Zestig jaar te kort voor
omzwaai maatschappij'
Onderzoek bijwerking
contrastvloeistof
RAANAMSi
VRIJDAG 11 MEI 1979
Op 7 juni kunnen we voor het eerst
de stembus om een Europees
Parlement te kiezen; een soort
Tweede Kamer voor Europa,
waarin alle negen EG-landen een
aantal stoelen mogen gaan bezet
ten; grote landen veel stoelen,
kleine landen minder.
Nederland kan 25 vertegenwoordi
gers sturen. Op 7 juni zal het Ne
derlandse volk die 25 afgevaar
digden aanwijzen. Op dezelfde
manier zullen tussen 7 en 10 juni
het Duitse volk 81 Duitsers kiezen,
het Belgische volk 24 Belgen, het
Luxemburgse 6 Luxemburgers
enzovoorts.
Het parlement zal na de verkiezin
gen uit 410 mensen bestaan; nu
zijn het er nog 198. Deze 198 zijn
niet rechtstreeks door de Europese
kiezers aangewezen, maar door
en uit de Eerste eri Tweede Ka
mers van de negen EG-landen
(lidstaten). Van de huidige 198
parlementsleden, komen er 14 uit
Nederland: 6 uit de PvdA5 uit
het CDAen 3 uit de VVD. Er is één
vrouw bij: Annie Krouwel-Vlam
van de PvdA
Na de verkiezingen kunnen we
meer vrouwen in het Europese
Parlement verwachten; voor het
CDA staan er twee vrouwelijke
kandidaten op verkiesbare
plaatsen: E.C.AM. Poot (nr. 4) en
J.R.H. May-Weggen (nr. 9); voor
de VVD één: J.C.W. Bogaards (nr.
5); voor de PvdA twee: Ien van
den Heuvel (nr. 2) en Annie
2).
Behalve een parlement, kent het Eu
ropese bestuur ook een Europese
Commissie en een Raad van Mi
nisters. De Raad van Ministers
bestaat uit ministers uit de negen
lidstaten, en heeft steeds het laat
ste woord als er beslissingen moe
ten vallenZulke beslissingen zijn
bijna altijd gebaseerd op voor
stellen van de Europese Commis
sie (een soort van dagelijks be
stuur dat het uitvoerend werk
verzet). Voordat de Europese
Commissie voorstellen bij de
Raad van Ministers indient,
gaan deze eerst voor een advies
naar het Europese Parlement.
Europese Commissie en Europees
Parlement hebben maar heel be
perkte bevoegdhedendeze liggen
vooral op gebieden waar duide
lijke bepalingen van verdragen
zijn, zoals op het gebied van
landbouw en van kolen en
staal.
Een van de taken van de commissie
is ook, erop toe te zien dat zoge
naamde EG-richtlijnen in de ne
gen lidstaten tot wetten worden
verwerkt. Die taak bracht de Eu
ropese commissaris voor sociale
zaken en werkgelegenheid (de
Nederlander Henk Vredeling) er
toe om eind maart een brandbrief
aan de Nederlandse regering en
aan de regeringen van Denemar
ken, Groot-E"iitanniè, België,
Luxemburgr Frankrijk en West-
Duitsland) te schrijven over de
invoering van twee EG-richtlij
nen die betrekking hebben op de
positie van de vrouw. De eerste is
gelijke beloning voor werk van
gelijke waarde voor mannen en
vrouwen"; deze wet is in Neder
land in 1975 ingevoerd, maar
geldt nog steeds niet voor het
overheidspersoneel. De tweede is
„gelijke behandeling voor man
nen en vrouwen in het arbeids
proces". Deze richtlijn had vorig
jaar augustiLS in alle landen tot
wet gemaakt moeten zijn; de Ne
derlandse regering diende het be
treffende wetsontwerp echter pas
in december 1978 in, en de Tweede
Kamer, die wél eind vorige
maand haastig een noodwetje
aannam, heeft het nog steeds niet
in behandeling genomen.
Vredeling staat niet alleen voor zijn
commissariaat (net zo min als
zijn twaalf collega-commissaris
sen). Hij beschikt over een staf,
die in het Brusselse taalgebruik
kabinetwordt genoemd. De
chef van dit kabinet is Nel Baren-
dregt. Zij is evenals Vredeling.
voor vier jaar aangesteld: vanaf
januari 1977 .Voor die tijd was zij
bijna tien jaar lid van de Tweede
Kamer voor de Partij van de Ar
beid. In onderstaand artikel ver
telt zij over het belang van de Eu
ropese Commissie en het Europese
Parlement voor de positie van de
vrouw.
De Europese Commissie zetelt bo
ven in het dertien lagen tellende
Berlaymontgebouw in Brussel.
Een half uur later dan onze af
spraak komt een zwaarvermoeide
Nel Barendregt uit een uitgelopen
vergadering.
Ze vertelt dat ze het de afgelopen dagen vre
selijk druk heeft gehad: vergaderen en
stukken lezen tot diep in de nacht. Ze be
gint dan ook met mij te vragen hoeveel tijd
ik denk nodig te hebben, en of ik er bezwaar
tegen heb even mee te gaan eten: dat spaart
tijd. Ik heb er geen bezwaar tegen. Met tas
sen en mappen onder de arm spoeden we
ons in de richting van een eenvoudig en
sfeervol Noordafrikaans restaurant. Nel
Barendregt, die zich, evenals „haar" com
missaris Vredeling, hard maakt voor werk
tijdverkorting, draait zelf dubbele dagen.
De wereld zit raar in elkaar.
Ik kan niet nalaten haar te vragen of ze er met
deze drukte nog wel in slaagt plezier te heb
ben in haar werk. Mijn vraag wordt onmid
dellijk vriendelijk doch beslist afgestraft:
„Die vraag is in onze maatschappij niet aan
de orde, behalve misschien voor een be
perkte groep gehuwde vrouwen die zich
kunnen permitteren te gaan werken „om
dat ze het leuk vinden", maar gewoon om
dat het vanzelfsprekend is. Het leven stuurt
je een bepaalde richting uit, dat is geen
kwestie van vrij kiezen, daar zit je op een
gegeven moment vrijwel aan vast".
Arbeidsplicht
We komen er later nog op terug als we over het
begrip „arbeidsplicht,, praten. Nel Baren
dregt wijst erop dat onze sociale wetgeving
het recht op een uitkering koppelt aan de
plicht tot (passend^ arbeid, en het recht op
bijstnd aan de plicht tot arbeid in het alge
meen. Zij vindt dat er vanuit vrouwengroe
peringen vaak dubbelzinnig wordt gerede
neerd, als voor vrouwen gelijke rechten op
uitkeringen (zoals aow en ww^ worden
geëist, terwijl nimmer gerept wordt over de
plicht tot arbeid. Mevrouw Barendregt:
„Als wij als vrouwen zoveel eisen gaan
stellen, kunnen we het niet meer maken om
te zeggen „we zien wel of we buitenshuis
gaan werken, en we zien wel of we het con
tinu doen, of alleen 'ns een jaartje als we er
zin in hebben". Dat bedoelde ik ook toen je
vroeg of ik mijn werk nog wel „leuk" vond;
zo zit de maatschappij niet in elkaar. Je hebt
bepaalde maatschappelijke verplichtingen,
je kunt je niet vrijblijvend opstellen".
„Nu ligt dat voorlopig voor de meeste vrou
wen natuurlijk erg moeilijk; omdat zij de
zorg voor Het gezin hebben, wat naast een
baan vaak leidt tot dubbele belasting. Bo
vendien is werk buitenshuis voor vrouwen
vaak extra onaantrekkelijk, omdat ze ge
middeld lager geschoold zijn dan mannen,
en dus minder interessant werk krijgen.
Daarom kun je nu ook weer niet tegen
vrouwen zeggen je mot" de maatschappij
in, dat zou te ver
Richtlijnen
De enorme berg werk van de afgelopen dagen
wordt, vertelt mevrouw Barendregt, voor
een groot deel gevormd door de politieke
moeilijkheden die zich binnen de Europese
Commissie voordoen. Deze bestaat name
lijk uit vertegenwoordigers van zeer uit
eenlopende politieke richtingen.
Ondanks alle interne verdeeldheid, heeft de
Europese Commissie een aantal opmerke
lijke richtlijnen uitgevaardigd over de posi
tie van de vrouw. Richtlijnen die de lidsta
ten flink onder druk zetten om hun wetge
ving een stuk vrouwvriendelijker te maken.
Richtlijnen die, aldus mevrouw Baren
dregt, tot stand komen op intiatief van de
Europese Commissie vaak onder druk van
bepaalde maatschappelijke groeperingen,
zoals vrouwengroepen in de vakbeweging.
Echter nooit onder druk van de nationale
regeringen. Als een regering met zijn wet
geving al eens vooruit mocht lopen op een
van de richtlijnen (wat een heel enkele
keer gebeurt, in Groot Brittannië bijvoor
beeld), zal hij zeker niet geneigd zijn om
andere landen tot een soortgelijke wetswij
ziging te stimuleren. Die stimulans moet
steeds van de Europese Commissie ko
men.
Gelijk loon
We lopen de richtlijnen even door. De eerste
werd in 1974 uitgevaardigd, en eiste van de
lidstaten dat ze binnen twee jaar „Gelijk
loon voor mannen en vrouwen voor gelijk
waardige arbeid" in hun wetgeving zouden
opnemen. In Nederland kwam zo'n wet er
in 1975, maar het overheidspersoneel werd
er buiten gehouden. De richtlijn bepaalde
tevens dat de lidstaten in 1978 aan de Euro
pese Commissie zouden rapporteren hoe de
wet in de praktijk functioneerde. Deze rap
porten zijn eind vorig jaar inderdaad in
Brussel binnengekomen, en leverde ver
volgens de vermanende brief van Vredeling
eind maart op aan de zeven lidstaten.
„Deze brief', zegt mevrouw Barendregt, „is
niet een opzienbarend initiatief van Vrede
ling, want deze hele procedure lag vast in de
richtlijnen van 1974. Wat wel bijzonder is
geweest,- was de bekendheid die hij eraan
gaf. Hij heeft zelfs een persconferentie over
het onderwerp gegeven, wat hem flink wat
trammelant met de lidstaten heeft bezorgd.
Daar kun je natuurlijk meteen uit opmaken
dat er nogal eens wat geritseld wordt. Ken
nelijk vinden de lidstaten dat de Commissie
geen politiek moet bedrijven, dat de Com
missie publieke opinie en pers niet mag
beinvloeden"
Volgens dezelfde procedure moeten de lidsta
ten binnen twee maanden antwoorden, en
zullen zij, als het antwoord niet bevredi
gend is, voor het Europese Hof van justitie
moeten verschijnen. De uitspraken van het
Hof zijn verplichtend (evenals trouwens de
richtlijnen verplicht in wetten omgezet
moeten worden), maar als een staat toch een
uitspraak van het Hof naast zich neer legt, is
het „alleen de schande die telt".
Zes jaar
De tweede richtlijn is van 1976 en eist „Gelij
ke behandeling van man en vrouw in ar
beidssituaties", zoals ontslag, promotie,
aannamebeleid enzovoort. De wet had in
augustus 1978 in moeten gaan, maar het
Nederlandse wetsontwerp werd pas in de
cember ingediend, en moet nog in ons par
lement behandeld worden.
Vooruitlopend hierop werd vorige week een
noodwetje aangenomen dat gelijke behan
deling voor man en vrouw bij ontslag eist.
Nederland is niet het enige land dat hier
mee achterloopt ook West-Duitsland is nog
niet zover. Dit land heeft ook de „wet gelijk
loon" nog niet aangenomen. Het gaat hier
onder andere om aow, wwv, en aaw. Nu
Nederland achterloopt met de uitvoering
van de eerste twee richtlijnen, heeft onze
regering de schrik kennelijk flink te pak
ken, want onze staatssecretaris van sociale
zaken De Graaf heeft ervoor gezorgd dat de
derde richtlijn pas na zes jaar ingevoerd
hoeft te zijn. Nel Barendregt voegt daar
overigens aan toe dat ook onder het kabi
net-Den Uyl de Nederlandse regering al
pleitte voor een lange termijn.
Inmiddels is de vierde en laatste richtlijn in
voorbereiding; deze zal „Gelijke behande
ling van mannen en vrouwen in bedrijfs-
taksgewijze regelingen" eisen. De belang
rijkste hiervan is de pensioenregeling. De
Commissie zal de de tekst van deze richtlijn
voor november 1980 indienen bij de Raad
van ministers.
Macht
Nadat de richtlijnen zijn uitgevaardigd, is de
afwikkeling in feite nog slechts een admini
stratieve kwestie. Mevrouw Baren
dregt: „Toch proberen wij invloed uit te oe
fenen, zodat nu de richtlijn-sociale zeker
heid niet op het allerlaatste moment, in
1984, zal worden ingevoerd. Vredeling laat
brieven opstellen om de regeringen te vra
gen nu al vast met de enorme klus te begin
nen, en we voeren voortgangscontroles uit.
Hiertoe zijn wij niet verplicht, en we kun
nen ook de regeringen niet verplichten al
snel iets te doen. Wij kunnen er echter wel
voor zorgen dat het Europese Parlement en
de nationale parlementen vragen gaan
stellen. Juist omdat wij weinig bevoegdhe
den hebben, hebben we daarbij de pressie
van groepen van buitenaf hard nodig".
„Op die manier kunnen we echter wel dege
lijk wat doen. Macht of geen macht is hier
geen zwart-wit-kwestie. De Raad van Mi
nisters heeft wël macht, maar dat betekent
nog niet dat zij voorstellen aan zouden ne
men waar het Europese Parlement falikant
tegen is. Zeker wanneer er straks een recht
streeks gekozen Europees Parlement is,
kan dit nog meer macht uitoefenen door de
juiste vragen op de juiste ogenblikken te
stellen. Nu voelen wij uit het Europese
Parlement ook al een enorme druk achter
de vrouwenzaken, vooral de vrouwelijke
leden zitten daar continu achterheen. Daar
om vind ik ook de leuze stem eens op een
vrouw beslist geen onzin. Mannen maken
zich in het algemeen toch minder druk voor
vrouwenzaken; ik wil ze dat niet kwalijk
nemen, het is volkomen logisch. Alleen een
vrouw ondervindt aan den lijve wat de ach
terstelling betekent. Vrouwen blijken op
die punten ook veel drammeriger te zijn.
Datzelfde geldt binnen de staf van Vrede
ling. Ik ben daar de enige vrouw, en behalve
één mannelijke collega ben ik de enige die
echt veel aan vrouwenzaken doet ondanks
het feit dat ik me met alles een beetje hoor
bezig te houden. Als hier een mannelijke
kabinetschef had gezeten, had dat zeker
verschil uitgemaakt. Daarnaast moet ik
zeggen dat Vredeling zichzelf erg veel met
de inhoud van het beleid bezighoudt"
Fondsen
Behalve de richtlijnen, heeft de Europese
Commissie ook nog twee fondsen, die voora
vrouwen ten goede kunnen komen. Het
eerste is een potje dat wat aan de werkloos
heid van jongeren moet doen, wat betekent
dat vooral meisjes daarvan kunnen profite
ren, omdat de meeste jeugdwerklozen
meisjes zijn.
Het tweede is het beroepsopleidingenproject,
waarvan ook een deel speciaal voor her-, bij
en nascholing van vrouwen aangewend kan
worden. Aanvragen hiervoor moeten via de
nationale regeringen lopen. „Europa" be
taalt vijftig procent van de kosten van een
project, mits de nationale regering de ande
re vijftig procent betaalt. Uit Nederland is
inmiddels een aanvraag binnen gekomen
ter aanvulling van een bestaande regeling
van het ministerie van sociale zaken, de zo
genaamde financiering studiekostenrege
ling. Van deze mogelijkheid maken vooral
vrouwen gebruik; het is echter een van de
minder gunstige projecten want tijdens de
opleiding krijgt men geen uitkering, zoals
dat met veel omscholingen waarvan vooral
mannen gebruik maken (CW) wel het geval
Mevrouw Barendregt: „En dan moeten we
nog maar hopen, dat de Europese bijdrage
niet bedoeld is om het gat te vullen dat door
bezuinigingen van Bestek'81 gaat val
len".
Toekomst
Op korte termijn ziet mevrouw Barendregt
niet veel meer tot stand komen dan de vier
genoemde richtlijnen. Maar ook op die
richtlijnen heeft zij nog wel wat aan te mer
ken: „Het is jammer dat de richtlijnen niet
eisen dat de nationale regeringen actief
moeten proberen de richtlijnen uitgevoerd
te krijgen. Als ik hier vanaf de opstelling
van de eerste richtlijn gezeten had, zou ik
zeker geprobeerd hebben dat erin te krij
gen. Nu werken de richtlijnen en wetten
echter alleen als een benadeelde zelf tot ac
tie overgaat. De overheid kan zich volledig
passief opstellen. Dat lijkt me het eerste
punt om aan te pakken als de vier richtlij
nen rond zijn"
„Een tweede punt op mijn programma zou
zijn de invoering van een langer zwanger
schapsverlof en dat zowel voor mannen als
voor vrouwen. Op dit moment heeft een
werkende moeder geen keus: ze moet haar-
baby van zes weken naar de crèche bren
gen. Ik ben absoluut niet tegen crèches,
maar het zou goed zijn als we er op een
andere manier gebruik van zouden kunnen
maken".
„Overigens zitten wij hier niet op een eilandje
te bepalen wat in Europa het eerst veran
derd moet worden; als pressiegroepen met
belangrijke eisen komen, zullen de punten
op mijn programma wellicht een andere
volgorde krijgen".
Secretaris Russische ambassade:
(Van e
r verslaggevers)
LEIDEN -In Rusland is er een zeker
tekort aan sommige consumptie
goederen. De planning voor zo'n
groot land is niet erg gemakke
lijk. Dat daarbij fouten zijn ge
maakt is duidelijk". Dat zei de
heer G. Loekin, de eerste secreta
ris van de Russische ambassade
gisteravond op een bijeenkomst
in het Gravesteen. Deze bijeen
komst was georganiseerd door de
werkgroep Sow jet-Unie van de
studentenvereniging voor inter
nationale betrekkingen.
De heer A. Rylod, cultureel attaché
van de Russische ambassade,
noemde ook de landbouw als
"pijnlijk" probleem. Ten dele
omdat deze afhankelijk is van het
klimaat, maar ook door de werk
nemers in deze sector. "De men
sen werken niet voor de maat
schappij, wel voor zichzelf'. Dit
weet hij aan de opvoeding. Zes
duizend jaar lang is de motor van
de maatschappij geweest "dit is
van mij". Ongeveer zestig jaar
geleden heeft men geprobeerd
een andere drijfveer te scheppen:
dit is niet van mij maar van ons.
"Zestig jaar is te kort voor deze
verandering. De eerste secretaris
zei dat in de Sowjet-Unie alle
machten met algemene verkie
zingen worden gekozen. In het
Westen wordt wel gezegd dat de
keuzemogelijkheden ontbreken.
Dit komt omdat in commissies
lang gesproken wordt voordat
iemand kandidaat wordt gesteld.
In een vraag uit de zaal werd ge
steld dat onlangs dissidenten die
zich kandidaat hadden gesteld in
Moskou, niet op de lijst waren
geplaatst. De heer Loekin: "Ze
zijn uitgeselecteerd in de voor
selectie". Er is één plaats voor de
achtmiljoen inwoners van Mos
kou. Om stemmen te krijgen
moet je een bekend persoon
zijn".
Krimtartaren
In een andere vraag werd gewezen
op de tweeslachtige houding van
de Sowjet-Unie ten opzichte van
bevolkingsgroepen die uit hun
oorspronkelijke woongebied zijn
verdreven. Aan de ene kant wei
gert de Sowjet Unie Krimtartaren
die door Stalin van hun geboor
tegrond zijn gedeporteerd terug
te laten gaan. Aan de andere kant
steunt de Sowjet-Unie wel het
standpunt van de Palestijen die
hun land aan Israel zijn kwijtge
raakt. De heer Loekin zei dat er
na de deportatie van de Krimtar
taren andere mensen in hun ge
bied waren komen wonen. Om de
tartaren terug te halen zouden
deze andere mensen moeten
worden verdreven. "Moeten we
om de ene fout te herstellen, een
andere maken? Het is beter de
krimtartaren in te laten burgeren
in de streek waar ze nu zijn. De
palestijnen daarentegen zijn met
geweld van hun grond verdre
ven", aldus Loekin.
DEN HAAG (ANP) - Ongeveer 150 Surinaamse drugverslaafden uit
Amsterdam, Rotter dam. Den Haag .Groningen en Arnhem hebben giste
ren op het Binnenhof gedemonstreerd tegen de verstrekking van metha
don aan Surinaamse drugverslaafden zoals dat in diverse steden in ons
land gebeurt.
Aan de voorzitter van de vaste kamercommissie voor volksgezondheid in
de Tweede Kamer, D. Dolman (PvdA), werd een lijst met ruim 500 hand
tekeningen aangeboden van drugverslaafden die tegen de methadon-
verstrekking zijn. In een begeleidende brief schrijven de drugverslaaf
den dat zij vinden dat een structurele aanpak (scholing, goede behui
zing, nazorg) van de problemen rond Surinaamse drugverslaafden
voorkeur geniet.
De demonstranten droegen spandoeken met zich mee met teksten als "me
thadon houdt ons ziek", "wordt methadon ons eten" en afkickengeen
holocaust"
De demonstratie was georganiseerd door de Stichting Srefidensie zelf
standigheiduit Amsterdam. Een woordvoerder van deze stichting wees
op de gunstige resultaten van de vijf afkickboerderijen onder andere in
Giethoorn en Dwingelo waarmee deze stichting samenwerkt.
UTRECHT (ANP) - Het ministerie
van volksgezondheid gaat in sa
menwerking met de Noorse fa
brikant van de contrastvloeistof
Amipaque onderzoeken hoe het
komt dat patiënten die de stof
(die gebruikt wordt bij röntgen
onderzoek toegediend kregen
daarvan ziekteverschijnselen
kregen die deden denken aan
hersenvliesontsteking.
Vorige week bleken vijf patiënten
van het Academisch Ziekenhuis
in Leiden dergelijke verschijn
selen te vertonen, en in de afgelo
pen dagen meldden verscheide
ne andere ziekenhuizen dat het
zelfde ook daar bij de patiënten is
geconstateerd. Alle betrokken
patiënten zijn overigens zonder
restverschijnselen hersteld.
AMSTERDAM (ANP) - De Am
sterdamse narcoticabrigade
heeft drie Chinezen aangehou
den op verdenking van smokkel
van 3,5 kilo heroïne. De partij he
roïne - met een groothandels
waarde van ongeveer 450.000
gulden - zat in een koffer die
woensdagmiddag in de trein van
Brussel naar Amsterdam werd
aangetroffen.
De verdachten zijn de 24-jarige
K.K.F., de 33-jarige A.J.L. en de
39-jarige T.L.T.
Vermoed wordt dat de oorzaak van
de ziekteverschijnselen ligt in
een chemische fout bij de aan
maak van de vloeistof. De inspec
tie van volksgezondheid gaat dit
nu samen met de fabrikant on
derzoeken.
Kamerleden
bezoeken
Zuid-Holland
DEN HAAG - Ongeveer 35 Eerste
en Tweede
Kamerleden uit Zuid-Holland
brengen maandag 21 mei een
werkbezoek aan deze provincie.
Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland hebben de kamerleden
uitgenodigd om ze te informeren
en met hen te disc^ssieëren over
een aantal problemen en ontwik
kelingen in Zuid-Holland.
De kamerleden en de leden van het
provinciaal bestuur zullen eerst
een vliegtocht over Zuid-Holland
maken. Vervolgens zullen de
kamerleden tijdens een boot
tocht over de Gouwe naar het
Braassemmermeer geinformeerd
worden over o.m. de problemen
van deze vaarweg.