VAN DER WIEL
Kunstenaars met
schuilnaam hebben
vaak problemen
Slechte aanpak echtscheidingen door advocaten
zondergoede bril
klopte haar kas nooit i
Lezers sch
rijven
een goede bril maakt aUe verschil!
DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1979
PAGINA 15
ADVERTENTIE
DEN HAAG (GPD) - De componist en muziekrecensent
Konrad Boehmer mag dan internationale bekendheid
genieten, voor de Nederlandse overheid blijft hij ge
woon de heer K. Liebe. Zo staat het ook in zijn paspoort
en dat bezorgt hem een boel narigheid. Het hangt maar
van de medewerking van de betrokken ambtenaar af of
hij inderdaad de postwissel op naam van Boehmer kan
innen. Want zich als zodanig legitimeren kan hij niet. En
zo zijn er nog een stuk of wat andere problemen die het
voeren van een pseudoniem met zich mee brengen. An
dere kunstenaars die onder een schuilnaam werken
kunnen erover meepraten.
Konrad Boehmer is doorgestoten
tot de hoogste regionen van het
administratieve recht om verbe
tering in zijn benarde positie te
brengen. De minister van bui
tenlandse zaken, in laatste in
stantie verantwoordelijk voor de
afgifte van paspoorten, heeft de
componist, Duitser van geboorte
maar twee jaar geleden genatu
raliseerd tot Nederlander, geen
toestemming gegeven om aan
zijn werkelijke naam in zijn pas
poort toe te voegen „zich noe
mende Konrad Boehmer". Vol
gens Boehmer berokkent dit mi
nisteriële besluit hem schade. Hij
wil nu van de afdeling recht
spraak van de Raad van State we
ten of dit college het met hem
eens is. Vandaag wordt de zaak
behandeld.
In het paspoort, worden geen ande
re gegevens opgenomen dan
naam, voornaam, geboorteplaats
en -datum, zoals deze voorkomen
in het persoonsregister. Dit inge
volge de Paspoortinstructie Ne
derland 1952. En Buitenlandse
Zaken zegt dat „betrokkene" nu
eenmaal als meneer Liebe voor
komt in het register van Amster
dam. Dus zal er ook Liebe in zijn
paspoort moeten staan. Een toe
voeging is niet mogelijk, naams
verandering echter wèl Maar daar
heeft de componist nooit een af
zonderlijk verzoek voor inge
diend.
Onmogelijk
Een woordvoerder van buitenland
se zaken begrijpt dat kunstenaars
met een pseudoniem moeilijkhe
den van een dergelijk standpunt
van de overheid kunnen onder
vinden. Er is enkele jaren geleden
overleg tussen een aantal depar
tementen over de kwestie ge
weest. Men heeft toen gepro
beerd een regeling te treffen om
diegenen tegemoet te komen, die
een „fantasienaam" in hun pas
poort opgenomen willen zien.
Maar het bleek onmogelijk dui
delijke en objectieve kriteria vast
te stellen. De BZ-woordvoerd en
„Een razend moeilijke zaak. Een
bekend kunstenaar. Wie is dat?
Daar zijn geen objectieve normen
voor". Na dat overleg bleef de
Nederlandse overheid er dan ook
bij: geen extra vermeldingen in
paspoorten. Daardoor wordt in
elk geval rechtsongelijkheid
vermeden.
Boehmer vindt echter dat BZ zijn
belangen onvoldoende heeft af
gewogen. Zo ongeveer staat het
in de stukken: in 1959 besloot
1 Boehmer componist te worden in
het klassieke genre. En op dat
zelfde moment wilde hij ontzet
tend graag van de naam „Liebe"
af, omdat Liebe te veel aan
Schlagers en te weinig aan ern
stige muziek doet denken. Sinds
1961 heeft hij zich niet meer an
ders dan Boehmer genoemd. En
hij is onder die naam bekend ge
raakt.
Zijn proefschrift haalt Boehmer er
zelfs bij: „Zur Theorie der Offe-
nen Form in der Neuen Musik".
Daar vergaarde hij internationale
vermaardheid mee. Maar het
werd onder de naam Boehmer
uitgegeven, zoals er grammo
foonplaten met werk van B., boe
ken van B. en publikaties van B.
verschenen. Zoals hij ook uitno
digingen en betalingen onder de
naam B. ontvangt en reizen en
hotels met B. boekt. Hij onder
vindt de grootste moeilijkheden
als hij zich internationaal niet kan
legitimeren door middel van zijn
paspoort. Aangetekende post
stukken, het incasseren van in
ternationale postwissels, opne
men van geld: het betekent alle
maal ellende als er toevallig een
ongemakkelijke ambtenaar ach
ter de tralies zit.
Wettelijk is het dus verboden een
pseudoniem aan de werkelijke
naam in het paspoort toe te voe
gen. Maar er zyn wel degelijk
kunstenaars die een pas hebben
waarin de extra vermelding
prijkt. Schrijver Michel van der
Plas bijvoorbeeld. Zijn ware
naam luidt B. Brinkel. Maar in
zijn pas staat ook zijn schuil
naam. „Ik heb zo'n negen jaar
geleden ongeveer 20 brieven van
te goeder naam en faam bekend
staande Nederlanders aan de
griffie te Haarlem moeten over
leggen. Het waren getuigenissen
dat Van der Plas en Brinkel èèn
en dezelfde persoon is".
Volgend jaar loopt zijn paspoort af.
Hij vreest het ergste. „Ongeveer
twee jaar geleden belde Harriët
Freezer mij op. Ze wilde ook twee
namen. Maar in Utrecht waren ze
wat strenger. U heeft geen ge
boortebewijs van uw pseudo
niem, dus kan het niet. Omdat
mijn naam was gevallen, namen
ze mijn zaak direct maar even op
met Haarlem. Dat met Van der
Plas kan helemaal niet. Ik ben
benieuwd wat er volgend jaar
gaat gebeuren".
Belachelijk
Van der Plas vindt het onpraktisch,
belachelijk en bureaucratisch dat
twee namen niet mogelijk zijn.
„Het is waan 't is vreselijk verve
lend als je je niet kan legitimeren,
bijvoorbeeld als je een cheque
moet innen. De belasting oveii-
gens weetje ook onder je schuil
naam uitstekend te vinden. Op
m'n aanslagbiljet staat keurig
Van der Plas".
veel last van te ondervinden dat
er alleen maar Marsman in zijn
pas staat. „Vroeger kon je een
cheque overschrijven op je
(schuil)naam. Dat kan niet meer.
Nu heb je twee legitimatiebewij
zen nodig. Maar je pseudoniem is
natuurlijk niet te legitimeren.
Daarom is het in de praktijk maar
net welke beambte je in het post
kantoor treft".
De schrijver Cees Nooteboom, die
ook werkelijk zo heet, kan zich
best voorstellen dat in bepaalde
gevallen kunstenaars een schuil
naam willen. Volgens hem kun je
werkelijk een afschuwelijke
naam hebben (de acteur Dick
Scheffer's echte naam schijnt
Komkommer te luiden - red.).
Ook vindt hij het begrijpelijk dat
een dichter als Bernlef Bernlef
wil heten en niet Marsman. Maar
aan de andere kant meent hij dat
er ook gevallen zijn waarin de
wrange vruchten van het hebben
van een „tweede" naam maar ge
plukt moeten worden, omdat het
dan vaak om ijdelheid of andere
motieven gaat.
Kees Geutskens, beleidsmedewer
ker van de Kunstenaarsorganisa-
tie-NV V, verklaart desgevraagd
dat er een oplossing moet komen
als de kwestie werkelijk tot
moeilijkheden leidt. „Het gaat
tenslotte om een groepje mensen
die overwegende belangen heb
ben om onder zo'n naam te wer
ken".
De Raad van State moet het verlos
sende woord maar spreken.
Nieuwe Rijn 62, Leiden. Tel.: 071 - 124108
Menten
Ik heb het uitstel van de rechtszaak
tegen Menten zien aankomen. Hij
schermt maar met z'n gezond
heid, vooral met zijn suikerziek
te. Nou, als hij goed behandeld is
is dat een uitvlucht van niks. En
als hij onschuldig is kan hij met
een gerust geweten voor de
rechtbank verschijnen Waarom
heeft z'n advocaat bedankt? Ie
mand die onschuldig is kan nog
wel door een leek worden verde
digd. Nu moet er door dit uitstel
weer een nieuwe dagvaarding
komen met nieuwe aanklachten.
Ik ben een leek maar wat hier
speelt vind ik heel erg. Ik vind
Menten heel glad en geslepen. Hij
is uitgekookt tot en met en solt
met het gezag of de ordehandha
vers of hoe men ze ook noemt.
Mijns inziens komt hij nooit meer
voor de rechtbank. Bovendien is
Menten van het slag dat andere
mensen vuil wil maken om zich
zelf te beschermen. Nu is er weer
een onderzoek ingesteld. Jan
Boezeroen maar betalen. Ik vind
het erg dat dit allemaal kan als je
geld hebt.
J. A. Bogerd
Evertsenstraat 22
Rynsburg
Vire-voorzillcr stichting organisatie gescheiden mensen:
AMERSFOORT - „Ik kan me de woede van de AVOM best voorstellen", zegt Irene, een
gescheiden vrouw en moeder van twee kinderen. De scheiding is sinds twee maanden
officieel. Binnenkort moet ze weer naar justitie, omdat de toewijzing van de kinderen nog
niet geregeld is. Irene is nerveus. Ze is erg bang, dat het oordeel van de rechter wordt
beïnvloed door de inhoud van een paar kwaadaardige brieven. „Ik heb het gevoel dat de
tegenpartij mij stuk wil maken", zegt ze. „Ik had gedacht dat het nu mogelijk was te
scheiden zonder mishandeling van eikaars gevoelens, maar dat blijkt helaas niet zo te
zijn. Ik vraag me af of de nieuwe echtscheidingswet van 1971 wel effect heeft gehad".
Prof. Hoefnagels
- goede voorbereiding nodig -
Voor de AVOM (Algemene Vereni
ging Ouders Mindeijarigen) is het
al geen vraag meer. Die heeft on
langs in een pittige brief aan de
Orde van Nederlandse Advoca
ten felle kritiek geuit. AVOM-
voorzitter Props kondigde aan,
dat sommige advocaten rekening
moeten houden met een pak
slaag als zij de nieuwe echtschei
dingswet blijven negeren. „Veel
leden van uw orde menen nog
steeds, dat de oude schuldvraag
uit de echtscheidingswet van
vóór 1971 moet worden gehan
teerd", aldus Props. „Het blijkt
nu nog nodig te zijn dat de tegen
partij, gedaagde of eiser(es), in
dagvaardingen en verzoekschrif
ten wordt kapot geschre
ven".
De andere belangengroeperingen
van gescheiden mannen en
vrouwen wijzen de radicale op
lossing van de AVOM af. Zij blij
ven kiezen voor de weg van het
moeizame overleg, hoewel men
het eens is met de klacht van de
actiegroep. „Het is een rommel
tje, neem me het woord niet kwa
lijk", meent mevrouw M. B.
Sloos-Van Heukelom, vice-voor
zitter van de Stichting Organisa
tie Gescheiden Mensen (SOGM).
„Er is eindeloos geleuterd voor
dat de wet van '71 er kwam en nu
moetje in de praktijk nog steeds
flinke mankementen constate-
Vroeger moest bewezen worden
wie van de twee partners het hu
welijk op de klippen had laten lo
pen voordat de rechter een uit
spraak deed. Daarbij hebben zich
de meest afschuwelijke situaties
voorgedaan, die alle betrokkenen
- inclusief justitie - tot de over
tuiging brachten, dat echtschei
ding toch op een betere manier
gerealiseerd moest kunnen wor
den. Vandaar een nieuwe echt
scheidingswet, die het ontgaan
van persoonlijke vernederingen
mogelijk maakt.
- De advocaten moeten wel mee
werken. Gebeurt dat vaak be
wust niet?
Mevrouw Sloos: „Ik geloof niet dat
je het zo kunt stellen. De advoca
ten voeren niet bewust oppositie
tegen de nieuwe wet. Dat de toe
stand toch lamentabel is, komt
eenvoudig door de slechte aan
pak van veel echtscheidingsza
ken. U heeft er geen idee van wat
er mis gaat door slordigheid.
Daar kan ik voorbeelden te over
van geven".
„Een ernstig staaltje van onnauw
keurigheid heb ik een paar dagen
geleden meegemaakt. Een Joris
Goedbloed uit Den ^Josch zat
bibberend voor m'n bureau,
nauwelijks in staat om wat te
zeggen. „Ik weet niet waar ik be
ginnen moet, mevrouw", kreeg
hij er eindelijk uit. „Ik heb zoveel
meegemaakt, dat ik het allemaal
niet meer op een rijtje kan krij
gen". Het is ook werkelijk niet te
geloven wat die man aan zijn
broek heeft gehad. Toen wij de
zaak gingen onderzoeken, bleek
dat hij driejaar voor niets alimen
tatie had betaald, omdat het echt-
scheidingsvonnis niet was gere
gistreerd op de burgerlijke stand.
Hij was dus voor de wet nog niet
van zijn vrouw af. De advocaat
van de echtgenote had deze es
sentiële formaliteit rond moeten
maken, maar deze raadsman had
het gewoon vergelen..."
- Is de ellende alleen uit slordigheid
te verklaren?
Mevrouw Sloos: „Nee, zo eenvou
dig is het ook weer niet. Het is ook
zo, dat veel advocaten persoon
lijk niet geinteresseerd zijn in de
zaak waarvoor ze staan. Het gaat
hun vooral om de groei van de
eigen reputatie. Eerste prioriteit'
heeft de vraag: hoeveel voordeel
kan ik er voor mijn cliënt uitha
len, en niet: hoe beperk ik zoveel
mogelijk de psychische schade
voor beide partijen".
,Wat wij hier horen, is soms on
voorstelbaar. Kort geleden
meldde zich bij ons een man, die
al 35 jaar alimentatie had betaald
en daar eens een keer van af wil
de. Onze stichting ontdekte dat
hij het evenzovele jaren niet had
hoeven te doen. De rechter had
het duidelijk in zijn vonnis be
paald: geen alimentatie. Onze
cliënt ging er toch toe over toen
de advocaat van de tegenpartij
hem schreef dat hij dan wel door
de rechter was ontheven van be
taling, maar dat er toch ook nog
zoiets als een morele plicht be
stond..."
- En daar zwichtte hij voor?
Mevrouw Sloos: „U staat ervan te
kijken hoe bang veel mensen zijn
voor justitie en voor iedereen die
daarmee te maken heeft. Er ligt
een hoge drempel tussen zomaar
een burger en een advocaat. Wat
die meneer zegt en schrijft maakt
zoveel indruk, dat er een mis
plaatst ontzag ontstaat. In zo'n si
tuatie is een brief van een jurist al
gauw een „Vingerwijzing van
Justitie", waarnaar men zich
maar het beste kan richten om
moeilijkheden te vermij
den".
De SOGM meent dat de wortel van
het kwaad zit in de constructie
van de nieuwe echtscheidings
wet. Mevrouw Sloos: „De hele
zaak zou op de helling moeten.
Zolang advocaten een rol blijven
spelen in de echtscheidingspro
cedure is het leed niet voldoende
in te dammen. In plaats van juris
terij moet via een administratieve
afwikkeling de echtscheiding
worden geregeld".
- Hoe stelt u zich dat voor?
Mevrouw Sloos: „Als het huwelijk
zo in het slop is geraakt dat er
niets meer valt te redden, dan
zouden om te beginnen man en
vrouw de realiteit onder ogen
moeten zien. Uit jarenlange erva
ring wys geworden, kan ik elk
echtpaar dat op het punt var
scheiden staat, advisere.. in on
derling overleg tot een regeling te
komen. Beide partners moeten
met elkaar de consequenties van
hun scheiding bespreken en
daarna de resultaten van het be
raad laten vastleggen door een
notaris. In dat geval kan geen ad
vocaat over de rug van zijn cliënt
eigen eer behalen".
Volgens mevrouw Sloos maakt
men zich aan eenzijdigheid
schuldig door alleen de advoca
ten als de veroorzakers van alle
treurigheid aan te wijzen. „Er zij
ook veel rechters die te kort
schieten. Wy hebben al zo vaak
op een rec htszitting meegemaakt
dat de edelachtbare de stukken
nog helemaal niet had gelezen.
Niet zelden duren echtschei
dingszaken slechts een paar mi
nuten, waardoor de onmiddellijk
betrokkenen zich verschrikkelijk
te kort gedaan kunnen voe
len".
Het falen van de rechter vloeit niet
zozeer voort uit onverschillig
heid, ze is in de meeste gevallen
het gevolg van overbelasting.
Door het snel toenemend aantal
echtscheidingen kunnen de
rechtbanKen niet meer aan elke
zaak voldoende aandacht schen
ken. In dit verband meldt het
blad van de SOGM schokkende
uitspraken van de Haagse advo
caat mr. Taekema.
Mr. Taekema constateert dat het
aanzien van de rechtbank in de
ogen van het publiek daalt, door
de haastige beslissingen die de
rechter neemt over emotionele
zaken als kindertoewijzing, huis
vesting, alimentatie, enz. Mr.
Blaauw, president van de Haagse
rechtbank, verklaarde voor de
televisie dat de rechtbank de
snelle groei van het aantal echt
scheidingen niet kan bijbenen.
Waren er in 1970 „nog maar"
10.000 gevallen, vijfjaar later was
het cijfer gestegen tot 20.000 en
nu zitten we al op 25.000 per jaar.
Mr. Blaauw: „De rechtbank in
Den Haag bijvoorbeeld heeft ge
middeld 60 nieuwe echtschei
dingen per week, maar de laatste
maanden zijn het er wekelijks al
75. De werklast is wat dat betreft
geweldig toegenomen".
Het zou allemaal nog wel te doen
zijn als er voldoende rechters wa
ren, maar het aanbod houdt de
vraag niet bij. De negentig rech
ters die vorig jaar zijn benoemd,
kunnen het tekort niet wegwer
ken. Bovendien hebben veel jon
ge rechters „die het vak willen le
ren", volgens mr. Blaauw niet zo
veel zin in „duffe echtscheidings
zaken".
Maar ook wanneer alle partijen zich
van hun taak hebben gekweten,
dan nog kan door „aanranding
van autoriteit" iets grondig mis
gaan. Mevrouw Sloos vertelt over
een rechtszitting, waarin een
goedwillende advocaat een zeer
scherpe terechtwijzing moest in
casseren. „Man en vrouw plus
beide advocaten waren het eens
geworden voordat de zaak diende
voor de rechtbank. In dat geval is
het gebruikelijk dat de rechter de'
gemaakte overeenkomst tussen
beide partijen bekrachtigt".
„Hier gebeurde dat niet. Toen een
van de advocaten informeerde
waarom de rechter voorbijging
aan de beslissing van vier vol
wassen mensen, was de reactie
van de edelachtbare vernieti
gend: „U bent niet waard dat u
uw toga draagt". Maar dit is een
uitzondering. Wanneer de voor
bereiding goed is geweest, is de
afhandeling voor en door de
rechtbank meestal probleem
loos",
- Hoe vaak gebeurt het niet dat de
partners m gord owilrg beslui
te a tot echtscheiding en daarna
elkaar naar het leven staan?
Mevrouw Sloos: „Ja, dat beeld ken
ik. Daarom zeg ik zo vaak tegen
een client myn lieve mens. laatje
toch niet zo opsarren door je om
geving. Probeer elkaar te vinden
en blijf bij de eenmaal gemaakte
afspraak. Als je vervolgens naar
een advocaat gaat, wijs hem er
dan op dat het tot zijn eerste
plichten behoort een minnelijke
schikking te treffen. Hij moet dus
serieus ingaan op hetgeen jullie
beiden hebben afgesproken.
Helaas komt van die minnelijke
schikking vaak weinig terecht.
Daarom zie ik liever dat ze eerst
naar een notaris gaan voor het
vastleggen van een onderlinge
overeenkomst".
De manier waarop de AVOM de
problemen wil oplossen, schiet
bij mr. E. P. M. Serraris-Van Veg-
gel dwars in het keelgat. De
Amersfoortse juriste, van wie de
ze maand een boekje over echt
scheiding uitkomt, vraagt zich af
waarop de AVOM zich baseert.
„Ik heb de indruk dat deze belan
gengroepering erg snel afgaat op
verhalen van cliënten. Men zou
ook eens het aantal klachten
moeten vergelijken met de vele
echtscheidingszaken die jaarlijks
worden behandeld".
- De SOGM zet zich af tegen de ra
dicale opstelling van de AVOM,
maar de stichting klaagt wel over
advocaten die meer rekening
houden met hun eigen faam dan
met het belang van het scheiden
de paar.
Maar ook de rij van mannen en
vrouwen die het overzicht kwyt
zijn na de breuk in hun relatie en
niet meer weten welke kant ze op
moeten, is erg lang. Prof. G. P.
Hoefnagels, bekend publicist
over het huwelyksrecht, zegt
hierover behartenswaardige din
gen. Met name over de verhou
ding cliënt-raadsman: „Het ver
dient de voorkeur, dat de client
die een advocaat om informatie
vraagt, ook advies krijgt terzake
van het menselyk proces. De ju
ridische procedure moet daarop
zyn afgestemd".
Prof. Hoefnagels meent dat een
goede voorbereiding van de
scheiding jarenlange procedures,
ongeluk en verbittering voor
komt. Dat wordt bereikt als een
cliënt behalve juridische, ook een
goede psychosociale begelei
ding krijgt. „Daar advocaten eer
ste-lijnshulp verlenen, zou deze
geïntegreerde hulp op advoca
tenkantoren kunnen plaatsvin
den. Dit zou de beeldvorming van
de advocaat als informant en be
middelaar ten goede ko
men",
JOS BOUTEN