Hoe geheimzinnig is vrijmetselarij? Met vrouwen erbij zou de sfeer verloren gaan DONDERDAG 26 JULI 1979 DEN HAAG - Als we bij een van de grootste persar chieven in ons land vragen naar het mapje met knipsels over de vrijmetselarij, komt er een maar schraal stapeltje boven water. Bij dat stapeltje een curieus knipsel uit de „Ingezonden-Brieven"-ru- briek van de Gazet van Antwerpen. Enkele citaten uit deze brief, die is ondertekend door ene dr. J.W. uit Antwerpen: „De vrijmetselarij heeft door de aanslag van Serajewo (1914) de lont aangestoken voor de Eerste Wereldoor log". „Tijdens de Tweede Wereldoorlog leverde de grootvrijmet selaar Roosevelt te Yalta, Potsdam en Teheran geheel Oost-Eu ropa over aan het bolsjewisme". Nog een fraaie paranoide zinsnede: „De massamedia van het Wes ten (film. radio, tv, pers) zijn gecensureerd door de vrijmetselarij opdat alles wat rechts is (God, Familie, Vaderland en Gods dienst) bespot zou worden en alles wat links is (Homofilie, Abor tus, Anarchie, Marxisme, enz) opgehemeld. Geen enkele gods dienstgemeenschap, geen enkele partij wordt ontzien, overal heeft de loge haar mannen zitten". Ofschoon de schrijver van deze volzinnen overduidelijk tussen de meer schemerige geesten thuishoort, is zijn brief toch wel teke nend voor de wijze waarop tegen vrijmetselarij wordt aangeke ken. Tekenend is trouwens ook het schrale stapeltje: er is maar weinig over deze broederschap in de pers verschenen. Door Henk Dam Geheimzinnigheid, gesloten heid, het zijn de eerste woor den die opkomen als je aan vrijmetselarij denkt. Het wantrouwen, zeg maar de diepe haat die de vrijmetsela ren bij totalitaire regimes aan zowel rechter- als linkerkant hebben opgeroepen, komen al evenzeer in gedachten. Hitier stelde de vrijmetselaren op één lijn met joden, homo fielen, zigeuners en andere „Untermenschen", lieden dus die letterlijk te vuur en zwaard dienden te worden bestreden. Daar had hij aar dig succes mee: voor de oor log telde Duitsland 60.000 vrijmetselaren, nu, ruim 30 jaar na die oorlog, niet meer dan 20.000. Nog niet zo lang geleden lan ceerde de Komsomolskaya Prawda, het blad van de communistische jeugdbewe ging, een felle aanval op de vrijmetselarij. Samen met het zionisme wordt de broeder schap gezien als de „twee koppige vijand van het marxistisch socialisme". De vrijmetselarij is in de com munistische landen dan ook ten strengste verboden. Enkele pauselijke encyclieken laten weinig te raden over waar het de houding van de Roomskatholieke Kerk ten aanzien van de vrijmetselaren betreft. Paus Clemens XII had het in zijn bul van 1738 over „vossen die de wijnstok vernielen", waardoor de „har ten der eenvoudigen" met bederf werden bedreigd. Versoepeld De houding van de Roomska tholieke Kerk is overigens versoepeld. Maar nog in 1884 liet paus Leo III een bulde rende encycliek het daglicht zien, die spreekt van „een schandelijk en misdadig ge nootschap". Naar het waarom van deze vij andige reacties kan men slechts gissen. Wellicht komt het door de „geheimleer" van de vrijmetselarij, met eigen symbolen, die ongrijpbaar zijn voor de op de massa's ge richte heilsleren van staten en kerken? Hebben de broeder schappen te veel de indruk gewekt genootschappen van samenzweerders te zijn? Dat geheimzinnigheid en geslo tenheid als spinrag rond de vrijmetselarij hangen, heeft zijn historische gronden. De voorgeschiedenis van de ma- connieke broederschap moet worden gezocht in de bouw- genootschappen van het West-Europa in de midde leeuwen. In die tijd werden in heel West- Europa met grote voortva rendheid kerken neergezet. De meest begaafden onder de bouwvakkers, degenen die het best waren in het bewer ken van stenen, kregen een plaats in de werkplaats - de loge - die aan de voet van de kathedraal-in-oprichting werd neergezet. Het waren deze mensen die zich tegen het ruwe materiaal be schermden met schootsvel en handschoenen, en die zich steeds meer gingen bekwa men in mechanica, geometrie en in het maken van bouwte keningen met behulp van meetlat, passer, winkelhaak en tekenbord. De loge werd zo een ambachte lijke school waarin men zich in het bouwvak kon bekwa men, en groeide in de Neder landen en Frankrijk uit tot een gilde. Deze gilden hadden een monopolistisch karakter, en de bouwtechnieken wer den dan ook als geheimen overgedragen op nieuwe gil- deleden. De clubs van bouwlieden evo lueerden langzaam maar ge staag. In Engeland werd het vanaf de 17e eeuw mogelijk dat ook mannen zonder enige binding met het bouwvak lid werden van het gilde. Een lo ge in het Schotse Aberdeen telde in 1670 tien echte bou wers, en 39 niet-ambachtslie- den, onder wie edelen en kooplieden. Voor niet-operatieve leden werden geleidelijk aan spe ciale voorschriften gescha pen, en die droegen bij tot een ontwikkeling die onstuitbaar zou blijken te zijn: het ont staan van de symbolische metselarij. Lading Woorden, materialen en werk tuigen kregen een nieuwe la ding. Nog steeds kent de vrijmetselarij de uit de mid deleeuwen stammende on derverdeling: leerling, gezel en meester. Nog steeds heb ben passer, meetlat en win kelhaak hun - maar nu over drachtelijke - betekenis. Vier van dergelijke symboli sche loges sloten zich in 1717 in Londen aaneen: het wordt gezien als het begin van de vrijmetselarij. Ethische en symbolische elementen kre gen binnen de Londense „grootloge" het hoofdac cent Vanuit Engeland verspreidde de vrijmetselarij zich snel over het Europese continent. In ons land begon de macon- nieke broederschap vanaf 1734 met haar activiteiten, maar daar kwam al spoedig een eind aan. De vrijmetsela ren hier werden verdacht van De grote tempel in het hoofdgebouw van de Vrijmetselaren in Den Haag. politieke conspiraties en werden door een verbod ge troffen. Dat werd weer ingetrokken op 27 december 1756, toen hier ten lande een grootloge werd opgericht. Deze datum kan worden gezien als de officiële geboortedag van wat voluit heet de Orde der Vrijmetse laren onder het Grootoosten der Nederlanden, waarvan het hoofdbestuur in Den Haag is gevestigd. De Verlichting heeft wel bij uit stek invloed gehad op de vrijmetselarij. Dat kan ook niet anders, gezien het tijdstip waarop de eerste grootloges werden opgericht. Dat de fi losofie van de Verlichting diepe sporen heeft achterge laten, blijkt wel uit de begin selverklaring, zoals die is op genomen in de „Grondwet" van de Nederlandse vrijmet selaren. Deze beginselverklaring om schrijft vrijmetselarij als „de uit innerlijke drang geboren geestesrichting, welke zich openbaart in een voortdurend streven naar ontwikkeling van al die eigenschappen van geest en gemoed die de mens en de mensheid kunnen op voeren naar hoger geestelijk en zedelijk peil". Het anti-clericalisme, dat een van de bijprodukten van de Verlichting was, speelde in die eerste jaren van de Vrij metselarij ook wel een rol. Niet voor niets was de papen hater Voltaire vrijmetselaar. Niettemin was de maconnie- ke broederschap nimmer an ti-christelijk. De binnen de broederschap aangehangen gedachte, dat een opper bouwmeester verantwoorde lijk is voor de architectuur van het heelal, bewijst dat. Symbolen spelen een belangrijke rol bij de VrijmetselarijZe zijn doorgaans ontleend aan de wereld van de bouw, waaruit de broederschap stamt. Op de foto symbolen die door officieren van de loges worden gedragen. Grootmeester t Als de vrijmetselarij anti christelijk zou zijn geweest, zou ook nooit prins Frederik, de broer van koning Willem II, tot het genootschap heb ben kunnen toetreden. Fre derik deed dat wel, en was tientallen jaren - tot zijn dood in 1881 - grootmeester van de Orde. Hij is zeker de grote leidende figuur achter de Vrijmetsela rij in ons land geweest. Het gebouw waarin het hoofdbe stuur zetelt, is aan hem te danken. Een meer dan mans hoog schilderij in dit pand bewijst hoezeer de koninklij ke grootmeester nog steeds wordt gewaardeerd. Na de vanzelfsprekend moeilij ke oorlogsjaren heeft de vrij metselarij in ons land zich met nieuw elan op de oude waarden gestort. Zij draagt een uitgesproken traditioneel karakter. Zo lijkt de broeder schap een van de laatste grote geestesbewegingen te zijn die zich niets van de feministi sche stromingen heeft aange trokken: van de „officiële" vrijmetselarij kunnen alleen mannen lid worden. Er zijn thans 6300 Nederlandse vrijmetselaren, die verenigd zijn in 129 loges. De indruk bestaat, dat de vrijmetselaren zich de laatste twee decennia wat opener zijn gaan opstel len. Het interview met de nieuwe grootmeester dr. Th. Boesman, is op initiatief van de vrijmetselaren zelf tot stand gekomen. Daarnaast wijst de bibliotheca ris van de broederschap, de heer B. Croiset van Uchelen, erop dat de bibliotheek in het hoofdgebouw van de vrijmet selaren vrij toegankelijk is. Een bezoek aan deze, 60.000 delen tellende bibliotheek, is om meer dan één reden de moeite waard. De fameuze Kloss-verzameling is in deze bibliotheek opge nomen. Deze 7000 tellende verzameling van soms zeer oude werken op het gebied van de vrijmetselarij, is ook al te danken geweest aan die aartsvader van vrijmetselarij in ons land, prins Frede rik. Het is niet de enige grote naam die met de vrijmetselarij ver bonden is. Goethe, Lessing, Mozart, Multatuli, Winston Churchill, Haydn, Liszt, Roo sevelt, zij waren allemaal vrijmetselaar. DEN HAAG - „Het karakter van de vrijmetselarij is zo, dat vooral individualistische mensen zich bij ons zullen thuisvoelen. Die blijken namelijk bereid te zijn van ge dachten te wisselen zonder dat ze daarbij aan religieuze dogma's of partijdiscipline onderworpen zijn." Zo schetst de nieuwe grootmeester - en daarbij hoogste man - van de Orde der Vrijmetselaars in ons land, dr. Th. Boesman, de „modale vrijmetse laar". Boesman is per half juni ir. G. van Weesel opgevolgd, die wegens ziekte zijn grootmeesterschap moest neerleggen. In het dagelijks leven is Boesman orthopedisch chirurg in Rotterdam. - U gaat samen met de overige leden van het hoofdbestuur het beleid van de vrijmetselarij in ons land bepalen. Zijn er koerswijzigingen te ver wachten in dit beleid? „Neen. De grondslagen van de vrijmetselarij, de zaken van principiële aard dus, zijn vrij constant, om niet te zeggen: zeer constant. Ik acht dat een juiste zaak, omdat het immers om fundamentele waarden gaat". Conservatieven - Is het dus terecht dat de vrijmetselarij nogal eens van conservatisme wordt beticht? „Kreten als conservatisme vind ik op de broederschap niet van toepas sing. Het is juist een van de allerbelangrijkste beginselen van de vrijmet selarij dat de logeleden verschillende opvattingen hebben. Zeer behou dende gedachten vinden naast zeer progressieve denkbeelden een rust punt binnen de loges. Er wordt wel over politiek en godsdienst gepraat door de leden, maar het is niet toegestaan dat de een de ander zijn denkbeelden opdringt. Voor ons zijn de ideële gesprekken belangrijker, bijvoorbeeld over de grondslagen die je bij verschillende godsdiensten vindt. De vrijmetselarij neemt aan dat er een Hoger Wezen is, maar hoe je dat noemt - dat wordt aan ieder persoonlijk overgelaten. Wij willen in dit soort dingen dogmatisme vermijden". - Wellicht is het dit vermijden van dogma's dat de vrijmetselarij zo impo pulair maakt bij totalitaire regimes? Dat lijkt me juist. In dogmatische landen is vrijmetselarij niet welkom. Dat komt omdat het vrije geweten bij ons voorop staat. Wij gaan uit van ieders recht om zelfstandig naar de waarheid te zoeken. Je ziet dat ideële omwentelingen altijd samengaan met vrijheid van geweten. In den be ginne was het woord, nietwaar?" Raar - De verhouding met de Roomskatholieke Kerk is ook altijd nogal slecht geweest. „En dat is eigenlijk raar. De vrijmetselaren kennen de „ritus", en je ziet dat katholieken daar geen moeite mee hebben, omdat hun godsdienst die nu eenmaal ook kent. Protestanten hebben altijd moeite hiermee. De vrij metselarij is in het verleden sterk veroordeeld door de Roomskatholieke Kerk. Na het Tweede Vaticaanse Concilie is daar verandering in geko men: het wordt nu aan de bisschoppen overgelaten hoe men over vrij metselarij moet denken. Vanaf dat moment hebben wij een geleidelijke aanwas van roomskatholieke leden gezien". - Je krijgt de indruk dat de vrijmetselaren een nogal elitair clubje mensen vormen, bestaande uit de gegoede bovenlaag van ons volk. Is dat juist? "Binnen de loges wordt over het algemeen gesproken over geestelijke onderwerpen. Daarvoor is een zekere ontwikkeling nodig. Dat roept inderdaad de beschuldiging „elitair genootschap" op. Het is een feit dat veel maatschappelijk gezien eenvoudige of niet zo bevoordeelde men sen weinig belangstelling kunnen opbrengen voor het soort problemen waarover wij praten. Wij richten ons duidelijk op mensen die over iets anders praten dan de voetballerij. En die mensen kunnen op zichzelf uit allerlei sectoren komen. Wij hebben ook handwerkslieden in de loges. Echte metselaars dus, ja". - In het verleden is over de vrijmetselarij vaak gesproken als over een club van samenzweerders met een belangrijke maatschappelijke invloed. Heeft de vrijmetselarij enige maatschappelijke macht? „De vrijmetselaren vormen geen maatschappelijke macht. Maatschappe lijk gezien treedt de vrijmetselarij niet eens als geheel naar buiten, alleen via de afzonderlijke leden. Dat komt, zoals ik al eerder zei, omdat we ervan uitgaan dat iedereen zijn eigen gedachten mag en moet heb ben". Carrièrejagers - Carrièrejagers zijn bij u dus niet aan het goede adres? „Die zijn zelfs helemaal verkeerd. We maken dat ook altijd erg duidelijk aan mensen die zich als lid aanmelden. We zijn gewoon dan een gesprek te houden waarin onder meer wordt gezegd dat het bedrijf, de winkel of de verzekering van het lid-in-spe niet zal verbeteren door het lidmaat schap van de vrijmetselarij". - Leden van de vrijmetselarij moeten geheimhouding beloven. De inwij dingsriten zijn strikt geheim. Vanwaar al die geheimzinnigdoenerij? „Als de manier waarop bij ons de inwijding gebeurt bekend zou zijn, zou die inwijding zijn verrassingselement, en daarmee voor een deel zijn werking, verliezen. We hebben het gevoel datje meer ontvankelijk bent voor wat er bij de inwijding gebeurt, als je niet weet wat je te wachten staat. De geheimen die wij hebben, hebben bovendien een historische grond. De vakgegevens van de gilden moesten worden beschermd. Niet voor niets heeft men het over "het geheim van de smid" - Een jaar geleden verbood de algemene vergadering van de vrijmetse laars, op aandrang van het bestuur, de vorming van een loge die ge noemd zou worden naar Salvador Allende. Waarom dat? „Dat waren mensen in Utrecht, die dat wilden. Wij vonden dat deze men sen, voor vrijmetselaren dan. te politiek dachten. Zij wilden duidelyk een bepaalde politieke opvatting binnen deze loge propageren, en wel die van Allende. Toen hebben wij gezegd: dat is in stryd met de centrale gedachte achter de vrijmetselarij. Zo ga je mensen uitsluiten, terwijl de loges voor iedereen, ongeacht zijn opvattingen, toegankelijk moeten zijn". Mannen - Nou ja, voor iedereen... Behalve voor vrouwen dan toch zeker „Ja, de Orde der Vrijmetselaren is slechts voor mannen toegankelijk. De oorzaak daarvan is gelegen in traditie, maar daar gaat het niet alleen om. Het gaat ook om de sfeer. De broederschap-sfeer >s veel moeilijker te- benaderen met vrouwen erbij. Er is grote openheid tussen jonge en oude leden. Dat is met vrouwen weer moeilijker. Bovendien is er in de loges een gezelligheidselement. Na afloop van de vergaderingen drink je nog eens een biertje. De kritische benadering van vrouwen zou ook dat in de weg staan. Een van onze leden heeft het eens zo gezegd: met vrouwen erbij word ik in mijn existentie als mens beperkt, omdat ik dan steeds word herinnerd aan mijn man-zijn. En bovendien: in de maatschappij zie je toch ook dat vrouwen helemaal niet zo nodig met mannen willen optreden. Die willen toch ook alleen?" - Spreekt de viijmetselarij jongeren aan? „Zeker, wij constateren de laatste jaren een duidelijk afnemende vergrij zing. Vooral de laatste vijf tot tien jaar is er een aanwas van jongere leden En met jong bedoelen wij dan: zon jaar of 30. Het gaat om de groep de ergste struggle for life achter de rug heeft. Dat is de groep die Uun verderliggende vragen wil beantwoorden".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 17