i Nieuwe lp van Drs. P. ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1979 EXTRA PAGINA 23 - Was die langspeelplaat nu wel nodig? U heeft er toch al een gemaakt. "Ja, en dat weet ik nog best. Er stond zeer veel op. Jubel zang, tekst ook. En muziek. Er zijn nog meer platen ge maakt en eigenlijk was deze plaat niet nodig geweest als het Resistentieorkest er niet aan te pas was gekomen. Deze mensen hadden nog maar één plaat gemaakt en ik wou hen helpen. Om die plaat een excuus te geven om toch te verschijnen, heb ik erop gezongen, zodat velen zullen denken dat dit een Drs. P.-plaat is. In feite is het dus anders". - Dus ik had eigenlijk niet met u moeten praten? "Och, toch wel. Want ik zou haast willen zeggen dat het een bescheiden, welhaast schuw volkje is. Ze kijken zelden allemaal tegelijk uit hun hol, zodat het zeer moeilijk is deze mensen collectief te interviewen. Vandaar dat ze gewoonlijk een stroman aanstellen om het woord te doen in hun naam en in hun geest. Uh...nee, niet in hun lichaam: laten we niet over drijven." Soldatesk "Mijn vader was een Oostenrijker, vestigde zich in Zwitserland, daar een Nederlandse, die ten gevolge daarvan mijn moeder werd, ging scheiden van haar en zij, met mij in haar kielzog, vertrok terug naar Nederland. Dat betekent dat er geen bloedverwanten in Zwitserland wonen. Ofschoon ik in dit verband kan vertellen dat ik eens, in militaire dienst, de zondagswijding ontliep door de vloer van de kamer naast de commandaritenkamer aan te vegen. Ik hoorde in de belendende kamer een deur opengaan, ik hoorde soldateske passen, die eindigden met een onberispelijk klak van hielen en daarop weerklonk de tekst: "Herr Ma jor!! Sanitatssoldat Polzerü Daar keek ik van op, want dat was mijn naam en mijn betiteling. Ik wist toch wel degelijk dat ik aan het vegen was en dat ik me bovendien ergens anders bevond. Later heb ik die verschijning opgewacht en het bleek inderdaad een persoon te zijn met mijn naam. Het was een keurige vent, hij was ziftdelijk en sprak met twee woorden. Maar van bloedverwantschap was niets meer na te trekken. In alle schroomvalligheid teken ik nog aan dat de kabinetschef van de laatste keizer van Oostenrijk mijn naam droeg, al wist ik dat toen niet. Ik heb ook nog een boekje, door een Engelsman geschreven, waarin de korte en tragische regeringsperiode van de keizer boeiend wordt beschreven en waarin van tijd tot tijd staat: "..de scherpzinnige Polzer merkte hierbij dit en dat op..." Zulke zinsneden doen mij natuurlijk geen kwaad. Had ik het maar eerder geweten, dan had ik naar Oostenrijk kunnen gaan en kunnen zeggen: "Ik ben terug!" Zijn populariteit. Ofwel je bent een fan, ofwel je' bent een complete anti-fan. Frappant is dat. Geen tussenvorm. "Ik vind dat niet zo frappant. Ik be schouw het als een compliment. Het betekent in ieder geval dat hetgene, wat ik uitspook, iets be tekent en iets inhoudt. Dat het dus, hoe dan ook, een reactie te weeg brengt, en niet op een pap perige neutraal-slap-vriendelijke manier wordt opgevangen, maar ofwel geestdrift, ofwel afkeer te weeg brengt. Dat vind ik een ge zonde situatie en ook een ver klaarbare. Ik stel me voor dat mijn vijanden zich vooral bevinden in het dich terlijke en ideologische kamp. Ik bedoel wereldverbeteraars en bedriegers en ernstig goedwil- lenden en degenen die met idea len behept zijn. Niet de arbeiders, want arbeiders met idelalen zijn dun gezaaid en ik geloof ook niet dat arbeiders nog enige bood schap hebben aan de verbetering van de mensheid. De mensen die de schurft aan me hebben zijn de beroepsdichters, de beroepsde monstranten, de beroepsmilieu verbeteraars en maatschappij- rondregelaars. Van mijn kant heb ik ook een hekel aan dit soort mensen. Ik hoop dat dat voelbaar is, ook." Binnenkort komt een wonderlijke langspeel plaat uit: "Romantiek voor twee met Drs. P." Hij treedt als solist op met het evenzo ver maarde Resistentieor kest (bekend van Haag- sche Kringen, dat bin nenkort weer te zien zal zijn bij de VARA (of niet? Of wel?) Om de verkoop van deze plaat wat te stimuleren, zal de KRO aanstaande maandagavond een tv- special wijden aan Drs. P. Een programma, be ter nog: een afwisselen de collage van cabare teske nummers en liede ren. Zoals daar onder meer zijn: een lentelied met een door bos en groen dartelende hoofd persoon en een schitte rende scène tussen tien tallen monniken die handelt over schuimend gerstenat. Reden om te kijken. Heus. Reden om te praten met een welhaast uniek manspersoon. Een beetje over die plaat, maar meer over humor, reclame, economie, snoeshanen en esprit. Van alles en nog wat: van gekte tot wijsheid. "Maar welzeker! Ik vind het erg nuttig dat het soort vrouwen, dat in vrouwencafés samenschoolt, vrouwencafés heeft om andere cafés met rust te laten" Ritsopening - U heeft indertijd gezegd een enorm ontzag te hebben voor de Neder landse taal en u zei ook "daarom hakkel ik". "Het ontzagwekkende is het feit dat het een taal is. Een organisme, een levend wezen dat ontstaan is uit vele eeuwen van gepraat, ge schrijf, nagedenk, onzin, emotie, geschiedenis en allerlei andere factoren. Een organisme dat blijft leven en dat zich blijft manifesteren, ver dient respect en ontzag. Het is een gebied datje nooit als eenling kunt overzien. Maar daar wen je Eigenlijk kun je het ook verbete ren, die taal. Want een taal leeft pas, als ze groeit en zich verfijnt. Dat kan door mensen worden ge daan; het kan denkwerk zijn". - Maar je kunt er ook mee spelen, zoals u vaak met graagte doet. Je kunt woorden bedenken, bijvoor beeld. "Zelf heb ik nooit een woord ver zonnen, hoewel het wel eens voorkomt dat ik, hetzij door vin dingrijkheid, hetzij door de nood gedwongen een woord maak, dat nog niet gebruikt was. Maar het is dan toch altijd afgeleid. "Snuiste- rier" bijvoorbeeld, voor een ver koper van asbakjes en souvenirs. En "Ritsopening" in plaats van ritssluiting. Ik vind het namelijk in vele gevallen belangrijker dat het ding opengaat". "Het komt enkele keren voor dat ik teksten maak op een al door mij opgestelde melodie. Veel vaker, want het is makkelijker, ent ik de muziek op de tekst. Als een nummer een uitgesproken on derwerp heeft, zoek ik eerst naar een passend klimaat. Als ik een nummer maak over Emmeloord, ik noem maar wat, kan ik ertoe komen, op betrekkelijk losse maar verdedigbare gronden, om daar iets weemoedigs, iets verla tens aan te verlenen en dan be land ik al gauw in een langzame rumba. Een cadans, een sfeer, een sound als je wilt, al is dat woord vervelend en verdomd mislei dend, is een peuleschil, als ik weet in welk stramien mijn tekst moet terugkomen'.' Respect Over respect. "Werk dat behoorlijk gedaan wordt, verdient respect" zegt Drs. P. Hij verwacht dat ook bij zijn werk. "Ja, natuurlijk niet bij Bernlef of Dorrestijn en consorten, aange zien die niet weten wat goed werk is. Bij vaklieden verwacht ik het en krijg ik het. Hihi, Pierre Kart- ner, precies. Ik moet trouwens zeggen dat Johnny Hoes wél een fan van me is. Kijk, het raderwerk van die hele Pierre Kartner, daar blijf ik natuurlijk buiten. Maar ik moet zeggen, de praktijk bewijst het, dat ik wél levensliederen kan schrijven. Werksters slaken er droge snikjes bij. Ikzelf had geen last van snikjes zonder welke vochtigheidsgraad ook. Kijk, domme mensen wil ik in het algemeen liever niet ontmoeten. Net zoals echte zakenlieden en iedereen die deel uitmaakt van coterieën. Schreeuwerige men sen als Jan Wolkers ga ik liever uit de weg. Ik ga ook nooit naar De Kring; (Amsterdamse kun stenaarssociëteit, red.) dat mijd ik als de pest" - Indertijd, ijzeren jaren terug heeft u gezegd, dat het maar ar moe troef was met het Nederland se cabaret. Er was nauwelijks iets waar je hartelijk om kon schate ren. Is die mening veranderd? 2S dat dit land het calvinisti sche leukheidsland blijft. Ten slotte heb je voor cabaret talent nodig, al wordt dat dikwijls over het hoofd gezien. Het is natuur lijk toegestaan dat allerlei men sen tegelijkertijd teksten zingen en dan tegen betaling andere in woners toelaten tot deze verrich tingen en dat wordt dan als caba ret gepresenteerd. Ik ben ermee opgehouden om "cabaret" te gaan bekijken. Destijds had ik een tamelijk zwak voor „Don Quishocking" De programma's van Ivo de Wijs heb ik ook altijd met genoegen bekeken. Vaak heb ik uitbundig gelachen. Daarbuiten is er weinig dat ik kan volhouden tot na de pauze. Onder geen mom ver dwijn ik dan, wél onde.- gemom pel." Humor Na een korte pauze neemt het ge sprek een Wending naar de hu mor. Het Humorfestival, dat jaarlijks in Knokke plaatsvindt komt ter sprake. Een volstrekt irreëel iets om zoiets te organiseren, volgens Drs. P Net zo'n onzin als dat groot scheepse wereldcongres over humor, dat enkele jaren terug in Polen (of all places) werd gehou den. Het enige aardige aan zo'n festival is voor hem het feit dat het in België wordt gehouden (hij houdt intens van dat land) en de kout achteraf in de altijd gehele nacht geopende tapperijen en staminees. Over Knokke opeens dit indrin gende verhaal: "Met weemoed, navrante wee moed, denk ik terug aan een ho tel, dat zich in Knokke verhief onder de naam "Grand Hotel de la Plage". Een hotel met een zeer zelfbewust front en een hele grote lounge, waarin een uitstekende vleugel stond. Ik heb daar ook lustig op gespeeld. Verder bevonden zich daar talrijke puntige planten, kom hoe heten ze ook weer...uh... sanseveria's? Ja die! Er was ook een klein aan tal tewerkgestelden en gasten. Geen zichtbare. Ongetwijfeld wel zeer veel spoken, want zo'n hotel was het wel. Ik ging er dagelijks koffie drinken. Jan-Paul Bresser, die er logeerde (wij waren natuurlijk op een ver keerd adres afgeleverd) -.vist me te vertellen, dat op de dag, dat hij arriveerde, juist de kok werd weggevoerd door potige mannen in een wit automobieltje. Wel, dat paste volkomen bij het adres. De baas was iemand die mededelin gen deed op een toon, alsof het laatste oordeel over vijf minuten zou aanvangen. De ene keer be trof het een telegram, de andere keer was er telefoon, de derde maal was het: "Wilt u wat minder druk praten", maar alles werd door hem medegedeeld met een onheilstoon en grimassen, die zich niet tot zijn gezicht beperk ten, maar die zijn gehele op pervlakte in het geding brachten. Deze man bracht, naar mijn opvat ting, niets tot stand. De eigenlijke leiding berustte bij zijn vrouw, die vele jaren op sterk water had doorgebracht en toen weer te voorschijn was gehaald en die met een Medusablik door het pand waarde. Je had daar een lift, die ieder gevoel aan geloof aan voortbeweging al had afgezworen. Er was een bil jartkamer, waar je je met een lach zou verhangen, zó treurig was die ingericht. Dat hotel is helaas tegen de vlakte gegaan. Bij gebrek aan klanten, jammergenoeg." Meer humor Mag ik een definitie van humor? "Ik weet niet of mijn definitie ori gineel is, maar het is mijn defini tie, die hier op neer komt dat hu mor bestaat uit het bij elkaar brengen van twee ongelijke ele menten, op een zodanige wijze dat er spanning ontstaat, die ontladen wordt door hilariteit. "Ongelijk" is natuurlijk een bui tengewoon slordig woord, maar het moeten elementen zijn, die in enig opzicht met elkaar in strijd zijn, al was het alleen maar door de totale ongelijksoortigheid. Daardoor ontstaat er een bepaald soort spanning. Vergelijk het met onweer. De dosering komt er wel op aan. En de ontlading zal zich manifesteren als een soort lust gevoel, casu quo hilariteit." Ik maak, denk ik, een erg zinnig onderscheid tussen .een klucht, humor en esprit, want die worden altijd door elkaar gehaald. Men heeft het vaak over de oorzaak van de lach. Dat is heel ondoel- matig, want lachen kan op ver schillende gronden berusten en heeft helemaal niet zelfs echte hilariteit te zijn. Denk aan de oos terling, die lacht vaak uit nervosi teit. Met humor hoeft het in de verste verte niets te maken te hebben." "Welnu, als je klucht beschouwt als het meest domme, elementaire, lichamelijke terrein van hilari- teitsoorzaak humor als een crea tieve handeling met een emotio nele lading en esprit als een zui ver verstandelijk spel dat tot hila riteit leidt, dan kun je veel beter weten waarover je praat. De ge vallen kun je dan veel beter plaat sen en herkennen, duidelijker ook." Die spanning moet emotionele doses bevatten, terwijl esprit on emotioneel en zuiver verstande lijk wordt gemaakt. "Koot en Bie hebben vaak esprit zeer vaak- Onlangs op de Bescheurkalen der, stond te lezen dat Eva Braun tegen Hitier zei dat ze "wel voor hetere Führer" had gestaan Dat is een goed voorbeeld van esprit." Beschaafde firma Drs. P. is een door het ministerie van onderwijs erkende docto randus. Econoom. Zei ooit "Ik ben slecht in economie. Als ik er in verder was gegaan, was ik al lang van de hongerdood gestor ven." Is dat werkelijk zo? "Ja hoor. Het heeft me ongeveer zes maanden geïnteresseerd. Kort voor mijn doctoraal. Je hebt alle parate kennis zo'n beetje achter de kiezen en je verkeert in een toestand dat je het nog wel moet opspuiten, maar dat je er niet meer vreemd en angstig tegenaan kijkt. Daarbij moet ik nog vermelden dat ik in Rotterdam'studeerde en dat was toen een zeer beschaafde firma. De meeste hoogleraren waren mensen met wie je kon praten, in de diepste zin van het woord. Toen ik mijn examen had gedaan, heb ik het vak onmid- - dellijk terzijde gelegd, zonder enige spijt." "Klucht is het gebruik van vieze woorden, zoals "poep". Kinderen lachen daar smakelijk om. Er is zelfs een fase in hun leven, waarin ze verplicht zijn het geestig te vinden. Die fase houdt bij velen aan tot hun dood. Ik denk daarbij aan André van Duin in zijn goed koopste momenten. Aan de Mounties. Ook Toon Hermans staat er niet ver vandaan. En ook Dorresteijn is zo'n man. Ergens las ik dat hij wel de Nederlandse Randy Newman wordt genoemd. Jaja. Nou zo schijnt er in Amster dam ook een poepvlieg te wonen die zich beschouwt als de Ne derlandse Atlasvlinder. Je moet toch wel zeer onbeschaamd zijn om deze vergelijking zelfs maar te dromen, laat staan uit te spre ken. Hij zal het zich graag laten aanleunen. Ik mag hem niet, nee. Niet alleen om zijn prodqkten. Hij heeft indertijd een goede tekst van Ivo de Wijs aange vraagd voor gebruik in een boek. Hij heeft in die tekst veranderin gen aangebracht. Dat is smake loos en immoreel. Hij is gaan flansen en smeren in die tekst. Een snoeshaan, oncollegiaal en behept met gebrek aan respect voor vakwerk." "Hun Oh ja, er was nóg iets, wat erg heil zaam was. De Hogeschool in Rot terdam stelde toen voor het eco nomisch bestel of de culturele bedriivigheid niets voor. We wa ren één van de etablissementen in de stad. We beheersten de stad niet, zoals de universiteit in Lei den dat wel deed. Een stad, die al drie- of vierhonderd jaar lang aan het degenereren is. Een stad, die voor een deel leeft van de studen ten. Dat is een ongezonde toe stand. In Rotterdam waren wij to taal onbeduidend. Maar we waren wel leuke heren; ze konden ons wel zien zitten. We hadden niets in de melk te brok kelen, maar anderzijds voelden we ons ook niet zodanig mis plaatst, dat we de stad en de stadsbevolking meden. Het was een zeer verstandige rolverde ling. Allemaal factoren dus die het voor mij van belang hebben gemaakt dat ik daar studeerde en niet ergens anders." Beschouwer - U hebt geruime tijd in de recla mewereld vertoefd en met name bij het fameuze bureau Lintas. Kunt u, zonder leedvermaak, om de huidige reclamespots lachen? "Jaja, dat komt voor. Ik ben ver weg gebleven uit die wereld, maar als beschouwer zit ik er toch tamelijk dichtbij. Ik let op de spots, onwillekeurig beroepsma tig, maar ik overweeg niet of een spot mij ertoe zou kunnen bren gen een produkt te kopen. Ik rea geer wel op datgene wat wordt verteld en aangeboden, als ie mand tot wie het gericht is. Dat is een onderscheid, hoor. Net zoals ik een stuk lees in een tijdschrift, zonder te veronderstellen dat het tot mij is gericht, in het bijzonder. Nu goed, er zijn spots die ik graag zie en er zijn andere spots die ik, stuitend vind. En er zijn ook spots, die ik lelijk, respectievelijk afgezaagd vind, maar waarvan ik, ook weer beroepsmatig, voel dat ze waarschijnlijk doeltreffend zijn. Truttig Ariel had zo'n jaar of twee geleden heel truttige spots. Van die uitge zakte huisvrouwen die bij elkaar op bezoek kwamen. De een zat maar te tobben en te tobben over een vlek en de andere, tja, 's Hoe ren wegen zijn wonderbaar, had dan nét toevallig een pak Ariel bij zich. Oh, het was allemaal zo hou terig en wanstaltig, dat ik dacht dat het toch zou werken. Ik dacht dat het overtuigde, omdat het op het niveau van de massatrut stond en geen droomwereld voortoverde, maar liet zien dat iemand in haar totaal mislukte fi guur toch nog knap in haar bont- goed kon zitten." - En een goed voorbeeld? "Wel, ik ben bevooroordeeld, maar ik vind de spots van Kittekat heel leuk." (Drs. P. bezit een kater, Louis geheten, die zijn maaltij den nuttigt uit een bak. slaand op een place-mat die de tekst "Sma kelijk eten" in fraaie krulletters behelst. Louis heeft nog nimmer mondeling gereageerd, pw). "Het doet er niet toe of die beesten ze ven dagen geen eten hebben ge had om uit een klok te vallen. Het is goed gedaan. Zo is er ook een hondevoerspot, waarin zo'n beest komt aanrennen uit het meest af gelegen geboomte, werkelijk waar. In huis maakt hij dan een bocht van negentig graden en dan hoor je "Hiiiii" Prachtig is dat." - Zou "Ik ben blij dat ik dat juist niét heb gedaan. Ik wilde graag in Rotter dam wonen en was derhalve op een klein assortiment aangewe zen; algemene of bedrijfsecono mie. Dus afgesneden uit dien hoofde van romantischer gebie den als talen of geschiedenis. Maar bovendien, en dat heb ik toen misschien niet zo vermoed, ik ben nogal flodderig, nogal bo hémien, als je wilt, in mijn le venswijze. Ik weet zeker dat als ik een dergelijk vak had gekozen, ik geëindigd zou zijn als een rare" excentrische docent, zenuwziek leraar of andere kneus. Economie hield mijn beide voetzolen by het aardoppervlak. Het is beter om op basis van iets verstandelijks, iets grofstoffelijks, sprongetjes en danspasjes te maken naar het geen je gezellig vindt, dan op te stijgen en nooit meer neer te ko men. Snap je: de rest van je leven op een fraaigekleurd wolkje doorbrengen als een idioot. Van daar ook dat ik nimmer spijt heb gehad van deze studie. Er waren trouwens meer redenen: Rotter dam had een klein corps, nog niet erkend. We waren dus tweede rangs burgers in de academische samenleving. Juist dat bevorder de de grote hechtheid en dat is van waarde. u nu nog teksten kunnen schrijven? "Als het mijn beroep was, ja. Maar het is mijn beroep niet meer. Nee, dus." - Vroeger intrigeerde me het Ne derlands Talen Instituut. Daar waren tweehonderd hartelijke le raren aan verbonden. "Ja, dat is natuurlijk zwendel, hoe wel het natuurlijk geen slechte vondst is. Ikzelf zou het niet ver hebben. Stel dat ik het had, zou ik het zelf hebben afgekeurd, want het is zo'n gotspe. Neenee. het zou me niet lukken om voor zoiets reclame te maken. Hoewel... ik moet dat terstond terugnemen. Want als het mijn werk was, zou het me vermoedelijk weer wel lukken. Het bereik van je gewe ten wordt dan een heel eind te ruggedrongen. Er is namelijk ook een werkethiek. Kijk, je bent vakman, je verzint systemen en die zet je op papier. Je voegt de onderdelen bijeen en je hebt bij voorbeeld een apparaat om bro deloze weduwen te versnipperen. Dat is natuurlijk onvriendelijk, maar als het je werk is, dan heb je de ethische bevrediging van "ik heb een weduwenversnipperaar uitgevonden". Ik noem nu we duwen, want die vind ik zo aan doenlijk. Ik had ook een adverti sing manager-versnipperaar kunnen ontwikkelen, daar kan ik ook wel vrede mee hebben. Ach, maar ja, de reclamecode-com missie zou het niet goed hebben gevonden, want binnen de kortst mogelijke keren was ik de enig overgeblevene in Nederland."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 23