veiling:
Kopen
leuk maar
onzeker
op
Zetten we snoek terug
of nemen we hem mee?
vis
J sport
zee-viswijzer
ZATERDAG 26 MEI 1979
EXTRA
PAGINA 29
koper. Op een veiling is rnen aangewezen
op eigen inzicht.
De Consumentenbond heeft na een onder
zoek onder de leden al eerder geklaagd over
het gebrek aan wettelijke bescherming van
het publiek. Leden klaagden onder meer
over onduidelijke omschrijvingen in cata
logi. Wanneer men iets kocht, moest soms
direct een aanbetaling worden gedaan,
soms zelfs het hele bedrag. Het meest voor
komende opgeld (bovenop de geboden
prijs) zowel bij algemene inboedelveilingen
als wat zich kunst- en antiekveiling noemt,
was 25 procent (inclusief BTW).
Het betekent dus dat men gemiddeld een
kwart meer moet betalen dan de prijs die
men heeft geboden. De conclusie van de
bond: „Kopen op een veiling kan leuk zijn.
Maar bedenk wel dat er weinig waarborgen
aan vastzitten, of het nu gaat om een groot
gespecialiseerd veilinghuis met een mil
joenenomzet of een kleine rommelverko-
ping.
En de veilinghouders mogen zich dan bijna
zonder uitzondering heel deskundig achten
en zich dienovereenkomstig laten betalen
(25 tot 40 procent van de geboden prijs). Ze
staan veelal huiverig tegenover de gedachte
aan hun eigen aansprakelijkheid".
Antiek is mooi, maar kijk wel uit als u het koopt
ENSCHEDE - Een antiquair kocht
zes oude stoelen op een openbare
veiling. De man had geen tijd ge
had om gebruik te maken van een
van de kijkdagen. Daarom baseer
de hij zijn bod alleen op het uiter
lijk van twee stoelen die op de vei
lingdag omhoog werden gehou
den. Op geen enkele stoel kon hij
gaan zitten zonder de kans te lopen
erdoor te zakken, bleek later. De
poten zaten los, evenals de rugleu
ningen, ondanks de enorme spij
kers die er als versterking door
heen waren gejast.
Hij was vrij aardig uit zijn humeur door de
miskoop. Maar hoe hij ook te keer ging, de
koop was gesloten en kon niet meer onge
daan worden gemaakt. Ik heb de veiling
meester gebeld over de klacht van de anti
quair. „Als die man hier niet zo had ge
schreeuwd waar alle klanten bij waren, wa
ren we hem waarschijnlijk wel terwille ge
weest. Maar die man komt niet eens tevoren
kijken. We hebben altijd drie kijkdagen en
de mensen mogen alles aanpakken, als ze
ons eerst vragen. Die man beslist van achter
uit de zaal en als het dan tegenvalt, komt hij
op hoge poten naar óns toe", aldus zijn reac
tie.
Omdat het gelijk zowel bij de een als bij de
ander kan liggen, is het noemen van namen
weinig zinvol. De wijze waarop de openbare
veilingen in Nederland worden gehouden,
is vrijwel overal hetzelfde. Het betekent ook
dat de risico's overal gelijk zijn.
Iemand biedt een hele inboedel te koop aan.
De artikelen worden in een catalogus opge
nomen en iedereen die interesse heeft, kan
de zaken gaan bekijken. Volgens de teleur
gestelde antiquair mogen de kijkers niets in
de hand nemen, zodat zij er nooit achter
komen tvat zij precies kopen. Zijn er veilin
gen waar men inderdaad nergens mag aan
komen, dan loopt men uiteraard meer kans
op miskleunen.
Volgens de wet hoeft de veilingmeester geen
enkele verantwoordelijkheid te dragen
voor de verkochte artikelen, hetgeen hij ui
teraard grif beaamt.
Collectezak
Zo kon het onder meer gebeuren dat een ko
per thuis kwam met een antieke collecte-
zak, die uit zeer eigentijdse grondstoffen
bleek te bestaan: een stukje gordijnenve-
lours, met spijkers op een ringetje met
handvat geslagen, en daaronder als versie
ring een rinkelbelletje uit de speelgoed
winkel. Dat alles voor de leuke prijs van
f 100, of meer.
Een ander legde beslag op een handgeknoopt
tapijt uit India, waarin hij pas een gat ont
dekte toen hij zijn geld al op tafel had ge
legd.
Zelfs als men niet per se op zoek is naar an
tiek, maar er gewoon iets leuks wil kopen,
dan nog is het verstandig eerst na te gaan in
welke toestand het artikel is. Het komt voor
dat de mooie, gave vaas toch een forse barst
heeft. Die kan dan net achter een belendend
beeldje zitten, of in de bodem. De ervaring
van een koper die volgens de catalogus een
horloge met ketting kocht en in plaats daar
van een leeg stofkastje met ketting mocht
overnemen, stemt tot nadenken.
Barones
Catalogi vermelden vaak dat onder de te vei
len artikelen ook delen van de inboedel zit
ten van barones Van Hier tot Gunder of van
graaf Pierewaaien. Het kan betekenen dat
onder de dozijnen spullen maar enkele erf
stukken van de blauwbloedige familie
aanwezig zijn.
Sommige veilingen worden gehouden in de
buurt van vertrouwenwekkende kastelen
of landhuizen uit een tijd dat er geen Hong
Kong-produkten bestonden. Gok dat is niet
meer dan een smakelijke aankleding van
een zakelijke aangelegenheid, waardoor
sommige mensen toch een verkeerde in
druk kunnen krijgen.
Dat er een deurwaarder of notaris aan te pas
komt, zegt uiteraard evenmin niets over de
waarde van de te vellen voorwerpen. Zo n
man zit er alleen om zijn juridische taak te
vervullen, maar wekt toch weer een zeker
vertrouwen voor de te verkopen voorwer
pen.
Antiek
Is het kopen op een openbare veiling al avon
tuurlijk genoeg, vooral wanneer men niet
de tijd neemt eerst te onderzoeken wat er
aangeboden wordt, het aanschaffen van an
tiek levert nog meer risico's op. Men moet al
enige vakkennis hebben om onderscheid te
kunnen maken tussen antiek en curiositeit.
In een gewone winkel hoopt men op het
vakmanschap en de eerlijkheid van de ver
Tips voor kopers
- weeg steeds de prijs en de
kwaliteit tegen elkaar
af;
- lees de veilingvoorwaar-
den;
- ga naar de kijkdagen en laat
apparaten zonodig demon
streren;
- bekijk catalogusomschrij
vingen met het nodige voor
behoud; vindt u geen uitleg
van de betekenis van toe
schrijvingen van schilderij
en, laat u die dan door het
personeel uitleggen;
- wilt u bieden, neem dan te
voren een maximum in ge
dachten (en vergeet het bij
komende opgeld niet);
- kies een plaats in de zaal
vanwaar u eventuele mede
bieders goed kunt zien en
waar de veilingmeester u
ook goed in het oog heeft;
- vraag een richtprijs;
- eerste en laatste kavels kun
nen goedkoper zijn, omdat
dan nog niet alle gegadigden
(in het bijzonder de handela
ren) er zijn, resp. een aantal
al weg is;
- bieden is ook een kwestie van
enig psychologisch inzicht:
begint de bieding laag, dan
kunt u misschien door direct
een fors bod te doen mogelij
ke medebieders afschrikken.
- bieden bij de afrekening op
de BTW-berekening; vraag
daarvan zonodig een specifi
catie;
- verzeker waardevolle spul
len, ook als u inzender bent;
bij lang niet alle veilingen is
dit goed geregeld.
in een bepaald water uit te
roeien." Bovendien bestaat er
bij OVB het vermoeden dat
het met de snoek in ons land
toch niet zo slecht gesteld is,
als wel eens door deskundi
gen wordt verondersteld.
Het onderzoek waarop deze fei
ten zijn gebaseerd zal waar
schijnlijk in september wor
den gepubliceerd. Dit laatste
kwam OVB-directeur Zum-
ker vorige week donderdag
wel op wat verwijten van de
verzamelde sportvisserij-pers
te staan. Immers, zo was de
opvatting, wat hier beweerd
wordt, kan verregaande con
sequenties hebben en dan is
het zaak dat alle achtergron
den en bewijsmaterialen
voorhanden zijn.
Zo toonden verschillende
schrijvende vissers zich be
vreesd voor het idee dat zal
postvatten, dat een snoek
meenemen niet zo erg is.
Daartoe uitgenodigd door de
aanwezigen verklaarde Zum-
ker nog eens nadrukkelijk dat
de ervaringen uitsluitend zijn
gebaseerd op wetenschappe
lijke onderzoeksgegevens.
Ethische overwegingen zijn
buiten beschouwing geble
ven.
Wat er nu volgens de OVB-di
recteur dient te gebeuren is
dat de viswaterbeheerders
gaan beslissen wat er met dit
feitenmateriaal gebeurt. Dat
zal van plaats tot plaats en van
water tot water kunnen ver
schillen. Bovendien kan een
bepaalde voorkeur van de
beheerder een rol spelen.
Als er beheerders zijn die de le
den de mogelijkheid willen
bieden om zo nu en dan een
snoek van een meter of meer
te vangen dan zal men moeten
blijven adviseren om gevan
gen snoek direct en onder alle
omstandigheden terug te zet
ten. Vindt men echter dat de
leden meer gebaat zijn bij een
flink aantal snoeken van zo'n
vijftig, zestig centimeter, dan
Het is een goede gewoonte van
de Organisatie ter Verbete
ring van de Binnenvisserij om
daags voor de opening van
het nieuwe visseizoen een dag
te organiseren waarop schrij
vende vissers en vissende
schrijvers een hengeltje kun
nen uitgooien en met elkaar
over actuele hengelsporton-
derwerpen kunnen discussië
ren Dat laatste gebeurde vo
rige week donderdag op een
zeer geanimeerde wijze in het
kweekbedrijf van de OVB in
Lelystad.
Tot veler verassing en verba
zing kwam de OVB-directeur
de heer A.H. Zumker op die
bijeenkomst met de medede
ling, dat het onder bepaalde
omstandigheden niet zo
slecht is wanneer sportvissers
eens een snoek van zo'n vijf
tig, zestig centimeter mee
naar huis nemen. Die mede
deling had het effect van de
welbekende knuppel in het
nog beter bekende hoender
hok. Want die werd gedaan in
een gezelschap, dat de afge
lopen jaren in overgrote
meerderheid in krant, tijd
schrift en boek het terugzet
ten van maatse snoek heeft
bepleit. Ik reken me ook tot
die groep.
Omdat de uitlating van Zumker
gemakkelijk verkeerd begre
pen kan worden is het goed in
dit artikel een aantal achter
gronden te belichten die tot
die uitspraak hebben geleid.
Binnen de OVB wordt al een
flink aantal jaren onderzoek
verricht naar het voortplan
ten en de leefwijze van de
snoek. Dit mede in verband
met de algemeen geuite
klacht dat het er met de
snoekstand in ons land niet al
te rooskleurig voorstaat.
Proeven
Onderdeel van die onderzoe
kingen vormden proeven die
in een vijftal wateren van ver
schillende grootte en geogra
De discussie over het al of niet terugzetten van gevangen snoeken zal de komende maanden weer in alle
hevigheid kunnen losbarsten
fisch gespreid over ons land
werden gedaan. Bovendien
werden in de kweekvijvers
van de OVB natuurlijke situa
ties nagebootst. Daarbij werd
bekeken wat de effecten zijn,
wanneer snoeken die de maat
hebben uit het water verwij
derd worden. Uit die onder
zoekingen bleek in de eerste
plaats.dat een bepaald water,
maar een bepaalde hoeveel
heid snoek kan bevatten.
Die hoeveelheid blijkt sterk af
hankelijk te zijn van de aan
wezigheid van planten in het
viswater. In grote lijnen is het
zo dat in water met veel plan
tengroei meer snoek aanwe
zig kan zijn dan in water waar
die planten ontbreken. De
snoek heeft een voorliefde om
zich in de buurt van of tdssen
die planten op te houden. Dat
geldt nog in versterkte mate
voor de kleinere snoek. De
eieren worden op de bladen
en stengels afgezet en de
snoek blijft daar tot een leng
te van zo'n vijftig, zestig cen
timeter rondhangen. Grotere
snoeken kiezen ook wel ande
re plekken, ook al blijft voor
deze groep een voorkeur voor
het gebied in de directe om
geving van de oever bestaan.
De begroeiing vormt een uit
stekend beschuttingsmid
del voor de jonge snoekjes.
Het wordt minder wanneer de
planten beginnen af te ster
ven. De bescherming ver
dwijnt meer en meer. Uit het
onderzoek nu is gebleken dat
rond die tijd nogal wat kanni
balisme onder snoeken voor
komt.
Grote snoeken blijken zich in
de herfst nogal eens aan klei
nere soortgenoten te vergrij
pen. Het argument van de
OVB-onderzoek is dat je op
dat tijdstip in gezond water en
met een niet al te zware hen-
geldruk (vrij vertaald: niet al
te veel snoekvissers) best af
en toe een maatse snoek mee
kunt nemen, zonder de
snoekstand in dat water te
schaden. Want die maatse
snoek zou anders waar
schijnlijk een flink aantal
jongere soortgenoten veror
beren, die nu de kans krijgen
om tot volwassen snoeken uit
te groeien.
Opbouw
De onderzoekers signaleren
bovendien het gevaar dat
wanneer alle snoeken worden
teruggezet de gezonde op
bouw van de snoekstand wel
eens in gevaar kan komen.
Immers, er zitten in dat water
dan wel een aantal kapitale
snoeken, maar door de be
perkte omvang van het water
en het kannibalisme, is het
evenwicht verstoord. Be
paalde jaarklassen ontbreken
vrijwel volledig. Het kan dan
voorkomen dat de top van
zo'n snoekstand - de grote
exemplaren - ineens hele
maal wegvalt en er in zo'n wa
ter een paar nauwelijks maat
se snoek voorkomt.
De OVB-filosofie gaat ervan
uit, dat toch niet alle snoeken
van 50, 60 centimeter wegge
vangen kunnen worden. Er
ontsnappen er altijd wel een
paar de dans, die dan voor
flink wat nakomelingen kun
nen zorgen. Directeur Zum
ker. "Door het meenemen
van wat maatse snoeken is het
onmogelijk een snoekstand
zou het aanbeveling kunnen
verdienen om zo nu en dan
eens een snoek uit het water
te verwijderen.
Als men daartoe over gaat dan
vinden de OVB-onderzoekers
wel dat het meenemen zou
kunnen gebeuren in het na
jaar en niet in het voorseizoen
wanneer het gevaar van kan
nibalisme betrekkelijk gering
is en een teruggezette snoek
nog eens gevangen kan wor
den. Gm misverstanden te
voorkomen werd door OVB-
directeur Zumker nog eens
benadrukt dat niet geconclu
deerd mag worden dat daar
mee het meenemen van
snoek wordt gepropageerd.
Want het zal duidelijk zijn dat
het een groot verschil maakt
of in een bepaald water wordt
gevist door honderd of enkele
duizenden snoekhengelaars.
Dat zal ook zijn stempel moe
ten drukken op het beheer.
De nestor van de schrijvende
hengelsporters Hans van
Onek het op de bijeenkomst"
weten geen opzienbarende
veranderingen te verwachten
in het gedrag van de henge
laar. "Er is een categorie die
de snoek altijd meeneemt en
er is een categorie die ze te
rugzet. Dat zullen ze blijven
doen."