ZATERDAG 21 JULI 1979
EXTRA
PAGINA 17
Door
Bennie Ceulen
„Allemaal geruchten door teleurgestelde
journalisten in de wereld gebracht omdat
Charly hen nooit te woord heeft willen
staan. Niets is minder waar. Charly is een
gelukkig man die nog steeds van zijn met de
wielersport verdiende centen ziin levens
dagen slijt", aldus Gauls vriend Frangois
Mersch (zelf ooit topsporter en al 41 jaar met
7,41 meter Luxemburgs recordhouder ver
springen), die een drietal jaren geleden de
levensgeschiedenis van Charly Gaul in een
boek vervatte.
Dat Charly Gaul niet gemakkelijk te v
wen is, ondervond ik deze week. Lucien
Didier, de Luxemburgse knecht van Ber
nard Hinault, bezorgde mij het adres van
zijn illustere landgenoot. „Maar ik geef je
weinig kans van slagen", zei Didier. „Charly
Gaul wil niemand ontvangen".
Gauls zolderkamertje bleek een sjieke bun
galow aan de Rue de l'Horizon in een villa
wijk van het dorpje Itzig te zijn. Een knappe
vrouw opent de voordeur. Charly Gaul is
niet thuis. We moesten het een andere keer
nog maar eens proberen. De nieuwe poging
een dag later had evenmin resultaat. Uit de
mond van mevrouw Gaul moesten we ver
nemen dat haar man geen interview wilde
geven. „II veut rester tranquille", was het
antwoord van mevrouw Gaul. Met andere
woorden: hij wil met rust gelaten wor
den.
Charly Gaul kwam niet tevoorschijn. Uren la
ter, wéér op weg naar Gauls huis. Met de
bedoeling van een afstand een foto van de
„verwilderde" Gaul proberen te maken als
hij ook maar even buiten de deur zou ko
men. En wat gebeurde? Charly Gaul was in
zijn tuin aan het werken. Hij zag er erg goed
uit. Een gezond ogende veertiger, bruin ge
brand, een goed verzorgd baardje en een
welvaartsbuikje. Toch nog eens een poging
wagen? En ja, het lukte! Toen ik vertelde
dat ikzelf ook profwielrenner was geweest
en beslist niet de bedoeling had hem het
riool in te schrijven, nodigde hij mij en de
fotograaf uit zijn prachtige bungalow te be
treden.
Vriendelijk
De start van een openhartig gesprek met een
der grootsten van de wielersport. Charly
Gaul bleek de vriendelijkheid in eigen per
soon te zijn. Sinds een vijftal jaren is hij
hertrouwd. De lieftallige Josée is zijn derde
echtgenote. Twee andere huwelijken liepen
vroegtijdig spaak. Met Josée schijnt Charly
Gaul het geluk gevonden te hebben. Negen
maanden geleden kwam dochtertje Fa-
bienne ter wereld. „Mijn enige kind. Het
brengt hier leven in de brouwerij. Al onze
aandacht gaat dan ook naar haar uit. Fa-
bienne is het mooiste cadeau dat ik me
wensen kon", aldus de begenadigde klim
mer van weleer terwijl zijn echtgenote kof
fie en koekjes aansleept.
- Waarom weigert u eigenlijk ieder verzoek
voor een interview?
Gaul: „Sinds ik in 1965 met koersen gestopt
ben, leid ik een teruggetrokken leven. Mijn
carrière ligt dus al lang achter de rug. Bij
een wielerwedstrijd ben ik nooit meer ge
weest en een fiets heb ik nooit meer aange
raakt. Wat moet ik dan nog gaan vertellen?
Ik ben gelukkig met mijn gezin en boven
dien is mijn gezondheid uitstekend. Wat
moet ik dan nog meer? Die publiciteit hoeft
voor mij niet meer. Het is allemaal al zo lang
geleden".
- Bent u dan verbitterd om dat verleden?
Charly Gaul: „Helemaal niet. Ik heb alles aan
de wielersport te danken. Het is alleen
jammer dat die prachtige tijd zo snel voorbij
is gegaan. Ik zou het weer op precies dezelf
de manier willen overdoen. Onmiddellijk.
Hoe gaat het eigenlijk met Jan Nolten? Dat
is eigenlijk de enige echte klimmer die Ne
derland heeft gehad. En Martin van de
Borgh? Dat was een sterke coureur! Hij was
mijn ploegmakker in 1958 toen ik de Tour
de France won. Een valpartij schakelde
hem toen vroegtijdig uit".
Prachtvent
„En Rik van Steenbergen? Ik heb wel eens
iets van hem gelezen. Hij zou aan lager wal
zijn geraakt. Van Steenbergen was een van
de fijnste collega's die ik heb gekend. Een
prachtvent. Aan hem bewaar ik mooie her
inneringen. Maar vooral aan Roger Has-
senforder. Die Fransman was een echte
clown. De grootste stunten haalte hij uit. In
de Tour was hij altijd op dreef. Een goeie
r hoor, pas op. Maar je kon hem nooit
en. Hij had altijd een pistool op
zak".
„Ik zal die keer nooit vergeten dat Hassenfor-
der na een criterium in zijn wagen naar huis
niet in
reed en plots door zijn schuitdak bovenop
de auto klom en met zijn voeten ging sturen.
Met een snelheid van 120 kilometer! Le
vensgevaarlijk. Maar dat was Roger Has-
senforder. Ergens in de Elzas moet hij een
café hebben. Ik heb onlangs nog tegen mijn
vrouw gezegd dat we hem eens gaan opzoe
ken".
- Werkt u niet?
„Neen, ik leef van mijn met de koersfiets ver
diende centen. Naast mijn bungalow hier in
Itzig bezit ik nog een buitenverblijf in de
Ardennen. Ik heb daar ook een groot stuk
grond. Mijn tijd verdeel ik tussen mijn gezin
en het onderhoud van mijn tuinen. Daar
heb ik mijn handen al meer dan vol aan.
Ook gaan we ieder jaar naar Spanje met
vakantie. Met de kleine Fabienne gaat dat
dit jaar niet. Ik ga nu veel met mijn dochter
tje wandelen. Dat vind ik heerlijk. De rusti
ge omgeving hier is daar ideaal voor. Vroe
ger ging ik ook veel op jacht. De laatste vijf
jaar niet meer, omdat die hobby veel te duur
is geworden", zegt de ex-vedette.
Herinneringen
Het wielrennen heeft Charly Gaul dus beslist
geen windeieren gelegd. Alleen een bord
met daarop het routeschema van de Tour
1958 geschilderd, dat aan een muur van zijn
duur ingerichte woonkamer hangt, doet
herinneringen oproepen aan zijn rijk ge
vulde wielerverleden. Alle trofeeën en lei
derstruien (zelfs de gele trui van de Ronde
van Frankrijk) heeft hij van de hand ge
daan. „Voor mij hadden die dingen maar
weinig waarde. Ik heb alles aan familie en
bekenden geschonken. Alleen de overwin
ningen tellen. Die neemt niemand me meer
af*.
De overwinningen die Charly Gaul heeft ge
boekt waren niet de eerste de beste kermis-
koersen. Ga maar na: één keer de Tour de
France, tweemaal de Ronde van Italië, drie
keer „zijn" Ronde van Luxemburg en een
zevental keer kampioen van het Groother
togdom. Daarnaast won de Luxemburger
nog talrijke etappes in diverse ronden en
uiteraard meer dan eens een bergklasse-
ment, want in de cols was Charly bijna niet
te verslaan. Niet voor niets heeft men hem
de „Engel van de bergen" genoemd.
In een bergetappe kon hij het gehele klasse
ment op zijn kop zetten. Niemand heeft ooit
zijn heldendaden kunnen overdoen. Nu
nog heeft men het steeds over de huzaren
stukken die Gaul in de Tour en de Giro uit
haalde. Zo speelde hij het eens klaar om in
de Giro van 1956 een achterstand van 17
minuten om te zetten in een voorsprong van
drie minuten. Dat gebeurde in de histori
sche Dolomietenrit Mirano-Trento.
„Het was verschrikkelijk slecht weer die dag.
En dan voelde ik me in mijn element. For-
naro had voor de start de rose trui in zijn
bezit. Ik stond op de 24e plaats. Vroeg trok
ik in de aanval. Iedereen reed ik met gemak
uit mijn spoor. Het was de voorlaatste dag.
Het leek wel winter. Het sneeuwde en het
vroor. Na de wedstrijd bleek dat, naar ik
meen, zestig procent van de deelnemers
had opgegeven in die duivelse rit. Ik won
met bijna 20 minuten voorsprong en legde
daardoor de basis van mijn eerste grote
rondezege", vertelt de inmiddels 46-jarige
rentenier.
Twee jaar later voerde hij in de Touretappe
Briancon-Aix les Bains hetzelfde stuk op.
In deze zware Alpenrit waren vijf zware cols
opgenomen: de Lautaret, de Luitel, Col des
Portes, Col du Granier en de Col de Cuche-
ron. De „Engel van de bergen" verkeerde
toentertijd in een uitzonderlijke conditie.
Die dag was het weer een verschrikkelijk
noodweer. Geminiani voerde het klasse
ment aan. Charly Gaul stond op de zesde
plaats met ruim zestien minuten achter
stand. „Op de Luitel ben ik gewoon van de
anderen weggereden. In het hondenweer
won ik met acht minuten voorsprong op
Adriaansens. De rest volgde op nog grotere
achterstand. Later in de tijdrit naar Dijon,
die ik ook won, pakte ik de gele trui en
stond die niet meer af', aldus de fenome
nale klimmer die als de grote held in Parijs
bejubeld werd. De Tourzege was bin-
Maar in dezelfde Ronde van Frankrijk won
Gaul nog twee tijdritten. In een rit tegen het
uurwerk klopte hij zelfs specialist Jacques
Anquetil. Gaul bewees daarmee ook in tijd
ritten zijn mannetje te kunnen staan. Toch
slaagde de Luxemburger er niet meer in
„La Grande Bouclé" voor een tweede maal
te winnen. Wel werd hij nog twee keer der
de. Gaul: „Normaal gesproken had ik de
Tour meerdere keren moeten winnen. Ik
had echter buiten 1958 nooit ipeer een ster
ke ploeg. In mijn tijd werd de Tour met
landenploegen verreden".
„In 1958 was het een gecombineerde Neder-
land-Luxumburgse ploeg. Ik heb nooit
meer zo'n sterke formatie gehad. Wim en
Piet van Est, Gerrit Voorting, Jaap Kersten,
Martin van de Borgh en Piet Damen hebben
toen ontzettend veel werk voor me opge
knapt. Dat was de basis van mijn Tourzege.
De andere jaren had ik zelfs Australiërs,
Portugezen en Oostenrijkers aan mijn zijde.
Leuke jongens, maar ze konden niets voor
me doen. In de vlakke ritten verloor ik te
veel terrein. Dat kon ik niet altijd in de cols
goedmaken. Daarom moest ik met ere
plaatsen en het bergklassement genoegen
nemen". Interessant detail: in 1958 reed
Charly Gaul onder andere klappers als
Nencini, Anquetil, Bobet, Geminiani en
Bahamontes naar huis.
Stoppen
- Die klimmersgave, waar haalde u die van
daan?
Charly Gaul: „Dat heb je of je hebt het niet.
Tot mijn dertigste jaar heb ik in de bergen
nooit echt hoeven af te zien. Het ging van
zelf. Toen ik wat ouder werd en het klim
men me wat minder goed afging, ben ik pas
gaan beseffen hoe moeilijk ik het mijn te
genstanders altijd had gemaakt. Ik kontoen
niet meer zo gemakkelijk van hen wegrij
den. Ik begon toen de nog te klimmen kilo
meters te tellen. Dan ga je vooruit kijken
hoeveel verdiepingen er nog komen. Mijn
moreel ging met sprongen omlaag. Je kunt
dan niet meer tot het uiterste gaan".
„In 1963 moest ik in april een blindedarmope
ratie ondergaan. Ik reed voor Peugeot.
Daarna heb ik nooit meer goed gereden. In
1964 ben ik een jaar gestopt. Een jaar later
startte ik een come-back. Na een half sei
zoen stopte mijn ploeg Lamot met de spon
soring. Ik mocht niet overstappen naar een
andere équipe en was daardoor verplicht te
stoppen
„Ik had in het vooijaar in Luik-Bastenaken-
Luik nog op de dertiende plaats beslag ge
legd. Dat is mijn laatste wapenfeit. Maar het
ritme van voorheen had ik toch nooit meer
gekregen. Daarom heb ik een zwaar hoofd
in de come-back van Freddy Maertens. Na
zo'n lange inactiviteit is het voor een cou
reur bijzonder moeilijk op hetzelfde peil te
rug te komen".
- Dus u volgt de hedendaagse wielersport nog
op de voet?
GauL „Natuurlijk! Maar ook alle andere spor
ten. Ik ga wel nooit kijken. Aan de tv en de
kranten heb ik genoeg informatie. Ik volg
met spanning elke dag het verloop van de
Tour de France. Hinault zal weer niet te
kloppen zijn. Jammer voor Zoetemelk. Die
is me te dikwijls tweede geworden. Hij
neemt te weinig initiatief. Hennie Kuiper,
voor die coureur heb ik enorme bewonde
ring. Hij koerst misschien wel niet op een
slimmé manier, maar voor ziin strndlust
doe ik mijn petje af. Kuiper is mijn enige
tavonet. Jammer dat hij pech heeft. Toen
Hinault drie jaar geleden Gent-Wevelgem
won, had ik nooit durven vermoeden dat
dat mannetje nog ooit Tourwinnaar zou
worden. Hy is verschrikkelijk sterk".
- Echte klimmers, zoals u er eentje was, zijn er
niet meer. Hoe komt dat?
Charly Gaul: „Ik weet het ook niet. Wat me
wel opvalt, is dat de renners met een veel te
grote versnelling klimmen. Ook als ze het
niet aankunnen. Ik reed altijd ontzettend
klein. Op de souplesse. Dan lijden je benen
ook niet veel. De coureurs van nu moeten
de dag na een bergetappe toch ontzettend
zere benen hebben. Het kan niet anders. En
die dopingcontroles. Volgens mij kunnen
die niet waterdicht zijn. Een Tour de France
kun je immers niet „naturel" voltooien. Ik
vraag me wel af hoe de meeste renners
steeds de dans ontspringen".
Klassiekers
- U was dus een echte ronderenner? In klas
siekers hebt u nooit uitgeblonken9
„Dat kan ook niet. Om de doodeenvoudige
reden dat ik maar in heel weinig klassiekers
ben gestart. Ik stemde mijn seizoen steeds
op de Ronde van Italiéen de Tour af. Ik reed
ze beide elk jaar. Tussendoor nam ik dan
alleen nog deel aan de Ronde van Luxem
burg. Dat was mijn hele programma. Veel
andere ronden heb ik niet gereden. Natuur
lijk wel veel criteriums. Zestig per jaar.
Daarin heb ik het meeste geld verdiend.
Toch verdienden we indertijd in de Tour
ook veel geld. Toen ik won, konden mijn
ploegmakkers anderhalf miljoen francs
(ongeveer 100.000 gulden) onder elkaar
verdelen. Nu verdient de beste ploeg niet
meer. Ga maar na. Goddet en Levitan innen
liever het geld dan dat ze het uitgeven. Ver
leden jaar hebben beide heren me nog uit
genodigd om samen met de andere Tour
winnaars bij de finish in Parijs aanwezig te
zijn. Voor mij hoeft dat echter niet. Ik blijf
liever thuis. Wat geweest is, is geweest".
Charly Gaul is nog steeds erg populair getuige
de fanmail die hij nog elke week ontvangt.
„Wekelijks krijg ik zeker nog tien brieven
waarin supporters me vragen hen een foto
met handtekening te sturen. Ik voldoe
steeds met plezier aan hun verzoek", aldus
de voormalige slagersleerling, die ooit als
twintigjarige neo-prof in de Tour debuteer
de en al in de derde etappe de pijp aan maar
ten gaf. Door zijn uitzonderlijke klimcapa-
citeiten zou Charly Gaul later u itgroeien tot
een groot kampioen. In de wielersport zal
men de Luxemburger echter nooit meer te
rugzien. Zoals hij dat al sinds zijn afscheid
van de actieve sport doet, wil hij ook in de
toekomst zijn levensjaren in alle rust slijten
In Itzig leeft de „Engel van de bergen" als
een god in Frankrijk.
CtetrBy
©©©O
H4
|©©[T
^wajf)©©
ITZIG - Giovanni Battaglin draagt als leider van het
bergklassement de bolletjestrui in de Tour de France.
Een echte klimmer is hij echter niet. Het edele ras van
berggeiten is al jaren uitgestorven. Manuel Fuente
was de laatste renner die in het hooggebergte nog
enigszins de boel op stelten kon zetten. Maar toch,
deze kleine Spanjaard was bij lange na niet zo'n
gevleugeld klimmer als zijn bekende landgenoot
Frederico Bahamontes, bijgenaamd „De Adelaar van
Toledo". En natuurlijk niet te vergeten Charly Gaul.
„De Engel van de bergen", zoals de Luxemburger
genoemd werd, reed zich de rijke wielergeschiedenis
in als de beste klimmer aller tijden.
De Tourwinnaar van 1958 en de dubbele winnaar van de Ronde van
Italié (1956 en 1959) trad sinds zijn afscheid van de wielersport in
1965 nooit meer in de schijnwerpers van de publiciteit. Ieder ver
zoek voor een interview weigerde hij halsstarrig, maar na veertien
jaar kreeg men hem toch aan de praat.
Ondertussen deden (en doen nog) de wildste verhalen over de nog
immer erg populaire Charly Gaul de ronde. Charly Gaul zou hele
maal aan de grond zitten. Van zijn bij elkaar gereden fortuin zou
geen franc meer over zijn. Verbitterd zou hij zich ergens op een
zolderkamertje in Luxemburg teruggetrokken hebben en als een
dronkaard zijn leven slijten. Overdag zou Charly Gaul in de bossen
rondzwerven. Het overmatige gebruik van doping zou van hem
een afgetakeld man hebben gemaakt. Kluizenaar Charly Gaul zou,
gesierd met een lange baard, er als een wildeman uitzien. Er werd
zelfs gefluisterd dat de legendarische klimmer in de gevangenis
terecht zou zijn gekomen, enz.
Welgedaan poseert
Charly Gaul, winnaar
van de Tour 1958, voor
zijn bungalow in het
dorpje Itzig. De Luxem
burger destijds kopman
van de Pellenaars-for-
matie, heeft zijn met de
fiets verdiende centjes
goed bij elkaar gehou
den.
Charly Gaul in 1959, getekend na zijn zege in de Ronde van Italië.