Eerste op de maan ZATERDAG 14 JULI 1979 EXTRA PAGINA 17 Het was een wat ongebrui kelijk tijdstip voor een te levisie-uitzending: 's nachts om drie uur. De kwaliteit van de zwart- wit-beelden liet te wensen over: wazig en trillend. Desondanks was de kijk dichtheid hoog en de waardering groot. Iets meer dan tweederde van de bevolking was opgeble ven of weer opgestaan om de beelden te kunnen zien. Niet alleen in Nederland, maar over de hele wereld was de belangstelling voor deze uitzending enorm. Naar schatting 600 mil joen mensen volgden tege lijkertijd dezelfde uitzen ding: het rechtstreekse ver slag van de eerste voetstap op de maan. Het was vier minuten voor vier in de vroege maandagoch tend van die 21e juli 1969, toen de eerste mens voet zette op de maan. Astronaut Neil Armstrong was uit het nauwe deurtje van de zilverkleurige, met goudfolie bedekte maanlander geklauterd. Hij liep achteruit het trapje af dat naar de grijze maanbodem voerde. Bijna een meter bo ven de maan hield het trapje op, de laatste stap was dus een behoorlijke sprong. Aan dit detail ging Armstrong ge makshalve voorbij toen hij zijn historische, met NASA grondig doorgesproken woorden: „Dit is een kleine stap voor de mens, maar een grote sprong voor de mens heid", sprak. Wennen Enkele minuten later werd Neil Armstrong gevolgd door col lega-astronaut Edwin Aldrin. Een automatische televisie camera, bevestigd op de maanlander, stelde de aard bewoners in staat te volgen wat zich op de maan afspeel de. We zagen hoe de astronau ten moesten wennen aan het feit dat ze op de maan slechts eenzesde wogen van het aard se gewicht. Ondanks de zware ruimtekostuums met de noodzakelijke zuurstofvoor- raden in een vierkante rugzak meetorsend, konden ze zich makkelijk bewegen. Aarzelend begonnen Arm strong en Aldrin te wennen aan het verblijf op een ander hemellichaam. Met dansende passen begonnen de astro nauten hun taken uit te voe ren. De eerste taak was het plaatsen van een Amerikaan se vlag op de maan. Tevoren was afgesproken dat dit niet betekende dat de Verenigde Staten hiermee een claim op dit hemellichaam zouden leggen, zoals vroeger gebeur de als ontdekkingsreizigers nieuwe werelden in bezit na men. Om niet te chauvinis tisch te lijken, had NASA be sloten het planten van de vlag te beperken tot een sobere plechtigheid. In Nederland kwam dat niet zo goed over, want toen de vlag werd geplant weerklonk in onze huiskamers het Ameri kaanse volkslied! Deze gelui den waren echter niet afkom stig uit de VS, maar uit de re giekamer van de toen fonkel nieuwe NOS-kleurenstudio's in Hilversum. Regisseur Ru- dolf Spoor, die de Apollo-re- portages overigens tot een voortreffelijk stuk televisie berichtgeving maakte, bracht een persoonlijk betoon aan de grootse prestatie. De Apollo-11-astronauten lie pen 250 meter over de maan bodem. Ze plaatsten een seismometer (om de deeltjes die van de zon de maan be reikten te onderzoeken) en een vaandeltje, ze namen fo to's en verzamelden 20,7 kg bodemmonsters. Na een ver blijf van 21 uur en 36 minuten keerden ze terug naar de aar de. Voor het vertrek van de maan werd het bovenstuk van de maanlander gebruikt, terwijl het benedenstuk diende als lanceerplat- form. In een baan om de maan kop pelden ze met de Apollo-cap- sule, die al die tijd met de der de astronaut, Michael Collins, om de maan was blijven draaien. Gedrieën onderna men ze de terugreis naar de aarde. Op het einde van deze reis wachtte de astronauten een periode van afzondering: een quarantaine. NASA had hiertoe besloten om ieder ri sico van een besmetting van de aarde met onbekende maanbacteriën te voorko men. Achteraf bleek deze maatregel overbodig te zijn. Er werd geen spoor van leven in welke vorm dan ook in de maanbodemmonsters ge vonden. Onderzoek toonde zelfs aan dat er nog nooit le ven op de maan was ge weest. Opwinding De vlucht van Apollo-11 heeftin 1969 voor een publiciteit ge zorgd die ongeëvenaard is in Door drs. Chriet Titulaer Edwin Aldrin daalt als tweede mens af naar de maan bodem. De foto werd gemaakt door Neil Armstrong die enkele minuten eerder als eerste mens voet op de maan had gezet. De Amerikaanse vlag op de maan. NASA had besloten het planten van het dundoek te be perken tot een sobere plechtig heid, maar dat kwam bij de NOS niet zo goed over. Weer op aarde. De Apollo-11 bemanning wacht dobberend in een rubberboot en gehuld in isolerende kostuums op het mo ment dat ze uit het water zou worden gevist. dat er aan de bovenkant een ijzeren staafje zit, die haar strak doet uitstaan! De maan blijkt noch uit de aar de ontstaan te zijn, noch inge vangen te zijn in ons zonne stelsel. Maanstenen leren ons dat de maan gelijk met de aarde uit een grote wolk van gas en stof ontstond. De maan heeft een korst van 60 kilome ter dikte, daaronder zit een 800 kilometer dikke mantel. Mogelijk is het centrum van de maan heet en vloeibaar. Op de maan werden geen wer kende vulkanen gevonden. Er komen wel jaarlijks 3000 zwakke maanbevingcn voor deze zijn het gevolg van me teorieteninslag en getijde krachten. Alle meetstations die astronauten achterlieten op de maan, zijn inmiddels definitief uitgeschakeld. Astronauten Spoedig na de laatste maanvlucht begonnen de Apollcvastronauten NASA te verlaten. De glans van het Apollo-project verbleekte. Velen vonden een baan in het bedrijfsleven (o.a. directeur Coca-Cola, directeur lucht vaartmaatschappij), anderen kwamen in de politiek terecht (twee astronauten werden se nator) of zochten hun heil el ders (Jim Irwin van de Apol lo-15 werd evangelist). Van de Apollo-11-bemanning werd Neil Armstrong hoogle raar aan de universiteit van Cmcinnatti. Officieel schuwt hij de publiciteit, doch hij is via een New Yorks bureau voor veel geld per dag te huur. Edwin Aldrin (die op alle his torische foto's staat, want Armstrong had de enige ca mera op zijn borst gemon teerd) heeft nu de leiding van een ingenieurs-adviesbureau en Michael Collins werd di recteur van de beroemde Smithonian Lucht- en Ruim tevaartentoonstelling in Washington. De optimistische verwachtin gen, in vele toonaarden uitge sproken tijdens de Apollo-11- vlucht, dat er spoedig een permanent bemande maan- basis en een landing op Mars zouden volgen, zijn niet uit gekomen. Technisch zijn de ze zaken best te realiseren, doch de prioriteiten liggen nu meer op sociaal en econo misch gebied. Ruimtevaart is niet langer een prestige-ob ject of een doel op zich. Ruim tevaart wordt nu gebruikt als een middel aardse problemen op te lossen. Toch is de invloed van Apollo- 11 gigantisch geweest. Op kleine schaal bleek dat in de beroemde nacht van 20 op 21 juli 1969. In de grote steden werden veel minder diefstal len gerapporteerd dan an ders: zelfs de dieven keken naar de televisie. Op een heel grote schaal zien we de in vloed dagelijks: in de we reldwijde televisie-uitzen dingen via satellieten, in de ziekenhuizen die ruimte technologie gebruiken en in de opmars van de micro processor. j(3)<3)ff Edwin Aldrin loopt op de maan. Fotograaf Armstrong is gereflecteexdjn het goudvizier van Aldrins helm te zien. de geschiedenis. Als histo risch evenement was deze reis te vergelijken met de ontdekkingsreizen van Co lumbus of Marco Polo, hoe wel het in dit geval geen nieuw deel van onze eigen aarde, maar een ander hemel lichaam betrof. Een opvallend verschil met ontdekkingsreizen in het verleden was, dat deze ont dekking zich afspeelde op een moment dat de televisie en de communicatiesatelliet waren uitgevonden. Het was daarom mede dankzij dezelfde ruim tevaart dat we in staat waren deze ruimtevaartprestatie rechtstreeks te volgen. Bij de vroegere ontdekkingsreizi gers moesten de achterblij vers wachten tot de avontu riers terugkeerden voor ze het verhaal konden horen. Een ander belangrijk verschil is, dat vroeger één man een ontdekkingsreis ondernam, terwijl het Apollo-project het resultaat is van de inspanning van een grote groep. Voor Neil Armstrong de eerste menselijke voetstap in de rulle grijze maanbodem kon zetten, hadden 433.000 men sen in meer dan 20.000 bedrij ven en universiteiten een bij drage geleverd door een on derdeel te bouwen of te ont werpen of door het beant woorden van vragen. De landing op de maan was in de publiciteit voorbereid door pagina's grote verhalen in kranten, extra nummers van tijdschriften, documen taires, maankaarten bij ben zinestations, enz. De lance ring van Apollo-11 op 16 juli 1969 werd bijgewoond door en recordaantal van 3497 journalisten, daarnaast waren er vele duizenden genodig den op Cape Canaveral en hadden ruim een half miljoen Amerikanen een parkeer- plaatsje in de buurt van Cocoa Beach gevonden om een glimp van de glimmende, zich statig verheffende saturnus V-maanraket op te van gen. In juli 1969 bereikte de verkoop van maankaarten, maanglo- bes, ruimtevaartboeken en sterrenkijkers een absoluut hoogtepunt. In Frankrijk en Italië brachten bekende cou turiers een maanmode uit, kinderen speelden maan- spelletjes en met maankwar- tetten, juweliers verkochten gouden Apollo-herdenkings- penningen, in de grammo foonplatenwinkels waren ruimtegeluiden te koop, de verkopers van bouwpakket ten voor raketten deden goe de zaken en enkele tiendui zenden mensen bespraken voor alle zekerheid een vakantiereis naar de maan. Naast alle kritische kantteke ningen over het Apollo-pro ject, dat 25 miljard dollar had gekost, overheerste echter een gevoel van bewondering voor de grootse prestatie. In dit verband kan nog eens worden gezegd dat het Apol lo-project in de eerste plaats is opgezet om de wereld te to nen dat de Verenigde Staten een leidende rol spelen in de technologische ontwikke ling. Dat er daarnaast een bij schaaltje nagewogen. Er is geen milligram maanstof als souvenir in de handel geko men, zelfs Armstrong kreeg niet één steentje. De Amerikaanse regering heeft wel bijna 2 kg als souvenir af gegeven aan de regeringen van 141 landen. Ook Neder land kreeg twee steentjes, die worden bewaard in Museum Boerhaave in Leiden, het mu seum voor de geschiedenis van natuurwetenschap pen. Voor de volledigheid kan hier worden vermeld dat ook Rusland 800 gram maanbo dem naar de aarde haalde: met Loena-16 en Loena-20 elk 100 gram, en met Loena-24 een hollebuis van 178 centi meter, gevuld met 600 gram maanbodem. Er vindt een uitwisseling van bodemmon sters plaats tussen Ameri kaanse en Russische onder zoekers. De rivaliteit heeft in dit opzicht plaats gemaakt voor collegialiteit. Die samenwerking blijkt ook uit het feit dat Russen thans de jaarlijkse „maanconferen- tie" bezoeken, ingesteld ter gelegenheid van Apollo-11. Op deze maanconferentie brengen onderzoekers uit alle delen van de wereld verslag uit van hun bevindingen. Dit onderzoek is zo gedetailleerd dat er dit jaar liefst 450 lezin gen op die conferentie wer den gehouden. Alleen al de samenvattingen van die le zingen besloegen een pak pa pier van 1400 pagina's, dat 4 kilo woog. Apollo heeft ons een nieuw beeld van de maan opgeleverd. Geen wind Heel kort zullen we samenvat ten wat Apollo ons over de maan leerde. De maan is 4,6 miljard jaar oud. Bij het ont staan van de maan was de bui tenkant vioeibaar, doch al spoedig begon de korst te stollen. Kort na het ontstaan van de maan trof een hevig bombardement van meteo rieten het oppervlak. De meeste kraters die wij nu waarnemen, werden toen, ruim 4 miljard jaar geleden, gevormd. De maria, de grote vlakke gebieden, ontstonden wat later en niet gelijktij dig. Ouderdomsbepalingen van de bodemmonsters leren dat het lava in deze maria stolde in de periode van 3,1 tot 3,8 miljard jaar geleden. Het vloeibare lava is ontstaan door de warmte die onder de maan- korst vrijkwam door het ver val van radioactieve elemen ten. Sedert de stolling van de laatste Mare is er op de maan weinig veranderd: er is slechts een enkele inslagkra ter aan het landschap toege voegd. In dit opzicht kan ook worden opgemerkt dat de voetin drukken, die de astronauten op de maan achterlieten, er nog onveranderd aanwezig zijn. De maan heeft geen at mosfeer en dus geen wind. De vlag die de Apollo-11-astro- nauten plaatsten heeft nog precies dezelfde plooien als op 21 juli 1969: ze is trouwens alleen maar goed te zien om- IkDdfc® §tf(§l(p> V®@ff dl® IfiïïKlWr §plT®[n)D dl® Infü®inig[n]®odl'7 drage kon worden geleverd aan het wetenschappelijke onderzoek en dat er vele (bij voorbeeld medische) nuttige zaken uit Apollo zouden re sulteren, was meegenomen, doch zeker geen hoofd doel. Russen verslagen Tot het moment dat Neil Arm strong de eerste voetstap op de maan zette, had Rusland gedomineerd in de ruimte vaart (eerste kunstmaan, eer ste mens in de ruimte, eerste foto's van de achterkant van de maan, eerste ontmoeting in de ruimte, enz.). De rivali teit tussen Rusland en de Verenigde Staten was tijdens de vlucht van Apollo-11 volop merkbaar. Terwijl de Apollo- astronauten de landings plaats verkenden, cirkelde ook de onbemande Russische Loena-15 om de maan. Naar het doel van de vlucht kon slechts worden gegist. Op 21 juli, de dag dat Armstrong de maan betrad, sloeg de Loena- 15 te pletter in Mare Cri- sium. Achteraf is het waarschijnlijk dat het doel van die vlucht was om onbemand bodem monsters van de maan naar de aarde te halen. Later zou dit de Russen met hun Loe- na's 16,20 en 24 lukken. Als de Loena-15 dit ook gepresteerd zou hebben, zou een groot deel van de glans van Apollo- 11 zijn weggenomen. De vlucht van Apollo-11 werd ook in de communistische landen in het nieuws ge bracht, hoewel Rusland zich aanvankelijk beperkte tot ra dio-uitzendingen en pas ach- De bemanning van Apollo 11: v.l.n.r. Michael Collins, Neil Arm strong, Edwin Aldrin. teraf een samenvattende tele visiereportage uitzond. Al leen in China bleef men on wetend over deze vlucht. Alle 'Chinese media zwegen over Apollo. Het is zeer de vraag of nu de meerderheid van het Chinese volk weet dat er Amerikanen op de maan zijn geweest. Hysterie Op 21 juli waren de volle voor pagina's van kranten in de hele wereld aan de eerste voetstap op de maan gewijd. Er is nooit zoveel (en ook zo veel onzin) over ruimtevaart geschreven als op die dag. Nederland viel in de wereld op door uitstekende televi sieprogramma's (in Amerika werd zelfs een reportage over de belangstelling in Neder land uitgezonden). Henk Terlingen werd als Apol- lo-Henkie bejubeld en in veel commentaar de vierde astro naut van Apollo-11 genoemd. Mijn eigen televisie-debuut maakte ik in die tijd als com mentator, later zou ik ook ruimtevaartprogramma's gaan presenteren. Het enthousiasme van het publiek werd in vele geval zo groot, dat er bijna sprake was van hysterie. Vooral op plaat sen waar velen samen de maanlandingsreportages volgden, zoals op campings of in het Newyorkse Central Park, waar 10.000 man de maanbeelden op een gigan tisch scherm bekeken, was het publiek geestdriftig. Project De landing op de maan zou na Apollo-11 nog vijf keer wor den overgedaan. Er hebben thans 12 mensen op de maan bodem gelopen. Deze 12 Amerikaanse mannen liepen samen 139 uur op de maan, bij de eerste drie landingen wer den afstanden van 250, 2000 en 3300 meter afgelegd, bij de laatste drie, dank zij een van de aarde meegenomen maan- auto, 2790,2700 en 3580 meter. De Amerikanen bleven 300 uur op de maan (een deel van de tijd in de maanlander). Op deze zes vluchten werd ruim 385 kg aan bodemmonsters verzameld. Van deze hoe veelheid is bijna 90 procent nog nooit aangeraakt of on derzocht. Die grote voorraad wordt voor de helft in NASA's centrum voor de bemande ruimtevaart in Houston be waard en voor de andere helft op een luchtmachtbasis in San Antonio, Texas. NASA wil zuinig zijn met het maan materiaal, omdat er nog steeds nieuwe instrumenten en onderzoeksmethoden worden ontwikkeld. Weten schappelijke onderzoekers kunnen zo steeds met „vers" maanmateriaal beginnen. Ongeveer 50 kg van de bodem monsters is wèl onderzocht door honderden weten schapsmensen in vele landen. Ik herinner me nog goed hoe ik zelf, toen nog werkzaam op de sterrenwacht van Parijs, enkele grammen maanstof en twee stukjes steen van Apol lo-11 ontving. Als ik met dit materiaal werkte, moest de deur hermetisch vergrendeld zijn. De bodemmonsters moesten in een kluis worden bewaard en na ieder onder zoek werden ze op een goud

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 17