Vakantie in de jaren twintig: bijna een M®lf ©©ffD ©iMj® ©©ijïï gtftyjfc ywlb)®®(f(d] potf ]©D®fi®(n) Dff&VStf SATERDAG 21 JULI 1979 PAGINA 13 Door Herman van Amsterdam De drie gratiën. Het hele jaar reikhalzend uitzien naar zegge en schrijve één dagje Katwijk aan Zee. V/elke Alphenaar kan zich dat anno 1979 nog voorstellen? Jongeren wellicht niet, ouderen ongetwijfeld wel. Zo'n vijftig jaar geleden was Katwijk aan Zee voor velen van hen hét reisdoel bij uitstek, een uitje om U tegen te zeggen .Op de Rijnkade in hun woonplaats kon je er de augustus maanden elke dag weer met spanning zien uitkijken naar het passagiersschip dat r de badplaats zou brengen. Nou ja passagiersschip. Een ordinaire, zei lende veeboot, die de rest van het jaar dienst deed om er schapen, varkens en koeien mee te vervoeren. Maar een knie soor die daar op letteOp vakantie neem je de dingen niet zo nauw. Vakantie. Met de maand of meer die we nu hebben zijn we maar amper tevredenHet vakantiegeld kan niet hoog genoeg zijn en de vakantiebestemming niet ver genoeg weg. Dat is wel eens anders geweest. Op deze pagina een kleine terugblik op de twintiger jaren, toen vakantie nog bijna een vies woord was en vrije tijd in het al gemeen werd beschouwd als "des duivels oorkussen". Alleen veel en hard werken hield lichaam en geest gezond. De werktijden uit die periode liegen er dan ook niet om. Vóór 1918 werden er nog we ken gedraaid van 58 uur. Vijf dagen van tien uur elk en de zaterdag het vermoeien de restant. In 1918 werden daar vier uur van afgeknabbeld en tien jaar later nog eens vier. De vrije zaterdagmiddag werd binnen gehaald in 1935 en dat is ook het jaar waarin voor werknemers voor het eerst sprake is van verplichte vakantie dagen, al moeten die het nog wel zonder vakantiegeld stellen. met weinig houvast voor wie er op mee reed. Het hele gezin er op, vriendjes en vriendin netjes ook mee en karren maar. Op weg naar het on schuldig strandvermaak. Spelletjes met zand zijn die ja ren erg in. Tunnels graven, zandtaartjes bakken en kastelen "boetseren". In Katwijk is het forten bouwen erg populair. Er worden wed strijden in gehouden. De jeugd wordt in groepjes ver deeld en krijgt als opdracht bij afnemend tij grote zand bergen te construeren, die bij vloed zo lang mogelijk het wassende water moeten zien te weerstaan. Het fort dat in de branding het langst stand houdt, valt in de prijzen. In Katwijk kan ezel, pony maar ook kameel worden ge reden. Voor een dubbeltje wijdbeens tussen de twee bulten voor een trage rit langs de boulevard. En bij de uitwatering liggen zij aan zij tientallen wit geschil derde kano's. Als het weer een beetje mee zit, mogen badgasten er mee de zee op. De augustusmaand geeft de meeste toeloop. Dan zijn ook de schoolvakanties. Het is vaak prima weer. Een heldere hemel, de zon die fel schijnt maar toch wordt er weinig bruin gebakken. Terwijl nu op zomerse dagen de stukken textiel in zeer be scheiden afmetingen het li chaam omgorden, hulden strandbezoekers toen zich in bijna niets onthullende kle dingstukken. Tot de kin i tot bijna de kin en over de knie reikende zo- meijaponnen van zware stof, lange donkere kousen en de voeten vaak vastgesnoerd in leren laarzen. De mannen in driedelige wollen pakken, stropdas om, de bovenste knoop van het overhemd dicht, hoed op en misschien nog wel een borstrok aan Al leen de kinderen veroorloof den zich bij dertig graden een wat luchtiger uitmonstering, al bleef het vaak bij een opge rolde broekspijp. Maar ja, je ging dan ook niet naar het strand om te zwem men. Bij pootje baden hield het meestal op. Althans, voor de meesten. Er waren er wel die zich in het zilte nat bega ven. Maar vanaf het strand ving je daar maar een glimp van op. Die lieten zich in ge sloten badkoetsjes op wielen een stuk de branding intrek ken om daarna vanuit het luxe omkleedhok discreet in Pootjebaden in Katwijk. het water af te dalen. Meestal stonden de badkoetsjes in slagorde vlak naast elkaar in het water opgesteld om zo doende één front te kunnen te kunnen vormen tegen al te opdringerige blikken en zo claimde men ook een "privé stukje zee". Jan met de Pet kon zich zo'n koetsje niet permitteren. Die was op an dere vermaak aangewezen. Elitair De inkomensverschillen mani festeerden zich erg duidelijk Toen het twee delige badpak nog toekomstmu ziek was. tijdens een dagje strand, met name in Noordwijk waar de hotels Huis ter Duin en het Oranjehotel aan nogal elitaire gezelschappen onderdak bo den. Goed bij kas zittende families, zoals de Dreesman- nen en Brenninkmeyers huurden er vele kamers af om het er met tamilie en aanver wanten een paar weken goed van te kunnen nemen. "De betere stand had het toen maar wat makkelijk", zegt mevrouw v. d. Voort, een Noordwijkse die zich in het verleden intensief heeft bezig gehouden met de geschied schrijving van de badplaats. "De kinderen werden uitbe steed aan een kindeijuf, voor wie op het strand een houten tentje werd neergezet. Van daaruit kon ze de kinderen in de gaten houden en er met ze bezig zijn. De ouders hadden dan de handen vrij om rustig in de zon te zitten en op ter rasjes thee of een borrel te drinken". Het strand was één mogelijk heid voor vertier. Een andere favoriete vakantiepassering was het logeren. In die dagen mocht men zich gelukkig prijzen met een zus, tante of oma die "ver weg" woonde. Mevrouw Cambier-Binnen- dijk uit Leiden, herinnert zich uit die twintiger jaren de jaar lijkse logeerpartij (twee da gen) bij een zus "helemaal in Rotterdam". Ze komt uit een gezin van 17 en nam daarom naast haar man ook steeds een zusje mee, zodat moeder Üiuis wat meer de handen vrij had. Twee dagen 'Naar die twee dagen keek je het hele jaar uit', zegt ze. 'Je leefde er naar toe. Had er ook geld voor gespaard. Om je ei gen boodschappen mee te kunnen nemen. Ik weet nog' wel dat ik altijd een onsje ge bakken lever en een stuk uurboord kocht, dat is mager vlees uit de uier van een koe. Die twee dagen voelden we ons ook echt uit. En zoveel bijzonders deden we niet. We liepen af en toe een eindje om of dronken thee met een bis- cuitje. Een borreltje heb ik daar nooit op tafel gezien. Daar taalde je ook niet naar. Toch was het puur genieten. Elk jaar weer. Als ik zou moe ten kiezen tussen die paar weken vakantie nu of die twee dagen per jaar toen, zeg ik geef mij die tijd in Rotter dam maar weer'. In Nederland werd vijftig jaar geleden het Instituut voor Arbeidersontwikkeling op gericht, een initiatief van de Katholieke Vakbond. Onder afdeling daarvan was De Na tuurvriend, die ook een afde ling in Leiden had. Doel was het organiseren van reisjes voor de minder bedeelden. Zo voerde de eerste trip naar het Eifelgebergte. Na 1933, toen Hitier aan de macht kwam, werd De Natuurvriend ge weerd uit Duitsland en wer den de reisjes, waar in Leiden hoofdzakelijk ambtenaren van profiteerden, afgestemd op België. Kroeg Leidenaar Jongeleen, 91 nu en destijds mede-reisorganisa tor, zegt dat de animo in Lei den niet geweldig was, on danks de geringe kosten. "De doodgewone jongens van toen", zegt hij, "voelden er niets voor om van hun weekloontje elke keer wat opzij te moeten leggen voor zo'n reis. Die brachten hun geld liever naar de kroeg". Over klandizie vanuit de Leidse burgerij "klaagt" ook oud- stoombootkapitein Harland, die er in de twintiger jaren drie stoomboten op na hield waarmee hij door de Leidse singels richting Aalsmeer en Amsterdam tufte. "Ik moest het van de mensen van buiten hebben", zegt hij. "De Leide- naars zelf deden in hun vakantie niets anders dan vis sen en nog eens vissen". Dat was dan nog wat. Wie in de jaren twintig in de bloembol len werkte kwam zelfs niet aan vissen toe. Er kon niet één vrije dag van af. Hooguit in de winter als er niets viel te bele ven. De zomer was er om te werken. Een dag er tussenuit om te trouwen of iemand te begraven kon dan nog wel maar het was wel zaak de vol gende morgen om zeven uur weer van de partij te zijn. Hillegommer Rijkelijkhuizen, zelf opgegroeid in de bloem bollen en tegenwoordig druk doende met het verzamelen van materiaal voor een mu seum over de bloembollen streek: "Achteraf gezien is het bijna onmenselijk wat er toen van landarbeiders, die meestal een groot gezin had den te onderhouden, werd geëist. Ze werkten tot ze er bijkans bij neervielen. Sjouwden vaak ook onder de middag en na zessen nog door om wat extra bij te verdienen. Want het loon leek natuurlijk nergens op". Dwars "Over op vakantie gaan werd er nooit gepraat. En zeker niet als de baas in de buurt was. Wie dwars ging liggen kon op staande voet ontslag krijgen. Zelf ben ik ook nooit op vakantie geweest. Door al dat zware werk bob ik mijn li chaam naar de knoppen ge holpen. En met mij zo velen. Overal stijvigheid en slijtage. Elke nacht weer wordt ik ze ker 3, 4 keer van de pijn wak ker. Als ik in hotel slaap nog meer keren. Ik heb het gepro beerd. Dus waarom zou ik op vakantie gaan? Ik pest me zelf er alleen maar mee". Eén geluk hadden de landar beiders toen nog: vakantie was er dan weliswaar niet voor ze bij, ze konden toch af en toe op adem komen dank zij het aanzienlijk aantal al gemeen christelijke feestda gen, waarop ze niet verplicht konden worden te werken. Bollen Voor schoolgaande kinderen uit de Bollenstreek was vaak ook weinig plezier te beleven aan de ene maand grote vakantie. "Vooral niet als ze tot de groteren in het gezin behoorden", zegt mevrouw v.d. Voort. "Dan moesten ze die vier weken het bollenland in om voor het gezin wat bij te verdienen. Als ik dat ga ver gelijken met nu vind ik dat mijn dochters van 18 en 20 maar een makkie hebben. Die maken zich in hun vakantie niet moe. Trekken er volop op uit. Terwijl wij het juist gezel lig vonden om dicht by huis te blijven". "Dat zit er, dacht ik zo, bij de meeste ouderen nog steeds in. Hoewel ze het geld er voor hebben, gaan ze of helemaal niet op vakantie of hooguit een weekje naar de Veluwe of een reisje op de Rijn". Volgens de Leidse VW-direc- teur Dekker heeft de Noord wijkse wat dat laatste betreft een verkeerde kijk op zaken. "De cijfers wijzen uit", zegt hij, "dat veel bejaarden die vroeger nooit in de gelegen heid zijn geweest nu niet schromen om het er flink van te nemen. Kijk alleen al naar de grote belangstelling voor een langdurig verblijf, de zo genaamde overwintering, in; Spanje. Nee, veel bejaarden die toen tekort zijn gekomen halen nu hun schade aardig Jeugdige hoogvliegers op jMr het strand van Katwijk. Vakantie in de twintiger jaren. In Nederland werd nauwe lijks op vakantie gegaan. En veel vertier werd er ook niet geboden. Over het gehele land verspreid waren er bij voorbeeld amper vijftig kam peerterreinen, tegen 3000 nu. Het aantal jeugdherbergen was op de vingers van één hand te tellen en het verblijf in een hotel was voor de ge wone man die maar een schijntje verdiende, niet te betalen. Nederland was in de twintiger jaren duidelijk nog niet ingesteld op sociaal toe risme. En mede door gebrek kig vervoer moest het kleine portie vertier noodgedwon gen in de buurt worden door gebracht. Voor de gewone man was het strand in die jaren de vakan tiebestemming bij uitstek. Al moesten er eerst wel de nodi ge zweetdruppels vloeien voordat het werkelijke genie ten een aanvang kon nemen. Immers, van openbaar ver voer was nauwelijks sprake. Goedkoop in gebruik waren de benenwagens die toen niet op een kilometertje meer of minder keken. Lopen Vanuit Leiden naar Katwijk lo pen daar draaide de goedge mutste vakantiegenieter de hand niet voor om. Mevrouw van Gent uit Leiden, nu be woonster van het bejaarden centrum Haagwijk, heeft het trégect destijds menig maal onder de voeten door gelo pen. "Onder Rijnsburg maak ten we altijd een stop", zegt ze. "Dan aten we een kren tenbol of deelde moeder ape nootjes uit. Als we dan in Katwijk arriveerden gingen we eerst naar een kruide nierswinkel^ e in het Waaigat. Daar bestelden we voor twee kwartjes een emaille pot met koffie om mee te nemen naar het strand. Soms werden er van die ontzettend droge zee kaken bij gekocht. Boter hammen (dubbele) namen we ook mee, maar dan wel zon der beleg. Als de financiën het toe lieten, kregen we er brok ken bokking op, daar werd op het strand mee gevent". En dan weer het stuk terug naar Leiden. Meestal lopend maar ook wel eens via de Haar lemmertrekvaart per boot. En als het geen strandweer was vermaakten we ons hele da gen in Oud Hortuszicht, een speeltuin aan de Witte Singel. Alles watje zo'n dag mee van huis kreeg was een dubbeltje voor een glas melk". Open kar Een dagje naar het strand. Meestal lopend, sommigen per fiets, sommigen met de brik. Een platte, open kar,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 13