Henk Jukkema aaat
met de Victoria
solo over oceaan
sod
„„MtfDdfe pMlf Iftf
EXTRA
Door Herman van Amsterdam
ATERDAG 7 JULI 1979
PAGINA 17
treft als recordjaar. Toen verscheen de
Fransman Alain Colas in Plymouth aan de
start met de 72 meter lange "Club Mediter-
rannee". Dat viel erg slecht.
Alhoewel, met zo'n reuzejacht hoeft succes
nog niet verzekerd te zijn. De lengte kan
ook wel eens in het nadeel werken, onder
vond Colas. Omdat hij tijdens de race in
moeilijkheden raakte was hij gedwongen
op New Foundland een kleine haven bin
nen te zeilen. Toen hij er echter met het
bakbeest weer uit probeerde te komen luk
te hem dat onmogelijk in zijn eentje en
moest hij wel mensen aan boord nemen.
Daarmee handelde hij in strijd met het
wedstrijdreglement en kreeg prompt
tweeënhalve strafdag.
De organisator van de race, de Royal Western
Yacht Club, heeft besloten dit keer paal en
perk te stellen aan de afmetingen. De deel
nemende jachten worden in drie klassen
onderverdeeld. Die tot 32 voet (9,5 meter),
tot 44 voet en tenslotte de grootste klasse
met een maximale lengte van 56 voet.
Het besluit is mede genomen onder druk van
de IMCO, de maritieme organisatie van de
VN. Want in feite druist de race in tegen de
bestaande scheepvaartregelementen, die
onder meer bepalen dat aan boord van
schepen 24 uur per dag uitkijk moet zijn.
Tijdens solo-tochten over de oceaan, met
slechts één man of vrouw aan boord (er
hebben er twee ingeschreven) kan dat on
mogelijk.
Twee uur
Henk Jukkema (hij komt op de oceaan dage
lijks wel aan zijn slaap, alleen zorgt hij er
voor elke keer niet meer dan twee uur aan
één stuk onder de wol te gaan) vindt dat de
IMCO overdrijft door te stellen dat solo
zeilers het scheepvaartverkeer in gevaar
brengen. "Er is een onderzoek hoe groot de
kans op een aanvaring is", zegt hij, "die was
één op een miljoen, mede omdat wij zoveel
mogelijk de scheepvaartroutes vermijden.
Dus waar maakt men zich eigenlijk druk
over?".
De transatlantische oversteek wordt een race
tegen de klok, waarin de deelnemers niet
alleen zullen zijn overgeleverd aan de weer
goden maar ook aan de eenzaamheid. "De
vorige keer is het mij met die eenzaamheid
enorm meegevallen", zegt Jukkema". Ik
voelde mij veel meer lichamelijk op de
proef gesteld dan geestelijk. Toen ik in '76
in Newport arriveerde was ik ontzettend
relaxed en verbaasde ik mij er over dat
mensen zich overal zo druk over maakten".
"Ik geloof niet dat de eenzaamheid mij ook
maar een moment parten heeft gespeeld.
Misschien ook vanwege de instelling
waarmee ik aan de race begon. Ik vond het
toen juist heerlijk een tijdje mezelf te kun
nen zijn op zee. En zo denk ik er momenteel
weer over. Het is een soort oerbeleving. Al
leen moetje aan boord wel zorgen voor wat
afleiding. Daarom neem ik de nodige boe
ken mee. En ik fotografeer graag. Er is veel
te zien in het water rond je jacht. De vissen
die er zwemmen, de kleur van het water,
planten, misschien wel de troep die er in
rond drijft. En de zonsondergangen en wol
kenpartijen kunnen ook prachtig zijn".
De reis van Jukkema zal ook dit keer een we
tenschappelijk tintje dragen. Verzamelde
hij in 1976 onderweg gegevens over dolfij
nen, dit keer heeft de hogere landbouw
school in Wageningen een beroep op hem
gedaan. Men wil iets meer te weten komen
over het voedingspatroon van mensen die
onder moeilijke omstandigheden prestaties
moeten leveren.
En dat het moeilijk gaat worden staat voor
hem vast. Jukkema; "De begindagen zullen
vermoedelijk het zwaarst zijn. Vlak na En
geland ligt voor mij het kritieke punt van de
reis. Dan kom ik ten westen langs de Golf
van Biskaje. En daar is het gegarandeerd
grijs weer met veel wind. Ik heb tenminste
nog nooit anders getroffen. En ik ben er al
heel wat keren langs geweest".
Zeeziek
"Halverwege de race zou ik zulke omstandig
heden niet erg vinden. Want dan ben je met
je jacht al helemaal ingeslingerd. Bij de Golf
van Biskaje echter nog niet. Dus hou ik er
maar rekening mee op dat punt flink zee
ziek te worden. Maar heb ik dat eenmaal
achter de rug dan hoef ik weinig meer te
vrezen. Hoewel, onbewust heb je toch be
paalde angsten tijdens zo'n tocht. Er dreigt
bijvoorbeeld steeds het gevaar van een aan
varing met een groot stuk wrakhout. En dan
kun je de rest van de race meestal ook wel
vergeten".
Conditioneel is Jukkema in prima vorm.
Laafde zijn gestel met fietsen, volleybal, ta
feltennis en "een beetje gezond leven". "Er
zullen zich op die oceaan periodes voor
doen", zegt hij, "waarin ik lichamelijk erg
op de proef zal worden gesteld. Dan is het
zaak daarna toch weer wat kracht in reserve
te hebben. Daarom is een goede conditie
onontbeerlijk".
Mocht om de een of andere reden de zeilmara-
thon hem te veel worden of krijgt hij met
grote pech te kampen dan kan de grafisch
ontwerper (hij wil er een gewoonte van ma
ken elke vier jaar voor een maand of wat het
ruime sop te kiezen) de zegel van zijn
schroefas verbreken en op motorkracht
overschakelen.
Zijn verloofde Kim zal op haar manier een
steentje bijdragen om voor hem de tocht
goed dragelijk te maken. Als Henk Jukke
ma in juni 1980 voor de tweede maal in de
slag gaat met de Atlantische Oceaan liggen
aan boord van de Victoria een aantal pakjes
op hem te wachten waarvan hij er om de
zoveel dagen een open mag maken. Hij zal
er ook bandjes van een cassette-recorder in
treffen waarop ze hem op zijn eenzame
tocht moed inspreekt.
Een Atlantische oversteek van ongeveer 3000 zeemijlen, die be
paald niet zonder riciso's is. Dat bewijzen wel de voorgaande
edities van deze 4-jaarlijkse solo-krachttoer. En met name de
laatste, die van 1976. Van de 125 deelnemers die toen van start
gingen bereikten er uiteindelijk maar 75 de eindstreep op tijd, dat
wil zeggen binnen de vastgestelde limiet van 50 dagen.
Veel moesten voortijdig afhaken vanwege averij, problemen met
apparatuur en tuigage of door opgelopen lichamelijk letsel. Voor
drie deelnemers liep het avontuur nog slechter af; hun boot zonk
op de oceaan. Wel werden de schippers gered, al was dat bij de
Zwitser Pierre Fehlmann maar op het nippertje. Er waren ook
twee doden te betreuren. De Canadees Mike Flanagan, wiens
boot leeg op de oceaan werd terug gevonden en de Brit Mike
McMullen, van wie ook wordt verondersteld dat hij is verdron
ken. Er heeft bovendien lange tijd onzekerheid bestaan over het
lot van vier andere deelnemers die lang na de sluitingsdatum van
het evenement niet binnen waren.
Portie angst
Ook Henk Jukkema was in 1976 van de partij. Speelde toen welis
waar geen vooraanstaande rol. Eindigde op een 43e plaats. Kreeg
op de oceaan ook zijn portie angst. Met name de keer dat op een
bijna windstille dag een walvis met zijn jacht dreigde te gaan
spelevaren.
De 32-jarige Jukkema, grafisch ontwerper en tekstschrijver, heeft
van de Alkmaarse jachtwerf-eigenaar Vader de beschikking ge
kregen over een 9,5 meter lang zeewaardig zeiljacht dat vrijwel
standaard is uitgevoerd. Op een enkele versterking in het voor
schip na en de stagen voor en achter die een millimeter dikker
zijn uitgevoerd dan normaal.
De Victoria 939 is voorzien van een zelfstuurinrichting, die tijdens
de solo-oversteek naar verwachting de schipper zo'n tachtig pro
cent van het stuurwerk uit handen zal nemen. Via de radioappa
ratuur die hij aan boord heeft zal Henk Jukkema vanaf de oceaan
regelmatig verslag doen van zijn bevindingen. Bovendien ver
schijnt van zijn hand, vanaf augustus dit jaar, in deze krant een
serie artikelen over zijn voorbereidingen voor de 3000 mijlstocht.
Direct na de tewaterlating heeft de boomlange Enschedeër Alk
maar achter zich gelaten en is hij gaan testvaren op het IJssel-
meer. Gisteren is hij, met aan boord zijn verloofde Kim en een
vriend, vertrokken voor een oversteek naar Ierland.
Om zich namelijk voor de transatlantische ra
ce te kunnen kwalificeren moet hij er met
zijn wedstrijdjacht tenminste 1500 zeemij
len op hebben zitten, waarvan 1000 met
bemanning en 500 zonder. Aan die 500 be
gint hij zodra hij in Ierland is gearriveerd.
Van daaruit zeilt hij dan 250 mijl richting
Amerika en weer terug. Na die vuurdoop
zoekt hij voorlopig weer de Hollandse wate
ren op.
Voor de race, waarvoor uit de zeilwereld
enorm veel belangstelling bestaat, hebben
dit keer 110 deelnemers ingeschreven, on
der wie acht Nederlanders. Onder hen be
vindt zich Gerard Dijkstra, die in zijn klasse
tot de kanshebbers moet worden gerekend.
In 1976 zat het hem zwaar tegen. Vlak na de
start al kreeg Dijkstra problemen met de
mast en zat er voor hem niets anders op dan
spoorslags terug te zeilen naar het punt van
vertrek Plymouth. Pas weken later, de con
currentie had er toen al 25 zeildagen opzit
ten, kon hij zijn tweede start' maken. Toch
lukte het hem nog binnen de vijftig dagen
(gerekend van het tijdstip van de eerste
start) in Newport binnen te lopen. Zonder
de tegenslag van de mast zou hij, op papier
althans, tot de drie snelsten hebben be
hoord.
Kansen
Hoe liggen de kansen van Henk Jukkema dit
keer? "Ik moet het nu binnen de veertig
dagen kunnen halen", zegt hij. "Maar dat is
een voorspelling uit de losse pols. Er zijn
maar weinig zekerheden tijdens zo'n solo
race. Ik weet bijvoorbeeld nu al wel dat ik
bijna het hele eind de stroom tegen heb.
Maar daarentegen is er bijvoorbeeld weer
helemaal geen peil te trekken op de wind.
De vorige keer heb ik het een week zonder
één zuchtje moeten doen. En dan schiet je
geen steek op, ook al zijn de voorbereidin
gen nog zo goed geweest. Het moet je dus
mee zitten".
"Maar dat niet alleen. Het gaat er ook om hoe
ver je durft te gaan met de belading van het
schip. Ik zou bijvoorbeeld een gigantische
hoeveelheid voedsel en water mee aan
boord kunnen nemen om er in elk geval
zeker van te zijn dat ik op de oceaan niets te
kort kom. Durf ik het daarentegen aan om
slechts een geringe hoeveelheid in te slaan
dan neem ik weliswaar de gok om bij tegen
slag zonder te komen zitten maar zit de
tocht mee dan win ik met het lichtere schip
op de concurrentie wel een kwart mijl per
uur. Het is maar net waar je voor kiest".
Jukkema's leefvoorraad zal naast water be
staan uit gedroogde en verse groenten en
het nodige in blik. Bovendien neemt hij
zaad mee aan boord om daar zonodig tuin
bes- of taugé-achtig voedsel van te laten
groeien. "Het eten dat mee aan boord gaat
moet niet alleen gezond zijn maar vooral
ook lekker", zegt de solo-zeiler. "Speciaal
de eerste dagen van de race zit het er dik in
dat mijn maag moeilijk gaat doen. Dan is
het zaak om dingen te eten die je niet met
heug en meug naar binnen hoeft te werken.
Goed eten is erg belangrijk tijdens zo'n
tocht. Ik ben dan ook niet van plan mezelf
een crisispotje te gaan voorzetten".
Kritiek
Sinds de laatste gehouden race in 1976 heeft
de door de Engelse krant Observer gespon
sorde zéil-krachtmeting, bloot gestaan aan
veel kritiek. Met name waar het ging om de
afmetingen van deelnemende jachten. Daar
zijn nooit limieten aan gesteld. Geheel in
dachtig de visie op dit punt van de initia
tiefnemer van deze race, de Engelse kolonel
H.G. "Blondie" Hasler, die vond dat het
reglement zo min mogelijk belemmerende
bepalingen zou moeten bevatten.
Het gevolg is wel geweest dat sinds de eerste
krachtmeting in 1960 (gewonnen door Sir
Francis Chichester met de twaalf meter
lange Gipsy Moth III) de jachten groter en
groter zijn geworden. Met 1976 wat dat be
ALKMAAR - De noordwes
ten wind verspreidde even
een sterke champagnegeur
over de scheepswerf Victoria
in Alkmaar, nadat vlak
daarvoor op de kiel van het
gelijknamige plezierjacht
een fles van het geestrijke
vocht uiteen was gespat. Het
"behouden vaart" klonk dit
keer niet als een holle phrase
maar kwam gemeend over
de lippen van de jonge
vrouw die met vaste hand de
fles wierp. Haar verloofde,
Henk Jukkema uit Ensche
de, heeft zich aangemeld om
juni volgend jaar met de
Victoria aan de start te ver
schijnen van de Singlehan-
ded Transatlantic Race, een
gewaagde en inmiddels ook
omstreden solo-zeiltocht van
het Zuidengelse Plymouth
naar Newport aan de Ame
rikaanse oostkust.
De botenmarkt in Nederland
vertoont op dit moment op
vallende gelijkenissen met
de markt in woonhuizen.
Voor beide is de laatste tijd
in versterkte mate gaan gel
den dat eigenaars pas tot
aanschaf van iets nieuws of
anders over gaan als men de
zekerheid heeft het oude
kwijt te kunnen. In de mees
te gevallen echter kan men
er bij lange na niet de prijs
voor maken die men in ge
dachten had.
De tijd lijkt definitief voorbij
dat iemand zijn nieuwe boot
na een paar jaar gebruik met
een forse winst kon verko
pen. Nu moet eerder reke
ning worden gehouden met
een fikse jaarlijkse afschrij
ving. Mede vanwege het feit
dat banken ook lang niet
meer zo scheutig zijn met het
verstrekken van hypotheken
is er momenteel nauwelijks
sprake van enige doorstro
ming. Het aanbod van twee
dehands scheepjes rijst dan
ook de pan uit.
Die situatie drukt momenteel
zwaar op de jachtbouw in
Nederland. Met name de
verkopers van gebruikte bo
ten hebben het zwaar te ver
duren. Er zijn al de nodige
bedrijven failliet gegaan en
andere hebben personeel
naar huis moeten sturen. Op
de jachtwerf Victoria in
Alkmaar, waar de boot van
Henk Jukkema werd ver
vaardigd, is de situatie al net
zo. Directeur Vader heeft de
helft van zijn vijftig perso
neelsleden moeten ontslaan.
"De mensen zijn een stuk te
rughoudender geworden",
zegt hij. "Een paar jaar terug
nog liepen kopers hier af en
aan. Boten gingen weg als
warme broodjes maar nu ligt
de markt opeens stil. En er
gens wel te begrijpen ook. Er
Jachtwerf directeur Vader
is nauwelijks meer sprake
van inkomensgroei, de ener
giecrisis heeft zich in ver
sterkte mate aangediend en
zaken als vaarbelasting en
de aangekondigde registra
tie van vaartuigen, tempe
ren het enthousiasme om te
kopen. Er zit duidelijk de
klad in".
Volgens Vader spreekt ook
mee het grote tekort aan lig
plaatsen in Nederland. "Ik
krijg hier mensen op de werf
die wel een boot willen ko
pen maar er dan wel een lig
plaats bij verlangen", zegt
hij. "Dat is een gevaarlijke
ontwikkeling als jachtbou
wers zich ook op dat terrein
gaan begeven. Die ligplaat
sen moeten voornamelijk in
handen zijn van stichtingen
of de overheid maar niet van
jachtbouwers want dan zijn
er straks alleen nog maar
plaatsen te koop voor men
sen die erg goed bij kas zit
ten. De kleine man, die jaren
heeft geploeterd om zijn
jachtje bij elkaar te sparen,
wordt dan de dupe want hij
heeft geen geld om ook nog
eens een dure ligplaats te
bekostigen. CRM zal er m.i.
op toe moeten gaan zien dat
jachthavenbeheerders geen
misbruik van de huidige si
tuatie gaan maken".
Volgens Vader zal het tij nog
wel keren. "Maar eerst", zegt
hij, "zal er nog een aantal,
vooral jongere jachtwerven,
het veld moeten ruimen. En
voor die het hoofd boven wa
ter houden is het zaak het ac
cent meer te gaan leggen op
het leveren van een betere
kwaliteit. Ze zullen meer
aan de weg moeten timme
ren".
Dat is ook de reden dat Vader
een van zijn boten beschik
baar heeft gesteld aan de so
lo-zeiler Jukkema. "Vroeger
had ik dergelijke stunts niet
nodig", zegt hij.