Zuid-Holland telt ruim half miljoen hengelaars vis I sport km ZATERDAG 7 JULI 1979 Het Amerikaanse ruim telaboratorium Skylab valt terug naar de aarde. De datum waarop de gloeiende brokstukken van Skylab als „vallende sterren" aan de hemel zullen verschijnen is moeilijk precies te voor spellen. Volgens de laat ste berekeningen zal de val plaatsvinden tussen 7 en 25 juli en het lijkt daarom zeker dat Skylab op 1 augustus niet meer om de aarde draait. Skylab kan zonder meer een ge slaagd project in de Ameri kaanse ruimtevaartgeschie denis worden genoemd. Het laboratorium werd gebouwd uit onderdelen die waren overgebleven uit het Apollo- maanproject. Toen de glans van de eerste bemande maanlandingen begon te ver bleken besloot NASA om het aantal maanvluchten te redu ceren. Door deze beslissing dreigde een aantal raketten ongebruikt te blijven. Het hoofdbestanddeel van Skylab is een omgebouwde derde trap van de Saturnus- V-raket. Deze derde trap werd ingedeeld in een woonruimte en een werkruimte. Er was zoveel ruimte beschikbaar dat de astronauten een eigen slaapkamer konden krijgen en dat er een toilet, een dou che en een eetkamer ingericht konden worden. In de werk ruimte waren veel instrumen ten voor wetenschappelijk onderzoek ondergebracht. Met Skylab werden de aarde en de zon bestudeerd en wer den zaken als kristalgroei in een toestand van gewicht loosheid onderzocht. Doel van Skylab was te bewijzen dat ruimtevaart niet duur hoefde te zijn (door vooral overgebleven onderdelen uit het Apolloproject te gebrui ken) en dat ruimtevaart voor zinnige onderzoekingen ge bruikt kon worden. De derde trap van de Saturnus-V-raket werd voor dit doel gecom plementeerd door een ele ment met telescopen, een koppelingsstuk, zonnepane len en een luik om ruimte wandelingen te maken. Skylab woog bij de lancering 90607 kg. Het laboratorium werd onbemand gelanceerd op 14 mei 1973 met behulp van een Saturnus-V-raket. In feite werden de eerste twee trappen van die raket ge bruikt om de omgebouwde derde trap in een baan om de aarde te brengen. Deze lance ring was tevens de laatste waarbij een Saturnus-V- maanraket gebruikt zou wor den. De bemanningen die la ter naar Skylab gingen, maak ten gebruik van de kleinere Saturnus-IB-raket. Problemen De lancering van Skylab verliep niet zonder problemen. Een beschermend meteorieten- schild werd afgerukt terwijl de raket opsteeg. Dit schild trok in de val een vleugel met zonnepanelen mee en blok keerde en passant een andere vleugel, zodat Skylab meteen een energieprobleem had. Tengevolge van deze proble men werd het vertrek van de eerste bemanning uitgesteld van 15 tot 25 mei 1973. De eer ste bemanning zou later de beklemde vleugel met zon nepanelen weten te bevrijden en een parasol boven skylab plaatsen, zodat het niet langer te warm werd in het laborato rium (dat was namelijk het geval door het wegvallen van het meteorietenschild). De eerste bemanning bleef 28 dagen en 49 minuten weg. De tweede bemanning, weer be staande uit drie astronauten, Foto links: Het hoofdbestanddeel van Skylab is de cilindervormige derde trap van de Saturnus V ra ket. Op die rakettrap zit de proviso rische zonnewering, eraan zit nog een vleugel met zonnepanelen. De wiékvormige zonnepanelen zitten op het deel met de zonnetelescopen. Foto rechts: Deze grote inslagkrater in Arizona werd veroorzaakt door de val van een meteoriet. De Sky- labfragmenten kunnen de aarde bereiken en inslagkraters veroor zaken. Een astronaut haalt tijdens een ruimtewandeling belichtte films op uit de zonnetelescopen. vertrok op 28 juli en bleef 59 dagen, 11 uur en 9 minuten in de ruimte. De derde drieper- soonsbemanning ging op 16 november 1973 omhoog en Door drs. Chriet Titulaer vestigde een nieuw ruimte- verblijfrecord door pas op 8 februari 1974 terug te ke ren. De extra rakettrap voor de red dingsoperatie van skylab was volop in aanbouw (in de Mar tin Marietta-fabrieken), toen NASA begin dit jaar besefte dat de Space Shuttle niet tij dig klaar zou zijn om de in aanbouw zijnde rakettrap naar Skylab te brengen. Op dat moment werd besloten af te zien van alle reddingsope raties. Intussen blijft Skylab zakken. Op 19 juni was de hoogte nog 270 km boven de aarde. Per dag wordt die hoogte nu een kilometer of tien minder. Als de hoogte is teruggelopen tot zo'n kilome ter of 140 is voor Skylab het einde nabij: de terugkeer op aarde is dan nog een kwestie van uren. De val Bij de val van Skylab zal het la boratorium in grote stukken breken. Al die stukken gaan gloeien terwijl ze de atmo sfeer van de aarde binnen dringen. Skylab zal zorgen voor een ware regen van „vallende sterren" of beter gezegd „meteoren". Veel kleine fragmenten zullen volledig verdampen en de aarde niet bereiken. De grote brokstukken zullen ook gedeeltelijk verdampén, maar ze zullen ook gedeelte lijk de aarde bereiken. Naar schatting 25 ton, van de 90 ton die Skylab weegt, zal op aarde terechtkomen. Deze 25 ton zal zijn verdeeld over tal loze brokstukken, mogelijk 250, 500 of wel 1000. Dit bete kent dat de grootste brok stukken meer dan 100 kg zul len wegen. Het is natuurlijk niet leuk om zo'n fragment op je hoofd te krijgen. De kans dat dat gebeurt is erg klein. Per dag dringen er naar schat ting 25 miljoen meteoren de atmosfeer van de aarde bin nen. Slechts een heel klein deel daarvan bereikt de aarde en een nog kleiner deel wordt als meteoriet teruggevonden. Er zijn een paar gevallen be kend van meteorieten die schade hebben aangericht, maar dat zijn grote uitzonde ringen. Een heel enkele keer valt een heel grote meteoriet op aarde: zo werd de beroem de inslagkrater in Arizona ge vormd, en viel er een flinke brok op 30 juni 1908 in Sibe rië. Er zijn in totaal ongeveer 30 gevallen bekend van me teorieten van meer dan een ton die ooit de aarde hebben bereikt. NASA denkt dat de kans dat iemand door een Skylabfragment wordt ge troffen niet groter is dan de kans dat iemand door een me teoriet wordt getroffen. Voorspellen Bijna dagelijks probeert NASA beter te voorspellen wanneer Skylab de atmosfeer van de aarde zal binnendringen. Op het ogenblik luidt de voor spelling dat het tussen 7 en 25 juli zal zijn. Zolang we de juis te datum niet weten, is met te voorspellen waar Skylab valt. Pas als bekend is welke baan van Skylab vermoedelijk de laatste is, kan iets worden ge zegd over de vermoedelijke plaats. De berichten die er nu al zijn verschenen over een vermoedelijke landingsplaats zijn derhalve grote flauwekul. Als NASA weet welke baan de laatste zal zijn, kan worden bekeken of er nog iets gedaan kan worden. Alléén als die laatste baan over een dichtbevolkt gebied (Aziè, West-Europa) voert, kunnen de vluchtleiders pro beren Skylab te kantelen, om zo op het laatste moment de wrijving te verminderen. Het gevolg van die manoeuvre is dat de terugkeer enkele uren wordt uitgesteld, als hij ten minste slaagt. In die tijd is de aarde enkele tientallen gra den onder de baan van Skylab doorgedraaid. Hoewel de sportvisserij in ons land de meest beoefende vorm van actieve vrijetijdsbeste ding is, was de betekenis die eraan gehecht werd door de overheid tot dusver altijd wat minnetjes. Daar veranderde het cijfer van twee miljoen ac tieve hengelaars, die door het Centraal Bureau voor de Sta tistiek werden geturfd weinig of niets aan. Toch ziet het er naar uit dat de hengelsport langzaam maar zeker een plaatsje onder de zon krijgt. Een plaatsje waar het in feite al jaren recht op had. Eeh eerste aanzet daartoe lijken de informatienota's over de sportvisserij, die de afgelopen maanden werden uitgebracht door het ministerie van Landbouw en Visserij. Voor elke provincie verscheen er eentje en de nota's werden de provinciale besturen aange boden met het verzoek daar mee bij de opstelling van nieuwe plannen rekening te houden. Dat laatste is geen overbodige vraag, want de belangstelling die van pro vinciezijde wordt getoond voor de verlangens van de sportvisser slechts minimaal. Aandacht In de meeste plannen wordt volstaan met de signalering dat er veel sportvissers zijn, maar een uitwerking van verlangens in een speciale haven voor sportvisbootjes, het maken van speciale voor zieningen als trailerhellingen voor kleine bootjes en het aanleggen van sportvisstei gers blijft tot dusver achter wege. Dit in tegenstelling tot de andere vormen van water sport die volop aandacht krij gen in de Zuidhollandse plannen. Een gelukkig punt in die hele ontwikkeling is dat ook de georganiseerde hengelsport zich steeds meer begint te roeren. Werden de laatste de cennia vooral gekenmerkt -U:jm m- v %f. - mlii»« i t Tweeduizend kilometer oever in principe beschikbaar voor de sportvisser. door interne twisten en on derlinge verdachtmakingen, het heeft er nu de schijn van dat men gezamenlijk iets probeert te bereiken. Dat op bepaalde punten nog ver schillen van inzichten be staan hoeft geen belemme ring te zijn om op hoofdpun ten overeenstemming te be reiken. Landelijke organisaties als NWS en CNHV, die zich ge- ruggesteund weten door een niet onaanzienlijke achter ban, durven het aan om bij de overheid verlangens te depo neren. Sterker nog: diezelfde overheid wordt aangevallen op punten waarvan de hen gelsport meent dat het on rechtvaardig behandeld wordt. Stek tachtig De Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties (NWS) heeft dat bijvoor beeld gedaan met de nota "Stek Tachtig" (met een va riant op Bestek '81) De nota legt de visser op een aantal voor de sportvisser zere plek ken. Ik kom in een van de vol gende visrubrieken op die no ta terug. Maar nu eerst wat cijfers uit de informatienota over Zuid- Holland. Uit dat rapport blijkt dat het aantal sportvissende inwoners van de provincie in het seizoen 1976/1977 op on geveer 492.500 lag. Met de groei van de laatste jaren mo gen we er van uitgaan dat dit aantal de half miljoen inmid dels ruim gepasseerd is. Zuid-Holland ligt met dit aan tal, dat 7.3 procent is van de totale bevolking, boven het landelijk gemiddelde, dat net iets onder de zeven procent blijft. Nu gaan niet al die hen gelaars tegelijkertijd vissen. Gelukkig maar, want het zou aan de waterkant een drukke bedoening worden. Er is een gemiddelde becijferd van 34.500 op een redelijk gunsti ge visdag. Afgeleid daarvan is vastgesteld dat op het drukste moment van zo'n "normdag" in Zuid-Holland 23.800 hen gelaars op of aan het water zit ten. Oeverlengte In de provincie is een totale oe verlengte van 7.435 kilometer aanwezig. Daarvan is niet meer dan 27.5 procent, ofwel ruim 2000 kilometer in prin cipe geschikt voor de sport visserij. Uitgaande van een afstand van 25 meter tussen twee sportvissers zou er ruim te zijn voor 81.740 op een vis dag. De capaciteit blijkt dus ruim voldoende te zijn, zo stelt de nota. Toch zijn hier wel een paar kanttekeningen bij te maken. Zo wordt er gemakshalve maar even van uitgegaan dat de sportvisser de enige water- recreant is. Voorbijgegaan wordt aan het feit dat van het water ook nog gebruik ge maakt wordt door zeilers, windsurfers en waterskiërs Eén waterskiër kan bijvoor beeld een hele oever voor een hengelaar ongeschikt maken. En dan laten we ook de be roepsvaart en de overige re creatievaart nog even buiten beschouwing. De werkelijk beschikbare ruimte zal dus veel geringer zijn. Belangwekkende cijfers in de nota zijn die welke een licht werpen op de vraag hoe het komt dat bepaalde oevers niet geschikt zijn voor de sport visserij. Zo blijken belangrij ke hinderpalen te zijn: het looprecht, het niet hebben van het visrecht en de ontslui ting van het viswater. Op dat laatste punt is er bijvoorbeeld een belangrijke taak voor de provincie weggelegd: name lijk het zich beijveren voor een betere toegankelijkheid van het viswater. Verdeling Bovendien signaleert de nota dat het viswater onevenredig over de provincie verdeeld is. Voor sommige gemeenten ligt het dichtstbijzijnde vis water op een afstand van 25 kilometer. Vooral voor de minder mobiele sportvisser (bijvoorbeeld de invalide, en in vele gevallen ook de jeug dige en de bejaarde henge laar) kan dat een grote be lemmering vormen. De Zuidhollandse sportvis sersnota geeft ook cijfers over de visserij per boot in het bin nenwater. Zo blijkt er voor deze categorie in de provincie ongeveer 12.500 hectare ge schikt te zijn. Voor de ver schillende plassen en meren blijken de omstandigheden nogal te verschillen. Zo zijn voor de Nieuwkoopse Plas sen zo'n 300 roeiboten te huur bij een dozijn verhuurbedrij ven. Op de Kagerplassen daarentegen is de "spoeling" voor de hengelaars die zijn aangewezen op een huurroei- boot veel dunner. Er zijn 5 verhuurbedrijven in directe omgeving met in totaal 80 verhuurboten. Voor de Wijde Aa zijn er drie verhuurbedrij ven met 34 roeiboten, voor het Braassemermeer inclusief Paddegat 50 verhuurboten en voor de Vlietlanden inclusief de Meerburgerwatering 60 visboten te huur. Voor het Langeraarse Plassengebied geeft de nota een aantal van vier verhuurbedrijven met in totaal ongeveer 60 roeiboten. In de periode 1977-1978 werd door de directie van de Visse rijen een bootenquète gehou den. Daaruit bleek dat er nog al wat sportvissers zijn die een trailerhelling willen of een ligplaats voor hun vis- boot. Met name werd daarbij de omgeving van Alphen aan den Rijn en Woerden ge noemd. Overigens wordi in de nota geconstateerd dat op dit punt nadere onderzoekin gen gedaan moeten woiden. Tot slot nog één cijfer eind 1978 waren er in Zuid-Holland 73 hengelsportverenigingen die aangesloten waren bij een landelijke overkoepelende organisatie. Het totale leden tal bedroeg bijna 60.000.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 21