Traditie in ere hersteld ten- Porder( 1 Het is altijd een riskante zaak om de overtreffende trap te gebruiken. Zeker voor een journalistWanneer hij of zij zegt dat iets het grootst, het best of het duurst is. bestaat er een gerede kavs dat er de vol gende dag een telefoontje komt van iemand die zegt dat hij toch nog iets groters, beters of duur ders weet. In dit opzicht is de kweek van zonnebloemen een heel sterk voorbeeld. Een verslaggever die zich door een enthousiaste amateurtuinder laat overtui gen dat hij de hoogste zonne bloemen in zijn voortuintje heeft en dat in de krbnt meldt krijgt het de volgende dagen bijzonder druk. Hij wordt overstelpt met tele foontjes van teleurgestelde, opgetogen, kwade en ver heugde mannen, vrouwen en kinderen die melden dat ze een nog grotere zonnebloemen naast het huis hebben staan. In zeer uiteenlopende bewoor dingen verzoeken de respec tievelijke eigenaars om ook met de eigen kweek vereeu wigd te worden. En een ver melding in de krant als kwe ker van de grootste zonnepit In weerwil van al die risico's durf ik het op deze plaats toch aan om te melden dat Leiden onlangs de allerlaatste porder heeft verloren Op 93-jarige leeftijd is vorige week overleden Paulus Colla. Hij woonde aan de Uiterste gracht en zijn leven lang vond hij een bestaan in het wekken van Leidenaars. Hij stond ten dienste van een groep, die er de voorkeur aan gaf om met menselijke hand uit Morpheus armen te worden gehaald, bo ven het alarmerend geratel van een ijzeren m onster of het modieuze gezoem van een re peterend sluimeruurwerk Toen Leidenaar Colfa met zijn werk als porder begon, telde Leiden nog een stuk of zes col lega's. Mensen die in het nach telijke duister op pad gingen om legen een karige vergoe ding mensen te "porren". In die dagen - we schrijven 1913 - was het vak van porder nog niet eens zo ongevaarlijk ook. De straatverlichting was aan de zeer bescheiden kant en het verhaal wil dat twee Leidse porders om het leven kwamen doordat ze in de duisternis het water in liepen en verdron- Porder(2) Paulus Colla was een porder in hart en nieren. Tol op hoge leeftijd stapte hij nog dage lijks op zijn damesfiets en reed de stad rond naar zijn klanten. In 1963 - hij was toen 77 jaar - had hij nog steeds een zestig tal klanten, die hij bediende vooreen bedragje van vijftig cent per week. De eerste moest 's nachts om half vier uit de veren. Zijn eerste klantenkring kreeg Colla van een zekere Mietje Wolters, die er op een gegeven ogenblik genoeg van had. Op zijn achtste was Colla al be gonnen als inzeper bij een barbier. Later werkte hij overdag nog op een katoen weverij. Het tarief dat Colla zijn eerste klanten in rekening bracht varieerde tussen de vijf en tien cent per week. Afhanke lijk van het tijdstip waarop de cliënt gewekt moest wor- Slecht betalende klanten heb ik niet", zei hij eens tegen een verslaggever, "want zodra ze niet betalen, wek ik ze niet meer. En als ze zich verslapen kost het meestal meergeld dan wal ik bereken". Aan klanten heeft hij nooit gebrek gehad. Colla: "Als ik nog twee licha men hadzou ik nog veel meer mensen kunnen wekken. Er is nog liejhebberij genoeg voor" Porder Colla had zelf weinig behoefte aan slaap. De nacht rust die hij ontbeerde in nach telijke uren, haalde hij over dag in met een dutje van eén, hooguit twee uur. Verslapen deed hij zich nooit. Of toch bijna een keer. Dat was toen de iiecr van de wekker het begaf Hij wasech ter zo gewend aan vroeg op staan dat hij ook die nacht op tijd ontwaakte Maar hij schrok er wel zo van dat hij diezelfde dag nog een tweede wekker kocht. Hoe het porren in zijn werk ging? Colla bij zijn 50-jarig jubileum"Vroeger bonkte ik met een stok op de deur of het slaapkamerraam, want een bel hadden ze meestal niet". Die werkwijze kn-am hem eens op een conflict te staan met een diender die hèm be tichtte van burengerucht Het bezorgde hem ook eens een paar lelijke sneeën in zijn hoofd. Een vrouw zn een boven woning schrok zo van het porren, dat ze wat te hard tegen het raam tikte om te laten weten dat ze al op ivas. Ze sloeg de ruit aan diggelen en porder Colla kreeg de scherven op zijn hoofd Paulus Colla ging er prat opdat hij uit een sterk geslacht af komstig was. Zijn moeder werd 93 en zijn va der haalde de 99 jaar. Hij zelf was er ook van overtuigd een respectabele leeftijd te zullen bereiken. Evenmin als Colla zijn klanten ooit teleurstelde, zo hield hij ook op dit punt woord. Vorige week overleed hij op 93-jarige leeftijd. De allerlaatste Leidse porder. Hamburger De porder is een beroep dat is uitgestorven. Maar wat is er voor in de plaats gekomen? Bijvoorbeeld vijftig arbeids plaatsen in een hamburger restaurant dat vorige week in Leiden de poorten opende. Naar Amerikaans model ging dat met veel bombarie ge paard. Want Mc. Donalds heeft niet voor niets 5000 res taurants over de hele wereld en een omzet van bijna tien miljard gulden. Bij de promotie, die gepaard ging met muziek in de Haar lemmerstraat, petjes voor de jeugd, kortingskaartjes in de brievenbus ontbrak ook een. uitgebreid persbericht niet. Daarin komt onder meer de volgende passage voor: "Alle werknemers worden ge schoold. De Cruyffenin het hamburgerveld kunnen deel nemen aan speciale mana gement-! rainingenDe Ham burger-hogeschool bevindt zich in de Verenigde Staten. Nederland telt al enkele "gra duates" die alles weten van "fast food technogoly" Wie wordt deeerste 'jonge Leidse" Hamburger Globetrotter? Vrij vertaald in algemeen be schaafd Nederlands: Ben jij voor zo'n baan te porren? Puur LeicLs In deze rubriek ben ik u nog een bloemlezing schuldig van ty pisch Leidse woorden, bena mingen, uitdrukkingen en zegswijzen. De afgelopen week is de voorraad door een groot aantal lezers weer flink aangevuld. Een uitdrukking die ik van verschillende kan ten kreeg toegestuurd is de volgende: "Meides gemee naar de fambriek.de fluit heb al gejlooien en de klok heb al gelooien". Over het ontstaan daarvan lopen de lezingen nogal uiteen. De een zegt dat het een kreet was die 's och tends werd geslaakt wanneer meisjes en vrouwen naar hun werk in de wol- en conserven- fabrieken gingen. Weer ande- rer±.menen dat de uitspraak werd gebruikt aan het einde van de schafttijd. Hoe het ook zij de zegswijze leeft nog altijd. Dat blijkt wel uit de reacties. De bijnamen van Leidse kerken die ik vorige week noemde hebben nog wat reacties op geleverd. Zo moet er in de bin nenstad nog een r.k.kerk ge weest zijn met een Latijns op schrift waarin het woord "me- tuite" voorkwam. Deze kerk werd in de volksmond "metui- tekerk" genoemd. Leiden had ook een "klompen mars-kerk". Die naam droeg de vroegere Mon Pere-kerk aan de Haarlemmerstraat. Het gebouw heeft tot voor kort dienst gedaan als zwembad "DeOverdekte"De benaming vond zijn oorzaak in het feit dat het kerkgebouw toen der- tijd een houten vloer had. Met het schoeisel uit die dagen - merendeels klompen - veroor zaakte dat nogal wat lawaai. Dan is er nog het Leidse woord "Marekerken". Dat heeft ove rigens niets met religie of iets dergelijks te makenHet is een bijzonder gezelschapsspel waarbij gebruik wordt ge maakt van knopen en een dobbelsteen. Of het typisch Leids is, is niet helemaal ze ker, maar een feit is wel dal in de sleutelstad afwijkende verleden-tijdsvormen wor den gebruikt. In plaats van "Ik zei tegen hem"spreekt een bepaalde categorie Leide- naars over "Ik zee tegen 'em". Zo wordt als verleden tijd van het werkwoord gaan wel "gong" gebruikt en wordt ook in plaats van "Hij werd kwaad" wel "Hij wier kwaad" gezegd. Zo spreken de meeste Leide- naars nog altijd over de "Nieuwe Vaart" Die benaming geldt dan zowel voor de Kan aal weg als voor het Rijn-Sehiekanaal dat er langs loopt. Overigens vorm de de "Nieuwe Vaart" in vroeger jaren bij uitstek een plek waar Leiden recreeerde Er werd op zondag over de "vaart" gewandeld - met of zonder kinderwagen - er werd vanaf het schuine talud veel gevist en de waterkwali teit van toen liet nog toe dat er zonder gevaar gezwommen kun worden. Er is trouwens een zwembad geweest in de "zwaaikom", dat in open verbinding stond met hi'i iet iter van de "N ieu im Vaa ri Toi bestuit ditmaal "<>g gevleugelde Leidse zegswijze "Waf maarre. mets te maarre, de Mare is gedempt." L GLIBBER 'Pijpkruid/eest' in Volkshuis LEIDEN - Pijpkruid, Pijpkruid Vlieg dan toch den bodem uit Wip de bruine aardebobbels Toon ons weer uw groene knobbels Kom, het windje waait er zacht En we hebben lang gewacht. Zo begint het originele Pijpkruid lied, dat gisteren uit volle borst werd meegezongen door voor namelijk de wat oudere, getrou we Volkshuisbezoekers. Het Leidse volkshuis, dat over enkele maanden tachtig jaar bestaat, had een oude traditie in ere hersteld. Terwijl het buiteh pijpestelen re gende werd binnen in de grote zaal het pijp (en niet pijpejkruid- feest gevierd op soortgelijke wij ze als dat zo'n zestig jaar geleden gedaan moet zijn. De echte oude Volkshuis-bezoekers wisten nog haarfijn uit de doeken te doen hoe men eerst op zoek ging naar pijp (oftewel fluit)kruid. Het vroegere raamland bh de Hoge Rijndijk was een geliefde vind plaats. Pijpkruid was er ook gis teren, op jurken, in haren en bos sen vol in emmers. En net als "vroeger" werd de grote zaal ver sierd met de witte bloemen, werd er gezongen, gedanst en de klep permars geklepperd. Hoogte punt van het feest gisteren was de vertoning van de uit 1939 date rende fÜm van een pijpkruid- feest. Gezien de reacties uit de zaal een film die veel herken ningspunten in zich had. Zo liet ze beelden tot leven komen van zorgeloze kindertjes, die met ar men vol pijpkruid in optocht naar en nog autovrije Apothekersdijk togen om het jaarlijkse feest te vieren. Om onduidelijke redenen werd het pijpkruidfeest in de jaren vijftig afgeschaft. Omdat de huidige lei ding door oudere Leidenaars herhaalde malen op het vroegere festijn werd gewezen besloot ze de draad weer op te pikken. Want het gezamenlijk pijpkruid pluk ken om het vervolgens in optocht naar het Volkshuis te brengen mag dan een activiteit zijn die niet meer haalbaar is, de sfeer bleek gisteren nog zo goed dat het ernaar uitziet dat het pijpkruid- feest weer een jaarlijks terugke rend gebeuren wordt. ALG. BOND VAN ONDERWIJZEND PERSONEEL (A.B.O.P.) AFD. LEIDEN E.O. Secr. Wollegras 4, tel. 071-140273. LEDENVERGADERING 28 mei a.s. aanvang 20.00 uur, Vondellaan 35 in de B.T.S. ONDERWERP: Het N.F O -arbeidsplaatsenplan en de werkgelegenheid in het onderwijs (ziet convocatie) Onderwijsgevenden, neemt deel aan de N.F. O.-demonstratie in Utrecht op vrijdag 8 juni a.s., aanvang 18.30 uur. Aanmelding tel. nrs 071-140273 - 132804 - 132155. LEIDEN - Welke kikkers springen er rond op de Tafelberg in het hartje van Suriname? En welke soorten slangen komen er voor? Op die vragen gaat de Leidse dr. Rinus Hoogmoed binnenkort proberen de antwoorden te vin den. Als beheerder van de afde ling reptielen en amfibieën van het Museum voor Natuurlijke Historie aan de Leidse Raam- steeg vertrekt hij morgen voor een twee maanden durende expeditie naar Suriname. Een expeditie die hij onderneemt samen met de Alkmaarse biolo gieleraar De Polder. Suriname is voor dr. Hoogmoed geen onbe kend gebied. Sinds 1968 was hij er diverse malen en verrichtte er biologisch onderzoek. Dat resul teerde onder meer in een groot aantal publicaties en een boek over de verschillende soorten ha gedissen die in Suriname voor komen. Dat er ditmaal een bijzonder tintje aan de reis zit, komt door het feit dat de Tafelberg beklommen zal worden. Dat is in de geschiedenis nog maar een enkele keer ge beurd. Die beklimming is voor hem een uitdaging, maar meer nog is hij geïnteresseerd in het dierlijke leven dat op deze berg voorkomt. Want tot nu toe is van die dierlijke have op de Tafelberg (de zuidelijke top is bijna 1100 meter hoog) weinig of niets be kend. De reis van de Leidse onderzoeker wordt voor een deel bekostigd door de Stichting Wetenschap pelijk Onderzoek in de Tropen (kortweg Wotro) en voor een an der deel door het museum. Waar om is het biologisch leven op de Tafelberg zo interessant? Dr. Hoogmoed: "Het is in de eerste plaats een geologisch interessan te formatie, die in samenstelling duidelijk afwijkt van de directe omgeving. De berg bestaat uit een enorm brok zandsteen, dat zo'n 1800 miljoen jaar oud is. In het Guiaanse deel van Zuid- Amerika, dat ruwweg begrensd wordt door de rivieren de Orino co, de Amazone ep de Atlantische Oceaan komen meer van dit zandsteenformaties voor. Bij voorbeeld hele grote in Vene zuela, maar ook in Guyana. De Tafelberg in Suriname is de meest oostelijke zandsteenfor matie. Onderzoekingen in Venezuela hebben aangetoond dat er op het zandsteen een aantal gekke bees ten zit. Beesten die nergens an ders zijn aangetroffen. De vraag waarmee we ons nu bezighouden is: waarom zitten die beesten juist op dat zandsteen? Is het Kikkervisjes Behalve dat er dieren geconser veerd zullen worden wil dr. Hoogmoed ook proberen om wat gevangen kikkervisjes op te kweken. "Het probleem is name lijk dat je de kikkervisjes ont dekt, maar soms niet weet welke volwassen exemplaren daaruit tevoorschijn komen. Daar willen we op die manier achter komen. Een deel van de gevangen dieren zal achterblijven in Paramaribo om daar een plaatsje te krijgen in het Surinaams museum. De ruime ervaring die hij heeft met slangen - op zijn kamer in het Leidse museum staan er ettelijke op sterk water te pronken - boe zemt hem geen angst in voor een eventuele confrontatie met een giftig exemplaar. "Wanneer ik van zo'n beest een stuk staart zie, dan weet ik al of het een giftig exemplaar is of niet. Natuurlijk hebben we voor alle zekerheid een voorraadje tegengif bij ons. En mocht er onverhoopt iets ge beuren dan is radiocontact met de buitenwereld mogelijk. De meeste bagage die zal worden meegesleept naar de Tafelberg is de afgelopen weken al per schip vooruitgezonden. Dat is naast voeding, kleding, kapspullen en lampen onder meer een flinke hoeveelheid conserveringsvloei- stof. Ter plaatse zullen nog touw, hangmatten en dergelijke wor den aangeschaft. Hoewel de aandacht van dr. Hoog moed en collega De.Polder in eer ste instantie gericht is op het on derzoeken van reptielen en amfi bieën hopen zij ook nog wat tijd en ruimte te hebben om wat in secten en vissen mee te nemen. Dat Suriname voor een herpeto- loog (bioloog die zich speciaal be zighoudt met kruipende dieren) een interessant gebied is mag blijken uit de inventarisatie die tot dusver door dr. Hoogmoed is gemaakt. Er leven 43 soorten ha gedissen en 13 soorten schild padden (inclusief vijf soorten die in zee leven). Daarnaast zijn er tot nu toe 110 soorten slangen be kend en rond de 80 kikkersoor ten. Die laatste variëren in groot te van anderhalf tot vijfentwintig centimeter. Vooral met de expe ditie naar de Tafelberg hoopt dr. Hoogmoed de aantallen voor de laatste twee groepen nog wat te kunnen opvijzelen. En daarnaast is hem er alles aan gelegen om enig verband te kunnen aantonen tussen de dieren die in Venezuela leven op de zandsteenformaties en die op de Surinamamse Tafel berg. BRAM VAN LEEUWEN Het pijpkruidfeest werd gisteren in ere hersteld in het Leidse Volkshuis. Dat gebeurde met zang door een vrouwenkoor temidden van flinke bossen pijpkruid. achttal weken op de Tafelberg bivakeerde. Primeur Zij hadden overigens niet de pri meur. Die eer viel in 1926 te beurt aan het duo IJzerman en Stahel. Zij beklommen de Tafelberg ove rigens zonder bepakking. In 1943 is er een gezelschap geweest dat de berg bij de noordpunt heeft beklommen en in 1958 is het nog eens gebeurd door de heer Geijs- kes. Hij verbleef van 1937 tot 1965 in Suriname en was daarna zeven jaar als conservator verbonden aan het Museum voor Natuurlij ke Historie in Leiden. De expeditie van dr. Hoogmoed wordt dus de vijfde beklimming van de Tafelberg. Vanaf het vliegveld Tafelberg dat niet erg ver van de bergvoet verwijderd ligt hoopt hij in twee, drie dagen met een groep arbeiders het bergplateau te kunnen bereiken. Voor de beklimming heeft de Leidse bioloog gekozen voor de westkant van de berg. De route naar de tpp moet daar de minste problemen opleveren. De prak tijk zal het moeten uitwijzen want de kennis van de lokale situatie heeft hij moeten opdoen aan de hand van publicaties van zijn voorgangers en een korte rond vlucht met een vliegtuigje boven de Tafelberg. Als de beklimming erop zit, zal bo venop de berg een aantal kampen worden ingericht. Vandaaruit wordt zal de omgeving bestre ken. Dr. Hoogmoed: "Ik ben wel geen alpinist, maar ik kan aardig klimmen. Als het tenminste niet al ter stijl is." Het wetenschappe lijke onderzoek betekent voor de Leidse bioloog dat hij er vooral 's nachts op uit zal moeten trekken. De meesdte reptielen en amfi bieën zijn nachtdieren. Kikkers bijvoorbeeld kwaken vooral 's nachts en dan zij ze het gemak kelijkst te vinden. Een probleem vormen alleen die kikkersoorten die hoog in bomen huizen. "Want", zo zegt dr. Hoogmoed, "het is me nog nooit gelukt om iemand 's nachts zover te krijgen in een boom te klimmen om er een kikker uit te halen. Om de reptielen «en amfibieën te vangen heeft hij de beschikking over een revolver met stofhagel. "De kans om zo'n beest te raken is daardoor vrij groot en de be schadigingen die je ermee aan richt zijn minimaal. In Venezuela waar het wat moeilij k was om een wapenvergunning te krijgen hebben we ook wel gewerkt met een katapult. Bijvoorbeeld om snelle hagedissen te vangen'. omdat het zandsteen is, is het omdat de formaties hoger gele gen zijn, of komt het door het klimaat dat daar heerst? Onze vermoedens gaan in de laatste richting. Wat we weten is dat de planten die er groeien zeer karakteristiek zijn voor zandsteenformaties. Op de Tafelberg zijn grotendeels de zelfde soorten aanwezig als er ook in Venezuela op zandsteeen werden aangetroffen." Dat is be kend dankzij de Amerikaanse bo tanicus Maguire die i 1944 met een man of tien gedurende een Bufo nasicus is een pad, die alleen bekend is uit het zandsteengebied op de grens van Guyana en Venezuela. Mogelijk komt deze soort ook voor op de uit zandsteen bestaande Tafelberg in Suriname. Dat is het reisdoel van de in juni en juli te houden Tafelberg-expeditie. De Leidse bioloog dr. Rinus Hoogmoed op zijn kamer in het museum bij een bak met schildpadden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 3