Chabot: een dichter die niet kan dichten
BEN BORGART
DEMARREERT
DE REGEN
documentatie
Archiefreeks:
belangrijke
„Openbaar leven'van
Moonen literair een
nieuwe doodskreet
Nieuw op de
boekenplank
DINSDAG 18 SEPTEMBER 1979
EXTRA
PAGINA 19
Iedereen kan zich professor, psycho
therapeut, architect of dichter
noemen. Deze beroepen zijn niet
onderhevig aan wettelijke be
scherming en iedere kwakzalver
kan zich dus, bijvoorbeeld, dich
ter noemen.
Ene Bart Chabot - die een blauwe
maandag in Leiden studeerde -
wil zo graag dichter wezen. Hij
gebruikt daartoe niet taalkundi
ge middelen maar bij voorkeur
modieuze fratsen.
Zo laat hij het 'voorwoord' schrij
ven door Herman Brood, een door
Een.soepel, goed-geolied reisver
haal waarin de ik-figuur, de
schrijver zelf, zich met geknepen
zinnen en schilderend taalge
bruik weer een uitstekend ver
teller toont. De kracht van Bor-
gart zit o.m. in het natuurlijk han
teren van de taal, die levendig is
en anecdotisch, ail maakt hij zich
meermalen hinderlijk schuldig
aan Stoere Jongens-uitdrukkin
gen: "snotlinke schietijzers", "hij
spoog een fluim weg", "een snot
neus van een gozertje" en derge
lijke praatjes.
Dat neemt niet weg dat de bewuste
fietstocht door Ierland wel dege
lijk aanleiding geeft tot allerhan
de fraaie (natuur)beschrijvingen.
Hoewel de lezer de indruk gegeven
wordt dat alle regen van de we
reld juist boven dit land uitge
stort wordt, werkt een romanti
sche schildering als de volgende
vertederend: "In de lucht zweef
den draden van de nazomer. Een
berkeboompje blonk als zilver.
Van nabij bezien kregen de bol
letjes van de dophei, waarvan
vele hun vleeskleur kwijt waren,
verbleekt, het aanschijn van mi-
nuskule lampionnen. Bij zachte
windvlagen opzij schuivende
graspluimen toonden een roesti
ge grond, in de loop der eeuwen
ontstaan door talloze cyclussen
van de vegetatie, vermengd met
schapendrek, waaronder wel
licht beenderen rustten en ver
gane voorwerpen van door de
Noormannen omgebrachte Pie
ten en overblijfsels van hutten
van het geheimzinnige volk der
Fir Bolg, meteoren, padden, alles
tot veen geworden." (p. 26). Watje
allemaal niet ziet en droomt op
een rijwiel.
Nattigheid
Die overheersende indruk van nat
tigheid treffen we fraai, bijna ge
laten en zonder morren aan op p.
190: "Voor een metereoloog is het
interessant om na te gaan hoeveel
soorten regen er in verloop van
een etmaal kunnen neerdalen op
de binnenlanden van een eiland
dat onder de bewoners van het
vasteland van Europa bekend
staat als een bakermat van de
pressies. Vandaag konden we o.a.
onderscheiden: enige types mot
regen, van sproeidikte tot een fij
ne waterdamp, slagregens, 't ge
spetter tussen twee buien door
met op de achtergrond een re
genboog, een door de wind ge
jaagd regentje uit Aardige wol
ken, pijpestelen, ver uiteenval
lende vrolijke druppels, hagel,
een Arctische wolkbreuk en
druipregen uit een egale lucht.
Water! Alle stoom die zich had
gevormd boven de oppervlakte
van de oceaan scheen zich soms
moe, soms vinnig, te verdichten
en te ontladen boven deze drem
pel van lage bergketens om door
het dal te worden opgezogen als
een spons."
Gezelschap
Als door bovenstaande de indruk
gewekt wordt dat Borgart sop
pend door een onbewoond land
trek, eenzaam en zonder contact
met wie dan ook, behoeft de re
censie een aanvulling. De onver
stoorbare cyclist schuwt geens
zins gezelschap: al spoedig ont
fermt hij zich over een vleugel
lamme kraai (een diersoort die
even talrijk rondzwermt als ver
melde regendruppels) en over
een mooie en Scheveningse
Maijanne die haar vriendje kwij
traakt.
Uiteraard houden ook de Ieren zelf
zich niet schuil, waarbij de Hol
landse opvatting (liever: het
vooroordeel) dat deze wezens vnl.
gulle gastvrije zuipga^ten zijn,
velen aanzienlijk geacht popzan
ger. Dit voorwoord nu heeft niets
met de dichtkunst te maken van
Chabot maar staat er veeleer in
omdat Chabot denkt op deze wij
ze een graantje mee te pikken van
de roem van deze spuitende brul
boei.
Vervolgens komen de versjes van
Chabot.
Zijn 'gedichten' bespreken vrijelijk
zijn seksuele leven, het gebruik
van roesgevende middelen en de
lyriek van de grote stad.
Chabot schrijft maar wat. Chabot
volstrekt bevestigd wordt. Dat
schept overzichtelijkheid, en
stemt tot tevredenheid.
Wat rest aan sentimenteel/roman
tisch avontuur heeft voor een
groot deel betrekking op lieftalli
ge Maijanne, aan wie Ben binnen
de korste keren zijn hart verliest:
helaas behoort zij tot Jan Blok
kers "zachte sector", doet aan yo
ga, Yin Yang en soortgelijke
PPR-oefeningen.
Mystiekerige neigingen waarover
Bogart, als in "De Rooiers", nogal
eens uitweidt, haast met instem
ming. Jammer. Des te vreugde
voller het moment wanneer, te
gen het eind van het boek, de
smachtende schrijver tijdens een
vreselijke onweersbui boven in
een vervallep bouwsel eindelijk
kan toegeven aan zijn verachte
lijke seksuele aandrang. Een mo
ment waarop de lezer lang heeft
denkt dat gedichten maken het
afkappen van regels op willekeu
rige plaatsen is en dan weer aan
een nieuwe regel beginnen.
Dat zou ook nog allemaal wel door
de beugel kunnen, als de dichter
dan maar iets vertelde dat de le
zer zou ontroerenschokken of een
eind verder helpen in de wereld.
Maar dat zit er bij Chabot niet in.
Chabot schrijft de lyriek van de gro
te stad. Een Hema-slipje in de
taxi, snackbars, graffiti op wc-
deuren, bleekgeel lantaarnlicht
en begrafenissen. Deze thema's
moeten wachten, en dat de span
ning en ergernis omtrent de vele
spierverrekende yoga-oefenin-
gen wegneemt.
Een liefdeservaring die Borgart
gelukkig tot overpeinzingen en
herinneringen aanzet als: "Voor
al wanneer zij geen bh droeg, zo
dat haar tietjes los door hun han
gende vorm tijdens de rit, heen en
weer wiebelden in haar trui en
meeswingden in de bochten.
Clickeriecaclac. Toch (eerlijk is
eerlijk) verbleekt haar fietsende
gestalte voor mij bij de herinne
ring aan een negermeisje in een
wit tricot, zilveren Texaslaarzen
en wuivend rood om haar dunne
omberen hals, die als een gazelle
op twee wielen, op precies het
juiste verzet, één met het alumi
nium, eens tegen zonsondergang
zacht zoemend over de paden van
het Vondelpark gleed op weg
naar een popconcert in de open
lucht." (p. 139).
Alleen al om een dergelijke passage
ben ik geneigd Borgart's boek
goedkeurend toe te knikken, met
in mijn achterhoofd de hoop dat
juist dit negermeisje hoofdper
soon zijn zal in zijn volgende
werk. Een mogeiijk meester
werk. Want Borgart is in het wie-
Iermétier allang geen waterdra
ger meer: het wordt tijd om defi-
nitief de kop over te nemen.
ROB VOOREN
kennen we. De beat-poets in Ame
rika en een groepje van dichters
in Engeland in de jaren zestig
molken de beklemmende thema's
uit de grote stad tot op de bodem
toe uit.
Bij die Engelstaligen waren een
paar dichters die hoge ogen gooi
den. Men kan het mooi of niet
mooi vinden maar Allan Gins
berg, Ken Kesey, Laery, Bur
roughs vielen op. In Nederland
deden bijvoorbeeld Vinkenoog en
Deelder belangrijk werk. Deelder
heeft eens een gedichtje geschre
ven dat het genre het leven in de
grote stad, het ironiseren daar
van, het druggebruik en dergelij
ke zaken) prachtig samenvat:
'Ben je gelukkig? Gelukkig niet!'
Chabot doet het allemaal nog eens
dunnetjes over. Vijftien jaar te
laat met geen enkele nieuwe
vondst. Nergens is Chabot in
staat de jaren zeventig vast te
leggen zoals ze zijn geweest) voor
de bewoner aan de zelfkant van
de grote stad.
Chabot geeft niet veel meer dan de
ironie a la Piet Paaltjes (en van
dat soort dichters worden we op
het ogenblik vergeven), een
spuitje links en een sterfgeval
rechts.
De betrekkelijk nieuwe uitgeverij
Horus in Den Haag dacht zeker
een slag te slaan met Brood en
Chabot.
Maar Herman Brood is een zanger
die niet kan schrijven en Chabot
is een dichter die niet kan dichten.
Zodat dit boekje niet besproken
zou zijn. ware het niet dat Chabot
een tijdje in Leiden heeft rondge
hangen. De literatuurliefhebber
weet nu dat Chabot bestaat en dat
hij zijn werk met behoeft te kopen.
BOUDEWIJN BUCH
Bart Chabot: Als U zó gaat begin
nen. gedichten. Uitgeverij HO-
RUS, Den Haag 1979, 950.
Populair
"Griekenland en Rome", "Egypte
en Mesopotamiè" door RJ. Un-
stead. Uitgegeven door Moussault,
Baarn. Prijs per deel 18.50.
Boekjes die op populaire en helde
re wijze een beeld schetsen van
Griekenland en Egypte in de oud
heid. van het dagelijks leven, de
godsdienst, de cultuur, de mach
thebbers en de krijgstochten. Ui
teraard moet men in zestig bladzij
den aan de oppervlakkige kant
blijven, maar wie slechts een glo
baal overzicht wenst, komt hier
goed aan zijn trekken.
Beide boekjes zijn zeer uitvoerig
geïllustreerd.
Historie
"IJzeren Jan", historische roman
over Jan Pieterszoon Coen, door
K.F. Kohlenberg, vertaald uit het
Duits en bewerkt door Cor Steen
tjes. Uitgegeven door Hollandia
BV, Baarn. Prijs 32.50.
Jan Pieterszoon Coen (1587-1629)
heeft slechts 42 jaar geleefd, maar
toch lang genoeg om een vaste
plaats in de vaderlandse geschie
denis in te nemen. Hij was de
grondlegger van het Nederlandse
rijk in de Indische archipel, de.
stichter van Batavia, het huidige
Djakarta. Nauwelijks 30 jaar oud
was hij al gouveneur-generaal. Een
bliksem-carnere dus.
Coen was een even godvruchtig als
hardvochtig man, maar die combi
natie trof je wel meer aan in die tijd.
In deze roman, die op een degelijke
historische achtergrond is geba
seerd, wordt Coens wel en wee van
1607 tot 1617 beschreven.
Schaken
"De schaakopening Grünfeld-In-
disch", deel 12 uit de serie "Leer
goed schaken" door A.C. van der
Tak en G. Sosonko. Uitgegeven
door schaak- en damfonds An-
driessen/Keesing, Amsterdam.
Prijs 21.50.
Dit is een werkje waaraan alleen
door de wol geverfde schaaklief
hebbers genoegen kunnen beleven.
Een uitvoerige wandeling, met
Timman en Sosonko als gids, door
het Grunfeld-Indische landschap
(1. d4, Pf6; 2. c4,g6;3. Pc3d5) com
pleet met alle voetangels, klemmen
en dwaalwegen.
Wie de ruim 200 pagina's nauwge
zet heeft doorgenomen, verdient
wel een paar weekjes rust om weer
helemaal bij te komen.
Oorlogsellende
"De groene keizerin" door Anton
Myrer, verschenen bij uitgeverij
De Kern in Bussum 32.50).
Een fikse dosis oorlogsellende. Een
handvol uit het lood geslagen jon
geren. Een Ainke scheut dramatiek.
Een snuifje romantiek. En dat na
tuurlijk overgoten met een erotisch
sausje. Het standaardrecept voor
tal van Amerikaanse zogenaamde
bestsellers.
Een van de literaire koks die dit
menu graag hanteren is Anton My
rer. De AVRO zond kortgeleden
"Eens een adelaar" uit. Gemaakt
naar een van zijn boeken. H(j be
speelt inderdaad de instrumenten,
die "men" graag hoort. Ook in "De
groene keizerin. Gemakkelijk ge
schreven, dat ongetwijfeld. Maar
het stramien is te bekend. Drama
tiek en vooral ook nostalgie. De be
kende weg naar het grote publiek is
ermee geplaveid.
Agatha
"Agatha" door Kathleen Tynan,
verschenen bij uitgeverij Sijthoff
in Alphen aan den Rijn.
De legendarische schrijfster Aga
tha Christie is ooit een tijdlang on
dergedoken geweest. Het mysterie
van deze episode is nooit helemaal
opgelost. Kathleen Tynan heeft een
boek geschreven hoe het zou kun
nen geweest zijn. Het verhaal is
verzonnen, de hoofdpersonen niet.
Die hebben echt bestaan. Het stijl
tje waarin Kathleen Tynan schrijft
ook: het had Agatha Christie zelf
kunnen zijn die achter de schrijf
machine zat.
Dat is destijds gehonoreerd met
een film. Vanessa Redgrave en
Dustin Hoffman speelden de
hoofdrollen.
Thriller
"De vergelding" door Franz Jo
seph Wagner. Verschenen bij uit
geverij L.J. Veen in Wageningen
19.90).
Een puur psychologische thriller.
Het verhaal van een zeer intelligen
te overval van vier militairen op een
geldtransport. Wagner vertelt over
de voorbrediingen, de overval zelf,
maar vooral ook over wat daarna
gebeurt. Het is nogal gecompli
ceerd, maar het zit knap in elkaar.
Vooral het dodelijk drama dat zich
tijdens de overval afspeelde gaat
zwaar drukken op het viertal, dat
psychologisch fiks in de knoop
komt te zitten. Het is stevige thril
ler-kost
Religie, seksualiteit en agTessie„
Fokke Sierksma. Uitg. Konstapel.
Prijs 34.50.
'Boven en onder de grond op
Schiermonnikoog' S. Montag.
Uitg. Erven Thomas Rap. Prijs
20.-
'De Vogel'. Bloemlezing vogelge
dichten door T. van Deel. Uitg.
Erven Thomas Rap Prfya 10
'Haat is een deugd'. Gustave Flau
bert. Uitg De Arbeiderspers.
Prijs 34,50.
'De rest van je leven'. S. Carmiggelt.
Uitg. De Arbeiderspers. Prijs
24.50.
'Op eigen kracht'. Rudie Kagie.
Uitg. Nelissen. Prijs 15.90.
'Opleider, het zal je vak maar we-,
zen'. Ton Rijkers. Uitg. Nelissen.
Prijs 32,50.
'Bladeren vegen in de lente'. Jac
ques van Zundert. Uitg. Nelissen.
Prijs 14,95.
In het grote peloton van Nederlandse auteurs peddelt Ben
Borgart onopvallend, maar opgewekt en altijd in de voor
ste gelederen mee, vlak achter de kopmannen. Verraste
hij vorig jaar met een flitsende demarrage in "Blauwe
nachten", enkele maanden later stelde hij teleur door met
achterstand de meet te passeren met "De Hooiers". Een
gedegen wintertraining evenwel heeft gemak- en vet
zucht teniet gedaan, en de oude monterheid is weer ge
heel terug als Borgart verslag uitbrengt van zijn wieler
koers door Ierland: "Een lange weg naar Tipperary"
(uitg. De Bezige Bij, Amsterdam 1979, f 25,-).
Rosa Luxemburg
Rosa Luxemburg: "De Russi
sche revolutie", M. Bakoe-
nin: "Brief aan een Frans
man" (uitgave Het Wereld
venster, Archief-reeks,
f 14,50 per deel).
De nieuwe Archief-reeks van
uitgeverij Het wereldven
ster belooft veel historici en
politicologen van dienst te
zijn. Men wil hiermee tek
sten bereikbaar maken die
van grote intellectuele of po
litieke betekenis zijn ge
weest bij de ontwikkeling
van de revolutionaire arbei
dersbeweging. Die teksten
zijn meestentijds nog wel te
vinden in verzamelwerken
van oude datum, maar zelfs
menige universiteitsbiblio
theek beschikt niet over der
gelijke edities. Ook betreft
het dikwijls brochures of
vlugschriften die als zeld
zaamheid in moeilijk toe
gankelijke archieven be
waard worden.
Het boekje met Bakoenins
"Brief aan een Fransman" is
wat betreft die bereikbaar
heid misschien niet het beste
voorbeeld, want de grote
Nederlandse kenner van het
anarchisme dr. Arthur Leh-
ning heeft het geschrift nog
maar een paar jaar geleden
in de grote Franstalige Ba-
koenin-uitgave opgenomen.
"De Russische revolutie" van
Rosa Luxemburg is als kriti
sche analyse van het bolsje
wisme in werking na zestig
jaar nog altijd van een hui
veringwekkende actualiteit.
Het is de kritiek van een
geestverwante, waarin nog
iets van de hoop doorklinkt
dat internationalisering van
de revolutie de ernstige kin
derziekten van het toegepas
te marxisme, het monddood
maken, later elimineren van
oppositie, zou kunnen over
winnen. Rosa Luxemburg
zou kort daarop tijdens de
Spartacuswoelingen in Ber
lijn op beestachtige wijze
worden vermoord.
Wat een kinderziekte had moe
ten zijn van een systeem,
bleek al gauw een chroni
sche kwaal.
Nederland is een belangrijke
reeks documentatie rijker.
HAN MULDER
235 Boomsoorten zijn beschre
ven en tot in de details afge
beeld in (alweer) een boek
over bomen.
Maar het moet gezegd dat deze
nieuwe uitgave er in velerlei
opzicht gunstig uitspringt. De
stevige paperback is smaak
vol van uitvoering en ont
worpen om in de natuur te ge
bruiken. Daartoe zijn steeds
tekst en afbeelding op naast
elkaar liggende pagina's af
gebeeld.
"Kijk op bomen" is samenge
steld door één van Engelands
meest vooraanstaande des
kundigen op het gebied van
bomen en bosbouw, Herbert
Edlin.
De 235 beschreven boomsoorten
behoren tot 77 geslachten en
komen voor in West-Europa
en de gematigde streken van
Noord-Amerika. Met onge
veer 1000 tekeningen en foto's
zijn de bomen en hun onder-
Na enkele inleidende hoofd
stukken over systematiek en
de levensgeschiedenis van een
boom volgen hoofdstukken als
"Bladkenmerken""Kenmer
ken aan takken, loten, schors
en hout" en "De boom in zijn
omgeving".
Achterin de gids zijn 96 foto's
opgenomen van boomstam
men, met vervolgens een zeer
overzichtelijk register.
"Kijk op bomen", door Herbert
L. Edlin. Uitgeverij Zomer en
Keuning, prijs f2450.
BAS VAN KLEEF
Er zit brood in de kat. De voort
woekerende poezenmode
heeft niet alleen in heel wat
huisgezinnen de kat als huis
dier, maar bovendien ver
schijnen er met de regelmaat
van de klok boeken vol fraaie
foto's van dit beest.
Het meest markante voorbeeld
is wel De Poezenkrant van
Amsterdammer Piet Schreu-
ders. Uitgeverij Spectrum
haakt ook handig in met het
fotoboek Kat in de stad. Die
kat is "in tegenstelling tot zijn
neef of nicht op het platteland
een gevangene. De liefde van
zijn eigenaar is onontkoom
baar...
Maar juist in deze situatie blijkt
de vindingrijkheid en speels
heid van de kat moeiteloos de
begrensdheid van zijn omge
ving te overwinnen," zoals
Jan Soer - verantwoordelijk
voor de begeleidende tekst -
achterop schrijft.
De foto's die Jack Jacobs daar
bij heeft gemaakt sluiten ech
ter niet erg aan bij die wat pre
tentieuze woorden. Ze zijn op
zich heel fraai (ook niet zo
moeilijk met zulke fotogenie
ke dieren), maar toch ook erg
beperkt. Negentig procent
toont katten die op de ven
sterbank naar buiten zitten te
staren, terwijl een enkele keer
de kat op of in een auto is ge
fotografeerd, wat toch meer
met het motto strookt.
Het resultaat: een aardig foto
boek, dat echter niet aan het
ambitieuze proza van de au
teur kan voldoen.
Kat in de stad; uitgeverij: Het
Spectrum; prijs: f25,-.
BART JUNGMAN
Sex in de literatuur, daar vinden we ons allang - sedert Cremer, Wolkers,
Reve c.s. - niet meer over op. We zijn ouder geworden en blasé, en menen
met Phil Bloom in de zestiger jaren een vrijzinnig hoogtepunt gevonden
te hebben. Tolerant staan we tegenover homosexualiteit, bestialiteit,
pedofilie, travestie en soortgelijke blootzucht.
Waarom de literaire kritici zich dan zo schuchter opstellen tegenover een
van het lichamelijke bezeten nieuweling als A.Moonen is me een raadsel.
AM debuteerde vorig jaar, pakweg 40 jaar oud, met het geslachtelijk
georiënteerde werkje "Stadsgerechten" dat hij onlangs deed volgen
door de bundel "Openbaar leven", (uitg. De Bezige Bij, Amsterdam 1979,
f24,50)
Ik snap het echt niet. Maarten 't Hart ontmoette vreselijke problemen toen
hij in de NRC het een en ander van vleselijke aard citeerde, anderen
sprfken van meeslependheid en dat Moonen om van te smullen is -
kortom, overal opwinding. Wat wil je, als de Nederlandse letteren de
laatste 10, 20 jaar een absoluut dieptepunt bereikt hebben.
"Openbaar leven", een biografisch relaas vol amoureuze standjes met
dames en vooral jeudige heren, is niet altijd een smakelijk boek. Lijfelij
ke citaten zijn voorhanden, op elke pagina zelfs, maar doen aan de
literaire kwaliteit niets toe of af. Die kwaliteit is beperkt, natuurlijk.
Moonens "schokkende" taalgebruik, zijn onverschillige, cynische toon
alsmede staccato-stijl verblijden de lezer geenszins met hoop op groot
ser tijden.
Vaardigheid in het beschrijven van niet-alle-daagse geslachtsdaden maakt
geen groot literator. Terloopse beschrijvingen van toeristisch Spapje of
mensenhatende typeringeiyhelpen ook al niet.
Achter dit alles sluimert ongetwijfeld een diep gemoed, een stamelende
doodsangst, een onnavolgbare waanzin, een wanhopige eenzaamheid -
vermoedt de lezer.
We komen er niet achter; de schrijver geeft zich niet bloot - emotioneel.
Vernieuwend is deze letterkundige bijdrage bepaald niet: we hebben
opnieuw en als steeds te maken met een ouder wordende klager die zijn
zorgen niet onvaardig met een cynische woordkeus weet te verhullen.
Een kwestie van jaargetij: een nieuwe herfst, een nieuwe doodskreet.
Requiescat in pace.
ROB VOOREN.