Rhoodie beschuldigt
GPD-correspondent
Vijf jaar na Griekse junta
Daders van
aanslag op
PLO-leider
nog onbekend
Kaper geeft zich over
Tweede deel
Ivan Sinai
m
nu ontruimd
Amnestie
in Portugal
DONDERDAG 26 JULI 1979
BUITENLAND
(Van onze correspondent)
ANKARA - In een sporthal in het Zuid-
turkse Adana is deze week het monster
proces hervat tegen 803 Turkse mannen
en vrouwen die ervan worden beschul
digd een actieve rol te hebben gespeeld
bij de slachting eind december 1978 in de
naburige stad Maras, waarbij 111 leden
van een religieuze minderheid omkwa
men. In de eerste fase, die in juni plaats
vond, zijn alle beklaagden verhoord; in
de tweede fase, die nog dramatischer
belooft te worden, zullen de verdachten,
waarvan de meesten nog steeds gevan
gen zitten, worden geconfronteerd met
meer dan duizend getuigenverklaringen
en 368 getuigen die in levenden lijve
zullen verschijnen.
Elk geval wordt uitvoerig apart onder
zocht en dit unieke proces - het is voor
vai het eerst in de geschiedenis dat een po-
re grom wordt berecht - kan nog wel tot het
eind van dit jaar duren.
Tegen 330 van de verdachten zijn reeds bij
Ide aanvang beschuldigingen ingediend
waarop automatisch de doodstraf staat.
Deze is in Turkije sinds 1972 niet meer
voltrokken. De verwachting is dat in dit
geval wel een aantal van de meest stui
tende moorden - bijvoorbeeld die op een
oude vrouw bij wie eerst haar enige oog
was uitgestoken en die op een huisvader
die in het bijzijn van vrouw en kinderen
levend werd verbrand - met de galg zul
len worden bestraft.
Dit zal dan weer kunnen leiden tot nieuwe
repercussies. Niet alleen in de betref
fende streek, waar de sekte der alevieten
nog steeds het mikpunt is van onverval
ste haat van de soenitische meerderheid,
maar ook op het niveau van de landelijke
politiek.
Het wordt steeds duidelijker dat elemen
ten uit de extreem-rechtse Partij van Na
tionalistische Actie (PNA) van oud-ko
lonel Turkesj een groot aandeel hebben
gehad in het voorbereiden en uitvoeren
van deze moordpartij. De plaatselijk lei
der van deze partij, Balei, is een van de
voornaamste verdachten. Het was de
tactiek van de PNA de reeds bestaande
sectarische tegenstellingen uit te buiten
voor het aanwakkeren van de politieke
strijd, waarbij de alevieten moesten
worden uitgeschakeld als „goddeloze
communisten".
Er komen trouwens ook steeds meer ande
re, kleinere rechtzaken die maken dat
deze partij, die van 1975 tot 1977 deel
uitmaakte van de regeringen van het
„Nationalistisch Front" geleidelijk in
het defensief wordt gedwongen. Al eer
der was het proces begonnen tegen
Ibrahim Ciftci, activist van de PNA, die
wordt beschuldigd van de moord op de
openbare aanklager van Ankara, Dogan
Oz.
Reeds vele „Idealisten" (leden van Tur
kesj' jeugdbeweging) zijn in het verle
den wegens moord veroordeeld, maar
het geval-Oz is extra spectaculair. Zo
ook de moord, in maart jl., op Abdi Ipek-
ci, hoofdredacteur van de Milliyet, een
van de meest gezaghebbende Turkse
dagbladen, waarvoor nu ook na zeer in
tensief onderzoek enkele personen zijn
gearresteerd.
Mehmet Agca, die in een openbare beken
tenis ten overstaan van journalisten zei
de schoten te hebben gelost, verklaarde
weliswaar uit rechtse noch linkse motie
ven te hebben gehandeld, maar zijn
metgezel die aan het stuur zat, zei dat ze
elkaar in lokalen van de PNA hadden
ontmoet en meteen na afloop van de
aanslag naar een PNA-kantoor waren
gereden.
Weer een ander figuur, onlangs opgepakt
wegens „racistische activiteiten", zou
volgens verklaringen van de PNA als
„agent-provocateur" in deze partij zijn
gepenetreerd. Compromitterend was
ook de ontdekking - binnen het „Cul
tuur- en Opvoedingscentrum" van deze
partij in Ankara - van een werkplaats
waar bommen werden vervaar
digd.Wellicht diezelfde bommen die ge
regeld binnen de diverse hoofdkwartie
ren van deze partij ontploffen.
Premier Ecevit heeft reeds verklaard dat
„de idealistenclubs misschien bij ge
rechtelijke uitspraak gesloten zullen
moeten worden, dat ook de toekomst
van de PNA verre van zeker is, maar dat
niet minder aandacht moet worden ge
schonken aan de duistere machten die
deze mentaliteit hebben aangekweekt
en haar nu exploiteren".
De rechtspleging tegen het rechtse extre
misme is pas op gang kunnen komen na
de instelling van de staat van beleg in 19
provincies. Deze is, paradoxaal genoeg,
juist afgedwongen door die rechterzijde,
met als klap op de vuurpijl de gebeurte
nissen in Maras. Nu het militair com
mando heel anders te werk gaat als de
rechterzijde had gehoopt, komt het dan
ook tot allerlei protesten ertegen.
Eind juni stemde voor het eerst de hele
rechterzijde, met inbegrip van de PNA,
tegen verlenging van de uitzonderings
toestand met twee maanden. In de loop
van augustus zal het parlement weer in
bijzondere zitting bijeen moeten komen
voor de verlenging tot en met eind okto
ber. Rechts zal vrijwel zeker opnieuw te
genstemmen met het argument dat de
op 14 oktober te houden tussentijdse
verkiezingen voor een derde deel van de
senaat onder normale omstandigheden
moeten plaatsvinden.
Ook binnen de regeringspartij van premier
Ecevit hebben afgevaardigden uit de
Koerdische provincies hun twijfels over
eventuele verlenging. Van militaire zijde
zal men waarschijnlijk juist aandringen
op uitbreiding van de staat van beleg in
de twee Koerdische provincies die gren
zen aan Iran, waar de Koerden op grote
schaal in actie zijn gekomen tegen het
nieuwe regime in Teheran.
2 DEN HAAG-JOHANNESBURG
d. (GPD) - In een interview met El-
n seviers Magazine heeft de in
3e Frankrijk wegens verduistering
d van overheidsgelden gearres-
v teerde vroegere secretaris van het
d Zuidafrikaanse ministerie van in
formatie, dr. Eschel Rhoodie, on
der meer beweerd dat de journa
al list Karl Breyer in Johannesburg
Jr in zijn opdracht een fotopersbu-
ld reau heeft opgericht en daarvan
de leiding had. Karl Breyer is on-
SINAÏ (Reuter) - Israëlische mili-
tairen lieten gisteren in Bir Na-
sseb de vlag van hun land neer en
trokken weg uit een strook van de
Sinaï-woestijn. Het vormde de
tweede fase van de Israëlische te
rugtrekking, zoals vastgelegd in
e het vredesverdrag met Egypte.
- Na een korte plechtigheid in de
woestijnoase Bir Nasseb, 30 km
ten noordoosten van Aboe Rho-
deis, ontruimden de Israëli's 6400
vierkante km woestijngebied
langs de Golf van Suez. Ze geven
het gebied terug aan de Egypte-
naren na een bezetting van 12
jaar. Honderden bedoeinen, de
nj voornaamste bewoners van het
i- gebied, stonden belangstellend
toe te kijken toen Israëlische en
Egyptische militaire kapellen
onder een hete zon de volksliede
ren speelden, voordat de Israëli's
zich terugtrokken uit de palm
bossen die door kale heuvels
1 worden omringd. .Het volledige
terugtrekkingsproces uit de Si-
nal moet binnen 25 maanden zijn
voltooid. Het vredesverdrag
werd in maart van dit jaar gete-
kend.
Kort voordat de Israëlische militai
ren het gebied verlieten hadden
de Verenigde Naties hun 4000
man tellende Unef-macht op
dracht gegeven zich voor vertrek
uit de Sinai gereed te maken, na
er vier jaar dienst te hebben ge
daan als buffer tussen de Egypti
sche en de Israëlische legers. On
danks het vacuum dat met het
verdwijnen van Unef kan ont
staan, zeiden Israëlische officie
ren dat het besluit waarschijnlijk
weinig effect zal hebben op de
toepassing van het vredesver
drag. De 120 militairen van de
VN-organisatie voor toezicht op
het bestand (UNTSO), zetten hun
routine-operaties voort, in af
wachting van mogelijke orders
de taak van Unef over te nemen.
der meer correspondent in zui
delijk Afrika voor de bij de Ge
meenschappelijke Pers Dienst
(GPD) aangesloten dagbladen,
waaronder deze kran.
Breyer zou onder andere aan zestig
bladen in Europa fotoreportages
hebben geleverd. Over de confe
renties van de Organisatie voor
Afrikaanse Eenheid (OAE), die
hij als journalist had bijgewoond,
zou Breyer daarna verslag ge
daan hebben aan „Boss" (het
vroegere bureau voor staatsvei
ligheid, dat thans „Dons"
heet).
„Dit is een ongelooflijke leugen",
zegt Breyer, „en alleen maar te
verklaren als een wraakactie van
Rhoodie en de Nederlandse uit
gever Hubert G. Jussen". Vol
gens Breyer heeft dr. Rhoodie in
derdaad in Johannesburg een fo
topersbureau opgericht dat de
naam „Afripix" had en onder lei
ding stond van Gordon van de
Merwe, die in Johannesburg en
later in Antwerpen redacteur van
het tijdschrift „To the Point"
was.
Breyer neemt aan dat de bewering
van Rhoodie in Elsevier terug te
voeren is op zijn berichtgeving in
de Nederlandse pers over het
Sterilisatie
- onder dwang -
van Indianen
MEXICO-STAD (AFP) - Duitse
doktoren steriliseren onder
dwang Mexicaanse Indianen van
de Mazahua-stam, die het dal van
Mexico bewonen, zo heeft het
hoofd van deze stam gisteren ge
zegd.
Tijdens het derde Mexicaanse con
gres over de inheemse bevolking
in Mexico-stad zei stamhoofd
Tomas Esquivel Gonzalez dat
meer dan 700 vrouwen "als
proefkonijnen" zijn gebruikt
door artsen in dienst van een
Duitse stichting die in de staat
Mexico werkzaam is.
Daarnaast heeft een leider van de
stammen die in de staat Chiapas,
in het zuidoosten van het land
wonen, ook gevallen van sterili
satie van Indianen gemeld, maar
hij kon geen aantallen noemen.
Zuidafrikaanse informatie
schandaal; een campagne waarin
miljoenen werden gepompt om
de internationale media gunstig
te stemmen ten aanzien van de
apartheidspolitiek. De uitgever
van „To the Point," Hubert G.
Jussen, was hierover nogal woe
dend.
Jussen dreigde Breyer met eisen
tot schadevergoeding en zelfs
uitwijzing uit Zuid-Afrika, indien
geen rectificatie in de Nederland
se bladen zou verschijnen.
Toen dit blijkbaar niet hielp, heb
ben Jussen en Rhoodie, volgens
Breyer, naar andere middelen ge
zocht om wraak te nemen. Op
vallend is in dit verband dat Jus
sen in Biot aan de Franse Rivièra
woonde, op slechts enkele kilo
meters afstand van Juan les Pins,
waar Rhoodie door de Franse po
litie werd gearresteerd.
Jussen
Breyer had in zijn berichtgeving
voor de GPD onder meer be
weerd dat dr. Rhoodie onderge
doken zat in Cannes, waar me
vrouw Olga Jussen, geboren Van
Waesberghe, een flat had. Op
merkelijk is volgens Breyer ook
dat het interview werd gegeven
aan Elseviers Magazine, waarvan
Hubert G. Jussen tot eind 1971
nog directeur en de latere hoofd
redacteur van „To the Point",
Martin W. Duijzings, hoofdredac
teur was. In Zuidafrikaanse krin
gen wordt nog steeds beweerd
dat kapitaal van de uitgevers
maatschappij Elsevier in het blad
„To the Point" werd geïnves
teerd.
Breyer is inderdaad in zuidelijk
Afrika correspondent voor een
aantal Duitse en Nederlandse
dagbladen en een Duits
weekblad, maar niet voor zestig,
zoals dr. Rhoodie beweert. Bo
vendien werkt hij als free-lance
journalist en fotograaf voor een
reeks geïllustreerde bladen.
Breyer maakte reportages over de
politieke opstand in Soweto, de
dood van Steve Biko, diens be
grafenis en het onderzoek naar de
oorzaak van diens dood. Hij
noemt dit reportages die niet be
paald in het belang waren van dr.
Rhoodies geheime projecten.
Steve Biko
Een interview van hem met de
vroegere minister-president Vor-
ster voor het Duitse weekblad
„Quick" kwam tegen Rhoodie's
wil tot stand. De eerste foto's van
het lijk van Steve Biko, die thans
nog in het boek van Donald
Woods en andere publicaties te
vinden zijn, werden door Breyer
gemaakt en het eerst in het Ame
rikaanse weekblad Newsweek
gepubliceerd. Ook interviews
met Zuidafrikaanse dissidenten
als Winnie Mandela, Percy Qobo-
za, dr. Nthato Motlana uit Sowe
to, Sam Nujoma en de leider van
het Rhodesische Patriottisch
Front Joshua Nkomo kunnen ze
ker niet worden beschouwd als
propaganda in de zin van
Rhoodies werkzaamheden.
Uitwijzing
Breyer werd verschillende malen
door de politie en door het minis
terie van informatie met uitwij
zing bedreigd. Nog onlangs om
dat hij beweerde dat de Zuidafri
kaanse politie in Mafeking een
Duitse fotograaf met „Heil Hit-
Ier" had begroet. De fotograaf
werkte voor het Duitse blad Geo
in Hamburg.
Rhoodie's aanval op Breyer doet
denken aan die van de Zuidafri
kaanse minister van buitenland
se zaken, Pik Botha, op de jour
nalist Hennie Serfontein. Eind
februari van dit jaar kwam Ser
fontein - onder meer correspon
dent in Zuid-Afrika voor het Ne
derlandse dagblad Trouw - in op
spraak toen Botha hem ervan be
schuldigde te hebben gewerkt
voor een mantelorganisatie van
het ministerie van Rhoodie. Later
bleek dat de journalist - die de
Zuidafrikaanse autoriteiten irri
teerde met zijn kritische bericht
geving over het informatie-
schandaal - volkomen te goeder
trouw was.
CALCUTTA Reuter I AFP IU PI) -
Een Bengaals sprekende man
heeft zich gisteren na een Fokker
Friendship van de luchtvaart
maatschappij van Bangladesj
met 43 mensen aan boord gekaapt
te hebben en een miljoen dollar
losgeld te hebben geëist, na negen
uren onderhandelen overgege
ven.
De man had een pistool en een dolk
en dreigde het vliegtuig op te bla
zen wanneer zijn eisen niet wer
den ingewilligd. Hij wilde ook
een vliegtuig om met het geld
naar het buitenland te vertrek
ken.
Op het vliegveld Doem Doem van
Calcutta gaf hij zich tenslotte
over en werd hij ontwapend.
De toen nog resterende 37 inzitten
den van het vliegtuig waren on
gedeerd. Eerder had hij al een
vrouw vrijgelaten en waren en
kele erin geslaagd uit het vlieg
tuig te komen.
Voordat de kaper het vliegtuig tot
landen bij Calcutta dwong had
hij gezegd dat er nog twee kapers
bij hem waren. Dat bleek niet het
geval.
Het vliegtuig was op weg van Jesso-
re naar de hoofdstad Dacca toen
hij zijn actie begon.
(Van onze correspondent)
LISSABON - Het Portugese par
lement heeft gisteren voor de
tweede maal een amnestie goed
gekeurd voor de militairen die
beschuldigd zijn van pogingen
tot revolutionaire en contra-re
volutionaire staatsgrepen in 1975.
De eerste amnestie werd door het
parlement aangenomen in april,
maar in mei door een veto van
president Eanes weer ongedaan
gemaakt. Nu de socialistisch-
communistische meerderheid de
wet voor de tweede maal heeft
goedgekeurd, kan president Ea-
nes de inwerkingtreding ervan
niet meer weigeren. Dit zou bete
kenen dat met name de linkse
militairen die na de coupe van 25
november 1975 uit hun functies
werden verwijderd, daar weer in
terug zouden moeten keren.
Majoor Otello Saraiva de Carvalho,
een van de bekendste links-re
volutionaire militairen, zei giste
ren niet te verwachten dat de le
gerleiding ook werkelijk tot zijn
heropname in de strijdkrachten
zal overgaan. De stafchef van de
landmacht, generaal Pedro Car
doso, onderstreepte die opvat
ting tijdens een feestelijke parade
ter gelegenheid van de Portugese
„dag van het leger".
Bij die gelegenheid kritiseerde hij
in zijn officiële toespraak het am-
nestievoorstel. Daarbij stelde h(j
dat het Portugese parlement zich
niet met de militaire aangelegen
heden zou mogen bemoeien.
ADVERTENTIE
(Van onze correspondent)
ATHENE - Deze week was
het vijf jaar geleden dat in
Griekenland de junta viel-
of lieven in het niets oplos
te - en de democratie werd
hersteld. Men kan niet
beweren dat het feit uit
bundig is gevierd, al was er
ook deze keer weer een
feestelijke receptie bij de
president van de re
publiek in de prachtige
tuin die nog twaalf jaar
geleden het persoonlijk
domein was van de inmid
dels verdreven koning
Constantijn.
Voor het overige ontbrak het niet
aan politieke verklaringen, die
nog wat vinniger uitvielen dan
anders. Zo kondigde oppositie
leider Andreas Papandreou felle
re oppositie binnen en buiten het
parlement aan; het volk, dat de
afgelopen jaren was „verraden"
door het herstel van de autoritai
re één-partij staat van rechts, zou
strijd gaan leveren voor de Grote
Verandering. De regering ant
woordde dat met Papandreou
een discussie over democratie
niet mogelijk was „omdat be
kend is dat hij niet gelooft in de
mocratie in westerse stijl en
daarover een marxistische opvat
ting heeft".
Ook nu weer werd door de regering
veel aandacht gevraagd voor het
feit dat de overgang van dictatuur
naar democratie zonder bloed
vergieten was verlopen; iets
waarvoor deze keer behalve pre
mier Karamanlis - destijds uit
Parijs teruggeroepen - ook mi
nister van defensie Averof de eer
opeiste.
De oppositie van haar kant be
klaagt zich als vanouds over de
gebrekkige zuivering - een tv-
commentator tijdens de junta
werkte nu bijvoorbeeld mee aan
een herdenkingsprogramma -
maar de altijd wat ongebreidelde,
links georiënteerde krant Elefte-
rotypia, die een paar maanden
geleden nog uit het oogpunt van
zuivering Iran ten voorbeeld
stelde aan Griekenland, is daar
mee nu toch opgehouden.
Het bericht dat in Iran „alle mu
ziek" was verboden - juist op de
dag van het Griekse bevrij
dingslustrum - wekte ook de no
dige hilariteit. Toch waren er ook
Grieken die zeiden: Dat doet Ka
ramanlis hier toch ook; alleen hij
doet het na twee uur 's
nachts.
De recente sluiting op regeringsbe
vel van alle nachtelijke ver-
maaksgelegenheden, om benzine
en energie te besparen, blijft op
ieders tong. Het is ongetwijfeld
de meest botte maatregel die on
der Karamanlis is afgekondigd
en misschien wel een die hem
veel stemmen en populariteit zal
kosten. Niet in de laatste plaats
natuurlijk van diegenen die nu
niet alleen 's nachts, maar ook
overdag op straat komen te staan:
musici, zangers en zangeressen,
kelners en portiers.
Twee uur lijkt redelijk laat, maar
het aantal Grieken en toeristen
dat er mee te maken krijgt, valt
niet te onderschatten. Zeker in de
zomer en nog zekerder op zater
dagavonden loopt in dit land het
aantal mensen dat om twee uur 's
nachts nog niet naar bed wil in de
honderdduizenden. Als die alle-
maal tegelijk naar huis moeten, is
de stemming om te snijden en
worden er heel onvriendelijke
dingen tegen Karamanlis gezegd.
Ook door diegenen die zich nog
kort tevoren tot zijn aanhangers
rekenden.
De mineurstemming begint eigen
lijk al na middernacht - het is de
zekerheid dat men op een niet
zelf gekozen uur weg moet die
een schaduw werpt over het hele
tafereel. Men kijkt doorlopend op
z'n horloge, waardoor de tijd
vreemd genoeg langzamer lijkt te
gaan lopen, maar zonder de voor
delen daarvan.
Men kan natuurlijk ook vóór twee
uur naar huis, maar op dat idee
komen niet velen. Tijdens die
collectieve exodus is nergens een
taxi te krijgen, onverlichte stra
ten (het aantal tasjesroverijen
neemt snel toe), voelt men zich
vernederd, aangetast in zijn
Griek-zijn en kwaad. „Zelfs Pa-
padopoulos heeft zoiets nooit
durven doen", hoor je algemeen.
„Maar die heeft Theodorakis ver
boden" probeerde ik onlangs,
waarop onmiddellijk iemand:
„beter een componist minder dan
de hele nacht niks".
(Van onze correspondent)
PARIJS - BEIROET - De toestand
van het hoofd van de militaire af
deling van de Palestijnse Bevrij-
dings Organisatie (PLO). Zuhier
Hassan Mohsen, die gisteren bij
een aanslag in het Zuidfranse
Cannes levensgevaarlijk gewond
werd, werd gisteravond in het
ziekenhuis van Nice hopeloos
genoemd. Mohsen lag toen in een
diep coma, nadat eerder op de
dag een riskante hersenoperatie
was verricht
De uit Syrië afkomstige Mohsen
geldt als vertrouwensman van
PLO-leider Jasser Arafat. Bo
vendien is hij het hoofd van de
organisatie El Saiqa in Libanon.
Daarom wordt hij gezien als de
onofficiële leider van een zijtak
daarvan, de „Adelaars van de Re
volutie", de groep Palestijnen die
op 13 juli de Egyptische ambas
sade in Ankara bezetten en een
aantal Egyptenaren gijzelde.
Politieke waarnemers in de Arabi
sche wereld achten het vrijwel
uitgesloten dat het neerschieten
van Mohsen het werk is geweest
van rivaliserende Palestijnse
groeperingen. De grote scheu
ring in de Palestijnse gelederen
en de Syrisch-Iraakse tegenstel
ling die er aan ten grondslag lag,
behoort immers tot het verleden.
Het door Irak gesteunde Pale
stijnse „Verwerpings front" (o.a.
Habash' marxistische Volksfront
voor de Bevrijding van Palestina)
heeft de strijdbijl met de gema
tigde hoofdstroom binnen de
PLO (met name met Fatah en
Saiqa) begraven.
Syrië en Irak werken aan een poli
tieke unie; een zaak die waar
schijnlijk nooit zal worden ge
realiseerd. Een hechte samen
werking en coördinatie tussen
Damascus en Bagdad is echter al
een feit. Het misbruik van Pale
stijnse splintergroeperingen om
de tegenstander te treffen, is een
niet langer gevoerde politiek. De
ambassade-oorlog, vorig jaar nog
in verschillende Europese en
Aziatische hoofdsteden op bloe
dige wijze uitgevochten tussen
de PLO en Irak (en wederzijdse
aanhang) is definitief voorbij.
Resten nog twee of drie mogelijk
heden: allereerst de ultra-rechtse
christengroeperingen in Liba
non, de z.g. falangisten en cha-
mounisten, wier politiek gericht
is op het doen verdwijnen van de
Syrische vredesmacht in Liba
non. In Frankrijk is een vrij grote
Libanese gemeenschap die over
het algemeen sympathiseert met
de christen-rechtse groeperingen
„thuis" in Beiroet.
Falangisten-chef Pierre Gemayel
en oud-president Camille Cha-
moun zijn openlijk anti-Syrisch
en anti-Palestijns. Met het uit
schakelen van de pro-Syrische
Palestijnse leider Mohsen zou
den zij twee vliegen in één klap
slaan. In diplomatieke kringen in
Beiroet heeft men z'n twijfels
over deze laatste theorie. On
danks de enorme politieke tegen
stellingen bestaat er niettemin
tussen de christen-rechtse Liba
nese leiders en het hoogste kader
van de PLO een wederzijds res
pect, zo wordt in deze kringen
opgemerkt. Hier is men ervan
overtuigd dat de Mossad, de Is
raëlische geheime dienst, ver
antwoordelijk is voor de aanslag
op Mohsen.
De Mossad wordt ook algemeen
verantwoordelijk gesteld voor de
moord in Beiroet afgelopen ja
nuari op Abu Hassan, de veilig
heidschef en „aangenomen
zoon" van PLO-leider Jasser Ara
fat Sindsdien leeft iedere Pale
stijnse leider in voortdurende
angst door de Israëli's in zijn ei
gen huis te worden ver
moord.
Een derde theorie is dat de Egypti
sche inlichtend ienst de aanslag
op Mohsen op z'n geweten heeft.
Dit uit wraak voor de bezetting
van de Egyptische ambassade in
Ankara. Sinds het sluiten van de
Egyptisch-Israëlische vrede zou
den de Egyptische en Israëlische
geheime diensten samenwerken
wat betreft de „strijd tegen het
Palestijns terrorisme".
Bij dit laatste wordt overgens door
de meeste waarnemers in de Ara
bische wereld een vraagteken ge
zet een en ander zou afkomstig
zyn uit de Israëlische propagan-
da-koker, waarbij zou worden
aangetoond .hoever reeds Egyp
te is afgedreven van de Arabische
wereld".
Indien de Israeli's inderdaad achter
het neerschieten van Zuheir
Mohsen zitten - zelfs westerse di
plomaten in Beiroet achten dit
beslist niet uitgesloten - dan is de
zaak duidelijk politiek ingege
ven. Men wijst in dit verband op
de aanwezigheid van Mohsens
collega in het „uitvoerend comi
té" van de PLO, Farouk Kadoumi
(buitenlandse zaken), die op dit
moment officieel in Parijs op be
zoek is.