Nieuwe „blauwe engelen" voor zendingshms KEQQB ©p M®!? Ex-SS-er Pattist lacht om verzoek tot uitlevering V" Leidse musici op één plaat PAGINA 4 DINSDAG 15 MEI 1979 De 27-jarige Peter Made (op foto) is één van de bewoners van de Leidse Kaiserstraat die steen en been klagen over het open riool dat hem kijkend vanuit zijn raam op nummer 11 aangaapt. „Het is absoluut niet te harden. In de hele straat niet", verklaart hij. ,Die stank heerst hier al een maand. Sinds de oude dekenfabriek van Clos en Leembruggen is afgebroken en haar funderingen zijn weggehaald, ligt dat riool open. Een enorme stank. En als er iemand in café 't Keizertje de wc doortrekt, moet je helemaal wegwezen. Dan zet die stinkende bagger zich in beweging en ontstaat er een ongelooflijke stankgolf ,De gemeente heeft er al die tijd nog niets aan gedaan", weet Peter. Volgens de heer Hofman van de afdeling rioleringen van ge meentewerken mag dat nauwelijks een wonder heten. „Tot van ochtend toe wisten wij van niets. Nu zijn we hard bezig uit te zoeken hoe en door wie dat riool dicht zal worden gegooid. Lang zal de stankoverlast dus niet meer duren", aldus de gemeente ambtenaar. Ook dit jaar zal er een wisseling van de wacht plaatsvinden in het 'korps' van de interne huishoudelijke hulpen van het zendingshuis aan de Oegstgeestse Leid- sestraatweg. Deze zomer zullen de hui dige acht 'blauwe engelen' plaatsmaken voor acht nieuwe meisjes. Meisjes van 17 jaar of ouder, die nog niet precies weten wat te gaan doen of een jaartje over heb ben tussen school en studie. Voor één jaar of langer zijn deze meisjes welkom in het kolossale zendingshuis. In teamverband wordt daar tegen het minimum jeugdloon huishoudelijk werk verricht. „Afwisselend werk in een levendige gemeenschap van cursisten en verlofgangers met hun gezinnen", vertelt mevrouw J.M.H. Swellengrebel, directrice van het zendingshuis. Voorwaarde is wel dat de meisjes hun in trek nemen in het zendingshuis. „Gezien de uiteenlopende werktijden moet dat ook wel. Bovendien houdt het de team geest in stand", aldus mevrouw Swel lengrebel, die ook dit jaar over belang stelling niet te klagen zegt te hebben („De meisjes komen uit het hele land"). Om het weekeinde zijn de meisjes vrij en krijgen ze een enkele treinreis naar het ouderlijk huis. Ondanks de troetelnaam 'blauwe engelen' heeft het werk niets uit te staan met dat in een ziekenhuis of klooster. „Zuiver huishoudelijk werk. De cursisten in het zendingshuis hebben eenvoudig geen tijd om hun kamer op te ruimen. Die taak is voor de meisjes weggelegd", verklaart de directrice. „En daar hebben ze in dit huis met ruim 80 kamers een volledige dagtaak aan". „De meisjes moeten dan wel 'intern gaan', ze zijn volkomen vrij in hun doen en la ten. Ze hebben allemaal een sleutel, dus ze kunnen zo laat thuiskomen als ze wil len. Als het even kan, moeten ze zich ook interesseren voor kerk of christendom. Zo niet, dan ben ik bang dat de meisjes zich hier niet zullen thuisvoelen". Lief Volgens mevrouw Swellengrebel dient 99 procent van de 'blauwe engelen' het jaar met plezier uit. Die troetelnaam is overi gens overgewaaid uit Zwitserland. Daar droegen de meisjes in het zendingshuis blauwe uniformen. „Maar ook daar lo pen de meisjes nu allemaal in spijker broek". En waar is dat woord 'engel' van afgeleid „Niet zo moeilijk. De meisjes waren als en gelen, zo lief „Een honderd procent Leidse aangelegenheid" noemt grammofoonplatenhandelaar Nic. de Tombe de langspeel plaat die hij ter ere van het 20-jarig bestaan van zijn Leidse platenzaak heeft laten maken. Een zuivere Leidse aangelegenheid omdat op de plaat louter Leidse musici te horen zijn en de elpee van de eerste tot en met de laatste groef in Leiden is opgeno- De langspeelplaat, getiteld 'Muziklanten spelen voor klanten' is volgens De Tombe in geen geval voor de handel bestemd. „Zij is zuiver als, zeg maar, geschenk «voor onze klantenkring bedoeld. Er zijn dan ook slechts 500 exempla ren van deze plaat geperst. En bij dat aantal zal het wel blij- Het idee van de 48-jarige Lei- denaar om deze plaat te laten maken, kwam in het afgelo pen najaar spontaan bij hem op. „Leidse klassieke musici komen hier geregeld. Koos Verheul, Han Kapaan, Henk Briér, Jan van der Meer, Yke Viersen, Henny Ravestein, Henk Jasperse, Peter Bik, Ad Smidt en Joop Brons. In Lei den stuk voor stuk bekende musici, maar buiten de stads grenzen veelal niet. Op een gegeven moment dacht ik: 'Daar moet ik wat aan doen. Als ik een kans krijg, dan moet ik 'm grijpen'. In die plaat ligt die kans. Ze zijn er allemaal op te horen". Lutherse kerk De Tombe legde meteen het idee voor aan de Leidse pia nist Henk Briër en die bood even spontaan aan de organi satie op zich te nemen. Zo stelde hij voor de zang- en or gelpartijen in de lutherse kerk op te nemen en in de cember werd dat gereali seerd. In de studio van Joop Pieete aan de Burggraven- laan vond hij een geschikte plaats om de resterende par tijen op te nemen. In maart werd daar de laatste hand aan gelegd en zo is de plaat er ge komen. Er zijn onder meer muziekstukken van Mozart, Donizetti, Doppler en Kreis- ler op te vinden. De 48-jarige Leidenaar zegt er prat op te gaan dat het een Leidse langspeelplaat pur- sang is geworden. „De tot standkoming is voor een be langrijk deel te danken aan de uitvoerende Leidse musici. Toen wij hun het plan voor legden, toonden zij zich met een wild enthousiast. Geheel belangeloos hebben zij op de plaat hun beste beentje voor gezet. Fantastisch". Platenhandelaar De Tombe met zijn puur Leidse lp. De anonieme brief over moe derdagdie afgelopen don derdag in deze rubriek te le zen was, heeft nogal wat reac ties losgeweekt. Zoals u wel licht weet gold het een nood kreet van een moeder, die zo als zij schreef'kapot gaat aan het onbegrip van haar kinde ren'. Kinderen die haar, uit een soort van wraak, niet meer bezoeken; zelfs op moe derdag niet. ,JDat terwijl ik altijd zo goed voor mijn kin deren ben geweest". Een brief met een ontroerende en diep-menselijke inhoud, overeen wantoestand bij welk je eigenlijk nooit stilstaat. Een brief ook, die niet onder- lekend was. En anonieme brieven worden per definitie door de redactie van deze krant niet geplaatst. Niettemin dachten wij om voor noemde redenen deze brief niet in de prullemand te moe ten gooien. Achteraf bekeken lijkt dat geen onjuiste beslis sing te zijn geweest. Vrijdag ochtend kwamen er een paar dozijn telefoontjes binnen met het verzoek om de naam en het adres van de moeder, opdat haar een bloemetje kon wor den gestuurd. Helaas kon ik dat niet vertellen. Bij de post zaten ook veel brie ven van mensen die hetzelfde smart te slikken hebben, men sen die de moeder wilden op beuren. Ook een brief van een vrouw die schreef zich niet te kunnen verplaatsen in de per soon van de moeder en een brief van een jonge moeder die schreef te walgen van moeder-en vaderdag, aange zien zij in haar jeugdjaren door haar ouders vaak is mis handeld. „De schrik van Drente" geniet alle publiciteit (Van c correspondent) MADRID - Een zenuwtrek, waar door het hoofd af en toe ongecon troleerd op en neer gaat en zijn spraakwaterval even stopt, is de enige dissonant in de trots op het nazi-zijn van Hauke Bert Pattist. Sinds 1953 leidt hij met de groot- germaanse gedachte in het Spaanse Oviedo zijn taleninsti tuut IFA. Het gaat hem goed. In Oviedo heeft hij een prima repu tatie. Alle journalisten uit de streek horen met verbazing zijn oorlogsmisdaden aan, maar blij ven op zijn hand. De publieke opinie in Oviedo wordt voorbe werkt op het nieuws van het Ne derlandse verzoek tot uitleve ring. Dat gaat zo in de trant van „Och. waar maakt Nederland zich druk om? Het is allemaal al zo lang geleden. Bovendien is hij „simpatico", dus zo'n vaart zal het vroeger niet gelopen heb ben". Pattist: „Van landverraad is geen sprake. Ik mag dan in 1920 wel iswaar in Utrecht geboren zijn, maar als overtuigd nationaal-so- cialist zat ik met mijn 17e jaar al in het Duitse leger. Toen ik in Ne derland terugkwam was ik Duit ser. Ik ging bij de Waffen-SS, omdat ik bij de germaanse elite wilde behoren. Toen ik in Ne derland tegen de ondergrondse vocht voelde ik dit niet als een strijd tegen landgenoten. Er wa ren veel te veel Engelsen bij. Bo vendien vochten de Nederlan ders zonder uniform en dan ben je volgens de „Kreigsdienst" vo gelvrij". „De schrik van Drente" geniet van alle publiciteit. Hij komt er rond voor uit dat hij nooit had gedacht dat hij na al die jaren nog eens zo beroemd zou worden. Hij vindt het Nederlandse verzoek tot uit levering wegens oorlogsmisda den ronduit belachelijk. In de eerste plaats omdat hij op dat moment Duitser was. in de twee de plaats omdat hij nu al 12 jaar Spanjaard is en in de derde plaats omdat geen enkel land politieke vluchtelingen - want zo Voelt hij zich - uitlevert. Daarnaast vindt hij het woord oorlogsmisdaden volkomen misplaatst. „Dat hoor je alleen maar van de kant van de nenen. Alsof de overwinnaars zich nooit schuldig gemaakt hebben aan misdrijven", meent Pattist verontwaardigd. „Als de ondergrondse onze com pagnie in het Hollandsche Veld bij Hoogeveen in de herfst van 1944 met rust had gelaten, had den wij nooit acties tegen de plaatselijke bevolking genomen. Wij waren net terug van het west front om nieuwe recruten te trai nen toen na twee dagen op onze schildwachten werd geschoten. Diezelfde nacht hebben wij waarschuwingsplakkaten in het dorp gehangen, want dit kon na tuurlijk niet. De volgende och tend schoot de vijand een van on ze berichtgevers van zijn motor- Fiets af. De maat was vol. Wij had den de bevolking van tevoren gewaarschuwd. Daarop gingen wij over tot actie, 's Nacht hebben wij 80 man gearresteerd en in een aantal boerderijen munitie, wa pens en springstoffen gevon den". „Persoonlijk vond ik het schieten op onze schildwachten een op schepperige daad. Ze lokte de ac tie uit. Van de 80 gevangenen hebben wij er na twee dagen 40 laten gaan, want het was wel dui delijk dat zij er niets mee hadden te maken. De rest hebben wij uit voerig ondervraagd. Ja, natuur lijk moest je wel eens martelen om op tijd er uit te krijgen wat ze wisten. De meeste sloegen na een paar klappen met ijzeren staven of met steelgranaten op het hoofd of andere delen van het lichaam vrij gauw door. Een paar stompen in de maag deed het ook altijd goed, maar ik ben er als sectie commandant altijd op tegen ge weest dat mijn manschappen martelden uit lustgevoelens. De 40 gevangenen hebben wij over geleverd aan de „Sicherheits- dienst", die ze weer hebben doorgestuurd naar Duitsland. Natuurlijk wist ik dat ze in con centratiekampen konden te rechtkomen. Ik heb later gehoord dat er een stuk of zes zijn doodge gaan. Nou ja, pech! Dat is het risi co van je vak! Als ik een kogel in mijn kop had gehad dan zou ik ook niet gezeurd hebben"". Namen en data zijn bij Pattist een moeilijk punt. Hoewel hij een fit te en „kraftige" indruk maakt schijnt hij bijna geen enkele naam van vroeger te kunnen herinneren. De namen van zijn overleden Nederlandse SS- vrienden wil hij niet noemen, omdat hun kinderen, naar hij zegt, „a-politiek" in Nederland leven. Wel vertelt hij glunderend dat hij is opgebeld door twee Ne derlandse alte SS-kameraden, die hij nooit heeft gekend. Ze hadden zijn naam in de krant ge lezen en zij brengen hem deze zomer een bezoekje. „Als nazi ben ik een groot bewon deraar van Hitier. Op het laatst hield hij het niet meer in de hand, want in 1944 was de oorlog eigen lijk al verloren. Een staatsman had er toen nog iets van kunnen maken, maar dat was Hitier niet. Ik ben het ook nooit eens geweest met de jodenvervolging. Niet dat ik pro-joods ben, helemaal niet. Ik ben in hart en nieren anti-se miet. Joden blijven altijd irritan te minderheden in een land. Het is het meest racistische volk ter wereld. Zij zijn de kanker van het lichaam van de natie. Altijd wil len ze apart blijven. Of ze moeten zich vermengen met de rest van de bevolking of je moet het kan kergezwel van de staat verwijde ren. In dit licht ben ik pro-Israël. Het is goed dat ze een eigen staat hebben, dan hoeven zij zich niet meer apart te voelen." Erika, een van de dochters, die Hauke Bert Pattist heeft meege bracht, mengt zich spontaan in de conversatie. „Volgens mij is het verzoek van Nederland tot uitle vering van mijn vader het gevolg van de serie Holocaust. Het is een mode om na zoveel jaar op oud- nazi's te jagen De 18-jarige dochter Edda stemt volledig in met haar oudere zus. Beiden ver tellen dat zij het geval van hun vader van kinds af aan wisten. In het gezin wordt openlijk over al les gesproken. De andere drie kinderen, inclusief de jongste zoon van, 14 weten alles. Voor hen heeft pa in het verleden goed gehandeld. Ook de vrouw van Pattist staat in deze zaak achter haar man. „In mei 1945 werd ik tijdens de ca pitulatie van Duitsland bij het front aan de Rijn opgepakt. De geallieerden stopten mij in Hars kamp. Na zes jaar oorlogserva ring viel de behandeling in het kamp me mee. Ik had zes weken min of meer uitgerust van mijn ontberingen en wilde weg. Ie mand binnen het kamp heeft mij verraden, want ik werd betrapt toen ik met een schaartje het IJ zerdraad van de omheining doorknipte. Daarna raakte ik via omzwervingen in een concentra tiekamp bij Zwolle terecht, waar een gevangen genomen Neder landse SS-arts er voor zorgde dat ik een goede behandeling kreeg. Ik trainde mij met het werk in de polder totdat ik fit genoeg was om er vandoor te gaan. In mijn eentje ben ik ontsnapt. Via Duitsland, Rusland en Frankrijk kwam ik in 1951 in Spanje te recht. Ik koos Spanje bewust omdat het land een pro-Hitler- houding aannam tijdens de Tweede Wereldoorlog, terwijl het officieel neutraal was. Ik wist dat ik in Spanje goed zou worden ontvangen". Franco heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij nazi's welge zind was. Honderden Duitsers, Nederlanders, Belgen en andere na de wereldoorlog achtervolgde oorlogsmisdadigers kregen in Spanje een gastvrije behande ling. Velen hebben de Spaanse nationaliteit aangenomen, zoals de Belg Leon Degrelle. De Ne derlander Paul van Tienen, druk bezig met een boek over neo-na- zisme, wordt regelmatig in Ali cante gezien. Volgens welinge lichte bronnen waagt Paul van Tienen zich sinds een paar jaar af en toe in Nederland, waar hij in Ommen geen onbekende schijnt Pattist "Ik ging bij de Waffen Germaanse elite wilde behoren. te zijn. De in 1940 in Wenen ter dood veroordeelde Oostenrijkse nazi Theodor Soucek staat open en bloot in het telefoonboek van Madrid. „In het begin had ik in Spanje een moeilijke tijd, want ik kon niet bewijzen wie ik was. De verbin dingen met Duitsland waren bij zonder moeilijk. Toevallig hoor de ik dat Otto Skorzeny, de pi loot, die Mussolini uit zijn benar de positie op zijn door de geal lieerden omsingelde kraaienest bevrijdde, in Madrid woonde. Skorzeny was mijn directe chef in de tijd dat ik op de Balkan vocht en hij heeft bij de Spaanse autoriteiten kunnen aantonen wie ik was. Daarna ging alles op rolletjes. Waarom ik in Oviedo te recht ben gekomen? Ik had in 1953, een motorongeluk in Ovie do. Ik moest erg lang wachten op onderdelen voor de machine en toen ben ik tegen een vrouw aan gelopen!" „Ik snap niet waarom ik zo laat in de publiciteit kom. Negen jaar geleden heeft de Nederlandse ambassade nog met mij samen gewerkt! Voor de Amsterdamse fabriek Staatsartillerie Hembrug moest ik Spaans personeel in As- turias werven. Niet wetend dat in de tijd van Franco alle perso- neelswerving uitsluitend door het verticale staatssyndicaat mocht gebeuren plaatste ik een advertentie in een lokale krant. Dit bezorgde mij een boete van ruim 1000 gulden wegens het il legaal aanwerven van gastarbei ders. De attaché van arbeidsza ken van de ambassade heeft het toen voor elkaar gekregen dat mijn boete werd verlaagd tot iets meer dan 100 gulden. Daarna fik ste de Nederlandse ambassade ook nog dat de Staatsartillerie mijn boete betaalde. Keurig werk van de jongens en ze wisten met een in Nederland waar ik zat!" Pattist is niet bang voor uitlevering aan Nederland. Hij lacht om de eventuele mogelijkheid dat Spanje hem zou kunnen uitleve ren op grond van oorlogsmisdrij ven, die begaan zijn in de tijd voordat hij Spanjaard was. „De schrik van Drente" heeft vrijdag het klad van zijn memoires - 270 bladzijden, voornamelijk over de Duitse capitulatie en zijn beleve nissen daarna - ter correctie ge geven aan de hoofdredacteur van een lokale krant. Hij zoekt nu een drukker in Oviedo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 4