„Angst kennen we a 7A(Mw®®(?(2l WOENSDAG 13 JUNI 1979 EXTRA PAGINA 11 UTRECHT - „Politie". Ik kyk in de loop van een pistool dat met twee handen is omklemd. De armen van de man in bur ger zijn gestrekt. Links, rechts, voor en achter; overal mannen met iets in hun han den. Ik heb geen tijd om ze te tellen. Wat ze in hun handen hebben, behalve dan de man die op een halve meter naast de auto staat, kan ik niet zo gauw onderschéiden. „Han den in je nek. Bukken. Lin kervoet naar buiten. Rechter voet eruit. Langzaam uitstap pen. Omdraaien". Een vent pakt m'n handen beet en legt ze op het dak van de auto. „Niet bewegen", zegt een ander. Krachtige handen betasten mijn lichaam. In de bewegingen van het fouille ren worden mijn armen ste vig, doch niet onnodig hard op de rug gedraaid. Een se conde later lig ik in de boeien. Einde oefening. Er zijn mis schien tien seconden voorbij gegaan vanaf het moment dat onze auto stilstond, de portie ren werden opengerukt en mijn chauffur en ik als weer loze aardappelzakken naast de auto liggen. Al had ik een wapen binnen handbereik gehad, ik zou geen kans heb ben gekregen het te pakken, laat staan er een gericht schot mee af te vuren. Geen schot Het Utrechtse arrestatieteam bestaat in de huidige vorm acht maanden. Het trad al en kele keren succesvol op. Er viel geen schot van de zijde van het team en de verdach ten hadden ze, op een na, bin nen een paar seconden in de tang. Wel hadden ze een paar keer de verkeerde te pakken, maar dat konden zij niet hel pen. Getuigenverklaringen en informaties uit het poli tiearchief waren dermate overtuigend dat een over rompelende aanhoudingstac tiek in de ogen van de korps leiding was gerechtvaar digd. Een paar weken geleden ging .het mis. Twee rechercheurs van het team gingen een kijkje nemen in het woonwa genkamp aan de Utrechtse Lage Weide. Een verkenning voor een arrestatie van een man van wie bekend is dat hij een pistool losjes in z'n zak draagt. Rechercheur Frits vertelt „We vroegen aan een vrouw op het kamp of we even mochten telefoneren. We zeiden dat we pech had den met onze auto. Terwijl de vrouw zegt dat er geen tefoon op het kamp is, kijk ik in de loop van een wapen en zie er vuur uitkomen. Een knal. We laten ons allebei in de modder vallen. En dan gebeurt er iets merkwaardigs met me. In een reflex ben je geneigd je pis tool te pakken en terug te vu ren. In plaats van het pistool, grijp ik m'n portofoon en sla alarm. M'n maat en ik kruipen van de weg en trekken ons te rug. We beseften maar al te goed dat terugschieten niet het juiste antwoord was. Een vuurgevecht tussen ons en de schutter zou tot een bloedbad hebben kunnen leiden. Er liepen overal kinderen en vrouwen. Bovendien was het pikdonker". De dader kregen ze niet te pak ken. Frits geeft toe dat het onbevredigende resultaat van de zoekactie naar de man wrok bij hem oproept. „We waren er toch bijna geweest", zegt hij. Voor mij zitten elf mannen. Ze willen best over hun werk en hun gevoelens tijdens en na afloop van een gevaarlijk karwei praten, maar geen namen en foto's van hen in de krant. Bovendien heeft hoofdinspecteur Willem Hoefsloot, commandant van het team, heel wat overre dingskracht moeten aanwen den om ze zo ver te krijgen. Het gesprek loopt in het begin nogal stroef. Na een kwartier is de kogel door de kerk. De openhartigheid van Frits werkt stimulerend. Motivering We praten over de keuze voor dergelijk gevaarlijk werk. De motiveringen liggen nogal verschillend. Voor de een is het 't sportieve karakter van het werk, de ander geeft toe worden uitgevoerd, dan staan de snelle jongens van het team vooraan. Hoefsloot hierover „Je moet beroepsdeformatie, afstom ping in het werk. zien te voor komen. De jongens mogen maximaal vijf jaar bij de groep blijven. Aan moeilijke aanhoudingen hebben we geen dagtaak". Het arrestatie team is, naast de bestaande wetten en voorschriften, ge bonden aan regels die door de korpsleiding zijn goedge keurd. Zo kan het team uit sluitend in overleg met de hoofdcommissaris of diens plaatsvervanger, de burge meester en de hoofdofficier van justitie, worden inge zet. Het „produkt" arrestatieteam heeft kinderziektes gekend. Trip: „We zijn wel eens mis bruikt. Het werkte arrestatie- schuwheid bij de surveillan cedienst in de hand. Bij het geringste vermoeden dat een aan te houden verdachte wel eens gewapend zou kunnen zijn, heten ze ons opdraven. Ik herken dat van vroeger, toen de politiehond zijn in trede deed. Er waren toen agenten die voor elk wisse wasje, zoals een opstootje, een hond meenamen. Er is een duidelijke omschrijving wanneer het team mag wor den ingezet. En daar houden we ons strikt aan". Een andere vorm van misbruik kwam uit de onderwereld. Hoefsloot: „Er werden tips verzonnen. De beroepsmis daad keek dan hoe je reageer de. Ook wanneer ze een hekel hadden aan een kerel uit ei gen kring, stuurden ze ons er op af. Maar zo gek zijn we niet meer. We checken nu alles nauwgezet af. Dat we toch wel eens in de maling worden ge nomen, is helaas niet te voor komen. Tijdgebrek om wer kelijk alles na te gaan, speelt daarbij een belangrijke rol". Respect dat het avontuur hem trekt en weer een ander legt uit dat het werken in teamverband hem aanspreekt. Voor allen geldt echter: het behoren tot een bijzondere groep specialisten in een moeilijk en gevaarlijk onderdeel van het politie werk. Ze spreken het niet openlijk uit, maar ze zijn ijdel en trots dat hun werk respect afdwingt; binnen het korps, maar ook in de onderwe reld. Angst. Brigadier Jan (groeps commandant over zes man) wil er wel iets over zeggen: „Angstgevoelens kennen we allemaal. En dat is maar goed ook. Een voorwaarde is ech ter je moet er binnen de groep over kunnen praten. Doe je dat niet, dan is dat ge vaarlijk voor jezelf en je colle ga's. Frustraties wekken spanningen op. Je komt er niet meer uit. Voordat je het weet, maak je levensgevaar lijke fouten". Het komt voor dat tijdens een actie angstgevoelens boven komen. Je durft eigenlijk niet meer voorop te lopen: „Geen probleem. Je maat gaat er ditmaal op af en jij dekt hem in de rug". Hoe denken de de re partners over het spe cialisme van hun man of vriend? „De vrouw groeit mee", zegt rechercheur Bert. „Als je vrouw of vriendin er niet achter staat kun, je dit werk niet doèn. Overigens staan onze vrouwen er weinig bij stil. Je gaat gewoon naar je werk, vinden ze. We vertellen wel veel over onze intensieve trainingen. Dat wekt ver trouwen, zo van: we zijn op alles voorbereid". Agressie Agressie. Een moeilijk onder werp. Welke kant wil ik ermee uit, vragen ze. Ze erkennen soms agressief te zijn. Niks bijzonders voor een mens, merk ik op. „Iemand met sa distische neigingen kunnen we niet gebruiken", zegt bri gadier Jan na een korte stilte. Hoofdinspecteur Willem, die de uitspraken van zijn men sen nauwlettend in de gaten houdt, valt bij en zegt: „Zelf beheersing is voor een poli tieman een eerste vereiste. Ook tijdens het moeilijke werk dat wij doen. In het be ginstadium van het operatio nele team zijn drie leden af- Door Taco Slagter gevallen. Een ervan drukte het hoofd van een verdachte, die geboeid op de grond lag, met zijn voet naar beneden. De man wilde iets tegen zijn vrouw zeggen. Hij wilde dat zijn dochtertje bij een fami lielid zou worden onderge bracht. We waren het er in het team allemaal over eens dat de betreffende rechercheur over de schreef ging". Brigadier Jan: „Onze agressie ve gevoelens kunnen we drie keer per week kwijt in de sportzaal. Daar kunnen ze zich op elkaar uitleven. En ik verzeker je dat het er vaak hard aan toe gaat. Ook onder linge ruzies worden daar op een sportieve manier be slecht". Toch zijn die aardige, sportief geklede arrestatiespecialis ten geen lieverdjes. Of, zoals Hoefsloot het typeert „Het zijn mensen van vlees en bloed. Beslist geen engelen. We gebruiken gepast geweld als er tegen ons geweld wordt aangewend. Geeft een ver dachte een van ons een klap, dan kan hij erop rekenen dat 'ie er een terug krijgt Ik vind dat een menselijke reactie. Men moet niet denken dat de politie een instituut is waar ongestraft tegenaan gemept kan worden". Vrijwillig Aan het gesprek met het arres tatieteam zelf ging een ge sprek met het hoofd van de justitiële dienst van de Utrechtse politie, commissa ris K Trip, vooraf. Hy en hoofdinspecteur Hoefsloot wilden eerst achter mijn be doelingen komen voordat er ook maar een glimp van het team zelf werd getoond. Zij zijn in overleg met de korps leiding verantwoordelijk voor de selectie. Er bestaat binnen het korps een open sollicitatieproce dure De aanmelding is vrijwillig. De eisen zijn streng. In een per soonlijk gesprek proberen zij de drijfveren van de sollici tant boven tafel te krijgen Geestelijke stabiliteit en een puike conditie zijn mini- vaarden. Daarnaast moet de kandidaat over dusdanige karakterei genschappen beschikken dat hij in teamverband kan wer ken. Verder zijn er algemene normen. De man moet uit muntend kunnen schieten met verschillende wapens. Zijn leeftijd mag niet hoger zijn dan 35 jaar, omdat er psy chisch en fysiek veel van hem wordt gevraagd. Super-agen ten van het*kaliber van Stars- ky en Hutch? Commissaris Trip: „Nee, maar wel mensen die voor hun taak berekend zijn. Het zyn geen killers. Het accent ligt veel meer op snel heid, lenigheid en het onge wapend gevecht". Willem Hoefsloot vindt dat het wapen een afschrikking moet zyn en niet direct gebruikt mag worden. Het optreden van het team valt en staat, volgens Hoefsloot, met „pa niekvastheid", die zich weer uit in een strenge vuurdisci- pline. Noodweer maakt ech ter op die regel een uitzonde ring. Bovendien menen Trip en Hoefsloot beiden dat als je het met je handen afkunt, je verplicht bent die te gebrui ken. Teamleden Het Utrechtse arrestatieteam telt 12 man. Een aantal team leden is 24 uur per dag paraat. In dringende gevallen zijn zes a zeven man binnen een half uur te mobiliseren. Eerder dan minister Wiegel was het Utrechtse politiekorps er al achter dat je het team naast z'n specialistische taak nor maal politiewerk moet laten doen. Voor Utrecht is dat as sisteren bij normale recher chewerkzaamheden. Het geen echter niet betekent dat de speciale vaardigheden tij dens dat werk onbenut blij ven. Moet een inval in een ge signaleerd heroinepand snel Het arrestatieteam heeft echter ook een gunstige invloed op de onderwereld... Volgens Hoefsloot ervaren de zware jongens „ons werk als een er kenning voor hun status". „Ze vinden ons professioneel en daar hebben ze respect voor. Soms belt zo'n zware jongen op met de medede ling: ik kom wel naar het bu reau. Spaar je de moeite me met zoveel tam-tam te halen. Zo'n vent wist dan dat we van plan waren een bezoekje bij hem af te leggen In tegenstelling tot de teams van de Rijkspolitie, die over automatische wapens be schikken, zyn de specialisten van de gemeentelijke korp sen aangewezen op het dienstpistool, model 1910. Het zit echter in de pen dat zy binnenkort ook met een nieuw wapen uitgerust zullen worden. Minister Wiegel wil dat overigens niet doen zon der daarby de gemeentebe sturen te betrekken. Maar ook nu al heeft de minister van binnenlandse zaken de be voegdheid de pistoolmitrail- leurs van de Rykspolitie te lenen en ze in „bijzondere ge vallen" in bruikleen te geven aan arrestatieteams van ge meentelijke politiekorp- Ecn weekblad suggereerde on langs dat Utrecht al Sig Sauers (automatische pisto len) in de kast heeft staan Al weer geheimzinnigheid? Commissaris Trip: ,»Die ver halen zyn verzonnen. We be schikken uitsluitend over de standaardwapens; pistool en karabijn. Wel hebben de teamleden met de door u ge noemde wapens geoefend. Mochten we morgen deze au tomatische wapens voor het team krygen, dan weet deze groep ermee om te gaan". Alle leden van het Utrechts ar restatieteam moeten nog vier jaar mee. Wanneer de vyf jaar erop zitten, gaan ze weer te rug naar de verschillende diensten binnen het korps Niemand denkt daar nog aan. Ze vinden het werk veel te leuk. Ze beschouwen zichzelf als een extra veiligheidsbuf fer voor hun collega's als er gevaarlijke verdachten moe ten worden overmeesterd. De brief van minister Wiegel (binnenlandse zaken) aan de Tweede Kamer, waarin hij meedeelde dat de politie korpsen van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Arn hem en Utrecht de beschik king krijgen over speciale arrestatieteams, heeft het karakter van een weerbe richt: een anderhalf jaar du rende hardnekkige mist die deze teams voor politici en burgers aan het oog onttrok, is opgelost. Bij Wiegels col lega De Ruiter (justitie) kwam het zonnetje eerder door. In een brief aan de Algemeen Inspecteur van het Korps der Rijkspolitie, vorige maand, stemde De Ruiter in met de oprichting van vijf groepen van elk zeven man ten be hoeve van arrestatiewerk zaamheden in de districten Groningen, Apeldoorn, Den Haag, Amsterdam en 's-Her- togenbosch. Over de omvang van de gemeentelijke teams werd in de brief van Wiegel niet gerept. De brieven van beide bewinds lieden zijn het gevolg van de druk die het parlement, de politievakorganisaties en de korpsleidingen van gemeen te- en rijkspolitie uitoefen den om nu eindelijk eens dat geheimzinnige gedoe rond arrestatieteams en hun spe ciale bewapening weg te nemen. Hoewel nu pas alles officieel bekend is, bestaan groepen speciaal getrainde politiemensen voor aanhou dingen van gewapende ver dachten al sinds de West- duitse Rote Armee Fraktion (RAF) haar terroristische aanslagen naar Nederland uitbreidde. Ook vóór die tijd was er al jaren gesleuteld op het departement van justitie om arrestatieteams van de grond te krijgen; zonder dat parlement en vakorganisa ties ervan afwisten. Het doodschieten van de Utrechtse politieman Arie Kranenburg door het RAF- lid Knut Folkerts heeft de zaak in een stroomversnel ling gebracht. Op vragen van kamerleden over de wild groei van arrstatieteams overal in den lande zei mi nister De Ruiter vorig jaar: „De teams moeten worden beschouwd als een passend antwoord van de politie op vormen van harde crimina liteit en terreur". Meer wilde hij toen niet zeggen; niets over de hardere arrestatie- technieken en geen woord over de aangeschafte auto matische precisiegeweren en pistoolmitrailleurs. Alras werd duidelijk dat de methoden en bewapening, zoals die bij de schietpartij in Breukelen en bij de aan houding van RAF-mensen in Amsterdam werden gede monstreerd, waren afgeke ken van de speciale West- duitse antiterreurgroepen. In het geval-Breukelen moest de minister van justi tie toegeven dat was afge weken van de bewapening waarmee alle politiemensen in Nederland volgens de nog steeds geldende wapenin structies zijn uitgerust. De Nederlandse Politie Bond (NPB) en politici maakten zich in toenemende mate zorgen over „de militarise ring van het politieappa raat". De minister ging door de knieën. Hij informeerde het parlement over de aan gekochte snelvuurwapens. De Ruiter voegde daar uit drukkelijk aan toe dat alleen met zijn toestemming het speciale wapentuig mag worden gevoerd. Maar er waren nog meer onduide lijkheden. Er lagen voorstel len bij justitie om de speciale eenheden niet alleen in te zetten bij schietgrage gang sters, maar ook te gebruiken voor „neventaken". De al bestaande arrestatie teams dreigden uit te groeien tot een soort oproer politie, in te zetten bij rellen en demonstraties. Boven dien dachten ze op het depar tement dat het wel handig zou zijn de speciale ge traindheid van deze politie mensen te benutten voor bewakingstaken van voor aanstaande personen. Body guards dus. De NPB en ver schillende korpschefs pro testeerden echter tegen een dergelijke uitbreiding van het takenpakket. .met kogelvrij vest en het gezicht beschermd door een masker Vorige maand kwamen Wiegel en De Ruiter tot overeen stemming met de politie vakorganisaties: de arresta tieteams van Rijks- en ge meentepolitie mogen alleen worden ingezet „als bij aan houding van een misdadiger verzet met vuurwapens dreigt en de „gewone" poli tie gezien de bewapening van de tegenstander niet te gen hem is opgewassen". Over de neventaken blijven de brieven van Wiegel en De Ruiter aan de politiebonden vaag. in omstandighe den waarin hun bijzondere vaardigheden naast de inzet van gewoon politiepersoneel is gewenst, kunnen de teams worden gebruikt". Een uitspraak van de Utrecht se hoofdcommissaris van po litie Van Doesburg in het Al gemeen Politieblad van maart was aanleiding voor ons om het Utrechtse arres tatieteam van naderbij te bekijken. Van Doesburg, zichzelf als voortrekker van openheid presenterend, vindt „dat er zo weinig mo gelijk geheimzinnigheid moet worden betracht" en dat in principe een oefening van het arrestatieteam door een journalist moet kunnen worden bijgewoond. Foto's van de teamleden en hun werkelijke namen zult u op deze pagina niet tegen komen. Ze maakten daarte gen bezwaar. Veiligheid en het niet prijs willen geven van de tactiek waren de mo tieven. Ze waren wel bereid om onze verslaggever vol gens hun speciale methode te arresteren. Hieronder zijn relaas.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 11