Rhoodie beschuldigt GPD-correspondent Vijf jaar na Griekse junta Daders van aanslag op PLO-leider nog onbekend Kaper geeft zich over Tweede deel Ivan Sinai m nu ontruimd Amnestie in Portugal DONDERDAG 26 JULI 1979 BUITENLAND (Van onze correspondent) ANKARA - In een sporthal in het Zuid- turkse Adana is deze week het monster proces hervat tegen 803 Turkse mannen en vrouwen die ervan worden beschul digd een actieve rol te hebben gespeeld bij de slachting eind december 1978 in de naburige stad Maras, waarbij 111 leden van een religieuze minderheid omkwa men. In de eerste fase, die in juni plaats vond, zijn alle beklaagden verhoord; in de tweede fase, die nog dramatischer belooft te worden, zullen de verdachten, waarvan de meesten nog steeds gevan gen zitten, worden geconfronteerd met meer dan duizend getuigenverklaringen en 368 getuigen die in levenden lijve zullen verschijnen. Elk geval wordt uitvoerig apart onder zocht en dit unieke proces - het is voor vai het eerst in de geschiedenis dat een po- re grom wordt berecht - kan nog wel tot het eind van dit jaar duren. Tegen 330 van de verdachten zijn reeds bij Ide aanvang beschuldigingen ingediend waarop automatisch de doodstraf staat. Deze is in Turkije sinds 1972 niet meer voltrokken. De verwachting is dat in dit geval wel een aantal van de meest stui tende moorden - bijvoorbeeld die op een oude vrouw bij wie eerst haar enige oog was uitgestoken en die op een huisvader die in het bijzijn van vrouw en kinderen levend werd verbrand - met de galg zul len worden bestraft. Dit zal dan weer kunnen leiden tot nieuwe repercussies. Niet alleen in de betref fende streek, waar de sekte der alevieten nog steeds het mikpunt is van onverval ste haat van de soenitische meerderheid, maar ook op het niveau van de landelijke politiek. Het wordt steeds duidelijker dat elemen ten uit de extreem-rechtse Partij van Na tionalistische Actie (PNA) van oud-ko lonel Turkesj een groot aandeel hebben gehad in het voorbereiden en uitvoeren van deze moordpartij. De plaatselijk lei der van deze partij, Balei, is een van de voornaamste verdachten. Het was de tactiek van de PNA de reeds bestaande sectarische tegenstellingen uit te buiten voor het aanwakkeren van de politieke strijd, waarbij de alevieten moesten worden uitgeschakeld als „goddeloze communisten". Er komen trouwens ook steeds meer ande re, kleinere rechtzaken die maken dat deze partij, die van 1975 tot 1977 deel uitmaakte van de regeringen van het „Nationalistisch Front" geleidelijk in het defensief wordt gedwongen. Al eer der was het proces begonnen tegen Ibrahim Ciftci, activist van de PNA, die wordt beschuldigd van de moord op de openbare aanklager van Ankara, Dogan Oz. Reeds vele „Idealisten" (leden van Tur kesj' jeugdbeweging) zijn in het verle den wegens moord veroordeeld, maar het geval-Oz is extra spectaculair. Zo ook de moord, in maart jl., op Abdi Ipek- ci, hoofdredacteur van de Milliyet, een van de meest gezaghebbende Turkse dagbladen, waarvoor nu ook na zeer in tensief onderzoek enkele personen zijn gearresteerd. Mehmet Agca, die in een openbare beken tenis ten overstaan van journalisten zei de schoten te hebben gelost, verklaarde weliswaar uit rechtse noch linkse motie ven te hebben gehandeld, maar zijn metgezel die aan het stuur zat, zei dat ze elkaar in lokalen van de PNA hadden ontmoet en meteen na afloop van de aanslag naar een PNA-kantoor waren gereden. Weer een ander figuur, onlangs opgepakt wegens „racistische activiteiten", zou volgens verklaringen van de PNA als „agent-provocateur" in deze partij zijn gepenetreerd. Compromitterend was ook de ontdekking - binnen het „Cul tuur- en Opvoedingscentrum" van deze partij in Ankara - van een werkplaats waar bommen werden vervaar digd.Wellicht diezelfde bommen die ge regeld binnen de diverse hoofdkwartie ren van deze partij ontploffen. Premier Ecevit heeft reeds verklaard dat „de idealistenclubs misschien bij ge rechtelijke uitspraak gesloten zullen moeten worden, dat ook de toekomst van de PNA verre van zeker is, maar dat niet minder aandacht moet worden ge schonken aan de duistere machten die deze mentaliteit hebben aangekweekt en haar nu exploiteren". De rechtspleging tegen het rechtse extre misme is pas op gang kunnen komen na de instelling van de staat van beleg in 19 provincies. Deze is, paradoxaal genoeg, juist afgedwongen door die rechterzijde, met als klap op de vuurpijl de gebeurte nissen in Maras. Nu het militair com mando heel anders te werk gaat als de rechterzijde had gehoopt, komt het dan ook tot allerlei protesten ertegen. Eind juni stemde voor het eerst de hele rechterzijde, met inbegrip van de PNA, tegen verlenging van de uitzonderings toestand met twee maanden. In de loop van augustus zal het parlement weer in bijzondere zitting bijeen moeten komen voor de verlenging tot en met eind okto ber. Rechts zal vrijwel zeker opnieuw te genstemmen met het argument dat de op 14 oktober te houden tussentijdse verkiezingen voor een derde deel van de senaat onder normale omstandigheden moeten plaatsvinden. Ook binnen de regeringspartij van premier Ecevit hebben afgevaardigden uit de Koerdische provincies hun twijfels over eventuele verlenging. Van militaire zijde zal men waarschijnlijk juist aandringen op uitbreiding van de staat van beleg in de twee Koerdische provincies die gren zen aan Iran, waar de Koerden op grote schaal in actie zijn gekomen tegen het nieuwe regime in Teheran. 2 DEN HAAG-JOHANNESBURG d. (GPD) - In een interview met El- n seviers Magazine heeft de in 3e Frankrijk wegens verduistering d van overheidsgelden gearres- v teerde vroegere secretaris van het d Zuidafrikaanse ministerie van in formatie, dr. Eschel Rhoodie, on der meer beweerd dat de journa al list Karl Breyer in Johannesburg Jr in zijn opdracht een fotopersbu- ld reau heeft opgericht en daarvan de leiding had. Karl Breyer is on- SINAÏ (Reuter) - Israëlische mili- tairen lieten gisteren in Bir Na- sseb de vlag van hun land neer en trokken weg uit een strook van de Sinaï-woestijn. Het vormde de tweede fase van de Israëlische te rugtrekking, zoals vastgelegd in e het vredesverdrag met Egypte. - Na een korte plechtigheid in de woestijnoase Bir Nasseb, 30 km ten noordoosten van Aboe Rho- deis, ontruimden de Israëli's 6400 vierkante km woestijngebied langs de Golf van Suez. Ze geven het gebied terug aan de Egypte- naren na een bezetting van 12 jaar. Honderden bedoeinen, de nj voornaamste bewoners van het i- gebied, stonden belangstellend toe te kijken toen Israëlische en Egyptische militaire kapellen onder een hete zon de volksliede ren speelden, voordat de Israëli's zich terugtrokken uit de palm bossen die door kale heuvels 1 worden omringd. .Het volledige terugtrekkingsproces uit de Si- nal moet binnen 25 maanden zijn voltooid. Het vredesverdrag werd in maart van dit jaar gete- kend. Kort voordat de Israëlische militai ren het gebied verlieten hadden de Verenigde Naties hun 4000 man tellende Unef-macht op dracht gegeven zich voor vertrek uit de Sinai gereed te maken, na er vier jaar dienst te hebben ge daan als buffer tussen de Egypti sche en de Israëlische legers. On danks het vacuum dat met het verdwijnen van Unef kan ont staan, zeiden Israëlische officie ren dat het besluit waarschijnlijk weinig effect zal hebben op de toepassing van het vredesver drag. De 120 militairen van de VN-organisatie voor toezicht op het bestand (UNTSO), zetten hun routine-operaties voort, in af wachting van mogelijke orders de taak van Unef over te nemen. der meer correspondent in zui delijk Afrika voor de bij de Ge meenschappelijke Pers Dienst (GPD) aangesloten dagbladen, waaronder deze kran. Breyer zou onder andere aan zestig bladen in Europa fotoreportages hebben geleverd. Over de confe renties van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE), die hij als journalist had bijgewoond, zou Breyer daarna verslag ge daan hebben aan „Boss" (het vroegere bureau voor staatsvei ligheid, dat thans „Dons" heet). „Dit is een ongelooflijke leugen", zegt Breyer, „en alleen maar te verklaren als een wraakactie van Rhoodie en de Nederlandse uit gever Hubert G. Jussen". Vol gens Breyer heeft dr. Rhoodie in derdaad in Johannesburg een fo topersbureau opgericht dat de naam „Afripix" had en onder lei ding stond van Gordon van de Merwe, die in Johannesburg en later in Antwerpen redacteur van het tijdschrift „To the Point" was. Breyer neemt aan dat de bewering van Rhoodie in Elsevier terug te voeren is op zijn berichtgeving in de Nederlandse pers over het Sterilisatie - onder dwang - van Indianen MEXICO-STAD (AFP) - Duitse doktoren steriliseren onder dwang Mexicaanse Indianen van de Mazahua-stam, die het dal van Mexico bewonen, zo heeft het hoofd van deze stam gisteren ge zegd. Tijdens het derde Mexicaanse con gres over de inheemse bevolking in Mexico-stad zei stamhoofd Tomas Esquivel Gonzalez dat meer dan 700 vrouwen "als proefkonijnen" zijn gebruikt door artsen in dienst van een Duitse stichting die in de staat Mexico werkzaam is. Daarnaast heeft een leider van de stammen die in de staat Chiapas, in het zuidoosten van het land wonen, ook gevallen van sterili satie van Indianen gemeld, maar hij kon geen aantallen noemen. Zuidafrikaanse informatie schandaal; een campagne waarin miljoenen werden gepompt om de internationale media gunstig te stemmen ten aanzien van de apartheidspolitiek. De uitgever van „To the Point," Hubert G. Jussen, was hierover nogal woe dend. Jussen dreigde Breyer met eisen tot schadevergoeding en zelfs uitwijzing uit Zuid-Afrika, indien geen rectificatie in de Nederland se bladen zou verschijnen. Toen dit blijkbaar niet hielp, heb ben Jussen en Rhoodie, volgens Breyer, naar andere middelen ge zocht om wraak te nemen. Op vallend is in dit verband dat Jus sen in Biot aan de Franse Rivièra woonde, op slechts enkele kilo meters afstand van Juan les Pins, waar Rhoodie door de Franse po litie werd gearresteerd. Jussen Breyer had in zijn berichtgeving voor de GPD onder meer be weerd dat dr. Rhoodie onderge doken zat in Cannes, waar me vrouw Olga Jussen, geboren Van Waesberghe, een flat had. Op merkelijk is volgens Breyer ook dat het interview werd gegeven aan Elseviers Magazine, waarvan Hubert G. Jussen tot eind 1971 nog directeur en de latere hoofd redacteur van „To the Point", Martin W. Duijzings, hoofdredac teur was. In Zuidafrikaanse krin gen wordt nog steeds beweerd dat kapitaal van de uitgevers maatschappij Elsevier in het blad „To the Point" werd geïnves teerd. Breyer is inderdaad in zuidelijk Afrika correspondent voor een aantal Duitse en Nederlandse dagbladen en een Duits weekblad, maar niet voor zestig, zoals dr. Rhoodie beweert. Bo vendien werkt hij als free-lance journalist en fotograaf voor een reeks geïllustreerde bladen. Breyer maakte reportages over de politieke opstand in Soweto, de dood van Steve Biko, diens be grafenis en het onderzoek naar de oorzaak van diens dood. Hij noemt dit reportages die niet be paald in het belang waren van dr. Rhoodies geheime projecten. Steve Biko Een interview van hem met de vroegere minister-president Vor- ster voor het Duitse weekblad „Quick" kwam tegen Rhoodie's wil tot stand. De eerste foto's van het lijk van Steve Biko, die thans nog in het boek van Donald Woods en andere publicaties te vinden zijn, werden door Breyer gemaakt en het eerst in het Ame rikaanse weekblad Newsweek gepubliceerd. Ook interviews met Zuidafrikaanse dissidenten als Winnie Mandela, Percy Qobo- za, dr. Nthato Motlana uit Sowe to, Sam Nujoma en de leider van het Rhodesische Patriottisch Front Joshua Nkomo kunnen ze ker niet worden beschouwd als propaganda in de zin van Rhoodies werkzaamheden. Uitwijzing Breyer werd verschillende malen door de politie en door het minis terie van informatie met uitwij zing bedreigd. Nog onlangs om dat hij beweerde dat de Zuidafri kaanse politie in Mafeking een Duitse fotograaf met „Heil Hit- Ier" had begroet. De fotograaf werkte voor het Duitse blad Geo in Hamburg. Rhoodie's aanval op Breyer doet denken aan die van de Zuidafri kaanse minister van buitenland se zaken, Pik Botha, op de jour nalist Hennie Serfontein. Eind februari van dit jaar kwam Ser fontein - onder meer correspon dent in Zuid-Afrika voor het Ne derlandse dagblad Trouw - in op spraak toen Botha hem ervan be schuldigde te hebben gewerkt voor een mantelorganisatie van het ministerie van Rhoodie. Later bleek dat de journalist - die de Zuidafrikaanse autoriteiten irri teerde met zijn kritische bericht geving over het informatie- schandaal - volkomen te goeder trouw was. CALCUTTA Reuter I AFP IU PI) - Een Bengaals sprekende man heeft zich gisteren na een Fokker Friendship van de luchtvaart maatschappij van Bangladesj met 43 mensen aan boord gekaapt te hebben en een miljoen dollar losgeld te hebben geëist, na negen uren onderhandelen overgege ven. De man had een pistool en een dolk en dreigde het vliegtuig op te bla zen wanneer zijn eisen niet wer den ingewilligd. Hij wilde ook een vliegtuig om met het geld naar het buitenland te vertrek ken. Op het vliegveld Doem Doem van Calcutta gaf hij zich tenslotte over en werd hij ontwapend. De toen nog resterende 37 inzitten den van het vliegtuig waren on gedeerd. Eerder had hij al een vrouw vrijgelaten en waren en kele erin geslaagd uit het vlieg tuig te komen. Voordat de kaper het vliegtuig tot landen bij Calcutta dwong had hij gezegd dat er nog twee kapers bij hem waren. Dat bleek niet het geval. Het vliegtuig was op weg van Jesso- re naar de hoofdstad Dacca toen hij zijn actie begon. (Van onze correspondent) LISSABON - Het Portugese par lement heeft gisteren voor de tweede maal een amnestie goed gekeurd voor de militairen die beschuldigd zijn van pogingen tot revolutionaire en contra-re volutionaire staatsgrepen in 1975. De eerste amnestie werd door het parlement aangenomen in april, maar in mei door een veto van president Eanes weer ongedaan gemaakt. Nu de socialistisch- communistische meerderheid de wet voor de tweede maal heeft goedgekeurd, kan president Ea- nes de inwerkingtreding ervan niet meer weigeren. Dit zou bete kenen dat met name de linkse militairen die na de coupe van 25 november 1975 uit hun functies werden verwijderd, daar weer in terug zouden moeten keren. Majoor Otello Saraiva de Carvalho, een van de bekendste links-re volutionaire militairen, zei giste ren niet te verwachten dat de le gerleiding ook werkelijk tot zijn heropname in de strijdkrachten zal overgaan. De stafchef van de landmacht, generaal Pedro Car doso, onderstreepte die opvat ting tijdens een feestelijke parade ter gelegenheid van de Portugese „dag van het leger". Bij die gelegenheid kritiseerde hij in zijn officiële toespraak het am- nestievoorstel. Daarbij stelde h(j dat het Portugese parlement zich niet met de militaire aangelegen heden zou mogen bemoeien. ADVERTENTIE (Van onze correspondent) ATHENE - Deze week was het vijf jaar geleden dat in Griekenland de junta viel- of lieven in het niets oplos te - en de democratie werd hersteld. Men kan niet beweren dat het feit uit bundig is gevierd, al was er ook deze keer weer een feestelijke receptie bij de president van de re publiek in de prachtige tuin die nog twaalf jaar geleden het persoonlijk domein was van de inmid dels verdreven koning Constantijn. Voor het overige ontbrak het niet aan politieke verklaringen, die nog wat vinniger uitvielen dan anders. Zo kondigde oppositie leider Andreas Papandreou felle re oppositie binnen en buiten het parlement aan; het volk, dat de afgelopen jaren was „verraden" door het herstel van de autoritai re één-partij staat van rechts, zou strijd gaan leveren voor de Grote Verandering. De regering ant woordde dat met Papandreou een discussie over democratie niet mogelijk was „omdat be kend is dat hij niet gelooft in de mocratie in westerse stijl en daarover een marxistische opvat ting heeft". Ook nu weer werd door de regering veel aandacht gevraagd voor het feit dat de overgang van dictatuur naar democratie zonder bloed vergieten was verlopen; iets waarvoor deze keer behalve pre mier Karamanlis - destijds uit Parijs teruggeroepen - ook mi nister van defensie Averof de eer opeiste. De oppositie van haar kant be klaagt zich als vanouds over de gebrekkige zuivering - een tv- commentator tijdens de junta werkte nu bijvoorbeeld mee aan een herdenkingsprogramma - maar de altijd wat ongebreidelde, links georiënteerde krant Elefte- rotypia, die een paar maanden geleden nog uit het oogpunt van zuivering Iran ten voorbeeld stelde aan Griekenland, is daar mee nu toch opgehouden. Het bericht dat in Iran „alle mu ziek" was verboden - juist op de dag van het Griekse bevrij dingslustrum - wekte ook de no dige hilariteit. Toch waren er ook Grieken die zeiden: Dat doet Ka ramanlis hier toch ook; alleen hij doet het na twee uur 's nachts. De recente sluiting op regeringsbe vel van alle nachtelijke ver- maaksgelegenheden, om benzine en energie te besparen, blijft op ieders tong. Het is ongetwijfeld de meest botte maatregel die on der Karamanlis is afgekondigd en misschien wel een die hem veel stemmen en populariteit zal kosten. Niet in de laatste plaats natuurlijk van diegenen die nu niet alleen 's nachts, maar ook overdag op straat komen te staan: musici, zangers en zangeressen, kelners en portiers. Twee uur lijkt redelijk laat, maar het aantal Grieken en toeristen dat er mee te maken krijgt, valt niet te onderschatten. Zeker in de zomer en nog zekerder op zater dagavonden loopt in dit land het aantal mensen dat om twee uur 's nachts nog niet naar bed wil in de honderdduizenden. Als die alle- maal tegelijk naar huis moeten, is de stemming om te snijden en worden er heel onvriendelijke dingen tegen Karamanlis gezegd. Ook door diegenen die zich nog kort tevoren tot zijn aanhangers rekenden. De mineurstemming begint eigen lijk al na middernacht - het is de zekerheid dat men op een niet zelf gekozen uur weg moet die een schaduw werpt over het hele tafereel. Men kijkt doorlopend op z'n horloge, waardoor de tijd vreemd genoeg langzamer lijkt te gaan lopen, maar zonder de voor delen daarvan. Men kan natuurlijk ook vóór twee uur naar huis, maar op dat idee komen niet velen. Tijdens die collectieve exodus is nergens een taxi te krijgen, onverlichte stra ten (het aantal tasjesroverijen neemt snel toe), voelt men zich vernederd, aangetast in zijn Griek-zijn en kwaad. „Zelfs Pa- padopoulos heeft zoiets nooit durven doen", hoor je algemeen. „Maar die heeft Theodorakis ver boden" probeerde ik onlangs, waarop onmiddellijk iemand: „beter een componist minder dan de hele nacht niks". (Van onze correspondent) PARIJS - BEIROET - De toestand van het hoofd van de militaire af deling van de Palestijnse Bevrij- dings Organisatie (PLO). Zuhier Hassan Mohsen, die gisteren bij een aanslag in het Zuidfranse Cannes levensgevaarlijk gewond werd, werd gisteravond in het ziekenhuis van Nice hopeloos genoemd. Mohsen lag toen in een diep coma, nadat eerder op de dag een riskante hersenoperatie was verricht De uit Syrië afkomstige Mohsen geldt als vertrouwensman van PLO-leider Jasser Arafat. Bo vendien is hij het hoofd van de organisatie El Saiqa in Libanon. Daarom wordt hij gezien als de onofficiële leider van een zijtak daarvan, de „Adelaars van de Re volutie", de groep Palestijnen die op 13 juli de Egyptische ambas sade in Ankara bezetten en een aantal Egyptenaren gijzelde. Politieke waarnemers in de Arabi sche wereld achten het vrijwel uitgesloten dat het neerschieten van Mohsen het werk is geweest van rivaliserende Palestijnse groeperingen. De grote scheu ring in de Palestijnse gelederen en de Syrisch-Iraakse tegenstel ling die er aan ten grondslag lag, behoort immers tot het verleden. Het door Irak gesteunde Pale stijnse „Verwerpings front" (o.a. Habash' marxistische Volksfront voor de Bevrijding van Palestina) heeft de strijdbijl met de gema tigde hoofdstroom binnen de PLO (met name met Fatah en Saiqa) begraven. Syrië en Irak werken aan een poli tieke unie; een zaak die waar schijnlijk nooit zal worden ge realiseerd. Een hechte samen werking en coördinatie tussen Damascus en Bagdad is echter al een feit. Het misbruik van Pale stijnse splintergroeperingen om de tegenstander te treffen, is een niet langer gevoerde politiek. De ambassade-oorlog, vorig jaar nog in verschillende Europese en Aziatische hoofdsteden op bloe dige wijze uitgevochten tussen de PLO en Irak (en wederzijdse aanhang) is definitief voorbij. Resten nog twee of drie mogelijk heden: allereerst de ultra-rechtse christengroeperingen in Liba non, de z.g. falangisten en cha- mounisten, wier politiek gericht is op het doen verdwijnen van de Syrische vredesmacht in Liba non. In Frankrijk is een vrij grote Libanese gemeenschap die over het algemeen sympathiseert met de christen-rechtse groeperingen „thuis" in Beiroet. Falangisten-chef Pierre Gemayel en oud-president Camille Cha- moun zijn openlijk anti-Syrisch en anti-Palestijns. Met het uit schakelen van de pro-Syrische Palestijnse leider Mohsen zou den zij twee vliegen in één klap slaan. In diplomatieke kringen in Beiroet heeft men z'n twijfels over deze laatste theorie. On danks de enorme politieke tegen stellingen bestaat er niettemin tussen de christen-rechtse Liba nese leiders en het hoogste kader van de PLO een wederzijds res pect, zo wordt in deze kringen opgemerkt. Hier is men ervan overtuigd dat de Mossad, de Is raëlische geheime dienst, ver antwoordelijk is voor de aanslag op Mohsen. De Mossad wordt ook algemeen verantwoordelijk gesteld voor de moord in Beiroet afgelopen ja nuari op Abu Hassan, de veilig heidschef en „aangenomen zoon" van PLO-leider Jasser Ara fat Sindsdien leeft iedere Pale stijnse leider in voortdurende angst door de Israëli's in zijn ei gen huis te worden ver moord. Een derde theorie is dat de Egypti sche inlichtend ienst de aanslag op Mohsen op z'n geweten heeft. Dit uit wraak voor de bezetting van de Egyptische ambassade in Ankara. Sinds het sluiten van de Egyptisch-Israëlische vrede zou den de Egyptische en Israëlische geheime diensten samenwerken wat betreft de „strijd tegen het Palestijns terrorisme". Bij dit laatste wordt overgens door de meeste waarnemers in de Ara bische wereld een vraagteken ge zet een en ander zou afkomstig zyn uit de Israëlische propagan- da-koker, waarbij zou worden aangetoond .hoever reeds Egyp te is afgedreven van de Arabische wereld". Indien de Israeli's inderdaad achter het neerschieten van Zuheir Mohsen zitten - zelfs westerse di plomaten in Beiroet achten dit beslist niet uitgesloten - dan is de zaak duidelijk politiek ingege ven. Men wijst in dit verband op de aanwezigheid van Mohsens collega in het „uitvoerend comi té" van de PLO, Farouk Kadoumi (buitenlandse zaken), die op dit moment officieel in Parijs op be zoek is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 13