Vóór en in de oorlog waren er enke lingen die zich wilden onttrekken aan dat hecht gesloten georgani seerd katholiek organisatieleven. Toch namen de bisschoppen die enkeling serieus. Zowel in 1933 als in 1941 wezen zij op de gevaren van socialisme en communisme; in 1933 stelden zij dat het lidmaat schap van SDAP, CPN en NVV voor katholieken bleef verboden en in 1941 o.a. dat de sacramenten moesten worden geweigerd aan degene, die regelmatig socialisti sche en communistische lectuur las. In 1944 probeerde men via de Nederlandse Volks Beweging in het bevrijde zuiden de gedachte van het "open katholicisme" te verwerkelijken. De bisschoppen van Den Bosch en Breda, mgr. Mutsaerts en mgr. Baeten, staken daar echter een stokje voor. Herstel van de vooroorlogse toestand was "reeds nu en zonder uitstel" noodzakelijk. Na de oorlog kwam de kwestie van katholieke geslotenheid of openheid weer naar voren. Vele honderden katholieke jongeren uit de voormalige katholieke verzetsgroep "Cris- tofoor" sloten zich aan bij de PvdA en vormden in 1946 de Katholieke Werk Ge meenschap (K.W.G.). De bisschoppen hiel den zich voor wat betreft de politieke groe pering van katholieken in Nederland op de achtergrond. In de Vastenbrief van 1946 werd dan ook niet gerept over de PvdA. In die brief werden overigens wel de Eenheid Vak Centrale en het NW voor katholieken verboden. Wel worden de katholieken op geroepen KVP te stemmen. De katholieken kwamen daardoor in gewetensnood. Het was de katholieken vooralsnog niet verbo den lid te zijn van de PvdA, "maar zij staan wel aan de verkeerde kant," aldus kardinaal de Jong. Voor priesters bleef het lidmaat schap van de PvdA wel verboden. Eeuwfeest In 1952 werden voorbereidingen getroffen voor een grootse viering van het eeuwfeest van het herstel van de bisschoppelijke hiër archie in 1853. Op 16 mei 1953 vond er in het Amsterdamse Olympisch Stadion een groots opgezet feest plaats, waarop de kar dinaal - bekommerd om de eenheid van de katholieken ook op politiek terrein - vanaf zijn ziekbed door de microfoon de katho lieken bezwoer één te blijven. In de voorbereidingen voor het eeuwfeest stelde een aantal vooraanstaande geestelij ken de bisschoppen voor, met een herder lijk schrijven te komen over het heden en de toekomst van de kerk in Nederland. Op ver zoek maakten zij een concept-mandement: "De bisschop, Getuige van de Hoop". Het handelde over de kerk in Nederland en de reformatie, de kerken in Nederland en het humanisme, de kerk en de geboorterege ling, en de kerk en de vrijheid in politieke zaken. De tendens was niet zozeer, de gelo vigen moeten dit en mogen dat niet, alswel: de kerk moet een open oog hebben voor... Ze boden het werkstuk aan en kregen daarop van de bisschop van Haarlem, mgr. Huibers een kort briefje; waarin hij hen namens de bisschoppen bedankte en waarin hij mede deelde: "dat de verdere afwikkeling uitslui tend behoorde tot het gezag van de bis schoppen." Van de tafel Hun concept werd door de bisschoppen en met name door de bisschop-coadjutor van Roermond, mgr. Hanssen. van de tafel ge veegd. De laatste wilde zelfs het lidmaat schap van de PvdA voor katholieken ver bieden. Zijn collega's waren overdonderd en vroegen hem een nieuw concept te ma ken. Hij voldeed aan dit verzoek in overleg met de vicaris-generaal van het bisdom, mgr. Feron. Dit concept had nauwelijks een religieus karakter zoals het eerste, maar was uit een oogpunt van verontrusting meer ge richt op het organisatieleven. Dat was om meer dan een reden niet zo ver wonderlijk: de KVP had in Limburg bij de verkiezingen in 1952 een nederlaag gele den; uit een onderzoek zou verder zijn gebleken dat slechts weinigen iets op had den met de katholieke eenheid op politiek gebied. Voorts zou een gedeelte van de ka tholieke geestelijkheid en pers niet positief staan ten opzichte van de KVP. En tenslotte was het onderwijs op de middelbare scho len (en seminaria) als op de universiteiten met hetzelfde sop overgoten. Die veront rusting werd mgr. Hanssen en Feron mede gedeeld en kennelijk door beiden gedeeld. Vanuit die verontrusting schreven zij hun concept. "Lering en leiding" waren drin gend geboden en "de massa van goedwil lende katholieken" vroeg er zelfs om. Noodzakelijk was dus een fundamentele uiteenzetting over de taak van de katholiek. Katholieke eenheid moest krachtig worden gepropageerd en elk lidmaatschap van niet- katholieke organisaties was absoluut on geoorloofd. Mgr. Alfrink schrok en riep een aantal voor aanstaande katholieken te hulp om verzet te bieden. Er kwamen inderdaad wat wijzi- Mgr. J. M. Gijsen: laatste bisschop die met weigeren van de sacramenten dreigde gingen, maar het waren niet meer dan wat afzwakkingen. Dat bleek met name om de belangrijke passages over het lidmaatschap van de PvdA het NW en de VARA. De bisschoppen gingen met mgr. Hanssen mee. Mgf. Alfrink bleef daarna ondanks zijn eerdere bezwaren achter de tekst staan. Hij wilde geen ruzie met zijn collegae mede uit eerbied voor de zieke kardinaal De Jong. En hij durfde de strijd met zijn Roermondse collega niet aan; die was in deze meer en beter onderlegd. De laatste was ook harder. Tegen dr. Tans, die in maart 1954 nog een poging waagde zei hij: "Als het niet goed schiks zou gaan dan maar kwaadschiks." En daarmee punt uit. Mandement liek in het openbare leven van deze tijd". Het Mandement was gedateerd: 1 mei 1954 en ondertekend door Johannes kardinaal De Jong, aartsbisschop van Utrecht; mgr. dr. B.J. Alfrink, aartsbisschop - coadjutor van Utrecht; mgr. dr. J. H. G. Lemmens, bisschop van Roermond; mgr. J. P. Hui bers, bisschop van Haarlem; mgr. W. P. M. Mutsaerts, bisschop van Den Bosch; mgr. J. W. M. Baeten, bisschop van Breda; en mgr. dr. J. M. J. A. Hanssen, bisschop-coadjutor van Roermond. In dit mandement veroordeelden zij de door braakbeweging in niet mis te verstane ter- Op een persconferentie enige dagen vóór de verschijning sprak mgr. Alfrink - tever geefs zo bleek later - de hoop uit dat de katholieke pers nu niet zal doen alsof het zwaartepunt van het Mandement gelegen is in het gedeelte, dat handelde over de ver boden en vermaningen met betrekking tot de socialistische partijen, organisaties en instellingen (zie aanhef van het artikel). Het Mandement kwam voor velen als een don derslag bij heldere hemel en veroorzaakte dan ook een storm van heftige polemieken. De katholieken waren onderling verdeeld en de (katholieke) socialisten toonden zich ernstig verontrust en heftig verontwaar digd. Het NW besloot de samenwerking met de KAB te verbreken. De beide KWG- voormannen Geert Ruygers en Joan Wil- lems namen direct contact op met mgr. Hui bers en mgr. Alfrink, dat eindigde in een vermaning van de zijde van mgr. Huibers om "u te bezinnen en op Uw schreden terug te keren". In zijn brief wees hij op het onge hoorde van de openlijke oppositie tegen het bisschoppelijk gezag en drong er nogmaals op aan te gehoorzaken. De K WG besloot dit niet te doen en unaniem in de PvdA te blij- Discussie In de jaren daarna werden de scherpste kan ten afgeslepen. Minister A.G. de Bruyn bracht het NW en de bisschoppen weer tot elkaar. Het verbod werd weliswaar niet op geheven, maar wel werd erkend dat "be paalde formuleringen uit het Mandement een ander accent hadden gekregen dan was bedoeld". De discussie over het Mandement leefde even op toen de Roermondse bisschop mgr. P. Moors in een toespraak tot de KAB in 1959 wees op de persoonlijke verantwoordelijk heid van de katholiek voor politieke en so ciale handelingen. In de jaren daarop had den de bisschoppen minder moeite met o.a. de KWG. In een VARA uitzending voor de t.v. 2 juni 1964 komt dan eindelijk uit de mond van mgr. W. Bekkers, de legendari sche bisschop van Den Bosch, het verlos sende woord: de bisschoppen beraadden zich over de vraag of het Mandement niet moest worden aangepast aan de gewijzigde omstandigheden. Een goed jaar later (8 sep tember 1965) kwam de officiële bisschop pelijke verklaring, waarin de bisschoppen het verbod voor katholieken om lid te zijn van het NW werd ingetrokken. Over het Pvd A-lid maatschap werd niet ge rept. Mgr. Bekkers verklaarde echter in een toelichting op de verklaring, dat de milde houding in gelijke mate was bedoeld voor de PvdA en de VARA-luisteraars. "Wie zich in de PvdA op zijn plaats weet zal het toe treden tot die partij niet meer kwalijk wor den genomen", aldus mgr. Bekkers. Eigen geweten De Bossche bisschop mgr. drs. J. Bluyssen wakkerde met zijn interview voor het PSP- weekblad eind januari 1967 de kwestie van het PvdA-lidmaatschap voor katholieken aan toen hij stelde, dat "men naar eigen ge weten de politieke keuze zal moeten doen". Hij erkende dat de confessionele partij vorming in ons land natuurlijk wel be staansredenen had gehad" maar nu de emancipatie van de katholieken is voltooid is die noodzaak vervallen", aldus mgr. Bluyssen. De K VP-top was verbolgen over die uitspraak en de jongerenvoorzitter riep uit: "U heeft Uw behoefte om populair te doen en mis schien om de populariteit van uw voorgan ger (mgr. Bekkers) te verkrijgen, toch niet zo uit te vieren?" In 1974 ging het NKV een federatie aan met het N W. Het werd de FNV. Wat het dacht van de toekomst legde het NKV vast in "een visie ter visie". In 1977 gingen de gedachten uit naar een fusie. De bisschoppen waren hiermee niet erg gelukkig. Zij stelden met nadruk dat het belangrijk was dat het mo del van de federatie in geen geval werd op geheven "alvorens de betrekkingen tussen geloof, kerk en katholieke, georganiseerde werknemers proefondervindelijk en op be vredigende wijze zijn geregeld". Het bisschoppelijke commentaar wekte nog al wat irritatie in de kringen van het NKV. De bisschoppen haastten zich dan ook te verklaren dat er geen sprake was van "so cialisten-vrees". bevoogding of nieuw soort "mandement". Dat was definitief voorbij hoewel mgr. dr. J.M. Gijsen, de bisschop van Roermond, begin dit jaar nog een po ging deed met katholieke politici die ak koord gaan met een vrije abortus-wetge ving, te dreigen de sacramenten te weige ren. De (bisschoppelijke) bijval was vrijwel nihil. Iedereen weet al dat de tijd van bis schoppelijke bevelen en verboden voltooid verleden tijd zijn. Door Theo Kroon PAGINA 19 ZATERDAG 21 APRIL 191 De bisschoppen van Neder land verbieden "op straf fe van weigering der sa cramenten" de katholie ken lid te zijn van het NVV. Dit verbod betreft tevens het regelmatig le zen van socialistische, tijdschriften en dagbla den, het frequent luiste ren naar de VARA en het bijwonen van socialisti sche vergaderingen. Dat het de bisschoppen ernst is blijkt uit de toevoe ging: "en als hij zonder bekering sterft ook zon der de kerkelijke begra fenis". Ten opzichte van het lid maatschap van de PvdA stellen de bisschoppen zich milder op. Mede "omdat het hier een be trekkelijk kleine groep betreft" wordt het lid maatschap van deze poli tieke partij aan katholie ken niet verboden, maar "slechts" ontraden. Taal uit lang vervlogen tij den, waarin bisschoppe lijke bevelen en verboden een normale zaak waren? Ja en neen, want de tijd, waarin deze taal werd ge bezigd, ligt slechts een kwart eeuw achter ons. De poging om de "bemin de gelovigen" weer terug te voeren in hun isole ment van "het rijke room- sche leven" is terug te vinden in het laatste ge ruchtmakende Mande ment van de Nederlandse bisschoppen "de katho liek in het openbare leven van deze tijd", dat 31 mei 1954 - dezer dagen dus 25 jaar geleden - verscheen. De context, waarin e.e.a. destijds werd geplaatst, blijft overigens net zo boeiend als de geschiede nis van het "hoe" en het De mannen van het man dement: vX.n.r. mgr. Mut saerts, mgr. Huibers, mgr. Alfrink, kardinaal De Jong, mgr. Baeten, mgr. Lemmens en mgr. Hanssen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 19