Vier in één of literatuur van autoritaire elite
Uitstekend boek
Van Manen over
homoseksuelen
Boeken kort
EXTRA
"Jij bent een mislukte schrijver, weetje dat?" schreef
een goede vriend van mij onlangs, die ver genoeg weg
zat om zich veilig te wanen. "Oorzaak van al je fru
straties", vervolgde hij honend, "wie niet zelf wil toe
geven dat hij schrijver wil zijn wordt recensent".
Geen recensent die niet na het horen van een derge
lijke waarheid in tranen losbarst of zich het leven
tracht te benemen. Te bedenken dat je dergelijke
vrienden als adders aan de borst koestert!
En het duurt wéken voor je een
passende tekst gevonden
hebt om de opgelopen kwets
uren provisorisch te bepleis
teren; zo'n prettige balsem op
de gapende wonde legt ten
slotte Jacques den Haan
("staart uit het raam", 1962):
"Wat literatuur is en wat niet.
wordt in grote lijnen bepaald
door een elite, waarvan men
kan beweren, dat zij zichzelve
gewoonlijk benoemt, zichzelf
voortzet en over het geheel
autoritair optreedt. Het is een
elite, wier oordeel, buiten
vakkringen om. zelden wordt
aangevallen en wier vonnis
gewoonlijk als finaal wordt
geaccepteerd".
Ik mag zo'n uitspraak graag
herlezen en inzien dat ze juist
is. Dat Den Haan hier allerlei
smalends aan toevoegt, doet
nu even niet terzake. En met
"vakkringen" hebben we
hier, zo knus in een veilig
dagblad ook al niets te ma
ken. Het leven is zo kwaad
nog niet.
Het moet dan ook een hele
troost voor auteurs èn uitge
vers zijn dat hun boekwerken
in de hiernavolgende rubriek
worden ondergebracht. Aan
de korte besprekingen kan
niemand zich een buil vallen
en de recensent heeft te wei
nig ruimte om eventuele
knulligheden in het letter
kundige produkt schrijnend
te onthullen. Een duidelijke
reden om aan een bepaald
boek beknopter aandacht te
besteden is er niet, of is hoog
uit triviaal.
Zo bevalt mij bij Cremer Sr. het
voorplaat je en de praatjes van
Jr. niet; acht ik Polet onlees
baar en teveel van het slechte;
is Rubinstein's boekje te dun
en het feminisme op haar re
tour; en schaam ik me Ruys-
linck niet grondiger te be
spreken. Waarbij, merk ik,
stiekem tóch weer kwalita
tieve normen worden aange
legd, hoe dubieus ook. En ze
ker autoritair.
Jan Cremer
"Reizen zit de Cremers in het
bloed", schrijft junior in zijn
inleiding op "Op de fiets de
wereld in" (De Bezige Bij,
Amsterdam 1978/79, f27,50)
door Jan Cremer Sr, zijn oude
vader. De publicitaire hand
van zoonlief, die zijn vader
naar eigen zeggen nauwelijks
gekend heeft, is duidelijk
merkbaar in dit plaatjesboek.
Waar nu precies senior en
waar junior aan het woord is,
lijkt me niet te achterhalen:
twee generaties tot één ver-
ricrsblood, dezelfde senti
mentele reislust. Jan Jr. op
zijn chopper. Jan Sr. op zijn
Fongers-rijwiel. "waarvan hij
zelf het frame had verstevigd.
Een knapzak met proviand op
de rug, een rieten reiskoffer
achterop de fiets die verder
behangen was met lederen en
canvas tassen. Jan Cremer Sr.
was een voorbeeld van het
aloude ras vrijheid-blijheid.
Zijn devies was "Liever hon
derd gulden schuld dan vijf
minuten verdriet". Hij sprak
vele talen vloeiend en kon
zich overal en onder alle om
standigheden aanpassen. Een
globetrotter in hart en nieren
maar ook een rusteloze des
perado". (p. 19/20).
Dan volgen de leerzame aard
rijkskundige reisbeschrijvin
gen van vader in Palestina,
Turkije, Syrië, Griekenland,
Joegoslavië en Hongarije,
simpel, beknopt en stoer be
schreven. Met dezelfde jon-
gensrómantiek als die waarin
de zoon thans uitblinkt: pre
tentieloos amusement en
juist daarom warm aanbevo
len.
Hoofd
Die eenvoud treffen we als ge
bruikelijk niet aan bij Sybren
Polet die een knoeperd van
een paperback het schuldelo
ze publiek naar het hoofd
werpt onder de wanhoop-
wekkende titel: "Xpertise of
De experts en het rode
lampje" (De Bezige Bij. Am
sterdam 1978, f32.50!). Ik zal
niet voorwenden dat ik de in
houd geheel doorgrond heb
(chaos is troef), noch dat ik
niet hier en daar een bladzijde
overgeslagen heb. Nu, een
hoger inzicht in de "literatuur
als een, soms dodelijk ernstig,
spel, waarbij de verschillende
lijnen als getwijnde draden
dooreenlopen en samen het
romanweefsel vormen", is
niet voor ieder weggelegd.
Maar misschien bedoelt Polet
het allemaal opvoedend en
zelfs lollig zoals in de "Fabel
over het ontstaan van de
mensheid als verteld door de
oude geile beer": "En het ge
schiedde in oude tijden dat dc
aarde bijna leeg was en dat de
meeste vrouwen onvrucht
baar waren en niet meer
droegen. Toen op zekere dag
zat de boerenknecht achter
zijn melkmasjiene, een appa
raat dat ze in die tijd nog had
den om koeien te melken, en
werd bevangen door vleselij
ke lust. Hij zette een van de
zuigtuiten op zijn pik en
kwam in de kortste keren
klaar; zijn zaad spoot in de
melktenk. En daarop deed hij
het nog een keer met een an
dere tuit en nog een keer. Nou
opa. opa nou toch, suste de
boerin" (p.86).
Astmatisch proza, dacht ik.
Science fiction dooreen ouwe
erik. Ik waarschuw
Feminisme
Minder bekommerd heb ik ver
nomen van jRenate Rubin
stein's tegenstribbelende vi
sie op het "Hedendaags fe
minisme" (Meulenhoff, Am
sterdam 1979 f 10,-) waarin de
heldin de tegenstanders van
dit misselijke tijdverschijnsel
aangenaam verrast Aardig,
aardig, om - nog wel van een
vrouw - te vernemen: "Alles
wat mannen in hun dwaas
heid als het eeuwig vrouwe
lijke ophemelden wordt te
genwoordig door vrouwen
gezegd, maar. nog steeds,
f)e kroon wordt op al die lofui
tingen gezet door het parman
tige denkbeeld: God is een
Vrouw. Een vrouw? God be
waar me. Persoonlijk had ik
in die positie liever een man
gezien", (p.60).
Dergelijke uitspraken lees ik
graag: een volstrekt originele
en beslist acceptabele ge
dachte. Al valt deze grondelo
ze wijsheid in het niet bij deze
ene, onontkoombare: "Voor
uitgevers maakt het geslacht
van hun schrijvers natuurlijk
geen moer verschil: als min
achting voor "de man" of felle
aanklachten tegen de was
tobbe in de mode zijn. geven
ze die uit want wat in de mode
is, wordt verkocht. Met litera
tuur heeft dat niets te ma
ken". (p.38) Bravo. Een ver
helderend boekje.
Pil
"Op toernee met Leopold Son-
dag" (Elsevier Mant eau, Am
sterdam/Brussel 1978)heetde
nieuwste, gebonden en 363
bladzijden dikke pil van Ward
Ruyslinck. Een pakkend, zij
het wat te filosofisch en maat-
schappijtobbeng boekwerk
dat ik helaas nog steeds niet
uitgelezen heb. De omvang
werkt stagnatie in de hand,
ben ik bang. Alleszins is hier
sprake van "een ideeenroman
en een beklemmend getuige
nis van i-cn door ethische
vraagstukken bezeten auteur,
zeer duidelijk ook een ont
hullende zelfanalyse en po
ging tot introspectie van de
49-jarige schrijver", zoals be
hulpzaam wordt meegedeeld.
Het geheel handelt over de ver
standhouding tussen de jour
nalist Thomas Belser en de
beroemde kultuurfilosoof
Leopold Sondag, een intellec
tueel gebeuren dat doorkruist
wordt door Thomas' liefde
voor Gina. Een wel boeiende,
maar moeilijke roman die
vroeger en beter werk van
Ruyslinck niet in de schaduw
stelt
ROB VOOREN
De laatste jaren worden niet alleen gekenmerkt door het
openbreken van het homoseksuele taboe - een aantal bis
schoppen van beneden de rivieren daargelaten - maar ook
door het op de markt komen van boeken die gaan over
homoseksuele mensen, relaties en wereldjes.
Een groot verschil met vroegere
homoseksuele literatuur is dat
het thema openlijk wordt be
schreven en gehanteerd. Homo
seksuele klassiekers als Gide,
Oscar Wilde en Isherwood ver
heimelijkten nogal wat. Het
maakte hun boeken wel span
nend maar af en toe ook behoor
lijk onduidelijk.
In Nederland was het misschien
Couperus die met zijn geparfu
meerde boeken het eerste beetje
homoseksualiteit de vaderlandse
letteren liet binnen sluipen. Een
berg van licht doet toch wel
vermoeden dat Couperus niet
onbekend was met het wezen der
mannenliefde. Jacob Israel de
Haan liet aan het begin van deze
eeuw bijna illegale boekjes druk
ken die bolstonden van voosheid,
een scheut sadisme maar vooral
van de begeerte ngar het jon
genslijf.
Aanvang
Het is onmiskenbaar dat met G. K.
van het Reve - inmiddels zich
noemende Reve - de literaire
homoseksuele openheid een
aanvang nam. Reve schonk ons
niet alleen zijn meesterlijke ro
man De avonden maar ook zijn
twee nauwelijks'te overschatten
brievenboeken Nader tot U en
Op weg naar het einde.
De homoseksualiteit was be
spreekbaar en beschrijfbaar ge
worden. Jongens kregen een
priester zo ver om zich in de echt,
kerkelijk, te laten verbinden, er
waren zomers in de jaren zestig
dat jongens met jongens handje
in handje over de Dam liepen.
Van het Reve was de aartsvader
van het nichtenproza geworden.
Boek na boek kwam er van hem
op de markt. Door de critici
steeds meer gegispt maar nog
steeds superieur van stijl.
^u. aan het eind van de jaren zeven
tig gekomen, zijn boeken over
jongens-jongens of meisjes
meisjes heel gewoon.
Mietjesachtig
Het meeste nichtenproza lijdt ech
ter aan één groot gebrek: het is zo
verdomd mietjesachtig, zo alle
machtig nichterig.
Een paar jaar geleden kwam Guus
Vleugel op de proppen met een
nichtenroman Het Schuldge
voel. Een draak van een boek
want wat waren de nichten: rijk,
verwijfd, ontrouw, giechelig en
babbelziek.
Homoseksuelen voelen hetzelfde
als heteroseksuelen. Ze zijn ver
liefd, trouw én ontrouw. Sommi
gen zijn rijk maar de meesten
hebben gewoon een modaal in-
komentje
Onlangs verscheen er een boek van
Jaap van Manen Verliefd.
Op het boek is toch wat aan te mer
ken: er wordt zonder pardon in
het vliegtuig gestapt, er wordt
gewoond in ruime woningen -
inclusief tuinhuizen. Geld speelt
geen rol en er lijkt in Van Manens
boek bijna niemand op te treden
die minder dan een ton 's jaars
verdient.
Een slecht boek dus?
In het geheel niet. Ondanks de ge
noemde feiten heeft van Manen
een heerlijk boek geschreven.
Het verhaal rammelt niet al te
veel, de stijl is schoon en even
wichtig en vooral: het jargon van
de homoseksuele medemens is
zo feilloos getroffen.
Plezier
Mensen die de "nichtenwereld"
kennen - en dan vooral de Am
sterdamse - zullen menig vrolijk
uurtje aan het boek beleven.
Maar ook onbekenden met deze
wereld kunnen er plezier aan be
leven. Op een prettige, aangena
me manier wordt de wereld van
de. zogenaamde, "verkeerde
kant" uit de doeken gedaan.
Zoals bekend heeft iedere incrowd,
iedere scene en iedere wereld zijn
eigen jargon, zijn specifieke taal.
Bakvissen van zestien hebben
hun eigen kirrende taaltje, huis
moeders hun zorgelijke, be
klemmende jargon, jonge moe
ders hun hoogtonige conversatie
met de baby, zakenlieden hun
praalhanzerig geklep, ja. er ber
staat zelfs een meetbaar verschil
tussen de taal van de man en die
van de vrouw. Niks op tegen!
2n zo is er dus ook de nichtentaai.
Dikwijls bestaat deze taal uil leeg
gesnap, loos gekwek dat niet ge
heel van humor ontbloot is. Wel
nu, dat op te schrijven is wis en
waarachtig niet gemakkelijk.
Knap
Van Manen is er in geslaagd. Opeen
hele knappe manier. Ik heb er om
moeten glimlachen en een aantal
malen zelfs moeten schateren.
r Europa" (uitg. Het Spectrum, Utrecht/
Oppervlakkig boekje over de Europese verkiezingen en wat daar aan
voorafging. Een groot deel wordt dan ook nog gevuld met debatten in
het Europese parlement óver die verkiezingen. Zo krijg je een toch al
dun boekje wel vol.
Nuttig boekje
Het verhaal is betrekkelijk een
voudig: een oudere homoseksu
eel heeft een vriendin. Deze
vriendin is getrouwd en daar heel
ontevreden mee. Ze heeft dus op
een reisje in Amerika een jonge,
knappe gozer opgepikt. De oude
re vriendin is in staat de jonge
man naar Nederland te lokken.
De homoseksueel, de vriendin en
de gozer maken gedrieën
een reisje naar Venetië. En ja
hoor: de oudere homoseksueel
wordt smartelijk verliefd op de
jongeman.
De roman eindigt rampzalig: de
jongeman gaat fiierefluitend op
weg in de wereld, het tuinhuis
van de oudere homoseksueel
brandt af en de vriendin raakt in
de versukkeling. De hoofdper
soon neemt een baan in Amerika
en op is de koek.
Geen schokkend verhaal dus - de
passage in Venetië doet zelfs een
beetje gekunsteld, ingepast aan -
maar zeker een boek dat goed ge
schreven is, een heel volledig
beeld geeft van een voor velen
onbekende wereld. En wat
blijkt? Dat de wereld van de ho
moseksueel helemaal niet zo eng
is Het is best een leuke wereld.
Misschien ook dankzij het uitste
kende bock van Jaap van Manen.
BOUDEWIJN BUCH
Jaap van Manen: Verliefd, Am
sterdam. Querido, 1979, 194 blz.,
prijs f24.50.
Y. H. Berghorst en P M. Hommes: "Europese Verkiezingen", program
ma's en analyses (uitg. Martinus Nyhoff. Den Haag), prijs f25,-.
Een nuttig boekje voor de liefhebbers. Alle programma's van de groepe
ringen die in Nederland aan de Europese verkiezingen deelnemen zijn -
voorzover toen al voorradig - in de publikatie opgenomen Er is een
apart hoofdstuk ingeruimd voor vergelijkende analyse van de verschil
lende programma's. Dat zou men wat uitgebreider en een tikje dieper
gravend wensen.
Baanbrekende opstellen
Isaac Deutscher "Ironie van de geschiedenis" en "De onvoltooide revolu
tie" (beide uitgegeven bij De Haan Haarlem in de serie "Tqd Contou
ren"), prijs resp. f 17.50 en f 15.-.
Herdrukken van een aantal baanbrekende opstellen of lezingen die de
gezaghebbende historicus Isaac Deutscher schreef over de Russische
revolutie en het communisme in het algemeen. Heel actueel en van een
d&els de tijd doorstaande denkkracht is Deutschers analyse van de on
derlinge verhouding van maoïsme en stalinisme in de vroege jaren vijf
tig-
Interessant is ook de wezenlijk verschillende wijze, waarop de bolsjewiki
in Rusland en de maoïsten in China aan de macht zijn gekomen. Daar
zijn verklaringen uit te putten voor de zo veel "onberekenbaarder",
plastischer politiek van Peking in vergelijking met de weinig buigzame
moloch die vanuit Moskou wordt geleid.
i harte aanbevolen leesstof vc
ineer hij handelen of nalaten v
verklaren.
De bundeltjes van Deutscher bieden va
een ieder die met witte plekken zit. wa
de grote socialistische landen tracht 1
Verplichte kost
J. A. Schumpeter: "Kapitalisme, socialisme en democratie" (uitg. De
HaanfTyd Contouren. Haarlem, 400 bladzijden, 3e druk), prijs f39,50.
Met deze nieuwe druk komt wat het Nederlands taalgebied betreft weer
"een klassieker" binnen handbereik. Hoewel het boek van betrekkelijk
recente datum is, 1943, is het nu al zo verplichte kost voor iedereen die
zich met de
bezighoudt dat "Schumpeter" synoniem is voc
enigszins voorbarig, want de Oostenrijkse econo
aan Harvard, Schumpeter, heeft nog heel wat r
het kapitalisme
e titel voluit. Dat is
en latere hoogleraar
r geschreven.
n "Kapitalisme, socialisme en democratie" betoogt Schumpeter. zelf
geen socialist, op monumentale en briljante wijze dat het kapitalisme
plaats zal moeten maken voor het socialisme; niet omdat het tekort
schiet. maar juist door zijn prestaties. Dat succes doet op den duur de
sociale fundamenten waarop het kapitalisme was opgetrokken, onder
mijnen en tenslotte vernietigen.
Onaangetast
De actualiteit van Schumpeter lijkt onaangetast. Wellicht hebben de
voortgaande technologie en automatisering de accenten enigszins an
ders gelegd dan de veertiger jaren deden vermoeden, maar in de kern
blijft het probleem van de "vervreemding" tussen het kapitalisme en
zijn oorspronkelijke ontstaansvoorwaarden onveranderd
Schumpeter schrijft vanuit een grote eruditie en meteen enorm historisch
besef De vertaling door de Amsterdams/Leidse politicoloog Daudt is
degelijk, maar soms iets te veel aan de Amerikaanse oertekst vastge
klampt. Daardoor is niet elke passage even duidelijk.
HAN MULDER
Bij de beoordeling van Kunst en Li
teratuur moet op de duiten niet
gelet worden. Dat is ongepast en
niet ter zake. Maar als het mij be
lieft zal ik van dat belachelijke
gebruik graag afwijken: dit na
tuurlijk in het kader van Bestek
'81.
Welzeker ben ik te porren voor de
gedachte dat literatuur een nood
zaak is, dat de gemiddelde Ne
derlander minstens 1 boek per
week hoort te lezen en dat het juist
is om onze schrijvers gigantische
stipendia te verstrekken. Maar de
uitgevers doen er goed aan te zor
gen dat literatuur geen luxe
wordt,enkel voor de welgestelden
en andere belastingontduikers.
Het is al heel gewoon dat een
doorsnee-paperback een vijfen
twintig a dertig florijnen kost - en
over de kwaliteit van het gebode-
ne praten we dan maar niet.
Kwaliteit als kriterium is met be
trekking tot de letteren in Neder
land een hachelijke zaak, een re
den om er in elk geval op toe te
zien dat het althans met de kwan
titeit goed zit.
Zestien-en-een-halve gulden, ik kom
ter zakekost het bundeltje „Anti
chambreren" (Meulenhoff 1979),
"poëtisch-absurdistische verha
len" die Olga Rodenko in de vijf
tiger jaren schreef. Een leuke
prijs voor 96 bladzijden genum
merde tekst, waarvan maar een
70 bladzijden ook wérkelijk be
drukt blijken. Kwantitatief
wordt hier dus in geen enkel op
zicht aan de minimumeisen van
de boekdrukkunst voldaan.
Hetgeen betekent dat ons leesgenot,
de kwaliteit van de verhalen, tot
opmerkelijke hoogte zal moeten
stijgen, willen we ons letterlijk
7liet bekocht voelen. Voert Olga
Rodenko ons mede door het ijle
zwerk op de ranke vleugelen van
het poëtisch-absurdisme.? Nou,
het zijn toch best aardige verha
len, in ieder geval, al blijft na'een
lezing een gevoel van "en wat
komt er nu?" loodzwaar hangen.
Alsof het publiek in de pauze ver
zocht wordt kalm en beheerst
naar huis te gaan.
De geboden verhalen behoren tot het
absurdistische, het fantastische
genre waarin ook auteurs als
Hans koekoek of Herman Pieter
de Boer zo uitblinken: anno 1979
is er dan ook geën sprake meer
van volstrekte originaliteitmaar
in de tijd van ontstaan, zo'n der
tig jaar geleden, gold dat zeker
wel. Het absurdisme - de "poëti
sche" toevoeging kan beter plaats
maken voor "ironische" of "hu
moristische" - zit 'm vooral in de
onverwachte afloop, in het wel
vermakelijk ontbreken van een
clou, een pointe, een gesloten ein
de.
Wel zijn er vermoedens. Zo zal de
tramreizigster in het openings
verhaaltje "Lijn Oe" ongetwij
feld niet naar het station op weg
zijn, maar naar de dood. Moeilij
ker wordt de puzzel in het aardige
"Vijftigjarig jubileum", waarin
de hoojdpersoon.naar de lezer
vermoedt, een oude, rijke presi
dent-directeur ener goed bekend
staande firma isof een schatrijke
erjlater omringd door beluste fa
milieleden. Tot ontsteltenis ran
de aanwezigen wordt de grijs
aard verzocht over zijn loop
baan te verhalen, en ieder maakt
zich op voor een lang, saai en al
veel gehoord verslag.
De oude vertelt dan van zijn
graafwerkzaamheden met talrij
ke hugenoten in diepe schachten
onder de grond. Als enige begint
hij zich op jeudige leeftijd de zin
van zijn geploeter af te vragen,
maar er blijkt geen doel: men
graaft van a naar b en terug, al
eeuwenlang, en van een uitgang
uit de schachten blijkt niemand te
weten.
Het relaas nadert zijn onontkoom
baar einde "Onbefcorst", ging
de oude verder, 'als jonge mensen
zijn begon ik de schacht op en neer
te rennen, met mijn nagels in het
zand te krabben, te schreeuwen
dat ik eruit wou. Dwaas en nut
teloos, de baas had immers vier
miljoen schema's en nog een luik
en nog iets. Ik ging als een bezete
ne tekeer, liep van A naar B. van
B naar A, van A naar B. Totdat ik
berustte'.
Iemand vroeg 'En hoe bent u er dan
uitgekomen?'
De jubilaris keek op. 'Ik ben er niet
uitgekomen', zei hij.' (p.17) en de
lezer niets wijzer. Een soortgelijke
doolhof-intrige vinden we in het
titelverhaal "Antichambreren"
waarin de ik-figuur komt sollici
teren naar de betrekking van
privé-secretans. Hij wordt een
vertrek binnengelaten door "een
man in het zwart met zijn rechter
arm in verband"en vandaar in
een volgend vertrek door een
identieke vreemde heer, enzo
voorts. Het Droste-effect Een
kringloop zonder einde, tot de
dood erop volgt.
Het absurdistische, of liever het be
vreemdende in sciene fiction-lec-
tuur zou men spreken van sense'
of wonder") krijgt iets beklem
mend detective-achtigs in verha
len vol suggestieve sfeer als "De
souffleur" en „Blauwbaard";
iets-ja toch! dichterlijks in bijna
verdrietige vertellingen als
"Tristan",. "Brief van een bank-
employe" en "Rudy Antons"; iets
surreoJiatieefc, jclence fictum-
achtigs in bijvoorbeeld "Een
merkwaardige film".
Al met al een bundel verhaaltjes die
best de moeite waard zijn voor
wie van dit genre houdt en er geld
voor over heeft.
Wat mij betreft: als de neringdrij
ver mij de helft van m'n geld te
ruggeeft, kom ik graag na de
pauze terug om de rest van het
gebodene te gen teten Want met de
kwaliteit zit het wel goed.
ROB VOOREN.