„Goed minderheidsbeleid moet er nu komen" deTijd HP Rapport vooroordelen jegens culturele minderheden ITT lil Wj mj|nn 23 L/in Antropoloog Rinus Penninx ELSEVEERS DONDERDAG 14 JUNI 1979 DEN HAAG GPD- Er is nog maar weinig bekend over de kinderen van de minder heidsgroepen in ons land, de zogenaamde Tweede Genera tie, en over de betrekkingen tussen minderheden en de Ne derlandse samenleving. On derzoek hiernaar moet zo snel mogelijk worden gestart. Dit staat in een rapport van de Adviescommissie Onderzoek Culturele Minderheden ACOMdat dinsdagmiddag is aangeboden aan minister Gardeniers (CRM). De com missie, onder voorzitterschap van prof. A J.F. Kobben,werd bijna een jaar geleden geïn stalleerd en heeft als eerste taak een opzet te maken voor een onderzoekprogramma naar de positie van culturele minderheden in ons land. Deze opzet staat in het rapport Advies onderzoek minder heden", waarin een groot aantal aanbevelingen voor onderzoek wordt gedaan. Omdat deze aanbevelingen zich ook op het werkterrein van andere ministeries bewe gen, is de minister van CRM verzocht het werkstuk aan haar collega's voor te leg gen. Nederland is feitelijk een im migratieland geworden"Met deze vaststelling begint het ACOM-rapport. Het over heidsbeleid inzake de min derheidsgroepen krijgt een veeg uit de pan als wordt ge constateerd dat „een duide lijke opvatting over de ge wenste positie van minderhe den heeft ontbroken" De coördinatie tussen de minis teries, die elk op hun eigen ter rein worden geconfronteerd met de effecten van immigra tie, laat dikwijls te wensen over. Soms zijn zelfs tegen strijdige beleidsmaatregelen genomen, zo schrijft het rap port. De huidige gang van zaken, waarbij van een duidelijk beleid voor de minderheids groepen geen sprake is, levert voor de toekomstige positie van de minderheden een wei nig rooskleurig beeld op. Er zijn ontwikkelingen in de maatschappij gaande die sterk negatief voor deze groe pen werken. Zo schrijft de ACOM: ,JSr zijn aanwijzingen dat, met de toenemende omvang van de minderheidsgroeperingen en met het scherper worden van de maatschappelijke selectie processen in het algemeen, vooroordeel en discriminatie jegens de minderheden in Ne derland op grotere schaal op treden. De sombere sociaal- economische vooruitzichten in Nederland doen het ergste vrezen voor de werkgelegen heid voor de minderhe den". Door deze en andere oorzaken dreigt er een „etnisch subpro- letariaat" te ontstaan, met alle spanningen die daaruit kunnen voortvloeien tussen minderheden en de ontvan gende samenlevingaldus de ACOM. Wil men dit proces ke ren, dan is in de eerste plaats een goed inzicht nodig, zodat ,jop strategische punten pas sende beleidsmaatregelen kunnen worden genomen". Dat versterkt alleen maar de noodzaak van onderzoek, al dus het rapport. Al die onderzoeken gaan „een veelvoud kosten van hetgeen tot dusverre in Nederland is besteed aan onderzoek naar de positie van minderheden" beseft de groep. Maar dit geld moet er komenin de verwach ting dat hier de kost voor de baat uitgaat. Afgezien van het geldelijke probleem is er, aldus het rap port, nog de moeiljkheid dat ons land over maar weinig gekwalificeerde onderzoekers beschikt die iets van de min derhedenproblematiek afwe ten. Het zal dus onvermijde lijk zijn dat met het doen van de tientallen onderzoeken die de ACOM voorstelt, veel tijd heengaat. De aard van het rapport brengt met zich mee, dat het vooral vragen opwerpt over, en wei nig antwoordengeeft op de groeiende problemen rond de minderheden. Voorzichtig wordt wel retourmigratie ais mogelijke oplossing ge noemd. Weliswaar moet men ervan uit gaan aat de meeste migran ten in ons land permanent hier zullen blijven, maar dat hoeft het bevorderen van re tourmigratie niet uit te slui ten. Daarbij zijn de sociaal- economische en politieke ont wikkelingen in de landen van herkomst ven belang. Hierover zegt het rapport: ,f)e Nederlandse oterheid zou zich, voor zover dat in haar vermogen ligt, erop kunnen toeleggen een bijdrage te leve ren aan de. verbetering daar van. Tegelijkertijd zou zij er- voorzorg kunnen dragen, bij voorbeeld via scholingdat de kwaliteiten van hen die wen sen terug te keren worden af gestemd op de behoeften in hun land van herkomst". DEN HAAG (GPD) - „In Rotterdam heb je kleine groepen Surinaamse jongeren die nergens aan de bak komen. Het zijn jongens die Nederland zien als het land dat hun land heeft gekoloniseerd. Dat historisch besef leeft sterk in hen. Die jongens zijn hier gekomen, merkten dat er be paalde vooroordelen tegen hen bestaan, en zijn daar ver volgens naar gaan handelen". „Vergelijkbare tendensen zie je in bepaalde gebieden bij Molukse jongeren. Gelukkig gaat het in beide gevallen om heel kleine groepen, maar je kan het wel als een teken zien". Aldus de antropoloog Rinus Penninx, schrijver van de studie „Naar een algemeen etnisch minderhedenbe leid?". Rinus Penninx is antropoloog. Hij werkt op het ministerie van CRM, op de stafafdeling beleidsvoorbereiding. Daar zit hij op het bureau sociaal onderzoek en is hij speciaal belast met onderzoek binnen de groep minderheden. Penninx is de opsteller van de studie „Naar een algemeen minderhedenbleid?", waar in de sociale positie van de Surinamers, Antillianen, Molukkers en gastarbeiders in ons land wordt geanaly seerd. Ook het beleid dat de overheid inzake deze min derheidsgroepen voert, is dour hem in een kritisch daglicht gesteld. Zijn conclusie is, dat het hard nodig is dat er een algemeen minderhedenbeleid wordt gevoerd. Deze conclusie werd overgenomen door het gezagrijke adviescollege de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Deze raad pleit in het rapport „Etnische minder heden" voor een omslag in het minderhedenbeleid, en doet daarbij vérgaande voorstellen. Deze voorstellen zullen bin nenkort in de ministerraad worden besproken. Deze studie stond aan de basis van het rapport „Etnische minderhe den" van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), één van de belangrijkste adviescolleges van de regering. Dat rapport is onlangs aan de re gering aangeboden. Wij citeren uit het rapport „Een systematische achterstelling en daarmee gepaard gaande isole ring kan leiden tot een versterkt etnisch of groepsbewustzijn, dat zich tegen de omringende sa menleving zou kunnen richten. Daaruit voortvloeiende conflic ten kunnen meerderheid en min derheid grote en langdurige schade berokkenen" De groepjes Surinaamse en Moluk se jongeren waar Penninx over spreekt, zou men als eerste sig nalen van een dergelijk agressief groepsbewustzijn mogen zien. Penninx vindt dat de Nederland se samenleving zich niet kan ver oorloven de minderheden blij vend buitenspel te laten. Funest ,Het leidt tot funeste ontwikkelin gen als je een groep systematisch minder kansen geeft. De minder heden - en zeker hun kinderen, de tweede generatie - gaan op hun rechten staan. Heeft dat geen resultaten, dan gaat men als groep optreden" De studie van Penninx* en het WRR-rapport pleiten voor een minderhedenbeleid dat de be staande achterstand wegwerkt, en de Nederlandse samenleving rijp maakt voor de gedachte dat ons land een multiraciale sa menleving is geworden, een sa menleving dus, waarin mensen uit zeer verschillende culturen blijvend naast elkaar leven. Het invoeren van een dergelijk be leid gaat geld kosten, maar dat is dan ook goed besteed. Penninx; „Er moet rekening mee worden gehouden dat, als je het niet doet de maatschappelijke kosten in de toekomst wel eens veel hoger zouden kunnen uitvallen dan de kosten die je maakt als je op dit moment een goed beleid in voert". Hij vult aan: „Het gaat niet alleen om de dreiging in de toekomst. Dat geld moet er gewoon komen, want de achterstand voor de minderheidsgroepen moet wor den opgeheven. Deze achter stand valt nu eenmaal niet te rij men met de gedachte van waaruit onze maatschappij wordt be stuurd. Valt niet te rijmen met „democratie" en met „recht voor iedereen". Het aspect uit het WRR-rapport, dat de meeste aandacht heeft ge kregen, is dat wordt gepleit voor beperking van immigratie. Dit, omdat het nu al zo moeilijk is tot een rechtvaardig minderheden beleid te komen. Met nog meer mensen binnen de landsgrenzen zou zo'n beleid helemaal geen kans hebben. Het doet wat merkwaardig aan, dat de WRR voor deze inperking pleit. Immers: men stelt tegelijk dat gezinshereniging onverlet moet blijven, en dat de komst van grote groepen Antillianen niet kan worden tegengehouden. Verder staat de immigratie van werknemers uit landen rond de Middellandse Zee al jarenlang stil. Overbodig Zyn de WRR-opmerkingen over immigratie dus niet wat overbo dig? Penninx vindt van niet. „Je kan je voorstellen dat er een situatie ont staat dat onze economie toch weer mensen nodig heeft uit de Mediterrane landen, ook bij een grote werkloosheid hier. Als we nu weer grote groepen zouden toelaten, dan gooi je je eigen rui ten in. Het zou een desastreuze, onmenselijke ontwikkeling zijn, zowel voor de minderheden als voor de anderen". De aandacht die het gedeelte over immigratie in het WRR-rapport kreeg, heeft hem niettemin ver baasd. „Het gaat maar om een onderdeeltje. De WRR zegt in fei te: kijk uit met die immigratie, want anders komt er nooit een goed minderhedenbeleid tot stand. Maar dat beleid, daar gaat het om" „Belangrijk vind ik de vaststelling daf er groepen in ons land zyn gekomen, die een eigen cultuur willen koesteren. Het rapport zegt, dat ons land een vraagteken achter de eigen zelfgenoegzaam heid moet zetten. Er zyn grote groepen mensen binnengeko men, die geen deel hadden aan de ontwikkeling van onze cultuur. Den kan je zeggen: die moeten zich dan maar aan ons aanpassen. Het WRR-rapport - en dat v;nd ik van grote waarde - zegt nee. we moeten streven naar wederzijdse aanpassing, we moeten elkaar veel meer vryheid lcten" De Nederlandse overheid is er in haar beleid ten aanzien van cultu rele minderheden altijd vanuit gegaan, dat deze mensen maar kort in ons land zouden blijven. Die gedachte is onjuist gebleken. Penninx: „En nu dus blijkt, dat ze hier blijven, moet je ook funda menteler zaken aan de orde gaan stellen" Fundamenteler zaken: het WRR- rapport constateert achterstand voor de minderheden bij bij voorbeeld onderwys, huisves ting, werk en in de wet. Hier lig gen taken voor de overheid weg gelegd. Maar er zyn meer organi saties, aldus Penninx, die zich wel wat meer aan de minder heidsgroeperingen gelegen zou den kunnen laten liggen. Eigen graf De vakbonden bijvoorbeeld. Pen ninx: „Vakbonden zijn organisa ties by uitstek die hun eigen graf graven als ze deze groepen links laten liggen, wat ze tot dusver op grote schaal hebben gedaan. Als de bonden immers greep willen houden op het economische ge beuren, dan kunnen ze helemaal niet voorby aan de grote groepen buitenlanders die hier werken. Er zijn nu al sectoren die bijna uit sluitend dankzij buitenlandse werknemers draaien" En, de buitenlanders zullen naar verhouding een steeds groter deel gaan uitmaken van de arbei dende bevolking. Penninx laat in dat verband een paar interessan te getallen zien. Er werken op dit moment 220.000 mensen uit Middellandse-Zee- landen hier. Het gaat om over het algemeen jonge mensen en het gaat bovendien om een groep waarbinnen het aantal geboorten hoog ligt. In 1971 werden ruim 3000 kinderen van gastarbeiders hier geboren, in 1977 waren dat er al ruim 7000. Penninx. „En dat is een ontwikke ling die zich gaat doorzetten. Door geboorten alleen al gaat die groep met 8000 per jaar toene men. Je kan er vanuit gaan dat de buitenlandse bevolkingsgroep zeker de eerstkomende 20 jaar sterk gaat toenemen, waartegen over staat dat de Nederlandse au tochtone bevolking vrijwel niet meer groeit". Het percentage buitenlanders in ons land zal dus nog stygen. Dat percentage ligt nu op 3,5. Pen ninx: „En dat is vry laag. Verge lijk dat maar eens met Frankrijk, Engeland of West-Duitsland. In Berlijn ben ik in wyken geweest met zóveel Turken, dat je je in Is- tanboel waande". Het stygende percentage illustreert de noodzaak van een beleid dat de achterstand opheft. De WRR heeft in zijn rapport een aantal aanbevelingen gedaan die nogal vérstrekkend zijn. Kiesrecht by- voorbeeld, of „omgekeerde dis criminatie" waar de raad pleit voor voortrekken van buitenlan ders. We vragen ons af of die maatregelen wel politiek haalbaar zijn. Hier over zegt Penninx: „Naar politie ke haalbaarheid heeft de WRR niet zo gekeken, en daar ben ik bly om. De politici zullen wel zelf moeten beseffen hoe nodig een cultureel beleid is. Doen ze dan niet, dan sluiten ze de ogen voor een stukje maatschappelijke rea liteit, en dan is dat voor hun ver antwoordelijkheid" Omdat nu nog geen sprake is van een minderhedenbeleid dat van één centrale filosofie uitgaat, verkeert dit beleid in een impasse. De gemeenten - die zo'n beleid hanaen en voeten zouden moeten geven - vinden nu eenmaal geen steun bij de rijksoverheid. En zo kryg je een situatie dat de ministeries zeggen: voor maatre gelen om achterstanden op te heffen moet u bij de gemeenten zijn.' Terwyl de gemeenten daar tegenover stellen; we weten niet waaraan we ons hebben te hou den, dus kunnen we ook mets doen. Penninx vindt dan ook: „Wat de ministeries moeten doen, is een visie presenteren. Vanuit de mi nisteries moeten ook de midde len komen om een goed beleid gestalte te geven. Dat beleid moet dan weer op gemeentelijk niveau terdege worden gecoördineerd. Je kan je bijvoorbeeld voorstel len dat er wethouders voor min derheden komen, die de coördi natie leiden" HENK DAM J, VRIJ NEDERLAND A "Wie heeft de lonen uit de hand la ten lopep? Ik niet! Hoe had ik moeten ingrijpen?" vraagt minis ter Albeda zich deze week in Vrij Nederland af. 'Ik praat niet over een loonmaatre gel, ik ben een van de weinigen in Nederland die er niet over spreekt", gaat hij vervolgens on verdroten verder. En uithalend tegen de FNV: "De FNV zal zich nooit neerleggen bij parlementsbeslissingen, zelfs niet wanneer 70 procent van het parlement uit PvdA-leden be staat". Vrij Nederland doet de eerste ont hullingen over Vorsters eigen rol in Muldergate, het naar minister Mulder genoemde informatie schandaal in Zuid-Afrika. Vol gens dit artikel liet de huidige premier van Rhodesië-Zimbab- we, bisschop Moezorewa, zich door de Zuid-afrikaanse regering omkopen om premier te worden. Het plan hiervoor zou in 1976 zijn bekokstoofd door Kissinger, de regering-Smith en die van Vor- ster. 'In die dagen moet het plan gebo ren zijn van een kleine kosmeti- sche ingreep, waarbij het regime een wat donkerder tint zou krij-( gen zonder dat dat de superiori-' teit van de blanken hoefde aan te tasten". Bibeb praat met de Ita liaanse schrijfster Maria Mac- ciocchi. een dag uit het leven van voetballer Erkens wordt be schreven, John Wayne wordt niet zo vriendelijk, maar wel reeel door Ab van Ieperen herdacht. Het kleurkatern is gewijd aan James Joyce. MAGAZINE Ook Elsevier borduurt na over het informatieschandaal in Zuid- Afrika. Dit in de vorm van een "exclusief' interview door Ferry Hoogendijk met voormalig staatssecretaris, nu voortvluchtig zondebok Eschel Rhoodie. Hoo gendijk zocht hem op in zijn schuilplaats en constateert dat Rhoodie nog steeds staat achter de enorme uitgaven die Zuid- Afrika heeft gedaan om het aan zien van dat land een betere 'kleur' te geven. Dat hij, na het doen van zijn ont hullingen, nu als een opgejaagd man over de wereld moet zwer ven, vindt Rhoodie niet zo leuk. Van Rosmalen juicht in Elsevier over de "doorbraak in Europa" De ruk naar rechts noemt hij een "algemene herbezinning" in West-Europa. "De socialisten hebben zich in hun verkiezingscampagne, samen met de gaullisten als de aartscon servatieven van Europa laten gelden. Hun stelling: liever geen Europa dan een niet-socialistisch Europa klonk niet alleen onde mocratisch, zij suggereerde te vens dat de moderne Europese ontwikkeling moest worden stopgezet en dat de klok moest worden teruggedraaid". "De socialistische conceptie dat economische recessie moet wor den bestreden met nóg meer geld uitgeven en nóg meer staatsin menging, met kunstmatigheden ook als staatssubsidies voor ster vende bedrijfstakken, werktijd verkorting, aftopping van de ho gere salarissen, de uitbreiding van de sociale uitkeringen en belastingverhoging - die con ceptie is bij de kiezers in ongena de gevallen", constateert Van Rosmalen triomfantelijk" Verder in EW een artikel over de Nederlandse staatsschuld, en het nieuwe, oude avontuur, dat auto vakantie heet. De Westduitse CSU-leider Franz Jozef Strauss heeft ooit gezegd dat het aantrekkelijker is in Alas ka een ananaskwekerij te begin nen dan in Duitsland het ambt van bondskanselier over te ne men. Inmiddels is hij van gedach ten veranderd. Hoe het joviale gebaar' van Strauss in zijn eigen straatje te pas komt legt Aly Knol uit in de Haagse Post. In dit blad signaleert Fred van Doorn de terugkeer van de Italiaanse film. De doorbraak kwam met "Una giornata parti- colare" van Ettore Scola. "Is de Italiaanse film eigenlijk ooit weggeweest", vraagt Van Doorn zich af. Italië is op Amerika na het grootste filmland. Er is de laatste jaren enorm veel aan Italiaanse films geproduceerd. Maar Ne derland had geen belangstelling. Nu weer wel. En er is voorraad genoeg. Voorjaren. Ook in HP een interview met voormalig EG-commissaris Mansholt over het wegblijven van de arbeiders bij de Europese verkiezingen. Het feuilleton van Walter Tauber over Nicaragua wordt vervolgd. HP signaleert tevens na het Watergate-schan- daal in de VS, het Muldergate- schandaal in Zuid-Afrika een derde schandaal: Het Mullergate- schandaal in Rhodesié: hoe Smith via de tevreden rokers aan zijn wapens komt. Een kleurrijk figuur in het Neder landse politieke leven was en is Marcus Bakker. Dat hij niet zo'n grappenmaker is bekent hij Ria Kuip. "Als er een grap van mij op de tv komt denkt de buitenwacht mis schien dat ik altijd zo ben, maar ik doe het alleen om af en toe de gortdroge saaiheid van mijn be toog te doorbreken" En over de CPN zegt hy: "We zijn zogezegd beïnvloedbaar. We zijn ook in de loop van de tijd vaak beïnvloed, want ook wij moeten soms toegeven dat we iets niet juist hadden getaxeerd". Ex-staatssecretaris Van Rooijen ziet echt wel in dat je de wegen belasting niet zonder meer kunt afschaffen. Zijn bezwaar tegen het huidige systeem is echter, dat het bezit van de auto wordt belast en niet het gebruik. "Wanneer je aan energiebesparing wilt doen. zul je het gebruik van de auto meer moeten belasten". En dat zou volgens hem kunnen door de accijns op benzine te verhogen. Dan betalen bromfietsers en ple- zieijachtbezitters ook mee aan het energieverbruik. hervormd nederland De Katwijkse leraar Jan Pronk wordt deze week door HN geïn terviewd over zijn idee van een combinatie van communistische en christelijke ideeën: Ik ben een fel tegenstander van indoctrina tie. De vraag naar de verenig baarheid is voor mij een heel gekke vraag. "Ik ben actief in de CPN en ik ben actief in kerkelijk werk. Nog nooit is de gedachte bij me opgekomen, of ik niet bij één van beide gillend behoorde weg te lopen" Cees Nooteboom, reizend schrijver en schrijvend reiziger, ligt vaak in de clinch met het verzonnen ver haal: "Ik sta met fictie op een heel gespannen voet". Vandaar dat hij zoveel reist, om ai- les in werkelijkheid te kunnen observeren: "Aangezien ik de wereld niet in huis had, heb ik de wereld opgezocht" Verder nog een studie van de Leid- se Indonesièwerkgroep: "Indie terug van weggeweest" ANNEMIEK RUYGROK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 21