Claude Wathey, 'de koning in het ritselen' Op Sint-Maarten wordt maar wat aan-gerotzooid z=m ERDAG 25 AUGUSTUS 1979 77 ILIPSBURG(SINT-MAARTEN)- ,£r hier op Sint-Maarten 25 jaar lang aar wat aan-gerotzooid. Allerlei fi- ren die soms nog geen pen konden sthouden, werden om politieke rede- en op vrij belangrijke ambtelijke pos- rn neergezet. Als je zo het ambtelijk pparaat met onbekwaamheid bom- ardeert, als je al die tijd toestaat dat n man de lakens uitdeelt, ja dan moet t een keer stevig misgaan. Het ergste alleen dat zelfs daaruit niemand de »s durft te trekken". ".aghebber Th. Max Pandt zit zich he- ig op te winden achter zijn bureau in t nieuwe bestuurskantoor van Sint- aarten. Er zijn alweer ruim vier laanden verstreken sinds een commis sie van onderzoek rapport heeft uitge bracht met onthullend feitenmateriaal: corruptie, ambtelijke willekeur, finan cieel wanbeheer en wetsontduiking, hebben jaren achtereen op het eiland onder de vriendelijke zon welig gedijd. Toch is er sindsdien niets gebeurd. Ie dereen houdt zich angstvallig stil. Maatregelen blijven uit. Pandt heeft nog één hoop. Misschien durft een nieuwe regering met een frisse kleur de bezem te halen door de be stuurlijke puinhoop van Sint-Maarten. ,X>on Martina, op Curagao de verkie zingen ingegaan met de leus schone handen" en nu kabinetsformateur, kan hier laten zien wat we daaronder moe ten verstaan. De Democratische Partij (DP) van Sint-Maartens alleenheerser Claude WatheUj heeft bij de statenver kiezingen een grote nederlaag geleden en zal buiten de landsregering blijven. Geen enkele aanleiding meer om Wa- they nog langer de hand boven het hoofd te houden. Een flinke hoeveelheid druk uit Nederland om de zaak hier eens grondig aan te vegen, zou geen ■kwaad doen. Nee, als Willemstad en Den Haag het nu nóg laten afweten, verlies ik ook het laatste restje vertrou wen in de bestuurders die ons hier wat meer vaderlijk zouden moeten begelei den". Het is overigens maar de vraag of toeris tisch Sint-Maarten wel zo gelukkig is met de ideeën van gezaghebber Pandt (vertegenwoordiger van het centrale gezag van de Antillen) en de oppositie partijen om in het koninkrijkje van Wathey schoon schip te maken. Er kon dan namelijk wel eens een beerput opengaan, waarvan de stank erg ver draagt. Want Wathey („mijnheer Weet Alles", zegt Pandt verachtelijk, ,jeen man die het zijn hele leven lang heeft verdomd om ook eens naar een ander te luisteren voordat hij wat deed") heeft op het eiland met zijn 12.000 inwoners zeer velen aan zich verplicht. Trouwens, het bestuurlijke en financiële gerommel op Sint-Maarten, het partij politieke handjeklap en het beentje lichten aan de plaatselijke democratie - het was natuurlijk allemaal niet in orde, maar het waren toestanden die het niet .faalden" bij de echte sociaal- economische problemen op Curasao en Aruba. Op de Bovenwindse Antillen, zeker op Sint-Maarten, rooiden ze het wel. Het toeristenverkeer uit Amerika en Ve nezuela heeft er een flink stuk welvaart en werkgelegenheid gebrachtOnder de bevolking van Sint-Maarten (in de op gewekte folders van het toeristenbu reau omschreven als „one of the friend liest, happiest people found anywhe re") is werkloosheid een volstrekt onbe kend verschijnsel. Zeker op het Neder landse deel (de andere helft van het ei land is in Franse handen) zijn stran den en natuurschoon handig in ver gaarbakken voor dollars omgezet Voorstraat en Achterstraat van Phi- lipsburg hebben duurdere (weliswaar taxfree) winkels dan de Amsterdamse Kalverstraat. In de hotelcasino's met hun constante koelte voor de bezoekers, worden mil joenenomzetten gemaakt. En als dat alles dan administratief, bestuurlijk en democratisch niet zo vlekkeloos, maar wel zonder uiterlijke ellende marcheert, dan is er natuurlijk een aanloop nodig om „misstanden" aan te pakken. Door Kees van der Maas De drie Bovenwindse eilanden (Sint-Maarten, Saba en Sint-Eustatius zijn de stiefkinderen van de Ne derlandse Antillen. Met nog geen 15.000 (geregi streerde) inwoners hebben ze een bevolking die niet groter is dan die van het kleinste type stad in Ne derland. De eilanden liggen op ruim 900 kilometer en anderhalf uur vliegen van het bestuurscentrum op Curasao. Topambtenaren en ministers „uit Wil lemstad" hebben, zeker voor de twee kleintjes, vaak niet meer tijd beschikbaar dan waarin een bliksem- bezoekje van een halve dag past. Op de eenzame vertegenwoordiger van het centrale gezag, die in Philipsburg zetelt (op het ogenblik gezaghebber Pandt), wordt dan ook een zware wissel getrokken. En in het parlement van de Nederlandse Antillen (de Staten), worden de drie Bovenwinden sinds jaar en dag afgevaardigd door die ene-man-voor-alle-drie tot op heden nog steeds een DP'er van Sint-Maarten. Pikante noot: vorige maand bij de parlementsverkiezingen kwam voormalig minister van justitie Chance op die zetel, zonder dat de bevolking ervoor naar de stembus is geweest. De partijen op Saba en Sint-Eustatius boycotten de verkiezingen, omdat er van de belofte van het kabinet-Rozendal (dat ze beide in ieder geval een waarnemer in de Staten zouden krijgen) nog steeds niets was terechtgekomen. De oppositie op Sint-Maarten schakelde zichzelf uit doordat de kandidatenlijst niet helemaal aan de voorschriften voldeed. En weer was daar dwars tegen alle protesten in die DP'er van Sint-Maarten op de stoel van de Bo venwinden in het Statengebouw op Curagao. De stranden van Sint-Maarten zijn handig omgezet in vergaarbakken voor dollars. Tegen wil en dank heeft er rond om alles wat er op Sint-Maar ten niet door de beugel kon, 'n sfeertje gehangen van „wat niet weet, wat niet deert". Uitgezonderd enkele op stootjes, een verdwaalde ko gel en wat intimidaties in ver kiezingstijd, is het doorgaans rustig op het eiland. De altijd zonnige stip in de Caraibische Zee met zijn geie stranden, zijn tweedeling zonder doua ne, zijn Nederlands uiterlijk en (voor de Amerikanen erg handig) Engels sprekende bevolking, deze magneet voor de verwende toerist heeft het veel te druk met geld verdie nen. Vakantiegangers worden het hele jaar door uit New York, Miami, uit Canada en uit Ve nezuela met vliegtuigen vol aangevoerd op de Juliana- luchthaven. De hotelparken leiden hun eigen luxueuze le ven. De roulette draait. In de exquise restaurants schuiven gepeperde rekeningen over zilveren schaaltjes. Kortom, vanuit Curagao wordt het toe ristisch succes op Sint-Maar ten met bewondering ge volgd. Schrik Het spreekt vanzelf dat nie mand zo'n glimmend plaatje graag door oneffenheden laat verstoren. Klachten vanuit Saba en Sint-Eustatius over de manier waarop men zich daar stelselmatig door Sint- Maarten voelde overvleugeld, werden afgedaan door deze eilanden van tijd tot tijd wat extra geld en projecten toe te stoppen. Natuurlijk was het op Sint-Maarten zelf een publiek geheim dat er veel onder de tafel doorging, datje de „koning in het ritselen Claude Wathey" niet te veel voor de voeten moest lopen en dat er bü gebrek aan be kwame mankracht in het ambtelijk apparaat aan voor schriften en regels wel eens een niet geheel letterlijke uitleg werd gegeven. Wathey had zijn vijanden, maar die kwamen niet ver. En Curasao was zonder overtuigende be wijzen nu eenmaal erg Grote schrik ontstond er pas toen vorig jaar een Neder landse parlementaire delega tie, op bezoek op Sint-Maar ten, eens begon te spitten naar het waarheidsgehalte van allerlei gefluister en ge mompel over omkoperij, ambtelijk gesjoemel, duistere praktijken en meer van dat fraais. Er kwam nogal wat bo ven tafel. Genoeg om achteraf vast te stellen: „Al is er maar 10 procent van waar, dan is dat nog veel te veel". Terug in Nederland liet het ge zelschap kamerleden zonder omwegen publiekelijk weten dat op Sint-Maarten aller hande misstanden waren aangetroffen, dat men het er met de democratie niet zo nauw nam en dat er aan het bestuurlijk apparaat veel mankeerde. Samenvattend kreeg Sint-Maarten zelfs de typering „roversnest" mee. Terwijl er achter de schermen in Willemstad al de nodige pressie was uitgeoefend, werd in het openbaar een verklaring afgelegd met de slotzin „dat de eerste verant woordelijkheid voor het op lossen van de problemen op Sint-Maarten berust bij het eilandgebied zelf en bij de centrale Antilliaanse rege ring" Onderzoek Het kabinet-Rozendal kon er niet meer omheen. In mei 1978 werd een onafhankelijke commissie samengesteld, met als opdracht „een onder zoek in te stellen naar het functioneren van het be stuursapparaat van het ei landgebied de Bovenwindse Eilanden, tegen de achter grond van het jaarlijks toe nemend tekort op de begro ting". Het merkwaardige was dat deze commissie uiterst snel een uiterst vernietigend rapport heeft kunnen üit- brengen op basis van uiterst openhartige getuigen. Vak bonden, handelaars, particu liere instellingen in de sociale sector, ambtenaren, politici en zakenlieden, ook van de Franse kant van het eiland - allemaal hadden ze de be- „We zijn op Sint-Maarten niet opgewassen tegen de problemen waarvan we dachten dat ze niet bestonden", zegt gezaghebber Pandt, als hij probeert te overzien waaraan het op dit eiland mankeert. Misschien zijn ze ontstaan doordat het allemaal te goed ging, daar op Sint-Maarten. Werkloosheid is er niet. Het toerisme biedt vrijwel volledige werkgelegenheid. De keerzij de ervan is dat het eiland „veel te veel vreemdelingen binnen krijgt". De helft van de werkende bevolking is van elders af komstig (Haiti, Dminicaanse republiek, de andere Antillen in de buurt). Veelal komen ze binnen via het haventje van Marigot op het Franse deel van het eiland. Tegen te houden is die clan destiene vestiging niet. En de toeristische industrie op het ei land lijkt onverzadigbaar. De oncontroleerbare import van „buitenlanders" stelt het eiland voor allerlei problemen. Vooral op het terrein van de volksge zondheid. De bestuurders van Sint-Maarten hebben deze in tocht zien groeien. Ze hadden er geen enkele greep op. Planolo gisch heeft zich op Sint-Maarten in het toerisme een complete wildgroei ontwikkeld. Er zijn op goede momenten voordelige contacten gelegd met Amerikanen en Venezolanen. Dat ging allemaal op de gok. Er kwamen hotelcomplexen en toeristische speeltuinen van de grond, zonder dat er enige planning aan te pas kwam of de bezorgde vraag werd gesteld over „wat daar na"? Sint-Maarten zal er de handen aan vol krijgen om voor de toekomst te kunnen blijven waarmaken, waarmee nu uitbun dig wordt geadverteerd. reinen. Bij hetdomeinbeheer, het toeristenbureau dat in Canada voor de Bovenwin den werkt, het televisiesta tion op Sint-Maarten en bij het hypotheek- en kadaster- kantoor, stuitte de commissie op reeksen dubieuze hande lingen. Het bestuurscollege en de gedeputeerden van Sint-Maarten (zeg. het college van burgemeester en wet houders) werden ervan be schuldigd dat zij administra- tief-rechtelijke regels hadden overtreden. Zo zouden gede puteerden hun eigen declara ties hebben ondertekend. dat toeristisch floreert maar bestuurlijk in grote moeilijkheden hoefte om hun hart eens te luchten nu eenmaal was uit gesproken, waarover jaren lang was gezwegen. Begin dit jaar stond het in het eindrapport van de onder zoekscommissie zwart op wit: „Op de Bovenwindse ei landen van de Nederlandse Antillen, vooral op Sint-Maar ten, zijn ernstige bestuurlijke fouten gemaakt. Te lang is misbruik van gemeen schapsgeld en gemeen schapsgoed niet of weinig ge corrigeerd". En dan volgt een lange reeks van voorbeelden. Bij de werkverschaffing zijn mensen betaald die niet op het werk verschenen, die op een ander eiland woonden of reeds waren overleden. Er zijn duidelijke aanwijzingen van onregelmatigheden bij het bouwrijp maken van ter- Gezaghebber Pandt, naar eigen zeggen bijna vijf jaar in open lijke oorlog met Claude Wa they en zijn slaafse volgelin gen, is erg somber over het werkelijke effect van dit on derzoek. Moedeloos zegt hij: „Er heerst hier nog altijd een soort hoera-stemming. Zo van: dat onderzoek stelt na tuurlijk niets voor. Het zal wel opnieuw een loos rapport zijn. En daar wordt dan weer geen moer mee gedaan. Jammer genoeg lijkt het erop dat de zaak weer die kant op gaat. Het heeft ontzettend lang geduurd voordat het rapport hier officieel is aan geboden. Toen iedereen er op Curacao en in Nederland al mee op zak liep, moesten we het hier nog doen met infor matie uit de tweede hand. Het rapport is voorgelegd aan de procureur-gene raai van de Nederlandse Antillen, die moet beslissen of er strafbare feiten zijn gepleegd. Nou, dat weten we dan. Maar het is en big ft een schande dat tot op heden iedere verdere actie is uitgebleven". Andere wind Het broeierige klimaat waarin de machtsverhoudingen op zonnig Sint-Maarten zich de afgelopen jaren hebben vol trokken, zal pas opfrissen wanneer op dit eiland een an dere politieke wind gaat waaien. En daar beginnen de voorspellingen op te dui den. Op het terras van Scout's Place, vriendelijk logement op het stille eiland Saba, ontmoet ik Will Johnson, aanvoerder van de pas gekozen meerder heidscoalitie in de Eilands raad van het eilandgebied de Bovenwinden. De vroegere oppositiepartijen WIPM) Windward Islands People's Movement) van Saba en Sint- Eustatius en SPM (Sint- Maarten Patriotic Movement) van Sint-Maarten hebben daarin nu tien van de vijftien zetels. Tot nu toe was de be stuurlijke opzet van het ei landgebied voor de drie Bo venwinden in de praktijk ju ridische nonsens, omdat de kaarten steeds zo werden ge schud, dat Claude Wathey en zijn DP het tot tien cijfers ach ter de komma voor het zeggen had. Johnson: „Eindelijk krijgen we nu hier de gelegenheid om in nieuwe verhoudingen te gaan denken. De bijna onaantast bare macht van de alleen heerser op Sint-Maarten is doorbroken. De kleintjes van de Bovenwinden doen - in ie der geval in het eilandgebied zelf, laat ik over het parlement maar zwijgen - nu ook mee. Er valt heel wat te saneren. We zullen heftig voor onze belangen moeten opkomen en ervoor moeten zorgen dat we ons niet aan wie dan ook verkopen". Will Johnson weet waarover hij praat. Als gedeputeerde van het eiland Saba heeft hij de afgelopen jaren een bedacht zaam beleid gevoerd, waar mee het eiland uit de sfeer van de onmogelijkheden is ge haald, zonder dat het zichzelf aan de „meest biedende" heeft verkocht. Op Sint-Maar ten heeft het er de schijn van gehad dat het hard die rich ting op ging. Gecamoufleerd door het blikkerende succes van toerisme en bg passende welvaart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 27