Akademie wil uit oude geheimzinnige sfeer Beeldschoon kloostertje nu rijp voor de sloop Bromsnor knapt op r Borstbeeld van Bottema WOENSDAG 4 APRIL 1979 Elke ochtend, steevast om tien uur, ga ik de stad en regio in, op zoek naar mensen en dingen voor deze rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok slag tien aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215 Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom. Strand - crossen nieuwe rage Het heeft er alle schijn van dat er een nieuwe rage op komst is: strandcrossen. Enkele Haagse en Zand- voortse motorcrossers schijnen enige tijd geleden te hebben ontdekt dat er nergens op het strand stoplichten te bekennen zijn en sedertdien buiten ze dat uit door met een noodgang van Schevenin- gen naar Zandvoort vice versa te 'scheuren'. De Noordwijkse politie heeft dit soort racewedstrijden de afgelopen weken meermalen moeten aan zien. Machteloos want de motorrijders scheuren dermate hard hard dat zij met een politieauto met geen mogelijkheid te ach terhalen zijn. Inspecteur Spoelstra van het Noord wijkse politiekorps vraagt zich af hoe deze berijders van tamelijk zware moto ren het in hun hoofd halen op een dergelijke onver antwoorde wijze hun ra ceneigingen af te reageren. ,.Je zal er maar met je hond lopen. Je schrikt je we zenloos. Met tegenwind hoor je ze helemaal niet aankomen. Ze rijden naast je voor je het in de gaten hebt. Uiterst gevaarlijk allemaal. Volgens de in specteur zijn er nog geen plannen gemaakt verdere acties te ondernemen te gen de motorcrossers. Ge zegd moet worden dat zij deze week hun kop nog niet hebben opgestoken op het Noordwijkse strand. Nog niet zo heel lang geleden was het een beeldschoon kloostertje met daarin een al leraardigst kapelletje. Nu is dat magnifieke gebouwtje aan de Hogewoerd 55-57. waarin destijds de "blauwe" zusters van .het voormalige kinderte huis "De Voorzienigheid" wa ren gehuisvest, een eldorado voor de spelende jeugd. Een speelparadijs dat welis waar niet van de nodige prak tische en hygiënische gevaren gevrijwaard is. Het daarin krioelende en ziektenover- brengende ongedierte even daargelaten, zou je er alleen al een ongelukkige smak kun nen maken bij binnenkomst. Want wie uit nieuwsgierigheid onverhoeds de panden wil binnenstappen, (en dat kan want gisterochtend stonden de deuren nog wagenwijd open) zal bij enige onbehoed zaamheid ongetwijfeld in de val lopen. Pal achter de deuren namelijk, is een stuk vloer verdwenen. Reken dus maar uit welk een verraderlijkheid erachter schuilt. Te meer wanneer je bedenkt dat de lichtval op dat punt niet zodanig is om over naar huis te schrijven. Geen obstakel Gek genoeg vormt het gat ach ter de deuren geen obstakel voor de spelende jeugd, met name de leerlingen van de daarachter gelegen Barbara- school. Zij plegen tijdens het speelkwartier en na schooltijd in hun 'speelhol' te vertoeven. Kunnen vanuit hun school aan het Levendaal via de ach terkant rechtstreeks het ge bouwtje betreden. Verreweg de meeste ruiten namelijk zijn reeds gesneuveld. Een van de buren Maat ziet het allemaal met lede ogen aan. "Als het regent hoef je niet hiernaast te gaan schuilen want je wordt net zo Dat het daarbinnen werkelijk een bende is, moge alleen al blijken uit het feit dat krakers vorig jaar december het pand binnen 24 uur uit armoede verlieten omdat er. ontstoken van water, gas en licht en te midden van alle ongedierte, eenvoudig weg geen mens waardig leven mogelijk is. Sloop De huidige eigenaar van de panden, Noorlander bv, zit te springen om het pand te slo pen maar wacht op een bouw vergunning. Woordvoerder Van den Ing: "De sloop staat voorlopig in de ijskast. Dat van die open voordeuren wist ik niet. Daar zal ik onmiddel lijk een stokje voorsteken". In de tijd dat Hogewoerd 55-57 nog een klooster was, waren de panden eigendom van de Cunerastichting. Er Noorlander bouw heeft er inderdaad een stokje i middag zijn in aller ijl de deuren dichtgetimmerd er gankelijk gemaakt. naast was het kindertehuis gelegen. Na verloop van tijd voldeed het kindertehuis niet meer aan de eisen en dat bete kende opheffing Nadien heb ben de panden dienst gedaan als (tijdelijke) behuizing van de openbare bibliotheek en als onderkomen van het jonge rencentrum Troef, dat nu aan het Noordeindc is gevestigd. Nu huist het ongedierte erin. "Blauwe zusters" In elk geval is de tijd, dat kin deren er met een kapotte broek terecht konden, voorbij. Het verhaal gaat namelijk dat de 'blauwe zusters' in het stoppen van gaten in kleren zo vakkundig waren, dat pa of ma er niets van merken kon. Zo is menig Leids kind voor een pak slaag behoed geble- De Roelofarendsveense ac teur Lou Geels, beter be kend als veldwachter Bromsnor uit de kinder serie Swiebcrtje, gaat se dert hij vrijdag 16 maart uit het Leidse Diacones- senhuis is ontslagen, zienderogen vooruit. Hoewel hij de eerste maan den volledig rust zal moe ten houden, is hij al voor zichtig begonnen met trappen lopen. "Ik voel me een stuk beter", ver telde hij gisteren "Maar de vijf grote zakken met beterschapsbetuigingen liggen nog steeds te wach ten. Daar kom ik voorlo pig nog niet aan toe. Mijn zuster vecht zich er ge deeltelijk door. Maar het is allemaal wel fantas tisch geweest hoor, al die kaarten. Schattig van de mensen: Ruim 12.500 kaarten, geweldig. In middels heeft Lou thuis zijn 71-ste verjaardag kunnen vieren. Dagelijks bezoek van een verpleeg ster is de eerstkomende tijd onontbeerlijk. "Maar", zegt zijn vrouw, "hij eet weer lekker. Je kunt duidelijk merken dat hij goed vooruit gaat". Eén van dc onderwerpen, die vanavond in de Katwijkse commissie voor beeldende kunsten aan de orde komen. Op deze archieffoto de inmiddels overleden kunstenaar aan het werk. borstbeeld van dc vorig jaar, op 94-jarige leeftijd, overle den Tjeerd Bottema aan te bieden. Dat ter ere van de zo vermaarde Katwijkse kun stenaar, die ooit het vignet van de verzekeringsmaat schappij heeft ontworpen. Hoewel het beeld nog digd moet worden, heeft de gemeente Katwijk al laten weten van dit aanbod dank baar gebruik te zullen maken. Een beeld van Bottema zal de betekenis van deze kunste naar voor Katwijk alle eer Volgens gemeentevoorlichter Visser is men het er nog niet over eens waar het borstbeeld geplaatst zal worden "Over een week of twee zal de be stemming zijn uitgemaakt. Een aardige geste van die maatschappij maar ik vrees dat het beeld niet vrij zal blijv van enige sluikreclame". Koninklijke Nederlandse Akademie naar openbaarheid AMSTERDAM - In de acht tiende eeuw, toen in ver scheidene landen van Euro pa door de regeringen aca demies werden opgericht als centrale organen ter bevor dering van wetenschap en van internationale weten schappelijke betrekkingen, bood de Republiek der Ver enigde Provinciën voor zulk een instelling nog geen plaats, doordat iedere pro vincie op zichzelf zich als souverein gebied beschouw de en het onderlinge verband tussen deze gewesten der halve niet voldoende was voor een nationaal overkoe pelend orgaan als een Aka demie bedoelde te zijn. Eerst bij decreet van 4 mei 1808 werd het Koninkrijk Hol land door koning Lodewijk Napoleon begiftigd met een „Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letterkun de en Schoone Kunsten". Een koninklijk besluit van 6 april 1816 bevestigde het voortbestaan van de instel ling als „Koninklijk Neder lands Instituut van Weten schappen, Letterkunde en Schoone Kunsten in Am sterdam". In deze vorm heeft het Konink lijk Instituut bestaan tot 26 oktober 1851, toen, ten dele uit bezuiniging, een konink lijk besluit het Instituut op hief en er een „Koninklijke Akademie van Wetenschap- (Door Thijs Jansen) AMSTERDAM - Na ruim 125 jaar gaat de Koninklijke Ne derlandse Akaderclie van Wetenschappen, die het hele gebied van de wetenschap bestrijkt, de laatste hindernis sen slechten die een grotere openbaarheid in de weg staan. 'i T- De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in Amster- Onlangs heeft het bestuur van de Akademie in Amsterdam een discussie gevoerd met publici- teitsmensen om te weten te ko men hoe de voorlichting aan het volk het best kan worden gege ven. Voorzitter prof. dr. S. Dres den van de Akademie zegt hier over ,.De Akademie wil naar bui ten treden en uit de oude, ge heimzinnige sfeer komen". In een rapport over wetenschaps voorlichting, dat de instelling van een dienst wetenschapsvoorlich ting aan de orde stelt, wordt uit de doeken gedaan dat de weten schap een grote invloed heeft op het maatschappelijke gebeuren en dat dat gebeuren op zijn beurt weer een grote invloed heeft op de beoefening van de weten schappen. „Wetenschapsbeoefenaren zijn zich steeds meer bewust van dit verschijnsel. Zij beseffen dat hun werk vaak gevolgen zal hebben voor de samenleving en dat de toepassing van de resultaten van dat werk ethische en maatschap pelijke problemen kan en vaak ook zal scheppen. Met het oog hierop is het van direct belang voor de wetenschap dat de doel stellingen van de weten schapsbeoefening, de aard, de methode en de resultaten ervan naar buiten worden verklaard en toegelicht". Aan de andere kant tonen de bur gers in groeiende mate een hon ger naar nieuws over allerlei vormen van wetenschap. Dit niet alleen om meer inzicht te krijgen, maar ook om het gesprek te kun nen openen met de wetenschap, en ook om invloed ui! te oefenen op de openbare besluitvorming ten aanzien van het ondernemen van bepaalde wetenschappelijke onderzoekingen en het toepassen ervan. Ook de besluitvormende instanties, zoals bijvoorbeeld de regering, hebben behoefte aan ter zake doende informatie om hun beslissingen zo verantwoord mo gelijk te nemen. Een mooi voor beeld is de affaire rond de neu tronenbom en de veelbesproken DN A-manipulatie. Gemeenschapsgelden Ook in een and >r opzicht is weten- schapsvoorlic iting van belang. In het rappor wordt terecht ge zegd dat een groot deel van de wetenschapsb ^oefening wordt bekostigd m -t gemeenschaps gelden. Niet alleen zogenaamde beslissingsinstanties maar ook het gewone publiek, de kiezers, willen weten wat voor weten schappelijke activiteiten er wor den gevoerd om zo te kunnen controleren of de belastingcen ten goed worden besteed. „Daar om dient de wetenschappelijke wereld zo geregeld mogelijk en zo geordend mogelijk de resultaten van haar arbeid uit te dra gen". De wetenschap zal ook een bijdrage leveren aan onderwijs op scho len. „Dit zal tevens ten goede komen aan de gewone mens. Via de weg van de wetenschapsvoor lichting kan de wetenschap haar resultaten met de voor elk geval geschikte selectie en presentatie inbrengen in programma's van onderwijs, vorming en scholing. Het is mede daarom belangrijk voor de wetenschap dat genoem de maatschappelijke sectoren vanwege de wetenschapsvoor lichting een zo doeltreffend mo gelijk aanbod krijgen waaruit naar eigen behoeften en vrije keuze kan worden gedaan", zo stelt het rapport. De taak van de Koninklijke Ne derlandse Akademie voor We tenschappen, waarbinnen de we tenschapsvoorlichting zelfstan dig functioneert, bestaat kortweg uit: de bevordering van de we tenschap in het algemeen. Een voornaam deel van deze taak be staat in het verstrekken van door de regering gevraagde adviezen. Deze adviezen zijn van zeer uit eenlopende aard en raken de we tenschap in de ruimste zin. Zij hebben onder meer betrekking op de vertegenwoordiging van de Nederlandse wetenschappelijke wereld op internationale bijeen komsten. Verstrekkende specialisatie Om in deze tijd van verstrekkende specialisatie van de wetenschap pen de Akademie als hoogste ad viescollege van de regering in staat te stellen haar taak naar be horen te blijven vervullen, werd binnen het verband van de Aka demie overgegaan tot de oprich ting van een aantal wetenschap pelijke raden. De oprichting van zulke lichamen op verschillende deelgebieden van de wetenschap had ten doel de organisatie van de Akademie aan te passen aan de snelle ontwikkeling van de we tenschap. vooral die van de na tuurwetenschappen, die de na oorlogse jaren te zien hebben ge geven. Momenteel beschikt de Akademie over een drietal raden en twee commissies, welke laat ste het karakter van een raad hebben, te weten: de sociaalwe tenschappelijke raad, de biologi sche raad. degeneeskundige raad en ten slotte zijn er de commissie voor de biochemie en de com missie voor de geologische we tenschappen. Initiatieven Niet alleen op verzoek, maar ook op eigen initiatief kan de Akademie zich tot de regering wenden met voorstellen die over de belangen van de wetenschap gaan. Van die bevoegdheid wordt door de Aka demie geregeld gebruik ge maakt. Naast de bemoeiingen inzake de afvaardiging naar internationale wetenschappelijke bijeenkom sten. is de Akademie ook zelf ac tief in het verstevigen en uitbrei den van de banden tussen de Ne derlandse en buitenlandse we tenschappelijke wereld. Zij doet dit onder andere door deelne ming aan de zittingen van inter nationale wetenschappelijke or ganisaties. zoals de Unions Aca- demique Internationale, Council of Scientific Unions, het Special Committee on Oceanographic Research, het Committee on Space Research en zij is voorts aangesloten bij de Council for In ternational Organization of Me dical Sciences. Tevens is de Akademie honorary member van de Pacific Science Council. Bovendien neemt zij ac tief deel aan internationale we tenschappelijke onderzoekin gen. zoals die bijvoorbeeld door de Union Académique Interna tionale worden verricht. Ook mag de waarde van de contacten die haar leden individueel met het buitenland hebben, hier niet on vermeld blijven. Niet alleen ter bevordering van de wetenschap is de band van de Akademie met het buitenland belangrijkzij treedt tevens op als het officiële vertegenwoordigen de lichaam van Nederland bij plechtigheden op wetenschap pelijk gebied, zoals jubilea van zusterinstellingen, herdenkingen van grote geleerden en dergelij ke. W etenschappelij k onderzoek De Akademie heeft verder tot taak die wetenschappelijke onder zoekingen en ondernemingen op zich te nemen of te bevorderen, die slechts door samenwerking van wetenschapsbeoefenaars en met ondersteuning van de rege ring tot stand kunnen worden gebracht. Zo heeft de Akademie tot uitvoering van deze taak on der meer enkele instituten opge richt, te weten het Instituut voor Ecologisch Onderzoek in Arn hem, het Hydrobiologisch Insti tuut in Nieuwersluis en de afde ling Delta-onderzoek van het Hydrobiologisch Instituut in Yerseke. Daarnaast heeft de Akademie een belangrijk aandeel in het beheer van een drietal stichtingen, te we ten: het Nederlands Centraal In stituut voor Hersenonderzoek in pen met als doelstelling bevordering der Wis- en Na tuurkunde in haren gehelen omvang" voor in de plaats stelde. Reeds in 1855 achtte de regering zich evenwel ge roepen in de omschrijving van het doel van de Akade mie ook de bevordering der taal-, letter-, geschiedkundi ge en wijsgerige weten schappen wederom op te nemen. Sedertdien is de Akademie in hoofdzaak onveranderd gebleven. Met haar twee af delingen, gewoonlijk als „letterkunde" en „natuur kunde" aangeduid, bestrijkt zij het hele gebied van de we tenschap. Amsterdam: het Embryologisch Instituut in Utrecht en het Cen traal Bureau voor Schimmelcul tures in Baarn, terwijl zij van ver schillende wetenschappelijke in stellingen één of meer van de be stuursleden benoemt. Ten aanzien van de benoeming van leden in enkele organen van de Nederlandse Centrale Organisa tie voor Toegepast Natuurweten schappelijk Onderzoek (TNO) wordt haar oordeel ingewonnen. In bet bijzonder met laatstge noemde organisatie onderhoudt de Akademie ook langs andere weg een geregeld contact. De beide afdelingen waaruit de Akademie is samengesteld, de afdeling Natuurkunde en de af deling Letterkunde, tellen thans respectievelijk ten hoogste 75 en 60 gewone leden Verder maken van iedere afdeling deel uit ten hoogste 40 buitenlandse leden en 30 correspondenten, benevens corresponderende en rustende leden Wanneer plaatsen openvallen, het zij door overlijden, aftreden, of, voor zover het gewone leden be treft, door het overgaan naar de corresponderende leden bij ves tiging in het buitenland, of naar de rustende leden wanneer de leeftijd van 70 jaar is bereikt, wordt door de leden in de vacatu res voorzien door jaarlijkse ver kiezingen. Men kan zich dus niet voor het lidmaatschap aanmel den. Deze benoemingen zijn aan koninklijke goedkeuring onder worpen. Maar ook in het benoemen van nieuwe leden begint verandering te komen. Voor het eerst heeft men in een advertentie in de dagbladen kandidaten voor een lidmaatschap opgeroepen De voorzitter van de Akademie, prof. Dresden: „Vooral de oudere le den hebben met al deze vernieu- wingen nogal wat moeite, maar ik geloof dat de jonge wetenschap pers die problemen niet heb ben".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 4