Op Hageveld nimmer de domheid georganiseerd Lotgevallen en (grote) verdiensten van een vormings instituut ZATERDAG 28 JULI 1979 Hageveld heeft al 162 jaar in Nederland een belangrij ke culturele invloed uit geoefend. Dit zekere feit kan nooit teniet worden gedaan door de boekver branding waarover in een aantal dagbladen op 12 juli berichten zijn ver schenen. Uit de verkla ring die het bestuur van Hageveld onlangs heeft uitgegeven, blijkt geluk kig duidelijk dat door de boekverbranding geen onherstelbare culturele schade is aangericht en geen unieke historische gegevens verloren zijn gegaan. De beschuldiging dat het huidige Hageveld zich door de boekverbranding bezondigd zou hebben aan "cultuur-barbaris me", doet denken aan de aanklacht die de Leidse professor Siegenbeek in 1840 uitsprak: "Dat te Ha geveld de domheid werd georganiseerd". Hage- velds stichter Cornelis van Bommel, toen al bis schop van Luik gewor den, weerlegde Siegen- beeks aanklacht met ste- legendarisch gebleven le raar, verdedigde zijn in stituut met kloeke woor den, zoals dat in'de negen tiende eeuw gebruikelijk Het is niet zo-moeilijk om het met Van Bommel en Broere eens te zijn als men zich een beetje in de geschiedenis van Hageveld verdiept. Alleen het feit al dat Hageveld zo'n an derhalve eeuw lang onafge broken belangrijke katholie ke functionarissen voor kerk en maatschappij heeft opge leid, is al een grote verdienste' Dat niet alleen op godsdien stig, maar ook op meer alge meen-cultureel gebied van Hageveld een stimulerende werking op de katholieke sa menleving is uitgegaan, mag blijken uit een kort historisch overzicht. Hageveld werd als particuliere kostschool gesticht door een drietal jeugdige geestelijken: Cornelis van Bommel, Cor nelis van Wijckerslooth en Wilhelmus van Niel. Zij koch ten in Driehuizen, onder de gemeente Velsen, een oud buiten en ontvingen daar op 2 mei 1817 hun eerste leerling. Hun opleiding was niet alleen bedoeld voor toekomstige priesters, maar ook voor ka tholieke jongelui die later als leek een belangrijke positie in de maatschappij wilden in nemen. De stichting van Hageveld werd mogelijk door een koninklijk besluit van Willem I van 2 au gustus 1815 dat iedere Ne derlander toestond onderwijs te geven op de wijze die hem goeddacht. Vóór 1815 was het voor katholieken niet moge lijk eigen onderwijsinstituten in het leven te roepen, omdat zij als tweederangsburgers werden beschouwd. Jonge Nederlanders konden hun priesterstudie alleen maken in het buitenland, in Keulen of in Leuven. Van Bommel en de zijnen speelden met de stichting van hun instituut di rect in op de politieke ont wikkeling van hun dagen. De stichters van Hageveld kwamen voort uit vooraan staande katholieke families Zo was Van Bommel uit een Leidse handelsfamilie af komstig en was Van Wijcker slooth een baron. De ou ders van Van Niel waren ge fortuneerde Rotterdammers. De voorname afkomst van de drie stichters van Hage veld zorgde ervoor, dat op het Velsense instituut beschaaf de omgangsvormen werden aangeleerd. Houding en al gemeen menselijk verkeer waren tot in bijzonderheden geregeld. Bovendien kregen de leerlingen van de stichters, die in Duitsland bij Franse geestelijken gestudeerd had den, een ruime blik mee op de wereldkerk. Zo leerden zij van jongs af over hun lands grenzen heen te zien. Het bijzondere van de oude Ha- geveldse opvoeding school ook hierin, dat de studenten niet alleen verstandelijk ge vormd werden, zoals op veel scholen in die tijd gebruike lijk was, maar dat er ook vol op plaats was voor de ont wikkeling van hun gevoel. "Hun ziel werd geopend voor kunst en poëzie," zoals een oud-leerling heeft gezegd. Bij feestelijke gelegenheden hielden de leerlingen letter kundige voordrachten. Op de lesrooster was een grote plaats ingeruimd voor een doorvoelde behandeling van de literatuur. Het eerste Hageveld in Velsen (foto Prentenkabinet R.U Leiden Emancipatie Dat de Hageveldse leraren wel iets in hun mars hadden, blijkt ook uit hun medewer king, direct al bij de oprich ting, aan het maandblad De Katholiek, een godsdienstig, geschied- en letterkundig tijdschrift. Dit maandblad heeft de Nederlandse katho lieken een stem gegeven en heeft hun emancipatie be langrijk bevorderd. In 1842 werd door de Hagevelder Hesseveld de Broederschap van de Levende Rozenkrans opgericht. De devotie voor de rozenkrans in de roomse huisgezinnen stamt van hem. Zo heeft Hageveld ook op godsdienstig gebied invloed Uitgeoefend. De Hageveldse geest was er een van gedegenheid én van inti miteit. Leerlingen en leraren leefden tezamen als een groot huisgezin. Regent Van Bom mel speelde op het voorplein naar hartelust met de leerlin gen mee. Als de studiedag er op zat. zwierven de studenten nog vaak door de duinen en snoven de rust van de natuur met volle teugen op. Met hun allen bezochten ze de Am sterdamse kermis. Éénmaal per jaar, vóór zonsopgang, wandelden ze door de duinen naar zee. Op het hoogste punt gekomen, met uitzicht op de golven, zongen de wandelaars Maria ter ere het Magnificat Opgeschrikt Het valt te begrijpen dat Hage veld werd opgeschrikt door de koninklijke besluiten van 14 juni 1825, die stelden dat instituten als Hageveld moes ten worden opgeheven. De Nederlandse regering vrees de dat de katholieken met hun onderwijsinstellingen een staat binnen de staat wil den vormen, dat hun gehoor zaamheid aan Rome een goed staatsburgerschap in de weg stond. Daarom wilde koning Willem I in Leuven een Colle gium Philosophicum oplich ten, dat aanstaande priesters verplicht waren te bezoeken. Hoezeer Regent Van Bommel ook protesteerde, op 1 okto ber 1825 moest hij de poorten van Hageveld sluiten. Wel mocht hij zelf van de koning, samen met drie overgebleven leerlingen, op het oude buiten blijven wonen. De andere' studenten gingen allen huns weegs, probeerden in Neder land of daarbuiten hun oplei ding te vervolgen. Niemand echter meldde zich voor Leu- Vijf jaar slechts is Hageveld ge sloten gebleven. Het politieke klimaat was voor de Neder landse katholieken in 1830 zozeer ten goede gekeerd, dat Velsen heropend mocht wor den. Dit gebeurde op 14 juni 1830. Doordat twee van de drie stichters Hageveld in middels verlaten hadden - Van Niel was overleden en Van Bommel was tot bis schop van Luik benoemd -, bleef Van Wijckerslooth de enige eigenaar van het insti tuut. Hij verkocht het in 1835 aan het Aartspriesterschap Holland en Zeeland, dat in die tijd bij afwezigheid van een bisschoppelijke hiërachie het kerkelijke bestuur uitoefen de. Zo werd Hageveld in 1835 van een particuliere kost school tot echt s if Het tweede Hageveld. In Voorhout, (foto Gedenkboek 1917) Groei Het aantal seminaristen groeide intussen gestaag. Weldra kwam men voor de vraag te staan, of eenvoudige uitbrei ding van het bestaande ge bouw nog wel in de gestegen ruimtebehoefte kon voorzien. Totale nieuwbouw op dezelf de plaats leek juister. Van re geringswege echter was al vaak te verstaan gegeven, dat groot- én klein-seminarie als afdelingen van eéri stichting tezamen hoorden. Was het daarom niet raadzaam een plaats voor nieuwbouw te zoeken die dichter bij het groot-seminarie Warmond gelegen was? Bovendien zou het noodzakelijke contact tussen de twee groepen semi nariedocenten dan gemakke lijker kunnen verlopen. Het Aartspriesterschap slaagde er in 1845 in, eigenaar te wor den van de buitenplaats Schoonoord in Voorhout. De Leidenaar Molkenboer werd de architect van het tweede Hageveld, dat op 16 novem ber 1847 door Van Wijckers looth werd ingewijd. Hei oude Hageveld leefde in het nieuwe voort. De leraren wa ren meeverhuisd en als van zelfsprekend werd de Velsen se stijl van vorming en op voeding in het Voorhoutse Hageveld overgeplant, zij het in wat aangepaster vorm. Al bleef bij de klassieke vorming van de leerlingen het Latijn voorop staan, aan het Grieks werd nu meer aandacht be steed dan te voren. De vaste gebruiken uit de Vel sense jaren, op z'n Latijns "mores" en meer op z'n Hol lands "mossen" genoemd, bleven in Voorhout zo veel mogelijk gehandhaafd. Zo herbergde het nieuwe ge bouw direct al een vitale en gesettlede leefgemeenschap. Toneel De aandacht voor de toneel kunst, die al in Velsen be staan had, werd in Voorhout nog versterkt door de grote jaarlijkse toneelopvoeringen. Niet alleen de studenten-ac teurs waagden zich volledig aan de groten onder de to neelschrijver, ook het studen ten-publiek deed dat. Tijdens de lessen kregen alle leerlin gen volop de gelegenheid zich te verdiepen in de levensernst en schoonheid van de te spe len stukken. In Voorhout ontstond ook de Hageveldse Vondel-traditie, die ook buiten de seminarie muren bevruchtend heeft gewerkt. Men kan rustig zeg gen, dat zonder Hageveld de Vondel-studie in Nederland niet zo'n hoge vlucht zou hebben genomen. Ook de viering van de kerkelij ke liturgie zou zonder Hage veld nooit die grootse stijl verkregen hebben. De Voor houtse leraar Lans heeft voor de hoogbloei van het Grego riaans in kerkelijk Nederland ontegenzeglijk een beslis sende aanzet gegeven. Hij was de oprichter van de Ne derlandse Sint-Gregorius- vereniging. Zijn collega's Van Cooth en Borking deden voor hem in belangrijkheid niet onder. De eerste schreef een zeer gewil de Handleiding bij het on derwijs in de Gewijde Wel sprekendheid. en de tweede kwam tot de uitgave van zijn gedegen Latijnse Spraak kunst. die vele herdrukken beleefde. Bij het herstel van de bisschop pelijke hiërarchie in Neder land in 1853 werd Hageveld in Voorhout het officiële klein seminarie van het nieuwe bisdom Haarlem. De Oud-Kagevelders Wils en Raëskin hebben op boeiende wijze het dagelijks leven op het Voorhoutse seminarie be schreven. Blijkens hun wer ken was ook het tweede Ha geveld een hechte samenle ving, gehoorzamend aan klokgelui en z.g. signes als de leerlingen zich naar kapel of klaslokaal moesten begeven, zich voegend ook naar de gang van de seizoenen en naar het vaste kader van jaarlijks terugkerende evenementen. Het jaar werd ook in Voorhout afgesloten met een grote wandeling naar de duinen, naar die van Katwijk in dit geval. Bij zonsopgang werd net als in de Velsense tijd het Magnificat gezongen. Toen in 1923 het nieuwe Hage veldse schooljaar begon, ge beurde het niet meer in Voor hout, maar in Heemstede, op het monumentale derde Ha geveld dat ontworpen was door Jan Stuyt. Voorhout was verlaten omdat het niet meer voldoende plaats en accom modatie bood. 318 Studenten en 21 leraren nemen het nieuwe gebouw in bezit en brachten daar de Voorhoutse studie en gezel ligheid weer snel tot leven. Weel en Divendal, die een goed gedocumenteerde uit gave over Het derde Hageveld verzorgden. noemen de Heemsteedse opleiding "su- pergymnasiaal". toch heeft het tot 1957 geduurd voordat de school zelf het eindexamen gymnasium mocht afnemen. Wel ging sinds 1931 een steeds stijgend aantal zesdeklassers op voor het staatsexamen. Oorlog De misère van de Tweede We reldoorlog bleef ook Hage veld niet bespaard. Het semi narie werd door de Duitsers bezet, zodat de Hageveldse klassen her en der verspreid kwamen te zitten. Na de oor log was Hageveld snel de ou de weer. Regent Henning en Subregent Van Ruyven leid den jaarlijks met vaste en be kwame hand zo'n 400-450 jongens op voor het nog on geschokte, traditionele pries terschap. Als echo van de Voorhoutse tijd heetten de toiletten nog altijd "Marcus" werd het wandel bos voor de hoogste klas nog steeds "Columbia" genoemd, bleef Vondel in ere door de bijna jaarlijkse opvoering van een van zijn treurspelen. Een ovaalvormige speel- en wandelcour trok iedere dag de honderden jongens naar buiten. Vooral na ochtend- en middagmaaltijd was het "courtjes-draaien" geblazen. Met z'n tweeën of drieën lo pend, vormden de seminaris ten dan een bijna gesloten ke ten van wandelaars. In dit wandelcircuit voegde zich na het middagmaal steevast de Regent, door de twee oudste leraren geflankeerd. Ook in Voorhout was dit al gebruik geweest, en zelfs op een oud schilderij dat Hageveld in Velsen voorstelt, kan men drie eerwaarde heren op het wandelpad zien staan. Aan het einde van het jaar maakten ook de Heemsteedse Hagevelders hun grote wan deling naar zee. Ook zij zon gen, op de Zandvoortse dui nen nu, bij de eerste stralen van de zon het Magnificat! In 1967 was het aantal jongens dat zich voor de priesterstu die aanmeldde, zo gedaald dat het besluit werd genomen het seminarie om te zetten in een bisschoppelijk college, ook voor niet-priesterstudenten bestemd. In 1968, het jaar van de Mam moetwet, verdween het gym nasium, er kwam een athe neum voor in de plaats. Vanaf 1970 gingen ook meisjes het Hageveldse Atheneum bezoeken. De traditie van de Vondelspelen is een zachte dood gestorven, maar de aan dacht en de liefde voor de dramatische taal is gebleven. Onder leiding van leraar Ben Heuer bekwamen leerlingen zich geregeld in dramatische expressie. Volwassenheid Bij het 150-jarig bestaan in 1967 is geconstateerd, dat Hage veld altijd "een onbetwiste rol gespeeld heeft in de groei naar volwassenheid van het katholieke volk". Deze con statering is nog altijd van kracht. Men kan zeggen dat Hageveld in de loop van bijna twee eeuwen gebouwd is geweest op drie grond-lagen: op de grond van een voornaam Vel- sens buiten, waar tevoren een deftige regentenfamilie woonde; op de grond van het fraaie Schoonoord in Voor hout, op de grond tenslotte van het vrome Bernardïe- nerklooster in Heemstede. In figuurlijke zin heeft Hage veld in heel zijn bestaan ge steund op en uiting gegeven aan: voornaamheid, schoon heid, vroomheid. Zo kon het 162 jaar lang in Nederland een belangrijke culturele invloed uitoefenen. De misschien niet vlekkeloze daad van de recen te boekverbranding kan aan dit onbetwistbare feit geen afbreuk doen. Vivat Hage- /eld! LEO DE RIDDER uit. Het derde instituut, in Heemstede Zo ziet Hageveld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 17