De gevangenismuur
moet flink omlaag
rabliik
Door rammelende
melkbussen met
'kippen op stok'
Oegstgeestenaar ingeschakeld bij karteren Spaanse geologie
In Zweden heeft
72 procent van
de vrouwen een baan
PAGINA 4
VARIA
DONDERDAG 17 MEI 1979
door
Sjak
Jansen
Elke ochtend, steevast om tien uur, ga ik de stad en
regio in, op zoek naar mensen en dingen voor deze
rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok
slag tien aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215.
Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom.
HM
Zelfs in het verre en zonnige Spanje weet men
van het Leidse rijksmuseum voor geologie
en mineralogie. Al was het alleen maar om
dat men daar de Oegstgeestse geoloog dr. C.
E. S. Arps kan bereiken.
Op deze petroloog (een geoloog
die het ontstaan der gesteenten
probeert te doorgronden) heeft
Spanje vorige maand voor de
derde keer een beroep gedaan
om enige Spaanse collega's te
begeleiden bij het in kaart
brengen van de geologie in de
Noordwestspaanse provincie
Gallicië. „Van het karteren
hebben de Spaanse collega's
minder kaas gegeten dan w(j
van de Leidse school van pe
trologen", verklaart de 43-jari-
ge Arps in zijn met kaarten en
paperassen bedolven werkka
mer, die uitkijkt op de Leidse
Burcht.
Arps verkondigt dat het van de
ene kant bezien eigenlijk best
een unieke zaak is dat Leidse
petrologen worden ingescha
keld b\j het op kaart zetten van
de Spaanse geologie. En dat
houdt volgens hem hoofdzake
lijk veldwerk in.
Trektocht
Zojuist is hij teruggekeerd van
het regenachtige en koude Gal
licië. Drie weken heeft hij, ge
wapend met rugzak, tas, kom
passen, veldboek, loep en kaar
ten, van 's ochtends vroeg tot 's
avonds laat deze provincie af-
gracht 17 legt hem, wat zijn
hand-en spandiensten in
Spanje betreft, geen strobreed
in de weg. „Integendeel, het
museum vaart er wel bij. Ik kom
altyd wel met een paar mooie
stenen terug. Vaak zijn die voor
i waarde".
gestruind. Eind deze zomer
staat hem eenzelfde trektocht te
wachten. En ook die voetreis zal
hij met veel plezier onderne-
Jazeker. Je moet weten dat ik
het vak in Spanje geleerd heb.
Als student ging ik elke zomer
naar Spanje om het veld in te
gaan. Daar heb ik praktische
ervaring opgedaan. Kijk, in Ne
derland kun je als petroloog
geen veldwerk verrichten. Voor
echte veldgebieden moet je
naar Spanje of de Alpen".
Het rijksmuseum, riant behuisd
in het pand Hooglandse Kerk-
Revisie
Gezegd moet dat Arps in Spanje
niet al te baanbrekend werk
verricht. Zoals voor verreweg
de meeste gebieden in Europa
geldt, is ook de geologie van
Gallicië al eens op kaart ge
bracht. Maar dit is volgens Arps
reeds dermate lang geleden ge
beurd, dat de revisie van de
kaarten een tamelijk ingrijpen
de is.
Momenteel wordt nog gewerkt
aan het karteren op een schaal
van 1 op 50.000. Of dat alleen al
niet genoeg werk met zich mee
brengt, wil men binnenkort een
begin maken met het tekenen
van de gehele Gallicische geo
logie op een schaal van 1 op
200.000. Het schrijven van de
korte geografische geschiede
nis van desbetreffende gebie
den daargelaten, vormt alleen
het op kaart brengen al een zeer
omvangrijk karwei.
Achterstand
Volgens Arps wil Spanje, ge
zien de huidige achterstand,
daar veel haast mee maken. En
ook hy wil niets liever dan alle
zeilen bijzetten. ,,Het dient een
uiterst nuttige zaak. De kennis
van de geologische ondergrond
is van groot belang. Het kan
immers consequenties hebben.
En niet alleen voor de land
bouw, watervoorzieningen en
wat dies meer zij".
Dr. Arps, net terug i
Op Noordwijkse Herenweg
Enkele bewoners van de
Herenweg in Noord-
wijk lijken de laatste
maanden min of meer
gedoemd met de kippen
op stok te gaan. Óf zij
het willen of niet, elke
ochtend kunnen zij bij
wijze van spreken de
klok erop gelijk zetten
dat een ronkende
vrachtwagen van een
melkfabriek hen uit hun
diepste slaap doet ont
waken
Elke ochtend voor dag en
dauw zijn het weer de
i de melkfa
briek die volgens bewo
ner van nummer 5 de
heer L. van Denzen met
veel lawaai de melk-
bussen in en afladen en
daarmee telkenmale de
Herenwegse hanen de
loef weten af te steken.
Van Denzen: Het opha
len van de melkbussen
gaat steevast gepaard
met gegooi en geram
mel. En dat is dermate
lawaaierig dat je hoe
dan ook wakker wordt.
's Middags kun je ook
geen dutje doen. Dan is
het precies hetzelfde
liedje".
200 meter
„Meestal worden de buè-
weggehaald. als je ge
luk hebt pas om zes uur.
Kijk, het zou allemaal
niet zoveel te betekenen
hebben, wanneer men
die bussen 200 meter
verderop zou neerzet
ten. Dan zou de overlast
veel minder zijn. En
zouden wij, wat ik je
brom, niet wakker wor
den". De Noordwijker
zegt zich er overigens
niet toe geroepen te
voelen de melkrijders er
eens op te wijzen min
der luidruchtig de bus
sen op te halen.
Desondanks lijkt het
melkbussengerammel
bij het krieken van de
dag op de Herenweg
geen lang leven meer
beschoren. Er is inmid
dels bij de politie een
klacht ingediend en dat
heeft ertoe geleid dat de
zaak momenteel wordt
onderzocht. ,J~)iverse
ochtenden hebben we op
de Herenweg al post ge
vat, maar tot nog toé
heeft dat geen enkel re
sultaat opgeleverd. Het
zal duidelijk zijn dat
we eerst iets moeten
vaststellen"aldus een
woordvoerder van de
Noordwijkse politie gis
teren.
AMSTERDAM - „De muren rond de gevangenis moeten
een stuk naar beneden. Wat we proberen is door dat her
metisch gesloten gevangeniswereldje heen te breken. Wij
vinden dat de buitenwereld ook verantwoordelijkheid
zou moeten dragen voor wat er „binnen" aan de gang is.
Daarom ook werken we met vrijwilligers, „leken" op
hulpverleningsgebied".
Joanni Reinsma doet in hulpverle
ning. Ze is bestuurslid van de
Stichting Vrijwillige Hulpverle
ning aan (ex-)gedetineerden in
Amsterdam. Een organisatie die
zelfstandig, buiten de reclasse
ring om, opereert, gedetineerden
helpt, maar ook mensen die weer
vrvj zijn, en een poging wagen
zich opnieuw een plaats te vero
veren in een afwijzende maat
schappij.
Bij de reclassering in de Amster
damse regio blijft veel werk lig
gen dat door de ongeveer zestig
vrijwilligers kan worden opge
pakt. „De reclasseringswerkers
zijn beperkt in hun mogelijkhe
den, maar we zijn er niet voor om
het werk waar ze niet aan toe ko
men, zonder meer over te ne
men", legt Joanni Reinsma uit.
„We bepalen zelf wat we doen en
hoe we werken. In goed overleg
met de reclassering overi
gens".
Het werk stoelt op twee poten: be
langenbehartiging van mensen
die met justitie in aanraking zijn
(geweest) en het geven van in
formatie. Met die informatie wil
de stichting een mentaliteitsve
randering op gang helpen, voor
oordelen ten aanzien van gedeti
neerden en ex-bajesklanten zo
veel mogelijk uit de weg rui-
Bezoek
De praktische hulp bestaat uit het
bezoeken van gevangenen op de
geldende bezoekuren. Bezoeku
ren is een te groot woord: een ge
vangene heeft recht op drie kwar
tier in de week. De meeste klan
ten van de stichting zijn buiten
landers die vaak totaal van be
zoek verstoken zijn. Uit die be
zoeken, „gezelligheid, geen
hulpverlening", vloeien dikwijls
verzoeken voort. Ook dat is een
taak van de vrijwilliger. De aan
vragen variëren van het halen van
kleren die nog thuis liggen, de
huur regelen, de planten water
geven, tot het doorgeven van be
richten aan familie, het vertalen
van brieven, het ophalen van be
langrijke papieren of foto's waar
aan de gedetineerde gehecht
Die tweede taak is heel belangrijk,
zeggen Anneke Stasse en Mary
Dekker (vrijwilligers, tevens
stafleden). Ze hebben ervaren dat
mensen zich best wel willen op
geven voor het bezoekwerk, maar
de praktische voortvloeiselen
daaruit maar lastig vinden. „Toch
is dat voor de gevangene vaak
van groot belang. Met de gedeti
neerde probeer je een vertrou
wensrelatie op te bouwen die van
grote waarde kan zijn. Het wordt
prettig gevonden om met een
vrijwilliger te maken te hebben.
Wy werken onafhankelijk van
justitie of reclassering. Daardoor
heeft de gevangene het gevoel dat
hij niks van ons moet en dat is erg
belangrijk. De reclassering wordt
wel eens beschouwd als een ver
lengstuk van justitie. Er worden
rapportjes geschreven en zo.
Daar doen wij niet aan. Wij weten
ook niet van tevoren waarom ie
mand vastzit. Als de gedetineer
de dat wil vertellen, dan komt hij
er zelf wel mee.
..Voor het kweken van een ver
trouwensband met de gedeti
neerde is het essentieel om zaken
te regelen die op het eerste ge
zicht niet zo belangrijk lijken, als
planten water geven of voor de
hond zorgen".
Drugs
Het vrijwilligerswerk kan niet als
vrijblijvend worden beschouwd,
benadrukt Joanni Reinsma. „We
kunnen het ons niet permitteren
dat een vrijwilliger een afspraak
niet nakomt. Of dat de regels van
de gevangenis worden geschon
den. Het is een keer voorgeko
men dat iemand drugs de bajes
had binnengesmokkeld. Zo'n in
cident slaat als een boemerang
terug op de stichting. Dat werkt
enorm door".
Een uitzending van het NOS-pro-
gramma Werkwinkel, eind 1974,
over wat vrijwilligers zouden
kunnen betekenen voor gedeti
neerden, was de aanleiding tot
het oprichten van de Amster
damse stichting. Reacties kwa
men veelal uit studentenkringen,
maar ook ouderen en ex-gedeti-
neerden gaven zich op. De stich
ting kreeg gratis onderdak in een
van de vroegere bewaarders-
huisjes, naast het Huis van Bewa
ring I (HvB I) op het Kleine-
Gartmanplantsoen in Amster
dam. Met de verhuizing van HvB
I naar de Bijlmerbajes - novem
ber vorig jaar - is het complex
overgegaan in gemeentehanden.
„We moeten nu huur gaan beta
len en dat is een flinke aanslag op
onze financiële middelen", aldus
Joanni Reinsma. „Er loopt nu al
ruim een jaar een subsidieaan
vraag bij de ministeries van justi
tie en CRM, maar daar horen we.
maar niets van".
Bijlmerbajes
Het is ook onzeker waar de stich
ting naartoe moet als er voor het
oude Huis van Bewaring een be
stemming is gevonden. In de
buurt van de Bijlmerbajes is geen
plaats. De Bijlmerbajes heeft het
werk van de vrijwilligers overi
gens flink bemoeilijkt. De nieu
we strafinrichting is te zeer geï
soleerd van de bewoonde wereld.
„Vroeger wipten we gemakkeli j
ker de gevangenis binnen. Het
waren immers onze buren. Nu is
de afstand veel groter", aldus Ma
ry Dekker. „De bereikbaarheid
van de Bijlmerbajes is volstrekt
onvoldoende. Vanaf het Amstel-
station is het toch al gauw éen
half uur lopen. Een taxi is voor
familie van gedetineerden vaak
te duur, omdat ze zijn aangewe
zen op de bijstand. Er rijdt wel
een busje, maar dat is gereser
veerd voor bezoek aan de rechter-
commissaris. Bij Gods gratie mag
je daar in, als er een plaatsje over
,We hebben geprobeerd in de
Bijlmerbajes een creche te krij
gen. Veel vrouwen vinden het
naar hun kind te confronteren
met hun gevangen zittende va
der. Er moet verder ook wel eens
iets bepraat worden waar kinde
ren niet bij hoeven. Die creches
wilden we zelf bemannen, met
vrijwilligers. Maar ons verzoek is
afgewezen. Geen ruimte voor,
was het argument", zegt Mary
Dekker.
Vrouwenproject
Een opvallende activiteit is het
vrouwenproject. Mary Dekker
„Iedere woensdag van tien tot vijf
kunnen vrouwen en vriendinnen
van gedetineerden met hun kin
deren bij ons terecht. We hebben
dit opgezet, omdat vrouwen net
zoveel problemen hebben als hun
man die in de gevangenis zit. Ze
staan overal opeens alleen voor
en in de meeste gevallen zijn ze
daar helemaal niet op voorbereid.
We helpen met praktische din
gen, meegaan naar de sociale
dienst om financiële dingen te
regelen, brieven schrijven naar
instanties. Ze kunnen hier praten
over huis-tuin-en-keuken-
probleempjes.
Laatst was hier een Turkse vrouw.
Ze was niet gewend om zelfstan
dig op te treden, ging nooit de
deur uit. Nu moest ze wel. Ze
kwam bij ons omdat ze toestem
ming van haar man wilde hebben
om boodschappen te doen.
Mannen zien het vrouwenproject
vaak als een bedreiging. Ze wil
len soms niet dat hun vrouw hier
naar toe gaat. Veel huwelijken
van met name langdurig gestraf
ten lopen gevaar kapot te gaan.
Ze hebben hun vrouw liever zoals
ze was: volkomen afhanke
lijk".
Hoge drempel
Aanvankelijk was het vrouwen
project opgezet met de bedoeling
dat de vrouwen elkaar hielpen.
Dat bleek niet te werken. De
vrouwen hebben wel een geza
menlijk probleem, maar hun
moeilijkheden praten ze liever
individueel met een vrijwilliger
door. De drempel is overigens
heel hoog. Veel vrouwen willen
niets met het gevangeniswezen te
maken hebben. Ze vinden het al
een kruis om naar het bezoekuur
te gaan, willen er zo gauw moge
lijk weer weg. Ook op de woens
dagen dat het vrouwenproject
draait, komen ze eigenlijk liever
niet. „Een moeilijk bereikbare
groep", vertelt Mary. „We probe
ren de drempel zo laag mogelijk
te houden door niets te verplich
ten, slechts te fungeren als aan
loopadres. voor de afleiding, de
gezelligheid".
Het werk met (ex-)gedetineerden is
zwaar en dikwijls ondankbaar,
vinden de drie vrijwilligers. Bij
het bezoek aan de gevangenis
worden alle ongenoegens op de
vrijwilligers geprojecteerd. Dat is
een van de weinige mogelijkhe
den om af te reageren. En als de
gedetineerde eenmaal vrij is - het
contact wordt ook dan voortgezet
als dat gewenst is - komen de
problemen pas goed.
Joanni Reinsma: „Wat ze willen is
werk, een huis, geld en een
vrouw. Het gezinsleven is vaak
ontwricht, financiële problemen
zijn er volop. Bij het arbeidsbu
reau hoort de ex-bajesklant. O, je
bent ex. Kom over een half jaar
maar terug, want ex-gedetineer-
den zijn nauwelijks te plaatsen.
Aan woonruimte is al even moei
lijk te komen. Er is wel de stich
ting Tijdelijk Een Eigen Kamer,
de STEK. Maar dat zet geen zo
den aan de dijk. De opzet van
STEK, dat na drie maanden
wordt doorgestroomd naar eer
andere kamer, lukt bijvoorbeeld
moeilijk. Er zijn eenvoudigweg
weinig kamers om naar door te
stromen. Je kunt vaak bitter wei
nig doen. Het kantoor is maar
drie dagen open. Vrijwilligers
moeten lage verwachtingen en
een groot uithoudingsvermogen
hebben".
Na een tijdje komen veel ex-gede-
tineerden weer „binnen" (in de
gevangenis). Het wantrouwen
ten opzichte van de maatschappij
is aangescherpt. Er is bijna geen
weg terug.
CAROLIEN MEIJER
DEN HAAG (GPD) - Op het eerste gezicht lijkt de emancipatie van
de vrouw in Zweden heel wat verder gevorderd dan in Neder
land: 72 procent van de vrouwen tussen de 16 en de 65 hebben een
baan (waarvan de helft part-time). Bij een bevalling kunnen man
en vrouw gezamenlijk negen maanden betaald verlof opnemen.
Voor de sociale wetgeving zijn man en vrouw gelijk, afgezien van
het weduwepensioen. Aan het eind v.an deze maand komt de wet
tegen sekse-discriminatie in het parlement,* waardoor bijvoor
beeld discriminatie in advertentieteksten en bij promotie en
scholing niet meer mogen. Sinds 1 januari van dit jaar kunnen
ouders van kinderen tot acht jaar twee uur onbetaalde werktijds
verkorting per dag krijgen, met een garantie op terugkeer naar
een volledige baan nadien.
Een indrukwekkende rij verworvenheden, waarover een delegatie
van de Zweedse emancipatiecommissie vertelde, die deze week
een werkbezoek bracht aan Nederland. De delegatie bestond uit
Karin Andersson (voorzitter), Karin Ahrland (vice-voorzitter) en
Agneta Dreber (algemeen secretaris), en heeft ondermeer een
onderhoud gehad met staatssecretaris Kraaijeveld-Wouters van
CRM en met de Nederlandse emancipatiecommissie.
De Zweedse vrouwen benadrukten dat deze cijfers nog niet bete
kenen dat de Zweedse mannen en vrouwen inderdaad gelijke
kansen hebben. Ook in Zweden doen vrouwen vooral het lager
betaalde werk en maken ze, ook al door'het hoge percentage
part-time banen, weinig kans op promotie. Terwijl mannen uit
300 banen kunnen kiezen, blijken dat er voor vrouwen maar 25 te
zijn. Ook blijven vrouwen verantwoordelijk voor huishouding en
kinderen; een onderzoek uit 1977 wees uit dat in gezinnen waar
man en vrouw beiden een baan hadden, de vrouwen gemiddeld
4,5 uur per dag in het huishouden werkten; en de mannen een uur
en zeven minuten.
Mevrouw Karin Andersson had dan ook de indruk dat de proble
men voor Zweden en Nederland ongeveer gelijk liggen, al zijn er
op sommige punten verschillen. Zo is het in Zweden een alge
meen aanvaard uitgangspunt dat vrouwen evenveel recht op een
baan hebben als mannen.
De Zweedse emancipatiecommissie heeft een breed pakket van
activiteiten. Om te beginnen doet ze aan informatieverspreiding
óver emancipatiefeiten binnen Zweden zelf, en aan beïnvloeding
van de publieke opinie (bijvoorbeeld door middel van projecten
op scholen, waarbij leerlingen, onderwijzers en ouders betrok
ken worden). Daarnaast brengt de commissie adviezen uit aan de
regering; ze heeft bijvoorbeeld meegewerkt aan hetontwerp voor
de wet tegen sekse-discriminatie, en controleert alle wetsont
werpen die worden ingediend op emancipatiezaken. Tenslotte
zet de commissie projecten op, om een model te vinden waarbin
nen gelijkberechtiging van mannen en vrouwen gestalte kan
krijgen, en die vervolgens een voorbeeldfunctie voor de rest van
het land moeten krijgen.
De Zweedse emancipatiecommissie is anders opgezet dan de Ne
derlandse: ze bestaat uit parlementsleden van alle partijen, en
valt onder het ministerie van sociale zaken. De belangrijkste taak
waarvoor de commissie zich momenteel gesteld ziet, is de men
taliteit te beïnvloeden; dit gaat erg langzaam, maar er zit vooruit
gang in, aldus mevrouw Andersson: „Een paar jaar geleden nam
nog maar twee procent van de mannen een deel van het negen
maanden bevallingsverlof op. nu is dat al 12 procent".
De praatgroepen en vrouwencafés die in Nederland de beginpun
ten van bewustwording genoemd kunnen worden, zijn in Zwe
den vrijwel onbekend: het hele land telt maar twee vrouwenhui
zen. Ook kent Zweden nauwelijks het soort actiegroepen, waar
van het in de Nederlandse vrouwenbewegi ng wemelt. Mevrouw
Andersson meent dat die in Zweden minder nodig zijn, omdat
daar eerder maatregelen to gelijkberechtiging zijn genomen.
„Emancipatie is een breed maatschappelijke discussie bij ons",
meent ze. „En een emotioneel geladen feminisme, zoals dat in
Nederland bestaat, is ons vreemd. Wij werken meer prak
tisch".