IJzeren Maggie heeft geen last van bescheidenheid Janries Callaghan: vader-figuur uau yto@<§iD ZATERDAG 21 APRIL 1979 LONDEN - Een Britse verkiezingscampagne is een periodiek terugkerend verschijnsel waarbij een ,1700 volwassenen, als stam boekvee getooid met kleurige rosetten, de markt opgaan en hopen niet naar het slachthuis te worden afgevoerd. Als zij ge durende die periode iets te zeggen hebben dat niet op geloei lijkt, is dat niet te danken aan originaliteit, maar aan het feit dat ze serieus genomen lijken te worden. Avond na avond worden de Britten getrac- teerd op televisieforums, analyses, specula ties en commentaren die uitmunten in meedogenloze ernst en onverbiddelijke saaiheid. Het kan niet anders dan dat bij zo'n hoeveelheid informatie de mening postvat dat er een betekenisvolle dimensie aan de campagne moet zijn, ook al ontgaat deze de meeste kiezers. Daarom was het een voorlopig hoogtepunt toen de demissionaire minister van finan ciën, Denis Healy, een televisievraagge sprek had met een kwieke Italiaanse com mentator, die zei Healy al 30 jaar te kennen. Om te beginnen antwoordde Healy in het Italiaans, alleen om gevraagd te worden waar hij die „vreemde taal" had geleerd en van wie. Van een vrouw „In Italië, van een vrouw", zei Healy. „Van één of meer vrouwen?", vroeg de Ita liaan, die een goed verhaal meende te rui ken. Healy stak een vinger op. „U was toen ongetrouwd?", sloeg de Italiaan toe. „Ja", zei Healy. (Jammer, hoorde je de Ita liaan denken.) Toen het filmen zou beginnen, bleek de Ita liaanse cameraman nergens te vinden te zijn. Healy stond nu alleen, terwijl de on dervrager zijn filmer probeerde op te spo ren. „Het lijkt wel een vertoning van de Marx Brothers", zei Healy, niet van zijn stuk te krijgen. Maar zulke ogenblikken van verkiezingsver- maak worden zelden geboden. Niettemin zijn er zelden in een campagne zoveel be langrijke onderwerpen aan de orde als nu in Engeland. De verkiezingen van dit jaar kunnen wel eens geboekstaafd worden als doorslaggevend voor de toekomst van het Verenigd Koninkrijk. Want waar het in wezen om gaat, is of het Britse socialisme sinds de Tweede Wereld oorlog diep genoeg wortel heeft geschoten om die toekomst blijvend te bepalen, of dat het wordt teruggeschroefd. En als het wordt teruggeschroefd, wat zal de positie van Engeland dan zijn in een EG die door overwegend socialistische landen wordt gedomineerd? De Britse Conservatieve partij, en dat wordt vaak over het hoofd ge zien, is een goed deel conservatiever dan behoudende Westeuropese partijen. Vakbonden Door Henk Leffelaar van een aantal grote bedrijven, een wijzi ging van het belastingsysteem die grote ge volgen kan hebben voor de klasse-struc tuur van de Britse samenleving, herinvoe ring van de doodstraf, straffere immigratie bepalingen, relaties met de EG. In de carnavalssfeer van de campagne drei gen deze onderwerpen weg te zinken in de confetti van gemeenplaatsen, of anders doodgepraat te worden door verkiezings kandidaten die steeds meer grammofoon- opnamen van zichzelf dreigen te worden. Weliswaar hebben de belangrijkste partijen zendtijd via radio en televisie ter beschik king gekregen, maar tot een werkelijke uitwisseling van standpunten komt het niet. Wat de Britten te zien en te horen krij gen, zijn politici die zich over de hoofden van de kiezers tot hun opponenten rich ten. Een werkelijk debat was mogelijk geweest als Margaret Thatcher de uitnodiging had aan genomen om met Callaghan op de televisie in discussie te treden, naar voorbeeld van de berucht geworden Kennedy-Nixon-de- batten. Maar Thatcher weet waar haar val kuilen liggen en een daarvan is haar stroeve relatie met de pers en haar neiging om on doordachte uitspraken te doen. Ze nam de uitnodiging dus niet aan en stipu leerde verder dat zij niet door bepaalde commentatoren op de televisie onder vraagd wilde worden. In de Verenigde Sta ten zou een dergelijke stipulatie door de grote televisienetwerken van de hand zijn gewezen op grond van de vuistregel dat al leen zij uitmaken wie een interview af neemt. Op dit punt komt de BBC dan ook pijnlijk naar voren als een uiteindelijk door het rijk gefinancierd en geleid bedrijf. Naast alle zwart-op-wit gestelde punten van de verkiezingsprogramma's is er een punt dat nergens in druk is verschenen, maar dat niettemin voor een meer dan belangrijk deel deze verkiezingscampagne beheerst. Dat is Margaret Thatcher zelf, en de vraag of Engeland rijp is voor een vrouwelijke eerste minister. Nog geen drie maanden geleden beaamde een functionaris op het hoofdkwartier van de Conservatieve partij de stelling dat de Con servatieven, wanneer zij winnen, de over winning ondanks Thatcher behalen. Maar dat wanneer zij verliezen, de nederlaag ge zien moet worden als een afwijzing van haar als vrouw. Herenreservaat niemand kan eromheen dat Engeland en het parlement in het bijzonder een herenreser vaat is. Het is, bijvoorbeeld, nog maar kort geleden dat er in de nabijheid van de verga derzaal van het Lagerhuis een toilet voor vrouwen werd geïnstalleerd. Die gelegen heid wordt in de wandeling „Barbara's Kas teel" genoemd, naar het Lagerhuislid en Labour-minister Barbara Castle, die ervoor pleitte. In deze verkiezingscampagne zijn er 120 vrouwelijke kandidaten. De meesten ma ken nauwelijks of geen kans gekozen te worden. Opvallend hierbij is dat Margaret Thatchers eigen partij de slechtste statis tiek oplevert: 30 vrouwen op een totaal van 635 kandidaten. Labour daarentegen heeft 52 vrouwen kandidaat staan, de Liberalen 32 in de 400 districten waar zij kandidaten hebben en de Schotse Nationale Partij 6 in 71 kiesdistricten. Een nadere bestudering van deze cijfers laat verder zien dat 19 van de vrouwelijke con servatieve kandidaten in de districten waar zij geplaatst zijn zo goed als geen kans ma ken, vijf hebben al een zetel die zij nu ver dedigen, en zes maken een redelijke kans gekozen te worden. Labour heeft om te be ginnen al 14 vrouwelijke Lagerhuisleden, acht zijn er geplaatst in „veilige" districten als opvolgers van een manlijke parlementa riër, maar toch nog 18 staan kandidaat in omstreden districten. Deze gegevens illustreren dat Thatchers kan didatuur niet gezien kan worden als een doorbraak van het Britse feminisme. Het is, als uitzondering, eerder een bevestiging van de regel dat het herendom in Groot- Brittannië nog steeds floreert. Margaret Thatcher is er weliswaar in geslaagd haar collega's in het parlement te doen vergeten dat zij een vrouw is, maar dat zijn tenslotte maar 635 van de 17.000.000 kiesgerechtig den. LONDEN - Toen Margaret Thatcher in 1975, kort nadat zij werd gekozen als leidster van de Conservatieve partij, op een persconferentie werd gevraagd hoe zij het had klaar gespeeld, zei ze bondig: „Door verdienste". Tegen een ander die haar zei dat ze geluk had gehad, antwoordde ze: „Ik heb geen geluk gehad, ik heb het verdiend". Dat is „IJzeren Maggie", zoals zij bijna universeel door de Britse pers wordt genoemd, ten voeten uit: een vrouw, ongehinderd door beschei denheid, gebrek aan ambities, of een te langzame tong. De Labour-mi nister voor financiën, Denis Healy, heeft haar „La Passionara van de bevoorrechte klasse" genoemd. Zij op haar beurt zei over hem: „Er zijn ministers van financiën die macro-economisch zijn, anderen zijn alleen maar fiscaal, maar deze is gewoon goedkoop". Bevoorrecht is Thatcher echter niet echt geweest. Ze werd 53 jaar geledert geboren als een van de twee dochters van een kruidenier die het tot burgemeester van zijn woonplaats Grantham bracht. Het gezin huisde boven de winkel in een woning die geen toilet binnenshuis had (ook vandaag bestaan er nog duizenden woningen zonder toilet in Engeland). Ze stond in de winkel vaak achter de toonbank. Vader Roberts hield de wind eronder. Op zondag was het kerkgang en geen zondagskranten. Hij had graag schoolmeester willen worden en hij zag er dan ook op toe dat zijn dochters een goede opvoeding kregen. Margaret blonk onmiddellijk uit in bijna alles en werd in een klas ge plaatst van een jaar oudere leerlingen. Chemie Het was vanzelfsprekend dat ze naar de universiteit (Oxford) ging. Ze studeerde er chemie en haar eerste baan was als research-assistente bij een chemisch bedrij f, waar ze onder meer werd belast met het onderzoek naar een nieuwe lijmsoort. Toen ze 24 was, stond ze kandidaat in een kiesdistrict waar voor de Conservatieven geen eer aan viel te beha len. Hoewel zij de verkiezingen verloor, hield zij er een echtgenoot aan over, Denis Thatcher, die al een huwelijk achter de rug had. Ze trouwden in 1951. Inmiddels was Margaret Thatcher in haar vrije tijd rechten gaan studeren, met een specialisatie in belastingrecht. Ook dat deed ze in recordtijd. Ze had vervolgens enige jaren een praktijk als advocaat. In 1953 werden haar tweeling-zoons geboren (later nog een dochter), maar in 1957 keek ze alweer uit naar een kiesdistrict dat de door haar zo begeerde zetel in het parlement zou kunnen opleveren. Twee jaar later werd ze inderdaad gekozen en van meet af aan waren haar manlijke collega's in het Lagerhuis onder de indruk van haar kennis van za ken. Ex-premier Harold MacMillan gaf haar in 1961 al een belangrijke post bij het ministerie voor pensioenen, waar zij de reputatie had de enige te zijn die zich volledig in de materie verdiepte en de experts aan hun hoofd bleef zeuren om nog meer gegevens, hoe ingewikkeld ook. Toen de Conservatieven in 1970 weer aan de macht kwamen, werd zij minister voor onderwijs en wetenschappen - de tweede vrouw die de Conservatieven ooit als minister hadden benoemd. Vijfjaar later, toen Edward Heath en zijn kabinet ten val werden gebracht, won zij de strijd om het partijleiderschap met de hulp van de onlangs om het leven gekomen Airey Neave. Koele schoonheid Margaret Thatcher is geen werkelijk mooie vrouw, ze is ook niet echt aantrekkelijk of charmant. Ze heeft een soort koele schoonheid, alsof haar uiterlijk ook het resultaat is van beredenering en overleg. Ze heeft gelukkig afstand gedaan van de hoeden waar zij lange tijd de voorkeur aan gaf, en ook van het strakke kapsel dat uit een vorm gegoten leek te Waar zij echter geen afstand van kan doen, is een stem die is omschreven als die van een sergeant-majoor op het exercitieterrein van een mari nierskazerne. Wat haar ook geen goed zal doen in deze campagne, is haar afkeer van journalisten, die zij beschouwt als cynische mensen die er alleen op uit zijn haar schaakmat te zetten. Wanneer men Margaret Thatcher bezig ziet op een verkiezingsbezoekje aan een markt, of ziet spreken met voorbijgangers, kan men moeilijk tot de conclusie komen dat zij iemand is die zich werkelijk voor de „gewone man" interesseert. Men heeft het gevoel dat zij de antwoorden op haar vragen zelf al heeft bedacht en wacht op de gelegenheid om de volgende beleefdheidsvraag te stellen. Volgens de opiniepeilingen is de kans meer dan groot dat Margaret That cher de eerste vrouwelijke premier van het Verenigd Koninkrijk wordt. Zij wordt dan opgenomen in de exclusieve vrouwelijke premiersclub van Golda Meir (Israël), mevrouw Bandaranaike (Ceylon) en Indira Ghandi (India). LONDEN - Het opvallend ste van James Callaghan is zijn onopvallendheid. Er zijn weinig of geen anec dotes over hem in omloop, geen gevleugelde uitspra ken zijn van hem bekend, hij heeft geen karakteris tieke hebbelijkheden. Kortom, Callaghan is wat geen politicus wenst te zijn: kleurloos. Maar aan die kleurloosheid heeft hij een eigen stijl gegeven, die bij veel Britse arbeiders en midden standers aanslaat, omdat Callag han geen pretenties lijkt te heb ben. Waar zijn voorganger Harold Wilson al bij voorbaat hele bevol kingsgroepen tegen zich innam, alleen maar door met zijn pijp op de beeldbuis te verschijnen en zijn nasale stem te doen horen, geeft Callaghan geen aan stoot. Hij is het toonbeeld van de degelij ke Britse burgers, een gerust stellende vader-figuur, de oom die nooit vergeet iets voor zijn neefjes en nichtjes mee te nemen, de aardige kruidenier op de hoek van de straat. Hoe heeft zo'n bra ve man het tot eerste minister ge bracht? Dat is een vraag die veel politici stellen, alsof zij het geheim willen weten hoe je ogenschijnlijk zon der ambities de top van de ladder kunt bereiken, te meer omdat Callaghan van zijn vorige posten geen grote successen heeft ge maakt. James Callaghan (67) was de zoon van een onderofficier bij de Brit se marine. Zijn eerste schreden als ambtenaar zette hij als func tionaris bij de belastingdienst. Dat was in 1929. Zeven jaar later nam hij ontslag en werd lid van het bestuur van de federatie van Belastingambtenaren. In 1931 was hij al toegetreden tot de LabourpartijAan het eind van de oorlog, die hij als luitenant bij de marine beëindigde, werd hij in 1945 gekozen als parlementslid voor een kiesdistrict in Cardiff, de hoofdplaats van Wales. Sinds dien heeft Labour zijn leven be heerst, zózeer dat een politicus eens verbaasd opmerkte: „Ik ge loof dat hij werkelijk van die par tij houdt" - alsof het in de Britse politiek niet te pas komt om je James Callagham opvallend door zijn onopvallendheid.... In 1964 kreeg hij zijn eerste belang rijke functie als minister van fi nanciën. Driejaar later diende hij zijn ontslag in na een smadelijke devaluatie van het Britse pond sterling. Volgens insiders was deze afgang voor Callaghan een grote psychologische schok, maar datzelfde jaar (1967) werd hij nog tot minister van binnen landse zaken benoemd. In 1974, na de val van de Conserva tieve regering van Edward Heath, kreeg Callaghan in het Labour- kabinet de portefeuille van bui tenlandse zaken toegewezen. Over deze drie ministeriële pos ten schreef een Britse journalist „Wat blijft hangen, is de volledige afwezigheid van iets dat de moei te waard is om herinnerd te wor- den". Toen hij premier werd, op 5 april 1976, de dag dat Harold Wilson niet zonder gevoel voor drama plotseling aftrad, was Callaghan de oudste premier sinds Chur chill die 10 Downing Street, de officiële residentie, betrok. (Cal laghan verkoos er echter niet te wonen). Callaghan had ook de distinctie de eerste premier in de Britse analen te zijn die de drie top-portefeuilles als minister had beheerd. Waarnemers die in de huidige mi nister van financiën, Denis Hea ly, een logische opvolging van de onberekenbare Wilson hadden gezien en die Callaghan be schouwden als diens intellec tuele mindere, moesten echter al gauw toegeven dat ze zich had den vergist. Het was alsof Callag han zich als premier eindelijk in Zijn zelfverzekerdheid nam toe, in het parlement kon hij zijn man netje moeiteloos staan, op het kabinet had hij een natuurlijk overwicht. In zijn openbare op treden liet hij zich kennen als een benaderbaar mens, wars van de irritante opsmuk die Wilson had gekenmerkt. De kabinetsverga deringen waren niet langer door trokken van de sfeer van samen zweringen die er tijdens het be wind van Wilson heerste. De onvermijdelijke vraag is, wat er met Callaghan gaat gebeuren wanneer Labour de verkiezingen verliest. Hoewel Denis Healy (zelf nu meer dan ooit een voor de hand liggende keuze als partijlei der) nog maar onlangs zei dat hij verwachtte dat Callaghan nog lange tijd aan het hoofd van de partij zou staan, is het gezien Callaghans leeftijd waarschijn lijker dat hij zal worden vervan gen. Hij zal daar geen bezwaar te gen maken (zo hij al zelf niet het roer uit handen geeft), want hij is erg gesteld op zijn boerderij op het platteland en niet minder op zijn drie kinderen (een zoon, twee dochters) en hun gezinnen. Margaret Thatcher: koele schoonheid met stem als een sergeant-majoor. [M]VQ(d) i> Ift®|p(nn)@[ïï) o o o LONDEN - „Als je hem een padvin- dershoed opzet, is hij het prototy pe van een hopman", heeft ie mand eens van David Steel ge zegd. Michael Foot, de leider van de Labour-parlementariërs, heeft hem onlangs nog „de jongen Da vid" genoemd. Het zijn typerin gen waar de nu 41-jarige leider van de Liberalen weinig gelukkig Toen hij 14 jaar geleden voor het parlement werd gekozen, was hij met zijn 27 jaar inderdaad het jongste lid van het Lagerhuiseen politiek wonderkind. Het was een reputatie en een beeld dat hij niet van zich af heeft kunnen schud den. Steel is de zoon van een Schotse pre dikant die veel kerkwerk in Afri ka deed. De jonge Steel bracht dan ook vier schooljaren in Nai robi door, voordat hij rechten ging studeren aan de Universiteit van Edinburgh. Toen hij afstu deerde, gaf hij echter de voorkeur aan de journalistiek en werkte enige tijd. voor de Schotse BBC als televisieverslaggever. In het parlement vestigde hij de aandacht op zich toen hij erin slaagde een belangrijke wetswij ziging door te voeren, waardoor het abortusbeleid werd gelibera liseerd. In 1976 werd de toenma lige leider van de Liberalen, Je remy Thorpe, gecompromitteerd door wat nu bekend staat als de ,yScott affaire" - Norman Scott, de homoseksueel met wie Thorpe al of niet een relatie had. (Het proces tegen Thorpe wegens sa menzwering tot moord zal begin mei, kort na de verkiezingen, worden geopend). Thorpe trad als leider af en werd opgevolgd door Steel. De Libera len met hun 13 zetels in het Lager huis waren weinig meer dan toe schouwers van het politieke ge beuren, maar Steel besefte dat, naarmate de Labour-regering in moeilijkheden zou komen over de te verwachten vakbondsstakin gen, de 13 zetels wel eens de door slag zouden kunnen geven bij het op de been houden van James Callaghan en zijn kabinet. ,Jk was vastbesloten om de gele genheid aan te grijpen om de ge fixeerde partijtegenstellingen te verzwakken die het land al zoveel schade hebben berokkend schrijft Steel in een boek dat bin nenkort zal verschijnen onder de titel ,J£en verdeeld huis". Hoewel niet alle Liberalen ervoor voelden, wist Steel zijn collega's te overtuigen van het belang van een regeringsovereenkomst tus sen zijn partij en Labour, het zo genaamde ,f.ib-Lab Pact". De overeenkomst stelde Callaghan in staat het jaar 1977 door te komen. De vraag in hoeverre de Libera len zichzelf schade hebben berok kend door die onheilige alliantie, zal in de verkiezingen worden beantwoord. In ieder geval zijn de voorspellin gen dat David Steel na 3 mei de leider zal zijn van een aanzien lijk kleinere Liberale fractie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 25