Rudi Fuchs,
leider van
Documenta
Verdachte opgehangen joodse kinderen loopt vrij rond
©©©<©(F§ ©(F
In)©^©© ©V©ff (filff©!
EINDHOVEN - „Ik denk dat de
mensen er niet goed raad mee wis
ten; daar staat nou een directeur
van een museum voor hedendaag
se kunst te vertellen dat er te wei
nig wordt gedaan voor oude kunst.
Dat klinkt natuurlijk heel
vreemd".
Rudi Fuchs, directeur van het Eindhovense
Van Abbemuseum, waar de meest moderne
kunst van onze tijd wordt getoond, moet er
eigenlijk wel een beetje om lachen. De ver
warring ontstond toen hij begin deze
maand in Leiden zijn boek „Geschiedenis
van de Nederlandse Schilderkunst" pre
senteerde. Bij die gelegenheid maakte hij
een aantal opmerkingen over de in zijn ogen
ongewenste groei van het aantal plaatsen in
ons land waar door kleine museums he
dendaagse kunst wordt gekocht.
Eigen collectie
„Ik ben natuurlijk helemaal niet tegen, het to
nen van moderne kunst; hoe zou ik kunnen!
Maar wat ik met die opmerkingen bedoel
de, is dit je ziet een ontwikkeling dat overal
krampachtig moderne kunst wordt ge
kocht, omdat men blijkbaar vindt dat elk
museumpje zo nodig z'n eigen collectie
moet hebben. Nou, dat kan helemaal niet.
Kwalitatief gezien is het aanbod van die
kunst vrij beperkt en als iedereen nu maar
aankoopt, wordt de spoeling wel heel erg
dun. Het is toch veel beter als lokale mu
seums zich concentreren op bijvoorbeeld
de kunstgeschiedenis van hun eigen streek
en daarnaast een paar keer per jaar tentoon
stellingen van hedendaagse kunst organi
ek vind bovendien dat de situatie in ons land
wat betreft de museums voor moderne
kunst helemaal niet zo slecht is. Je hebt
toch het Stedelijk in Amsterdam, Boymans
van Beuningen in Rotterdam, het Gronin
ger Museum, Maastricht, het Frans Hals in
Haarlem, Den Haag en mijn museum in
Eindhoven. Dat zijn allemaal plaatsen met
een zwaar accent op de hedendaagse kunst.
Tegen die achtergrond maakte ik mijn op
merking dat eF een ontwikkeling is ont
staan waarin te weinig wordt gedaan voor
de oude kunst".
Hoe aardig het ook is om met een directeur
van „hedendaagse kunst" over „oude
kunst" te praten, het is niet de aanleiding
voor dit gesprek. Dat is het bericht dan Ru
di Fuchs vorige maand in het Westduitse
Kassei benoemd is tot artistiek leider van
de Documenta.
De Documenta is ontstaan in de jaren '50 op
initiatief van de Kasseier kunsthistoricus
prof. Arnold Bode. Door de nazistische pe
riode was ook op cultureel gebied een
breuk ontstaan met andere landen. Bode
wilde opnieuw een internationale aanslui
ting. Zijn idee was om eens in de vier jaar in
Kassei, tijdens de zomermaanden, een
grootse presentatie te maken van de stand
van zaken in de beeldende kunsten. Anders
dan de Biënnale van Venetië, waar elk
deelnemend land een eigen paviljoen heeft,
maar meer een geïntegreerd totaal-over
zicht.
In 1955 werd gestart met de eerste Documen
ta in het door de oorlog ernstig beschadigde
Fridericianum in het hartje van de stad. La
ter breidde het expositiegebied zich uit tot
alle museums van Kassei, het immense
park Karls Aue en de daarin liggende Oran-
gerie.
Festijn
In de ruim twintig jaar van haar bestaan heeft
de Documenta zich ontwikkeld tot de be
langrijkste manifestatie van de moderne
beeldende kunst in de wereld: in 1977 trok
het honderd dagen durend festijn ruim
300.000 bezoekers, was het budget 4,5 mil
joen Duitse marken, het aantal deelnemen
de kunstenaars nauwelijks te tellen en de
driedelige catalogus loodzwaar. Tel daarbij
de protesten van kunstenaars die vonden
dat ze ten onrechte geen plaatsje op de ex
positie hadden gekregen, de burgers die
kwaad waren vanwege zoveel geldsmijterij
en de etalages van plaatselijke midden
standers waar tussen de confectie en het
snoepgoed objecten van moderne kunst
waren geplaatst, en het is duidelijk dat de
Documenta een niet meer weg te denken
werkelijkheid is geworden.
Onderscheiding
Oud Leidenaar Rudi Fuchs (37), nog maar net
vier jaar directeur van het Van Abbemu
seum in Eindhoven is nu benoemd tot artis
tiek directeur van dit spektakel, dat in 1982
weer zal worden gehouden. Hij maakt niet
direct de indruk helemaal ondersteboven te
zijn van die verkiezing, maar vindt het
mompelend „toch wel een onderschei
ding".
- Hoe is zijn benoeming eigenlijk tot stand
gekomen?
„Kijk, in het verleden werd er geen echte ar
tistiek leider benoemd. Die kwam in het
tijdperk van Bode, die inmiddels overleden
is, een beetje boven drijven. Er werd zo wat
rondgevraagd hier en daar en dan was er
wel iemand bereid. Iemand die voldoende
tijd had en wel een poosje in Kassei wilde
wonen. Maar al tijdens de Documenta van
'77 werd door de burgemeester van Kassei,
die voorzitter van het bestuur is, besloten
dat het zo niet langer kon. Er is toen een
internationaal gezelschap mensen bij el
kaar gaan zitten om na te denken over de
Documenta van '82. Eën van de vragen
daarbij was of het weer op dezelfde manier
moest als in het verleden: een groepje men
sen met een zakelijk leider die het ging ma
ken, of iemand die je benoemt met een dui
delijke eindverantwoordelijkheid en die je
de vrije hand zou geven. Nu, dat laatste is
gebeurd. Ik zat in dat clubje en het is eigen
lijk een beetje toeval dat ik het geworden
ben. In die discussies nam ik blijkbaar
standpunten in die wel aanspraken, want
langzaam maar zeker zei een aantal mensen
„waarom ga jij het niet doen?". Nou, ik had
toen wel wat tegenargumenten, maar als
het zo duidelijk aan je gevraagd wordt, kun
je het eigenlijk niet weigeren".
- Geen Duitser, dat is toch wel opvallend.
„Ja, maar ik heb het idee dat ze dat ook een
beetje wilden doorbreken. Ik weet het niet
formeel, maar ik geloof dat er in het Duitse
museumwereldje nu wel wat gepruttel is
dat het een Hollander is geworden. Tja, en
ook de medewerkers om me heen zijn nogal
internationaal; Germano Celant uit Italië,
Johannes Gachnang uit Bern, Szeemann
uit Bazel. De enige Duitser is Gerhard
Storck van het Kaiser Friedrich Museum in
Krefeld".
- Hoe vind je het nu om dit te gaan doen?
Moeilijk
„Ik vind het moeilijk. Je kunt zeggen: vroeg
rijp, vroeg rot. Er zijn al Duitse kranten ge
weest die schreven: „Hij is nog geen veertig
als de Documenta geopend wordt". Dat
klopt. Je hebt dan al het grootste gemaakt
op dit gebied, maar ik weet ongeveer wat ik
kan. Ik durf het wel aan".
„Hoe ik het ga doen, daar heb ik nog geen
precies beeld van. Het eerste jaar denk je
wat na. Je droomt wat. Wat ik per se niet wil,
is een thema. Je krijgt dan veel te veel dat
slecht werk gekozen wordt omdat.het bin
nen het thema past. Het moet gaan om het
tonen van verwantschappen. Dus ook geen
Duitse zaal, Italiaanse zaal, Amerikaanse
zaal, nee ik wil laten zien welke kunst inter
nationaal met elkaar te maken heeft. Ik wil
proberen om wat zich de laatste vijftien jaar
in de moderne kunst heeft afgespeeld, hel
der te maken. Kijk, elke museumdirecteur
heeft in de afgelopen jaren dingen laten zien
die hij of zij wel goed vond.
Maar wel op een totaal verschillende argu
mentatie. Een voorbeeld: als De Wilde van
het Stedelijk in Amsterdam een beeld van
Ruckriem koopt, of ik voor Eindhoven, dan
doen we dat waarschijnlijk om heel ver
schillende redenen. En ik denk dat het gro
te voordeel van een Documenta is dat je
daar bijna als eenling, met een fantastisch
budget, voor het oog van de wereld het veld
van de beeldende kunst van zo'n periode in
kaart kunt brengen. Je kunt dingen laten
zien vanuit één gezichtpunt. Je kunt een
lang essay schrijven van de hedendaagse
-kunst.
Zinvol
Fuchs is ervan overtuigd dat manifestaties als
de Documenta zinvol zijn. „Juist vanwege
de grootschalige opzet heb je mogelijkhe
den om iets te laten zien wat je in de be
perktheid van een museum niet kan. In de
kleine zaaltjes van het museum kun je nooit
de samenhang tonen die een Biënnale of
Documenta wel mogelijk maakt. De ruimte
die je er hebt, de tijdsduur, een beetje het
karakter van een kermis, dat geeft je de mo
gelijkheden om dingen bij elkaar te bren
gen, accenten te leggen en een publiek te
trekken dat je anders nooit krijgt".
In '77 waren het er 300.000 bezoekers. In Kas
sei denken ze dat een sensatie een grote
aantrekkingskracht heeft. Die aardkilome-
ter van Walter de Maria, daar heeft de pers al
voor de opening tijdenlang bol van gestaan.
En eigenlijk vragen ze me ook zo iets. Ik kan
natuurlijk Torrini vragen om alle blinde
muren van Kassei met stippen te beschilde
ren, maar ik weet dan niet of dat wel een
goeie Torrini is. 't Is wel een stunt, maar
natuurlijk volstrekt verwerpelijk. Kijk, bij
De Maria was het niet gepland.
„Ik vind het moeilijk om me voor te stellen
voor wie je het maakt. Als ik een tekst
schrijf, denk ik: zoals ik het doe, doe ik het
goed. Zo maak je ook een tentoonstelling.
De mensen komen toch wel naar de Docu
menta. Bovendien, zo'n omvang van
300.000 mensen kun jc niet bevatten".
„Je moet er natuurlijk wel iets bij doen. Daar
om wil ik ook een hele simpele gids maken.
Die is er nooit geweest. Een gids die wij als
samenstellers zelf schrijven. Vlak voor de
tentoonstelling klaar is, moeten we er door
heen lopen en ons afvragen: wat zullen we
hier nou bij schrijven. En in die gids moet
ook komen watje elders in Kassei en omge
ving kunt beleven.
Boekwerk
Naast de catalogus wil ik ook een boekwerk
uitgeven met artikelen van een aantal men
sen die over onze cultuur hebben nage
dacht. Dus ook in de begeleiding een es
sayistische opzet. Ik denk daarbij aan men
sen als Levi-Strauss en Chomsky, mensen
van buiten het gebied van de beeldende
kunsten, maar die toch een belangrijke
plaats innemen op het gebied van het cultu
rele denken van de laatste vijftien jaar. Juist
omdat de scheiding in de kunsten van de
laatste tijd tussen schrijvers, denkers en
beeldende kunstenaars niet meer klopt,
lijkt me dat van belang.
,Als je denkt aan het werk van Beuys, is het
idioot om dat door een kunstcriticus te la
ten bespreken. Dat werk moet misschien
wel besproken worden door een psycho
loog. Daarom is het goed om van de Docu
menta gebruik te maken om er die andere
dingen bij te doen. Verder heb ik nog ideeën
over film en theater. Het lijkt me geweldig,
om ook een overzicht te maken van wat er in
vijftien jaar aan werkelijk belangrijke Films
is geproduceerd.
„Maar goed, het is nog hardop dromen wat-ik
nu doe. Het spookt nog allemaal in m'n
hoofd. Wat het worden gaat, zal in de ko
mende tijd wel blijken.
FRANK TIESING
BONN - Twintig joodse kinde
ren en 34 andere gevangenen
werden in de nacht van 20 op
21 april 1945 in een kelder van
de school Bullenhuser Damm
in Hamburg - onderdeel van
het concentratiekamp
Neuengamme - door de SS
vermoord. Ze werden opge
hangen. Tot voor kort wisten
de weinige familieleden, die
nu nog leven, niet precies wat
er met de kinderen was ge
beurd. De namen van de
slachtoffers - waaronder twee
Nederlandse jongetjes - wa
ren weliswaar bekend, maar
van hun families wist men
niets. Bijna al het documenta
tiemateriaal was vernie
tigd.
In het Auschwitz-archief von
den de Stern-verslaggevers
Gunther Schwarberg en Da
niel Haller met behulp van
Poolse collega's een „ziekte-
kaart" van het „SS-hygiëne-
instituut" op naam van het
kind Sergio Desimone uit
Italië. Dat was het eerste do
cument over een van de 20
kinderen met geboortedatum
en gegevens over de ouders.
Vervolgens werden gegevens
ontdekt over de Franse kin
deren Kohn en Morgenstern
en de Eindhovense broertjes
Eduard en Alexander Hor-
Sinds de familieleden weten
hoe de kinderen aan hun ein
de zijn gekomen - dat wilden
ze op eigen verzoek - kunnen
ze nauwelijks nog slapen. De
waarheid is ook te gruwelijk.
In een speciale barak in
Auschwitz zijn de kinderen
door de SS-arts Kurt Heiss-
meyer misbruikt voor afgrij
selijke medische experimen
ten. Zij waren joden en
Heissmeyer wilde hoogleraar
worden. Daarom werden bij
de zes- tot twaalfjarigen klie
ren verwijderd, botten ge
broken. Heissmeyer, die een
middel tegen tuberculose
wilde ontwikkelen, bracht le
vende tbc-bacillen in de
opengereten huid van de kin
deren. Bij drie kinderen werd
via een gummislang een bac
terieoplossing in de longen
gespoten.
Geen sporen
Op 20 april 1945 werden de ex
perimenten beëindigd. De
kinderen moesten gedood
worden, want de SS wilde
geen sporen achterlaten. Die
zelfde avond bereikte een
vrachtauto de Speldingstras-
se in Hamburg, eveneens een
onderdeel van Neuengamme.
In de wagen zaten de 20 jood
se kinderen, twee Franse art
sen. twee Nederlandse ver
plegers en zes Russische
krijgsgevangenen. Allen
moesten geëxecuteerd wor
den. De twee Nederlanders
waren Dirk Deutekom en An
ton Holzer. Zij waren als ver
zetsstrijders gearresteerd en
naar Auschwitz gestuurd.
Toen alle kinderen door de
onmenselijke experimenten,
kort voor Kerstmis 1944, ern
stig ziek waren geworden,
hebben Holzer en Deutekom
van alles geprobeerd om hun
tenminste zo goed mogelijk
voedsel te bezorgen.
Het dodentransport naar Ham
burg werd bewaakt door SS-
Unterscharführer Dreimann,
SS-Oberstunnführer Arnold
Strippel
SS-Unterscharführer Nieha-
gen en SS-Oberscharführer
Adolf Speck. De arts van het
concentratiekamp Neuen
gamme, SS-Haupsturmfüh-
rer dr. Alfred Trzebinski was
er eveneens bij. De vrachtau
to werd bestuurd door SS-
Unterscharführer Hans-Frie-
drich Petersen.
In het kamp Spaldingstrasse
bespraken de SS'ers Drei
mann en dr. Trzebinski het
executiebevel met de zoge
naamde Stuzpunktleiter van
alle Hamburgse buitencom
mando's van het kamp
Neuengamme, de SS-Ober-
sturmfuhrer Arnold Strippel.
Er ontstond een discussie,
zelfs ruzie over de executie.
Getuigen hebben later ver
klaard dat Strippel met zijn
dienstwagen naar de Bullen
huser Damm is gereden, waar
de kinderen, de twee Franse
artsen, de Nederlandse ver
plegers en de Russische
krijgsgevangenen zijn opge
hangen. Dat gebeurde op be
vel van Strippel, die verant
woordelijk was voor het KZ-
buitenkamp Bullenhuser
Damm. Aan het begin van de
executie verliet SS-Haupt-
sturmführer Trzebinski de
kelder.
Veroordeeld
Talloze getuigen hebben deze
gang van zaken bevestigd. De
bij de moord betrokken
SS'ers Dreimann, Speek en
Trzebinski hebben tijdens het
zogeheten Curio-Haus-proces
onder ede verklaard dat
Strippel het uiteindelijke be
vel (hijzelf handelde weer op
bevel uit Berlijn) had gegeven
om de moorden te voltrek
ken. De SS'ers werden op 7
oktober 1946 door de militaire
rechtbank van het achtste
Corps District ter dood ver
oordeeld. Het vonnis werd de
volgende dag voltrokken.
Strippel, die ook was aange
klaagd, was destijds verdwe
nen. Later is hij wegens
moord op 21 mensen in" het
concentratiekamp Buchen-
wald 21 keer ter dood veroor
deeld. Dat vonnis werd later
omgezet in zes jaar gevange
nisstraf. De SS-Hauptsturm-
führer kreeg 132.000 mark
smartegeld. Hij is nu 67 jaar
oud, woont in een mooie ei
gen woning in Frankfort.
Het weekblad Stern publiceer
de onder een foto van Strippel
de volgende tekst: „Een van
de voor de dood van de kinde
ren verantwoordelijke men
sen leeft tussen ons in: de
vroegere SS-Obersturmfiih-
rer Arnold Strippel". Het
openbaar ministerie in Ham
burg- onderzoekt nu nieuw
belastend materiaal tegen
hem, nadat eerder de zaak
was geseponeerd.
Op acht maart van dit jaar legde
Arnold Strippel een verkla
ring onder ede af dat hij niets
met de kindermoord te ma
ken had. De man, die in talrij
ke Duitse concentratiekam
pen werkzaam was en al eer
der wegens moord was ver
oordeeld, schrijft aan het
Landgericht in Frankfort am
Main: „De in Stern nr. 11 ge
stelde beweringen over mijn
vermeende verantwoorde
lijkheid voor het lot van de in
het kamp Neuengamme ver
moorde kinderen zijn niet
waar. Het concentratiekamp
Neuengamme stond destijds
onder bevel van SS-Ober-
sturmführer Pauly. Ik was
leider van het ver weg gelegen
arbeidskamp Spaldingstras
se in Hamburg, waarvan de
„Insassen" (ingezetenen) zich
bezig hielden met oprui
mingswerkzaamheden in de
stad na de bomaanvallen. Van
de weerzinwekkende gebeur
tenissen met de kinderen heb
ik pas later gehoord. Ik wist
destijds niet dat in het kamp
Neuengamme medische ex
perimenten op kinderen wer
den uitgevoerd, noch dat er
"überhaupt" kinderen in
Neuengamme waren; ik ken
de ook geen arts die dr. Hei-
semeyer heette. Er is geen
woord van waar dat ik uit
Berlijn een bevel heb gekre
gen om de kinderen te ver
moorden of dat ik zelfs zo'n
bevel zou hebben uitge
voerd". Was getekend: Ar
nold Strippel.
Zonder Stern te horen verbood
het Landgericht in Frankfort
op 12 maart 1979 het blad ver
der te beweren dat Strippel
mede verantwoordelijk was
voor de kindermoord. Stern
stoorde zich hier niet aan en
kreeg vervolgens op 27 maart
een boete van 100.000
mark.
Meineed
Inmiddels is Strippel door de
vroegere concentratiekamp
gevangene Fritz Bringmann
op verdenking van meineed
aangeklaagd. Herbert
Schemmel (64), die tot 30 april
1945 gevangene in Neuen
gamme was, verklaarde op 30
maart onder ede dat Strippel
als „Stützpunktleiter" wel
degelijk verantwoordelijk
was voor het buitencomman
do Bullenhuser Damm, waar
de kinderen, twee Franse art
sen, twee Nederlandse ver
plegers en 30 Russische
krijgsgevangenen zijn ver
moord.
Het weekblad Stern heeft be
zwaar aangetekend tegen het
besluit van het Frankfurter
Landgericht. Die rechtszaak
is inmiddels begonnen. De
verdediging heeft aan de
hand van talloze documenten
een uitvoerig rapport ge
maakt. Daarin staat op blad
zijde 33 onder meen „Een
verklaring onder ede van 13
regels was voor de rechtbank
voldoende om te verbieden
van de schuld van SS-Ober-
sturmführer Strippel aan de
moord op 20 joodse kinderen
te spreken. Een verklaring
van 13 regels was bovendien
voldoende om, zonder wette
lijke wederhoor, met een boe
te van 100.000 mark de verlo
ren eer van SS-Obersturm-
führer Strippel te vergulden.
Dat hebben de dode kinderen
niet verdiend. Men moet zich
schamen". En verden „De
SS-Obersturmführer Strippel
kent zijn schuld. Zijn verkla
ring onder ede is vals".
In de hal van de school aan de
Bullenhuser Damm in Ham
burg, waar de kinderen zijn
vermoord, werd op initiatief
van gevangenen uit het con
centratiekamp in 1964 een
gedenksteen aangebracht.
Elk jaar op 20 april legt een
groep van concentratie
kampgevangenen daar bloe
men en kransen. Dit jaar wa
ren enkele familieleden voor
de eerste keer op de plaats
waar 34 jaar geleden kinderen
gruwelijk werden vermoord
omdat zij'joden waren.