Vakmanschap met veel fanfare gebracht WINTERMODE IN ZONNIG PARIJS ZATERDAG 14 APRIL 1979 Een klassiek mantelpak in jaren veertig-stijl uit de collec tie van Dana. Uit de collectie van Montana deze breedgeschouderde vrij lang vallende mantel met daar onder een pakje met rechte rok. Eenjagerpak met wijde jasje en broek over de knie. Dit is een ontwerp van het huis Dior. PARIJS - „De behoefte van een vrouw is onbeperkt. Er is al tijd nieuwe mode nodig". Dat zegt meneer De Vries van Cinfashion uit Haarlem wijs gerig. Cinfashion is samen met Berg- haus de enig overgebleven Nederlandse vertegenwoor diging op de grootste en meest belangrijke beurs voor de damesconfectie, de 37e in ternationale Salon du prèt-a- porter feminin in Parijs. Hier laten 1200 exposanten de collectief voor het herfst- en winterseizoen 1980 zien. De inkopers en journalisten uit de hele wereld hebben beslag gelegd op alle beschikbare hotelbedden in Parijs. Ze hebben de afgelopen weken soortgelijke modevakbeur zen bezocht in Milaan, Mün- chen en Londen en dodelijk vermoeid zwerven ze heen en weer tussen de beurs en de modeshows die individuele ontwerpers elders geven. Het hele modegebeuren wordt omgeven met een niet al te vriendelijk vertoon van exclusiviteit en poeha. Het is duidelijk dat alle fanfare over de Franse creativiteit op modegebied niet helemaal ten onrechte is. Maar zonder de export zou de hele zaak in elkaar storten, want de Fran se textielindustrie ervaart de zelfde problemen als in de rest van Europa De trend In alle collecties, zowel van de goedkopere confectie als van de kostbare boetiekontwer- pen, overheerst een slanke, rechthoekige lijn met veel nadruk op de schouders. De schouderlijn is vierkant, de taille wordt geaccentueerd. De lengte is tot net over de knie en bij sommige ontwer pers zo kort dat men aan de minimode wordt herin nerd. Nieuwe kleuren zijn drama tisch donken veel zwart, een koel dennegroen, bruinrode tinten, aubergine en paars. Er zijn veel neutrale kleuren als grijs en beige en natuurlijk wit en daarnaast als ac- centkleuren: rood, smaragd, helder blauw en geel. Schotse ruiten en dekenstoffen wor den veel toegepast naast mat te, weinig glanzende weef sels, die zacht aanvoelen zoals gabardine, canvas, ottoman- zijde, grain de poudre, crêpe de chine, mohair, fluweel en jersey, dat steeds terugkomt wanneer de kleren het li chaam weer omsluiten. De jonge ontwerpers hebben zich ook met „nieuwe" mate rialen beziggehouden zoals PVC, nylon, namaak astrakan en kunststoffen waar men een geweven of gebreid reliëf in heeft geperst. Mantels en regenjassen zijn belangrijk voor de komende winter. Ze komen in alle leng tes voor, tot op de kuiten op 7-8, dit wil zeggen net over de knie. De aangesloten (regen-) jas wordt als een bestseller gezien. De kragen zijn klein, soms klassieke revers met fluweel of bont, vaker nog een col met een sluiting midden voor of asymmetrisch. Raglanmouwen zijn sterk verbreed in de schouder en bij de grotere couturiers wordt de brede lijn niet door schoudervulling verkregen maar door de geraffineerde coupe, zoals bij Montana, die het afgelopen seizoen de meest opvallende schouder lijn bracht. Bij Castelbajac komen veel mantels van plaidstoffen voor en dubbele wollen mantels in verschillende kleur, die door uitgespaarde cirkels op de rug op bij de zakken zichtbaar wordt. Veel ontwerpers bren gen capes en gebreide spor tieve jassen met leergarne- ring en patchwork. Korte jas sen komen voor in de lengte van de klassieke topper en in aangesloten spencers die als piccolojasjes tot in de taille reiken (Muriel Grateau). Binnen wel lange jasjes of het spen cermodel met een schootje, met col, revers of een sjaal- kraag. De bijpassende rokken zijn recht, met een paar plooi en voor of plissés. Broeken bij de tailleur pakken horen ko- kerrecht te zijn met plooien op de heup. Bloeses zijn hooggesloten met een strik onder een kleine kraag of een col, soms asymmetrisch ge sloten. Rokken zijn over het algemeen sluik, soms klokkend of voor zien van rechte of afgeronde splitten. De splitten worden minder extreem toegepast dan bij de Engelse ontwer pers. Jurken zullen ook de komende winter als tunieken op een aangesloten broek worden gedragen of het zijn gedrapeerde modellen anno 1948, of de sterk getailleerde soorten met een diep decolle té. Een tweede soort jurken is van een breedgeschouderde braafheid: gespikkelde twee ds en Schotse ruitjes, hoogge sloten en wat loopruimte door een split of plooien. Glamour Alle glamour die het symbool van de dertiger jaren schijnt te zijn is in de avondkleding terug te vinden. Aangesloten, glanzende stoffen, ravijndie- pe decolletés brocaat en pail letten. Op een of andere r Franse glamour toch meer in getogen dan die van de En gelsen. Disco Volgens Fiorucci, die zich heeft opgeworpen als spreekbuis van het moderne (jonge) indi vidu zal de vrouw er het ko mende winterseizoen zachter en meer sexy uit willen zien dan de laatste jaren mode was. Dat wil zeggen rechte rokken, kousen met naad en naaldhakken. De jeugd zal in de rockstijl naar werk en dis cobar gaan. En dat betekent volgens Fiorucci opgerolde sokjes, een sjaaltje op de hals geknoopt en broeken met smal toelopende pijpen. Niet meer weg te denken is de in vloed van de Western voor de daagse kleding. De accessoires zijn sexy: satij nen handschoenen, ceintuurs met pailletten bestikt. In de collecties van de avantgarde ontwerpers droegen de man nequins plastic handschoe nen zonder vingers en een vierkant afgeknipte lok haar was teruggeslagen boven een oog. Accessoires Alle zaken die iets toevoegen aan het uiterlijk hebben de komende seizoenen een grote invloed. Hoeden Platte gebreide mutsjes met opgerolde rand, platte koe liehoedjes eventueel met zij den kwast, toque's met voile, herenhoeden, driekante steekhoeden. Kapsel Glimmende kammetjes in een glad kapsel, strikken, baby- krullen, ornamenten. Het haar wordt in een vlecht op de rug gedragen, in een grof ge haakt net geborgen of opzij van het hoofd in een satijnen zakje gestopt. Sieraden Grote broches, oorknoppen van verguld metaal of plastic. Bloem- en bladmotieven vuistgroot uitgevoerd, nep- edelstenen. Fantasie siera den, zoals een plastic hart aan een koord, voorzien van twee batterijtjes, waardoor het ie dere seconde oplicht. Figura tieve kettingen met een land schap van planten en wilde dieren. De ontwerpster van de potloodbroches heeft zich nu op gewone, vrolijk ge kleurde knopen geworpen, waar ze broches, horlogeket tingen, armbanden en ringen van maakt. Ook miniatuur landschappen, driedimen sionaal in een doorzichtig plastic doosje gezien. Tassen Minitasjes aan schouderriemen blijven, soms twee tegelijk. In reistassen zijn doorgestikte materialen en chintz in. Een kokervormige plastic tas, die opgeblazen kan worden en dan dienst doet als strand- kussen. Ceintuurs Smal, breed, gordels met appli caties van leer, satijn of flu weel. Kousen Donkere kousen, antraciet of ondoorzichtig zwart bij de donkere winterkleren. Voor feesten: netkousen, een naad opzij of achter, bloemslingers °PZÜ- Schoenen Lage laarsjes tot de enkel, door gestikt, platte laarzen met rits achter, pumps met ronde neus en pyramidevormige hak van 7-8 cm, sandalen met naaldhak en versiering met slangeleer, ballerina's met te rugwijkend laag hakje. Sjaals Kleine sjaaltjes om hals of haar, stola's van dekenstof of mo hair over een schouder te dra gen. Een heel recht gesneden man tel van Lagerfeld (Chloe) met geborduurde pas en hoog op staande kraag. Daaronder sa tijnen beenstukken met zilveren knoopjes. Rechthoekige mantels van lamsleer en suede uit de collectie van Serge Miko. -k Als een Schots schoolmeisje rondstappen, dat vindt Jousse voor deze winter het einde. Gebreid jasje met leer afgezet op een leren broek. Collectie Lunar Caustic Een rechte jurk met split voor. Collectie Elodie See. Ratinee voor een met pompoentjes geaccentueerd rechtlijnig tailleur, collectie 'Luis Mari.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 27