VOtn) Is
{ATERDAG 26 MEI 1979
Door
Wim Wansink
AMSTERDAM - „De onderdruk
king, zoals die momenteel in de
Sowjet-Unie bestaat, kun je geen
terreur noemen. Terreur gaat veel
verder. Die processen- tegen dissi
denten als Orlov hebben niets te
maken met de massale terecht
stellingen en deportaties uit de
stalinistische tijd. Toen ging het
om miljoenen, nu gaat het om in
dividuele gevallen. Het Sowjet-
systeem staat immers niet op het
spel.
„Orlov, noch een van de andere 2._„
dissidenten, is in staat de partij- of staats
structuur te veranderen. Zij vormen een
kleine groep die niet wordt gesteund door
de bevolking. Brezjnjev hoeft geen uitge
breide terreurmethoden toe te passen om
aan de macht te blijven. Niet, dat ik het
goedkeur, integendeel, maar hij kan ermee
volstaan zijn tegenstanders te degraderen
ofte „deporteren" naar het buitenland. Dat
komt vooral, omdat Stalin een een-partijen
stelsel heeft achtergelaten, waarin geen en
kel oppositioneel alternatief mogelijk is".
Dit zegt Zjores Medwedjew, als biochemicus
verbonden aan het „International Institute
for Medical Research" in Londen. Med
wedjew was een van de sprekers op het on
langs gehouden congres over stalinisme en
destalinisatie, dat werd georganiseerd door
de subfaculteit algemene politieke en so
ciale wetenschappen van de Universiteit
van Amsterdam. In 1972 werd hij uit de
Sowjet-Unie verbannen. Tot die tijd stond
Zjores samen met zijn tweelingbroer, de be
faamde historicus Rov Medwedjew bekend
als vooraanstaand leider van het onder
gronds verzet in de Sowjet-Unie.
Zijn kritiek richt zich, als voormalig lid van de
Russische communistische partij, niet op
het communisme als zodanig, als wel op de
deformatie ervan door de Sowjet-leiders:
„De Sowjet-Unie", zegt hij, „staat niet op
een kruispunt tussen kapitalisme en socia
lisme, zoals de Belgische, trotskistische
econoom Ernest Mandel tijdens dit congres
naar voren bracht. Het is wel degelijk een
socialistisch land. Ten slotte zijn de pro-
duktiemiddelen in handen van de overheid
en bestaat er een - functionerende - cen
traal geleide planning".
Totalitair
„Weliswaar is het een socialisme in zijn meest
totalitaire vorm. Het is een slecht voorbeeld
van hoe socialisme in de praktijk kan func
tioneren. Een kleine politieke elite heeft het
er voor het zeggen. Staat en partij zijn on
losmakelijk met elkaar verbonden. Van
democratie is zeker geen sprake. De Sow-
jet-burgerheeft,hoedan ook, geen kans zijn
mening te uiten, zijn stem uit te brengen.
Dat is allemaal waar. Maar je kunt je voor
stellen, dat het beter kan worden, democra
tischer. Dat is theoretisch gezien zeker niet
uitgesloten, ook al zal het moeilijk zijn te
verwezenlijken", meent Medwedjew.
Een probleem is daarbij, volgens hem, dat het
merendeel van de bevolking geen ander
systeem kent. Men kan zich alleen de veel
slechtere tijden herinneren: „Een gewone
Russische burger, een technicus bijvoor
beeld, die in de jaren 20 is geboren, herin
nert zich, als hy zijn verleden bekijkt, de
vreselijke terreur uit de Stalin-periode met
zijn zuiveringen, bloedbaden, complotten
en tegencomplotten, die de dood van mil
joenen betekenden en gevangenschap, de
portatie en dwangarbeid voor nog eens zo'n
twaalf a dertien miljoen".
Isolatie
„Vervolgens denkt hij aan de oorlog, waar
opnieuw miljoenen doden vielen door de
Hitler-terreur, aan de naoorlogse periode
met zijn complete isolatie, zijn economi
sche wanorde, tekorten en hongersnoden.
Dan de iets betere tijd onder Chroestjow
met zijn pogingen tot déstalinisatie, die op
hun beurt weer gepaard gingen met een
enorme economische puinhoop, ongecon
troleerde reorganisaties en agrarische cri
ses. Daarop volgden de eerste jaren van
Brezjnjev en een poging tot „neo-stalinis-
me", waarbij conservatieve stromingen de
overhand kregen en de geheime politie, die
onder Chroestjow vrijwel geheel van zijn
krachten was ontdaan, weer nieuwe, sterke
spieren kreeg".
„Maar", aldus Medwedjew, „dan denkt hij
aan zijn jeugd, waarin hij vrijwel niets te
eten had en de hele familie in één kamer
moest wonen; een situatie die je nu nog aan
treft in bijvoorbeeld de sloppenwijken van
Napels of Rome. Voor onze Russische
technicus valt er dan niets anders te
concluderen dan dat zijn leven in de loop
van de jaren, beetje bij beetje, beter is ge
worden. Zowel vanuit economisch als van
uit politiek opzicht. Nu woont hij in een -
weliswaar klein - maar apart flatje In een
eigen kamer. Hij krijgt een - niet genereus -
maar in elk geval beter salaris dan vroeger.
Hij kan zich een radio, een televisietoestel
permitteren. En hetzelfde geldt voor de
boeren en de arbeiders".
Ontevredenheid
Volgens Medwedjew bestaat er, vooral onder
de arbeidersbevolking, wel ontevredenheid
over bijvoorbeeld de lonen, de werkom
standigheden en de veiligheidsmaatregelen
op de werkplek. Maar daarmee is nog geen
basis tot verandering aanwezig, meent hij:
„Arbeiders en boeren winden zich vooral
op over economische en wettelijke kwes
ties als het willekeurig toewijzen van woon
ruimte en de slechte voedseldistributie. In
tellectuelen, dissidenten als Sacharov bij
voorbeeld, maken zich veel drukker om za
ken als het gebrek aan persvrijheid, het niet
mogen emigreren of na verbanning niet
meer op vakantie terug mogen komen. Daar
houdt de gewone Rus zich niet mee bezig.
Voor hem bestaat dat soort problemen
niet".
„Wij - dissidenten - kunnen het systeem van
buitenaf kritiseren, door onze boeken in het
buitenland te publiceren, waardoor ze op
kleine schaal in de USSR circuleren. Maar
het blijft een kleine minderheid, die deze
boeken leest. Dus is er geen krachtige op
positie, geen alternatieve macht, geen se
rieuze invloed, die er op de bevolking kan
worden uitgeoefend".
In de periode na de revolutie van 1917, waar
bij het eeuwenoude, autocratische, tsaristi
sche, Rusland met een schok veranderde in
een onder communistische leiding staande
natie, was er, volgens Medwedjew, nog wel
sprake van oppositie: „In de leninistische
periode, die tot 1924 duurde, bestonden er
nog andere politieke partijen. De mensje
wieken vormden een grote groep. De so
ciaal-revolutionairen waren, met hun meer
dan een miljoen aanhangers onder de boe
ren, zelfs groter dan de bolsjewieken. Lenin
beschouwde dit als gevaarlijk voor de staat,
voor de revolutie. Hij ontwikkelde de idee
van het eenpartijensysteem. De oppositie
leiders werden opgepakt, hun partijen ille
gaal gemaakt. Maar tot 1933-'34 bleven ze,
dank zij buitenlandse steun, ondergronds
bestaan. Daarna was het afgelopen. Stalins
terreur veegde iedere tegenstand weg".
Invalshoek
De moeilijkheid bij de bestudering van de
stalinistische periode van 1924 tot 1953 is,
aldus Medwedjew, dat het tijdperk vanuit
verschillende invalshoeken kan worden
benaderd. Buitenlanders, zegt hij, be
schouwen een dergelijke periode vaak als
onvermijdelijk bij de totstandkoming van
welk communistisch systeem dan ook.
Russische partij kaders - apparatschiks -
wijzen er, volgens hem op, dat het commu
nisme ook een liberaal gezicht kan hebben,
zoals het geval was ten tijde van de Nieuwe
Economische Politiek, van 1921 tot 1927,
toen markteconomie en vrijheid van handel
op beperkte schaal waren toegestaan.
Wetenschappers benadrukken, naast de ex
cessieve terreur van het stalinisme ook de
ongekende machtsconcentratie bij een dic
tatoriaal heerser; die het partij- en staatsap
paraat voor eigen doeleinden misbruikte,
die een sterke centralisatie doorvoerde en
een enorm repressief apparaat ontwikkel
de, dat het despotisme in stand moest hou
den.
Terreur
„Voor my, als een So wj et-burger, die in de
stalinistische periode, in 1925, is geboren",
zegt Medwedjew, „waren de terreur en de
bruutheid het meest kenmerkende element
van het stalinisme. Ik heb dat aan den lijve
meegemaakt. Mijn vader, een bekende
bolsjewiek, werd in 1937 opgepakt. Vier
jaar later bezweek hij in een kolenmijn aan
de poolcirkel aan honger en uitputting. Ik
heb andere familieleden, ouders van vrien
den. bekenden, leraren en professoren, zien
verdwijnen".
„Ook myn broer Roy, die in zijn boek „Let
history judge" - dat overigens nooit in de
Sowjet-Unie is verschenen - de stalinisti
sche periode analyseert, iegt de nadruk op
het aspect van de terreur. Roy ontdekte, dat
Stalin al tijdens de Burgeroorlog, van 1917
tot 1920, deze wrede karaktertrek had ont
wikkeld. Toen al liet Stalin honderden me
de-revolutionairen executeren. In de leni
nistische periode manipuleerde hij als geen
ander om partijsecretaris te worden. Hij
speelde de ene groep uit tegen de andere en
de andere tegen een derde".
Oppositie
„Stalin zelf was niet noodzakelijk. Daar zijn
Roy en ik het over eens. Er was, in 1924 toen
Lenin stierf, een kleine groep mensen, die
stuk voor stuk beter geschikt was om par
tysecretaris te worden. Een man als Boe-
charin, Trotski of zelfs Kirow had het kun
nen worden. Er waren verschillende oppo
sitionele groeperingen, die Stalin wilden
verstoten, omdat zij hem niet de geschikte
persoon vonden. Zelfs Lenin waarschuwde
er in zijn testament voor, dat Stalin onge
schikt was, dat hij te veel macht had ver
gaard, dat hy uit die macht ontzet moest
worden en minder verantwoordelijkheid
moest krijgen. Hij zou, volgens Lenin, zijn
macht kunnen misbruiken tegen kamera
den, tegen de partij en anderen. Het stali
nisme kan daarom niet worden beschouwd
als een logische voortzetting van de marxis-
tisch-leninistische lijn. In de praktijk zou
het neerkomen op een pseudo-communis-
me, een pseudo-socialisme".
Medwedjew: „Daarmee was Stalin niet on
vermijdelijk. Het probleem is echter, dat
het systeem, zoals het in de jaren twintig
bestond, mensen van zijn type de kans
bood, de macht aan zich te trekken. De
bolsjewieken, die na de revolutie het socia
lisme in een land wilden vestigen/stonden
voor enorme problemen. Economisch ge
zien lag het land na de Eerste Wereldoorlog
en de Burgeroorlog volkomen plat".
Tekorten
„De Russische industrie, die in 1914 nog op de
vijfde plaats van de wereldranglijst stond,
was vrijwel geheel verdwenen. De agrari
sche produktie was vernield, de tekorten
waren enorm. Veel arbeiders en boeren wa
ren gesneuveld. Om de socialisatie van de
maatschappij door te voeren, was een leider
nodig, die autoriteit had, die doortastend
kon optreden, die anderen kon manipule
ren; kortom een demagoog. Dat was Sta
lin".
„Maar hy verwierf zijn macht niet ineens. Hij
klom langzaam omhoog in het partijappa
raat, elimineerde de ene tegenstander na de
andere. Niet in een week, in een jaar, maar
in tien jaar. Pas in 1934, nadat Kirow was
uitgeschakeld, had Stalin de absolute
macht in handen. Zijn doel was de onbe
twistbare dictator te worden, hij wilde de
baas van het hele land zijn. Dat vond hij
nodig in het belang van de zogeheten com
munistische zaak. Dat hij daarbij tot
dwangmaatregelen en politionele acties
overging om bijvoorbeeld de gedwongen
collectivisatie van de landbouw in 1929
door te voeren, was meer toeval dan een
„erfenis van het tsaristische verleden", zo
als de Stalin-kenner Isaac Deutscher be
weert".
Cultus
Volgens Medwedjew beschouwde Stalin zich
als de grootste leider, die Rusland ooit heeft
gekend, dat is ook de reden waarom hy zo'n
geweldige persoonlijkheidscultus rond zijn
persoon liet ontstaan: „Hij probeerde de in
druk te maken met verschillende aspecten
van zijn persoonlijkheid. Hij gaf bijvoor
beeld niet alleen speeches over politieke
onderwerpen. Hij hield ook toespraken
over literatuur, kunst en cultuur en publi
ceerde een aantal essays over linguis-
tiek".
Een belangrijk aspect van de stalinistische
tijd is, aldus Medwedjew, dat Stalin zelf niet
verantwoordelijk was voor alle moorden,
die in zijn naam zyn begaan: „Stalin schiep
een systeem, waarin de geheime politie
meer invloed had dan de partij of welke
andere organisatie dan ook. Deze structuur
maakte het mogelijk, dat op allerlei niveaus
kleine Stalins opdoken, die zich van hun
rivalen wilden ontdoen. Stalin zelf was er in
feite alleen in geïnteresseerd, zijn naaste
concurrenten als Zinowjew en Boecharin
uit te schakelen".
Lysenko
„Zelfs op het niveaus van het wetenschappe
lijk onderzoek - dat ik behandel in myn
boek „The Rise and Fall of Lysenko" - be
stonden tegengestelde groeperingen, die
elkaar uitspeelden Lysenko,een bioloog die
afwijkende opvattingen over de erfelijk-
heidsleer ventileerde, gebruikte het sys
teem om zijn eigen rivalen uit te schakelen.
Het hele stelsel was zo georganiseerd, dat
bijvoorbeeld iemand, die met een ander een
appartement moest delen en de kamer van
de ander erbij wilde hebben, alleen maar
naar de geheime politie hoefde te stappen,
er zijn kamergenoot van te Deschuldigen
dat hij een boek van Trotski had gelezen,
om er zeker van te zijn, dat deze op zijn
minst opgepakt en voor jaren het cachot
werd ingegooid".
„Instituutsdirecteuren, universiteitsdirec
teuren, hoogleraren, ambtenaren, partijka
ders. tienduizenden mensen hadden hun
positie te danken aan het systeem. Zij ver
vingen anderen, die waren afgemaakt. Zij
wisten van de onderdrukking, van de ter
reur, maar waren er niet tegen. Zy vormden
er een essentieel bestanddeel van en waren
ervan afhankelijk. Stalin had niet alleen de
Zjores Medwedjew
geheime politie nodig, hij moest ook men
sen hebben, die anderen aangaven, die een
persoonlijkheidscultus rond hem opbouw
den. Het is immers niet de geheime politie,
die boeken schrijft over de glorieuze daden
van Stalin. Dat doen filosofen, journalisten
of historici".
„Stalin elimineerde de beste wetenschap
pers, de beste technologische experts, de
beste militaire deskundigen. Toen hy in
,1953 stierf, was dat voor mij een geweldige
opluchting. Maar ik ben geen goed voor
beeld. Ik wist veel meer dan anderen. Mijn
vader was gearresteerd. Ik behoorde tot de
wetenschappelijke tegenstanders van Ly
senko. Myn collega's waren afgevoerd. Ge
wone mensen wisten over het algemeen
niets van de politieke kant van het bewind.
De uit zijn proporties gegroeide persoon
lijkheidscultus verdoezelde alle fei
ten".
Geheime rede
„Toen Chroestjow in 1956 tijdens het 20e par
tijcongres van de Communistische Partij in
zijn berucht geworden geheime rede de ter
reur-en martelpraktijken van het stalinisti
sche regime uit de doeken deed, kwam dat
binnen de party dan ook als een schok aan.
Niemand had het verwacht".
„In de Sowjet-Unie werd de toespraak door
de meerderheid van de intelligentsia toe
gejuicht. Maar in andere socialistische lan
den kwam de speech als een donderslag bij
heldere hemel. Chroestjow had vergeten,
dat de meeste communistische leiders in de
wereld, discipelen van Stalin waren ge
weest en dank zij diens systeem aan de
macht waren gekomen; dat zij bij het culti
veren van hun eigen persoonlijkheidscul
tus voor een deel hetzelfde soort methoden
hadden toegepast als Stalin, zij het op veel
beperkter schaal".
„Het probleem by de westelijke communisti
sche partijen, die zich nu overwegend euro-
communistisch noemen was, dat zy Stalin
in zijn acties tegen bijvoorbeeld Boecharin,
Zinowjew of Kamenew hadden gesteund.
Ze hadden ingestemd met de processen en
de uitspraken. Ze hadden hen als „imperia
listische spionnen" veroordeeld. Voor hun
was het zeker een schok, alle details, die
Chroestjow openbaarde, te moeten ho
ren".
Verandering
Medwedjew: „Als je een snelle sprong maakt
naar het heden, dan is het heel moeilijk
voorspellingen te doen over de ontwikke
lingen rond de opvolging van Brezjnjev,
zelf immers al een veel conservatiever fi
guur dan de chaotische Chroestjow. Alles
hangt af van de interne situatie in het land.
Ik ben ervan overtuigd, dat de verandering
vanuit het Russische volk moet komen,
vanuit de intelligentsia, de jongere party-
kaders en de gewone mensen. Uitsluitend
druk vanuit het Westen uitoefenen om de
Sowjet-Unie een democratischer systeem
aan te praten, zet weinig zoden aan de
dyk".
„Na Brezjnjev kan zeker een meer conserva
tieve lyn worden uitgezet. Het probleem
daarbij is echter, dat de conservatieve vleu
gel van de party oud is. Soeslow, Kirilenko
en anderen zijn evenoud of zelfs ouder dan
Brezjnjev. De gemiddelde leeftijd van het
Politbureau is 70 jaar. Die mensen kunnen
so wie so niet lang meer mee. Je kunt dan
ook niet voorspellen, wie Brezjryev zal op
volgen".
„In de Sowjet-Unie bestaat geen patroon voor
opvolging van een leider. Lenin, Stalin,
Chroestjow, Brezjryev hebben zich allen in
de loop der jaren moi tm ontwikkelen tot
leider. Er is nog geen beslissing genomen.
Het meest waarschijnlijk lijkt mij een
nieuw driemanschap. Daar zou Romanow
wel eens in kunnen zitten. Maar je moet
eigenlijk praten over de volgende generatie,
over de vijftigers. Dat zijn technocraten, die
best wel eens een liberale koers kunnen
gaan varen om populariteit te winnen".
PAGINA 21