
vergoelijking van het gevoerde
Eva Latham heeft inmiddels vele
officiële wegen bewandeld om
dat doel te bereiken maar nog
zonder succes. "Gebleken is dal
de middelen van de staat gefaald
hebben om recht te doen". zegt
ze. Wat mij nu nog rest? Er is erg
veel moed voor nodig om buiten
de middelen van de staat te tre
den. Maar zo word je er wel naar
toe gedreven. Naarmate ik voel
dat men niet bereid is in te zien
dat men my verkeerd heeft be
handeld, escaleert bij mij de zaak.
En het had zo simpel geweest Kyk,
ik kan niet van een wethouder
verlangen dat hij de mentaliteit
van schoolhoofden gaat verande
ren. Maar hy had wel in een ge
sprek met my kunnen zeggen:
Sorry, die schoolhoofden weten
niet beter, die kunnen hun rascis-
tiSche gevoelens moeilijk in be
dwang houden. Dan had ik mijn
conclusies daar wel uit getrok
ken. Zou ik na een tijdje uit mij
zelf wel zijn opgestapt".