PAGINA 19
ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1979
ROTTERDAM - „Waarom houden jullie nou met op
met dat gerotzooi?", vraagt ze. Ze is duidelijk bang
voor de mannen die met hun handen in de zakken
naar haar kijken. In een boogje loopt ze om hen
heen. „M'n kinderen zijn er helemaal over hur. toe
ren van. Ga d'r bij jezelf een troep van maken", zegt
ze met de moed der wanhoop.
De woorden van de huisvrouw
uit de Rotterdamse wijk
Heijplaat vallen niet in goede
aarde. Ogenblikkelijk maken
zich enige stakers los uit de
menigte en beginnen on haar
in te praten. Op een manie.,
die weinig ruimte overlaat
voor beleefdheden.
Een paar honderd meter ver
derop staan de mannen van
de mobiele eenheid. Blauwe
gevechtspakken aan, helm
op, schild in de ene, wapen
stok in de andere hand ge
klemd. Het is woensdag. De
staking in de Rotterdamse
haven is in een nieuwe fase
terechtgekomen.
Ma drie en een halve week is de
vlam in de pan geslagen. In
eens zijn die beelden te zien
die horen bij „lastig Amster
dam", die horen bij de woeli
ge zestiger jaren, die je ver
wacht in nog niet gestabili
seerde democratieën.
Maar in Rotterdam, in een
doorgaans zo rustige wijk als
Heijplaat met z'n aardige ge
veltjes, met z'n vele groen,
Heijplaat, dat eens werd
neergezet door de Rotter
damse Droogdok Maat
schappij, en daardoor net zo
onversneden Maasstedelijk is
als Feijenoord, de Maastun
nel of de Coolsingel?
Wie verwacht daar nou water
kanonnen, in blauwe ge
vechtspakken gestoken
mannen met woedend blaf
fende duitse herders bij zich,
paarden, rellenwagens? En
aan de andere kant schreeu
wende havenwerkers, die
stenen zoeken om die naar de
agenten te gooien, mannen
met stokken in hun hand die
met van woede vertrokken
gezichten de vijand zien op
rukken.
Luguber
Het is een luguber gezicht. Er
wordt gescholden, hier en
daar vliegen de stenen door
de lucht. Dan roept stakings
leider Flip Schults door een
megafoon: „Mannen, dit heeft
geen zin. Die jongens staan te
wachten tot ze op ons in kun
nen rammen. We pakken ze
nog wel een keer, maar nu
moeten we ons verspreiden.
De politie heeft beloofd dat ze
dan de blokkade ophef
fen".
Het helpt. De stakers trekken
zich terug en echt grote on
gelukken blijven uit. Maar er
is iets nieuws gebeurd in de
staking: er loopt een agent
wankelend rond met een
bloedende wond aan zijn
hoofd, en er zijn staxers die
flinke striemen hebben op
gelopen door klappen met de
wapenstok.
Er is voor het eerst op uitge
breide schaal geweld ge
bruikt. Geweld op zich is niet
nieuw in die bizarre staking in
het Rotterdamse havenge
bied. Hier en daar zijn al eer
der wat klappen gevallen. Er
zijn camera's gesneuveld van
te opdringerige journalisten.
En er heeft heel, heel veel
verbaal geweld de monden
van stakers en hun leiders
verlaten. Maar wat hier rond
Heijplaat gebeurt, is iets an
ders, een schaalvergro
ting.
Al voor de ongeregeldheden
uitbraken, was het duidelijk
dat de staking een nieuw sta
dium had bereikt. Op die
woensdagochten d werd in
hotel Courzand in Heijplaat
vergaderd. Alweer vergaderd,
want de vrijdag daarvoor
hadden de stakingsleiders
ook al een massale bijeen
komst uitgeschreven, toen in
het Feijenoord-stadion.
Zichtbaar
Woensdagochtend. Een hand
jevol journalisten wacht voor
de ingang van het hotel op de
stakers. De deuren
open, een lange rij
komt naar buiten. Er wordt
wat geroepen, hier en daar
worden wat grappen ge
maakt, maar de spanning en
agressie zijn zichtbaar.s
Als enkele journalisten vragen
beginnen te stellen aan pas
santen - „Wat hebben jullie
besloten? Wordt er doorge-
staakt? - volgen woedende1
reacties. Nu is vriendelijk
heid en begrip toch al niet
iets, waarop de kranten- en
radiomensen mogen rekenen
bij deze staking, maar nu is er
iets mèèr aan de hand.
„Jij moetje kop houden", krijgt
een van de radio-journalisten
toegebeten. En een dagblad
collega van hem volgt wijse
lijk het volgende, hem door
enkele zwaargebouwde ha
venwerkers toegediende ad
vies op: „Nou nog één vraag,
en dan slepen we je het dorp
hier uit. We willen jou niet
meer horen. Begrepen?"
Later op de ochtend, als de
schermutselingen met de
mobiele eenheid achter de
rug zijn, en door Heijplaat
verspreid kleine groepjes
stakers staan te praten, zijn er
wat meer mogelijkheden tot
communicatie. Enkelen zeg
gen, op bijna stiekeme toon,
dat ze er best mee willen op
houden.
Een kleine man met een bruin
leren jasje aan: „Maar je kan
nou niet meer stoppen, he"
Even verderop staat de pa
tatwagen, die de stakers op
hun tochten door het haven
Demonstrerende stakers bij het stadhuis in Rotterdam
gebied volgt als een hond zijn
baas. Keihard klinkt vanuit
die auto de nieuwsuitzending
van het ANP
„Stakende havenarbeiders
hebben bij de Waalhaven bar
ricaden opgeworpen. Daarbij
zijn gevechten uitgebroken
met mobiele eenheden",
schalt het om twaalf uur pre
cies over straat. „Ja hoor, wij
hebben het weer gedaan",
schreeuwt een boomlange
man. „Ze leren het ook
nooit.'
Verbittering
Een dag later, donderdagoch
tend op het Afrikaanderplein.
Duidelijk is wat de schermut
selingen in en rond Heijplaat
hebben teweeggebracht. Er is
een nieuw elan. Verbittering
verbroedert.
Een van de stakers toont aan
alle fotografen en camera
mensen die het maar willen
zien, zijn rug. Daarop is een
fikse paarsblauwe bloeduit
storting te zien. De contouren
geven aan waar de wapenstok
van een hard toeslaande
agent hem moet hebben ge
raakt.
„Zet je dat ook in de krant?",
wordt er gevraagd aan de ijve
rig knippende fotografen.
„Dat durven jullie toch niet,
en anders houdt de directie
het er wel uit". De man met de
bloeduitstorting groeit in een
nieuwe rol. Er kan geen ca
mera draaien, of hij hijst zijn
shirt omhoog om die geteis
terde rug te laten zien.
„Nou, hou nou maar op', zegt
een actieleider die achter de
microfoon staat, „aan marte
Studentikoos advi i
wat ook belangrijk
niets
laren hebben we geen behoet-
te". Er is weer wat stemming
op het Afrikaanderplein, en
het sfeertje is er wat samen
zweerderig.
Een jonge, studentikoos ogen
de man legt voor de micro
foon uit, wat er die dag tevo
ren is gebeurd met de 19 men
sen die werden gearresteerd.
„En wat heel belangrijk was:
als je dan in die politie-auto
werd gesleept, stonden bui
ten de mensen te joelen en te
zingen. En wij zelf hielden de
stemming er natuurlijk ook
goed in. En wat ook belang
rijk is: teken niets. Een paar
van ons hebben dat op het bu-
Enige krachtige zinsneden be
sluiten zijn betoog, dat een
warm applaus uit vele handen
oogst. Er is eindelijk weer
sfeer. En dat was aan het be
gin van de week anders
Maandag nog noteerden we
uit de mond van een van de
buurtbewoners tenminste-
„Het vuur is er wel af. Als die
actieleider, die Schults die je
nou hoort, vorige week zijn
mond opentrok, dan kon je
hem bij de metro horen, 't Is
nou wel wat minder allemaal,
e krijgen er zeker genoeg
Moreel
Maar het krachtdadige ingrij
pen van de manschappen van
de mobiele eenheid heeft
kennelijk een goede uitwer
king op het moreel gehad.
Een van de actieleiders zegt
zinsneden waar we die don
derdag nog lang over denken.
„Wie niet voor ons is, is tegen
ons. Alle tegenstand van
overheid, bonden, werkge
vers en pers kan ons niet ver
hinderen de staking tot een
goed einde te brengen."
Dat is ook zo, van die overheid,
bonden en werkgevers. En
van in ieder geval een deel
van de pers ook. De meest
concrete steun die de haven-
stakers krijgen, is van de al
tijd aanwezige patatwagen.
Her en der in het land zitten
solidariteitsco mitès, steun
comités of groepjes gecnga-
geerde studenten die middels
telegrammen en geld van hun
sympathie doen blijken, maar
veel zoden zet dat niet aan een
gestaag lekker rakende
dijk.
Opvallend is zeker de houding
van de werkgevers, die dom
weg weigeren te praten. Nu is
hun positie ook tamelijk
riant. In de eerste plaats
neemt de stukgoedsector
voor hen niet zo'n grote plaats
in. Er wordt veel meer ver
diend in de containersector,
waar de overslag onverge
lijkbaar veel sneller gaat.
,De containerbedrijven, de pa
rel in de kroon van de werk
gevers", had actieleider Jim
Stavinga al eens gezegd,
„Daar moeten we de zaak
platkrijgen. Als daar de zaak
stilligt, moetje eens zien hoe
snel ze over de brug ko-
Maar er is meer. Goed in de ha
ven ingevoerde kringen zeg
gen, dat de grootste, interna
tionaal georiënteerde werk
gevers bijkantoren hebben in
havensteden als Bremen,
Hamburg en Antwerpen.
Voor hen is het dus vestzak
broekzak. De schepen die
uitwijken omdat ze in Rotter
dam niet kunnen worden ge
lost en bijvoorbeeld in Bre
men terechtkomen, worden
door dochterondernemingen
van de platgelegde bedrijven
in Rotterdam behandeld.
Want deze schepen zijn voor de
havenwerkers in het buiten
land niet „besmet", daar de
staking in Rotterdam niet
door vakbonden wordt ge
steund. Busjes met pende
laars zijn al gezien, die naar
Antwerpen afreisden om daar
de dikbetaalde overvloed aan
werk weg te werken.
Hele tijd
worden geroyeerd. En dan is
het afgelopen.
Zo houden de havenbaronnen
de fictie van epn gesloten
front tot stand. „En het actie
comité heeft hiertegen geen
schijn van kans. Dit moeten
ze wel verliezen", aldus onze
zegsman. Hij zucht. „Ach,
verliezen, verliezen doen we
allemaal. Het rotte is natuur
lijk dat ook straks, als we al
lemaal weer aan het werk zijn,
de situatie nooit meer zo
wordt als vroeger."
Geen puf
Een kleine werkgever wil ons
nog wel wat meer zeggen,
mits we z'n naam buiten de
krant houden: „De grote on
dernemingen hebben het in
de Scheepvaart Vereniging
Zuid voor het zeggen, en die
jongens kunnen het een hele
tijd volhouden. Er zijn bo
vendien nog garantiefondsen
van de SVZ. Daar zit ik-weet-
niet-hoe veel in, en daarmee
kunnen ze de gevolgen van de
staking betalen."
Hij concludeert: „Voor mij is
hier een hele ouderwetse
strijd aan de hand. Het gaat
om het groot-kapitaal versus
de arbeiders, ant dat is toch
ongekend, dat de SVZ niets
van zich laat horen, en ge
woon wacht op het moment
dat de havenwerkers door
hun centen heen zijn? Dan
heb je het toch over de jaren
'30 of zo?"
De geruchten dat een aantal
kleinere werkgevers de sta
kers best wat tegemoet willen
komen, zyn niet helemaal uit
de lucht gegrepen, dat wordt
na enig heen-en-weer bellen
wel duidelijk. Maar men kan
geen toezeggingen doen. De
SVZ heeft dat verboden. Wie
toch met de stakers praat,
loopt het risico als SVZ-lid te
„Het is niet alleen dat er nooit
meer gezellig wordt gewerkt.
Die periode is nu wel afgelo
pen. Maar wat minstens even
erg is, is dat nu allerlei men
sen voor de haven verloren
gaan. Die hebben er geen puf
meer in, en gaan de bouw in,
of wat anders doen. En dat is
in ieder geval iets, dat de SVZ
ook bereikt- dat er geen aar
digheid meer aan is om in de
haven te werken"
Ondanks het dagelijkse voorle
zen van solidariteitsbetuigin
gen uit den lande staan de
Rotterdamse stakers alleen.
Van de werkgevers is niets te
verwachten, van de bonden
evenmin. Burgemeester Van
der Louw heeft duidelijk ge
maakt waar hy staat. „Die
charlatan, die pyproker op
het stadhuis" zoals hij don
derdag door de actieleiders
werd genoemd, heeft duide
lijk gemaakt waar hy
staat.
Donderdagmiddag zei hij het
op het stadhuis als volgt tegen
actieleider Flip Schults, ter
wijl buiten honderden sta
kers demonstreerden: „Ik
vind het onverantwoordelijk
wat er onder uw leiding is ge
beurd. De politie is niet op de
stakers afgegaan, maar de
stakers zijn op de politie afge
stuurd. U, meneer Schults,
hebt uw eigen mensen aan
grote gevaren blootge
steld."
.Wie niet voor ons is, is tegen
om" De WOOldwi van MB ac
tieleider. En daarom is ook
zo'n beetje de gehele pers
verdacht. Wie een
schryfblokje of een fototoe
stel vasthoudt, kan scheld
partijen verwachten. „Weetje
wat jy bent? Je bent een inkt
koelie. Jij schryft niet óver
ons.jy schrijft tegen ons."
Het volgende tafereel is dan ook
wel tekenend. Journalist A:
„Hee, waar heb jij die krant
vandaan. De Waarheid?
Journalist B: „O, die wordt
daar door iemand uitgedeeld.
Maar er staat niks nieuws in,
hoor." Journalist A: „Dat is
het punt niet. Maar dat staat
wel goed. met zo'n Waarheid
in je zak. Volgens my houden
ze zich dan wel wat in Den
ken ze dat ik er by hoor."