"Vlucht uit Turkije hun laatste alternatief" Alpheuse op Russischs VRIJDAG 1 JUNI 1979 Elke ochtend, steevast om tien uur. ga ik de stad en regio in. op zoek naar mensen en dingen voor deze rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok slag tien aan mij kwijt. tel. 071-144941, toestel 215. Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom. Voor zover Judith Noach uit Alphen aan den Rijn weet, zijn er in Rusland ruim 3000 zogenaamde refuseniks. Dat zijn mensen, voor het leeuwedeel Russische joden, die vaak al ettelijke jaren en dikwijls uitzichtloos wachten op een uitreisvisum. Dat met alle desastreuze gevolgen van dien. In de communistische, Russische maatschappij leiden deze refuseniks een mensonterend bestaan; ze behoren tot de zogenaamde 'outcast', de verworpenen. Op alle mogelijke manieren worden de refuseniks om veelal duistere redenen gediscrimineerd en gedwarsboomd. Om de erbarmelijke omstandigheden waaronder deze Russische joden achter het IJzeren Gordijn moeten leven, proberen te verzachten heeft de 45-jarige Judith Noach onlangs het comité AMSER (Adoptieprogramma van Medici voor Slachtoffers van de Éffecten van het Refüseni- kisme) opgericht. In de vorm van een stage-project is deze derdejaars studente psychologie aan de Leidse universi teit tot dit initiatief gekomen. De komende vier maanden zal zij op alle mogelijke manieren trachten te bemiddelen in het bemachtigen van de, door de rehiseniks zo fel begeerde, uitreisvi sa. Daartoe zal zij via de media hun leefomstandigheden zo veel mogelijk aan' de kaak stellen, teneinde de Russische autoriteiten onder druk te zetten. Ook heeft zij een comité van aanbeve ling, bestaande uit een tiental professoren en rabbijn A. Soetendorp, weten warm te maken om te corresponderen met de Sowjet-machthebbers. Omtrent de door haar belangeloos op touw te zetten activiteiten van AMSER en de leefervaringen van sommige reftiseniks doet Judith Noach hieronder een boekje open. Voor verkrijgen van uitreisvisum 99 Alexander Paritsky, jood, woont met vrouw Polina en dochtertjes Anna (7) en Dorina (13) in de Oekralnse stad Kharkov. Eind 1978 vraagt hij een visum voor Israël aan. Niet veel later verneemt hij dat hij daar nog niet voor in aanmerking komt. De volgende dag, bij het openslaan van het plaatselijke dagblad, merkt hij dat hij daarin openlijk wordt aange klaagd. Dezelfde avond nog geven zijn buren en flatbe woners te kennen niet met een 'landverrader' onder één kap te willen wonen. Wanneer echtgenote Polina door middel van een niet geplaatste ingezonden brief het voor haar man opneemt, wordt ze door de KGB (de staatsveiligheidsdienst) op de vingers getikt. De dag daarop wordt zijn dochter tje Dorina op school gedwongen verantwoording af te leggen voor de wandaden van haar vader. Voor de klas moet zij bekennen dat haar vader een misdadiger is. Haar klasgenootjes zonderen zich vanaf dat moment van haar af. Ze wordt uitgemaakt voor een 'zhidi', een jodensmokkelaar. Strafkamp Dorina komt *s middags in tranen thuis. Ze wil niet meer naar school. Paritsky is gedwongen zijn dochtertje toch naar school te sturen. Zo niet, dan kan hij op een proces wegens ontduiking van de leerplicht rekenen. Een proces dat in negen van de tien gevallen wordt bezegeld met dwangarbeid in een Siberisch strafkamp. Kortom: binnen slechts twee dagen na de visumweigering zijn de Pa- ritsky's verzeild geraakt in een onhoudbare situatie. Paritsky is doodnerveus. De eerste ver schijnselen, van stress doen zich reeds bij hem voor. „Dit is slechts één voorbeeld", zegt Judith Noach. „Zodra je in Rus land een visum aanvraagt, geraak je al in de misère. Je verliest vaak meteen je baan of je wordt gede gradeerd. Dan krijg je een maand de tijd om een andere betrekking te vinden. Dikwijls moet je dan genoegen nemen met een baantje als liftboy of krantenbezorger. Voor intellectuelen zijn die kan sen zelfs een stuk kleiner. Voor dergelijke baantjes worden zij te hoog gekwalificeerd geacht." Parasitisme „Als je na een maand niets anders strafkamp was ontslagen, een vi sum geweigerd omdat hij daar zogenaamd staatsgeheimen zou hebben opgedaan. Dat is ook een reden waarom sommige joden niet in militaire dienst willen en onderduiken. Men komt pas vijf jaar, nadat men is afgezwaaid, in aanmerking voor een visum." Menig Russische jood die wil emi greren, laat zijn dienstplichtige zoon dan ook onderduiken. Niet alleen kan de jongen dan eerder het land uit, ook de vader zelf. Zo kan de vader tenminste niet in de schoenen worden geschoven dat hij uit de mond van zijn zoon staatsgeheimen zou hebben ver- Judith Noach uit Alphen a.d. Rijn: "Refuseniks zitten in Rusland als ratten in de val hebt, word je wegens parasitisme aangeklaagd. Wanneer je dan na een half jaar opnieuw een visum wil aanvragen moet je referen ties, onder meer van je werkge ver, overleggen. En als je geen werkgever hebt jaalles wordt van kwaad tot erger. Je wordt waar mogelijk te kijk gezet als een zwarthandelaar, een misda diger." Een ander voorbeeld: Efim Davi- dovich, jood, 51 jaar oud, woon achtig te Minsk. Het is 1972 wan neer hij zijn visum voor Israël, het land waar zijn kinderen wonen, aanvraagt. Nog geen week later treft hij zichzelf met portret en al in de krant aan. Vervolgens wordt zijn telefoon afgesneden en wordt hij diverse keren ver hoord. Zonder pardon wordt hem ook zijn pensioen ontnomen. Vier jaar la ter, 1976, zit hij nog steeds op zijn uitreisvisum te wachten. Bijna tien keer is hem dat papiertje om onduidelijke motieven gewei gerd. Hij heeft inmiddels bij di verse bazen de zak gekregen. Huisarrest Triester is nog dat hij ten gevolge van de onhoudbare stress in die korte tijd vier hartaanvallen heeft gehad. Efim verlangt enorm naar het weerzien met zijn kinderen. Die hartewens mocht echter niet worden vervuld. Kort na de zo veelste visumweigering bezwijkt hij aan de vijfde hartaanval, nadat hem opname in een ziekenhuis was geweigerd. Judith: „Huisarresten, verhoren en het bekladden van de woningen zijn daar een normaal verschijn sel. Het is logisch dat joden dan bang worden en een visum aan vragen. Enerzijds worden er momenteel wel vrij veel visa ver strekt, maar degenen die gewei gerd worden, zitten als ratten in de val." Wat het anti-semitisme verder be treft, weet de Alphense huis vrouw te vertellen dat twee jaar geleden op de Russische televisie tijdens de grootste kijkdichtheid voor de tweede keer een 'docu mentaire' is vertoond, waarin re fuseniks werden afgeschilderd als betaalde CIA-agenten. Staatsgeheimen „Het is een uitzichtloze situatie. Op alle mogelijke manieren worden refuseniks tegengewerkt. Ze krijgen allerlei kwalen, kunnen geen medicijnen betalen en zo is de vicieuze cirkel rond. Visa worden ook om de meest bela chelijke redenen geweigerd." „Grigory Lemberg uit Riga bij voorbeeld werd, nadat hij uit een Mensenrechten Volgens Judith slaat dat allemaal als een tang op een varken. „Kijk, dat een kernfysicus die geheimen kent niet meteen het land uit mag, okee. Maar een musicus....nee. Daarom dus de oprichting van AMSER. Het is de bedoeling dat groepjes van vijf mensen uit de medische vakwereld (zij genieten een ze ker aanzien in de Sowjet-Unie) één of twee refuseniks adopte ren, van wie bekend is, dat zij al op leeftijd zijn of erg lang op een visum wachten." „Die groepjes moeten dan via brieven aan de Russische auto riteiten druk uitoefenen. Daarin moeten ze refereren aan het Slo- tacte van Helsinki, de interna tionale rechten van de mens. Rusland heeft die immers ook ondertekend. Men is verplicht, wat daarin staat, daadwerkelijk uit te Hereniging „Helpen de situatie van de refuse niks te verbeteren vind ik erg belangrijk. Vooral de familieher eniging. Per slot zijn 3000 refuse niks niet niks. Nee, Ginsbourg en Sjtsjaranski zijn echt niet de eni gen." (Door dr. J.P. Feddema, docent in de niet-Westerse socio logie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam) „Wij zijn geen gastarbeiders. Er bestaan onder Nederlan ders vele misverstanden over ons. Wij hebben een Turks paspoort,maar we zijn in etnische zin geen Turken. We hebben de St.Jan ook niet bezet, zoals velen denken. We zijn Aramese vluchtelingen, die asielrecht hebben aange vraagd,zodra we de Nederlandse grens passeerden en spreken Aramees, de taal die ook door Jezus werd ge sproken gesproken. enkele dorpen nog twintigdui zend van deze Syrisch-Ortho- doxe christenen over. De Ara- meërs zeggen af te stammen van Aram, een van de zonen van Noach. Ze beschouwen zichzelf als een vreedzaam volk. in tegen stelling tot de meer oorlogszuch tige Assyriers die in historische tijden in hetzelfde gebied leef- Vanaf het jaar 38 zijn we Christe nen. nu voor het merendeel beho rend tot de Svrisch Orthodoxe kerk. Goede Vrijdag is voor ons een belangrijke heiligedag. Het is dan ook niet voor niets dat we op die dag onze toevlucht hebben gezocht tot de Sint Jan. We ston den met de rug tegen de muur Twintig van ons hadden in een langlopende procedure een uit wijzingsbevel gekregen. Om elf uur op de avond voorafgaande op Goede Vrijdag kwamen we in eens op het besluit om te vluch ten in een kerk. We herinnerden ons dat in de periode van het oude testament joden in moei lijkheden dat ook deden, dat wil zeggen bescherming zoeken inde Tempel. We kozen Den Bosch, niet omdat we die stad kenden. We hadden gehoord dat in deze stad een bisschop zetelt en in on ze traditie is een bisschop een ho ge, invloedrijke geestelijke lei der. Zo kochten we allen op de vroege ochtend van Goede Vrij dag een treinkaartje naar Den Bosch. Aan het woord zijn christenen uit Oost-Turkije die sinds zes weken onder primi tieve omstandigheden in de St. Jan in Den Bosch verblijven. Ze vertellen over de motieven vooi hun wanhoopsdaad. Ze maken deel uit van een volk van onge veer 2,3 miljoen mensen. Onge veer twee miljoen van deze men sen leven in India, de zogenaam de Thomas-Christenen. De ove rigen wonen verspreid over Syrië Libanon. Irak, Egypte, de Ver enigde Staten, West-Duitsland, Zweden en Australië In het uiter ste zuid-oosten van Turkije, tus sen de rivieren de Euphraat en de Tigris, waar ze sinds mensenheu genis hebben gewoond zijn er in den. Onder invloed van het opkomende, nationalistisch getinte radicalis me in het midden-oosten heeft zich vanuit Irak onder jongeren het idee verspreid zich niet langer Ara meers maar Assyriers te noemen. Deze groep woont voor al in Zweden waar enkele dui zenden van hen de laatste jaren om politieke redenen asiel heb ben gekregen. Vervolging De religie en de politiek spelen bei- deeen rol in deonderd rukking en vervolging van deze christenen. Tijdens hel Romeinse rijk zijn ze vanaf Nero tot Diocletianus door verschillende keizers om hun geloof vervolgd. In de dertiende en veertiende eeuw zijn de mees te van hun kerken verwoest door de Tartaren en de Timoerlang. In meer recente tijden zijn vooral 1895. 1914 en 1974 zeer bittere jaartallen voor hen. Voor 1914 voelden de Arameörs zich on danks hun tweederangs positie in het islamitische Turkse rijk nog redelijk sterk. De Koerden waren nog niet zover naar het Westen opgedrongen. In het noorden woonden op niet zo grote afstand de Armeniërs ook christenen met een vrij hoge cultuur en als Ara- meërs waren zij vrij welvarend. Je kon al reizend in hun gebied Drs. Fedde zien of het ging om een christen- of een moslemgebied De Turkse heilige oorlog tegen Armenië in de jaren 1914-'18 kostte aan an derhalf miljoen Armeniërs en aan een half miljoen Syrisch-Ortho- doxe Arameërs het leven. Van de laatste groep bleven er slechts 60.000 in Turkije over. Europa werd toen pas een beetje wakker. In het verdrag van Lausanne in 1923 werd bepaald dat Turkije de religieuse rechten van minder heden zou respecteren. Daarin werden de Arameërs echter niet als minderheid erkend. De Turkse minister van Onderwijs Ugur verwees volgens het Turkse dagblad Hurriyet van 28 septem ber 1978 naar dat verdrag om het ingrijpen van de autoriteiten te rechtvaardigen toen ontdekt werd dat in het klooster van Deir- El-Zafaran kinderen in het Ara mees in de Syrisch-Orthodoxe godsdienst werden onderwezen. De Arameers mogen, ook in hun kerken, geen collectief onderwijs geven. Op de Turkse scholen worden de Aramese kinderen door de leraren vaak zo geslagen dat ze voortijdig de lagere school verlaten. De middelbare of uni versitaire opleidingen bieden voor deze bevolkingsgroep ook weinig of geen perspeet iel omdat ze van alle staatsambten zijn uit gesloten. Zelfs een positie als straatveger of postbode is vooi hen taboe. Afgezien van deze re ligieuse en economische discri minatie zijn de Arameërs de laat ste jaren weer in hoge mate het object geworden van geweldda den en vijandschap van hun om geving. Sinds 1974, toen de Cy prische kwestie weer ging spelen hebben de Arameërs helemaal de moed opgegeven dat erin Turkije voor hen iets ten goede zal veran deren. Ze durfden zich niet te ver tonen op straat, omdat ze werden uitgescholden en lastig gevallen. „Een christen doden is geen zon de." zo heette het. Ook is er de bekende uitspraak dat ..de dood van een moslim door een onrein mens (een christen) met de dood van tien christenen moet worden gewroken." Discriminatie De discriminatie is echter niet van de laatste tyd. Het leven voor de Aramese bevolkingsgroep is ei vooral na de Eerste Wereldoorlog moeilijker op geworden omdat de Koerden hun gebied in groten getale binnendrongen. Met hen werden extra onderdrukkende feodale structuren geïntrodu ceerd. Sindsdien zijn de christe nen namelijk in een positie van horigheid beland tegenover de Aga. Dat zijn Koerdische lokale machthebbers, meestal groot grondbezitters. die overeen groot aantal gewapende dienaren be schikken. De horigheid aan de Aga betekent in dit geval niet al leen schatplichtigheid heren diensten en het geven van ge schenken. maar ook het onder gaan van geweld en willekeur, via diefstal, onteigening, bruidrool en doodslag. Bij de bruidrool moet men ook bedenken dat ir Oost-Turkije de mannen een bruidsprijs moeten betalen, va- riënd van vijfduizend tot veertig duizend gulden. Behalve de Aga. die het ook nogal eens gemunt heeft op een extra mooie vrouw van de Arameërs trekken ook vaak arme Koerden met behulp van gewapende vrienden de christendorpen in om zo met ge weld een vrouw te bemachtigen voor wie ze geen bruidsprijs hoe ven te betalen. De Koerden aan wier willekeur de Arameërs nu zijn overgeleverd, zijn in Turkije ook zelf een gediscrimineerde minderheid. Er is de laatste tijd sprake van een opleving van het Turkse nationa lisme. De Turken nemen zelf in het midden-oosten een uitzonde ringspositie in. Ze zijn geen Ara bieren. Mogelyk is dat een oor zaak voor hun nationalisme en hun agressie tegenover minder heden. In elk gevaL is er in Tur kije een opkomende fascistische beweging, die ook reeds in het parlement vertegenwoordigd organisatie Grijze Wolven in het leven heeft geroepen. De fanatie ke en machtige moslimpartij de MSP, de Milli Selamet Partisi, heeft als slogan„Alleen moslims in Turkije." De MHP en de Grijze Wolven voeren de leuze: „Turkije alleen voor de Turken." Koerden De christenen hebben het van bei de groepen zwaar te verduren, maar de MHP en de Grijze Wol ven richten zich ook tegen de Koerden, die dat op hun beurt weer afreageren tegen de chris tenen in hun omgeving. Dat laat ste heeft ook te maken met de ontwikkelingen in Iran. De Koerden waarvan er in Turkije acht miljoen wonen, hebben door deze ontwikkeling weer hoop ge kregen op een eigen staat die ge vormd zou kunnen worden uit delen van Iran, Irak, Syrië en heel Oost-Turkije. Dan moeten de christenen weg, want de ideeen van de MSP over een zuiver Isla mitische staat spreken de Koer den zeer aan. Dit alles en ook het politiek geladen islamitische re veil in het algemeen in het mid den-oosten maakt dat de syrisch- othordoxe Arameërs nu dus van meerdere kanten in de hoek zit ten waar de slagen vallen. De druk is zo groot geworden en de situatie zo uitzichtsloos dat voor hen slechts een vorm van protest lijkt te zijn overgebleven: die van de vlucht. Zweden heeft reeds twaalfduizend van hen opgeno men, Duitsland al tienduizend en Australië drieduizend. Wat doet Nederland? Twee keer, in juni 1976 en in maart 1977 wordt een collectieve verblijfsvergunning gegeven, samen voor ongeveer vierhonderd Arameërs Maar steeds gebeurde dit op zo'n wijze dat niet het probleem wordt er kend. In maart 1977 werd tevens besloten de zaak van de Ara meërs voortaan alleen op indivi duele basis te bekijken. Het ge volg is lange procedures, erin re sulterend dat bijvoorbeeld een zoon wel asiel krijgt en de vader niet. Niet alleen een Nederlandse juridisch foefje om de zaak niet structureel te hoeven aan te pak ken. maar ook een vorm van ty pisch westers-ethnocentrisch handelen. Immers, een beetje cultureel-antropologische kennis had tot het inzicht kunnen leiden dat men in Turkij e zulke kwesties niet individueel .beziet. Daar heersen nog steeds tradities van bloedwraak en wordt ook een heel dorp aansprakelijk gesteld. In elk geval wordt daar geen on derscheid gemaakt tussen ge zinsleden. Absurd criterium Door iemand asiel te verlenen en bijvoorbeeld zijn broer uit te wij zen al of niet op grond van het absurde criterium van „persoon lijk ondervonden, schrijnend leed" van 21 februari 1979 bete kent dat de laatstgenoemde vo gelvrij wordt verklaard. De openlijke missie van drie Neder landse Kamerleden, die op 10 ju ni naar Turkije gaan, heeft ook weinig zin. Immers, de achter gebleven christenen in Turkije ondervinden nu al extra proble men als gevolg van de actie van de geloofsgenoten in de St. Jan in Den Bosch. Wat het gevolg is wanneer ze iets loslaten tegen over een officiële buitenlandse delegatie laat zich gemakkelijk raden. Uit alles blijkt een benadering waarin de vluchtelingen slechts via onze bril worden bekeken en niet als mensen vanuit de eigen culturele en politieke situatie Nederland heeft een toelatings norm van slechts 750 vluchtelin gen per jaar en steekt daarbij schril af tegenover de ons omrin gende landen. We beijveren ons terecht voor de rechten van de mens in andere delen van de we reld. Wat doen we nu er een kans is om in eigen land daadwerkelijk iets te doen? We gaan voor de christenen uit Turkije een extra drempel inbouwen om hier te komen, terwijl de Raad van State op 18 augustus 1978 heeft gezegd dat er in Turkije voor de christe nen een situatie van vervolging heerst. Tweehonderd Arameërs in een koude kathedraal kloppen op onze deur. Ze kunnen niet meer terug. Ze doen op geweldlo ze wijze een beroep op ons. Hoe lang moet het nog duren voor het Nederlandse volk hen recht ver schaft? i.aaJ.;,,,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 4