Attentie... een, twee, drie en de tandarts stopt met boren Belangengroepen beheersen de discussie landbouwoverschotten i MANIOK UIT THAILAND ZADELT GEMEENSCHAP OP MET „GERSTBERG" VRIJDAG 23 MAART 1979 door Sjak Jansen Elke ochtend, steevast om tien uur, ga ik de stad en regio in, op zoek naar mensen en dingen voor deze rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok slag tien aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom. ÏÏassenaarse tandarts per veldtelefoon gewaarschuwd bij schietoefeningen Rustig lezend in de wachtkamer van tandarts J. Post- ma aan de Zijdeweg in Wassenaar is het een uiterst rare gewaarwording wanneer je plotsklaps vanuit de spreekkamer een zware stem "attentieéén, twee, drie" hoort commanderen, direct daarop het gierende gehoor van de 44-jarige tandarts hoort ver stommen en vervolgens een behoorlijk harde klap je klaar wakker schudt. Een dreun, die weliswaar de oren net niet doet verdoven, maar die desondanks de muren van het herenhuis een tikkeltje doet bewegen en de ruiten in de kozijnen doet klapperen. Gek genoeg brengt deze knal de tandarts niet aan het schrik ken. Niet dat deze herrie, te weeggebracht op de dichtbij- zijnde Waalsdorpervlakte, waar onze militairen al een kleine tien jaar schietoefe ningen plegen te houden, hem tegenwoordig koud laat. Bepaald niet. Het zit 'm in het feit dat hij er sinds vorige week door de commandant op voorbereid wordt. Via een splinternieu we veldtelefoon nog wel, die tijdens de oefeningen in zijn spreekkamer geposteerd staat. Een 'must' vindt de tandarts, want stel je eens voor dat hij tijdens het boren zodanig wordt opgeschrikt door zo'n onverwachte knal dat hij met de boor uitschiet. "Whaamm" Om die reden is het uiteraard ook begonnen. Postma ver telt "Drie jaar geleden begon het geschut zwaarder te wor den. Of men toen op een an der soort munitie is overge gaan. ik weet het niet. In elk geval: werken onder die omstandigheden was niet langer verantwoord. Vooral niet met westenwind. Dan hoorde je werkelijk 'whaamm' en stond alles, inclusief mezelf, te trillen. Niet dat ik ooit ben uitgescho ten. Gelukkig ben ik daarvoor behoed, ik kan nog wel wat hebben. Maar de patiënt kan ook schrikken en als zij op eens met haar hoofd naar links gaat tijdens het boren, zit je ook mooi fout. Op een gegeven moment begon met me tot hier te zitten en ben ik gaan telefoneren. De verant woordelijke man bleek dan meestal niet te pakken te krij gen en beloften als zou ik te ruggebeld worden, werden niet gehouden". Alternatief "Een maand geleden werd mij die flauwekul ook zat en ben ik gaan doorprikken. Van lie verlee kwam ik uiteindelijk via Defensie bij de legervoor- lichtingsdienst terecht en die bood spontaan aan eens om de tafel te gaan zitten. Tijdens dat gesprek werd alleen uit gelegd waarom die schietoe feningen uitgerekend vlak voor mijn deur moesten wor den gehouden.maar daar kocht ik niets voor want dat wist ik allemaal. Ik weet dat het enige alternatief van het Noordhollandse Petten is en dat daar 's zomers niet kan worden geoefend in verband met de vakantiegangers in die vakantiehuisjes. Maar ik zit er drommels nog aan toe het hele jaar mee. Ik heb toen ook gezegd dat wanneer ik hier niet zou werken, het mij wat kon schelen. Dan zou ik het allemaal voor lief nemen. Gelukkig toonde men daar alle begrip voor en vandaar dat mij die veldtelefoon be schikbaar is gesteld. Waar mee gelukkig alles is opge lost". Vijf seconden Nu heeft tandarts Postma drie tot vijf seconden de tijd om zijn werkzaamheden even te staken. Heeft hij eenmaal 'vuur' gehoord en heeft de knal geklonken, dan kan Postma rustig de draad weer opvatten. De schietoefenin gen worden een paar dagen per week van tien tot vijf uur uitgevoerd. Dreunen die vol gens Postma bepaald niet on schuldig zijn. Volgens hem moeten de schietende militai ren een uitzondering vormen op de hinderwet. Die wet was dan ook in eerste instantie het houvast van Postma om tegen het lawaai te ageren. "Ageren is eigenlijk het juiste woord niet", is zijn stellige overtui ging. "Het was eerder een noodkreet om te zorgen dat ik die risico's niet hoefde te lo pen. Want je kunt wel doen alsof er niets aan de hand is, maar daar schiet je natuurlijk geen donder meer op. Dat lost het probleem niet op". Neurotische hond Dat de geluidshinder werkelijk een probleem is, staat volgens Postma als een paal boven water. Om dat te benadruk ken draagt hij een sprekend voorbeeld aan. "In die flats daar verderop woont een me vrouw die tijdens de oefenin Tandarts Postma: "Dan hoorde je werkelijk "whaamm" en stond alles, inclusief mezelf, te trillen". gen haar huis absoluut niet kan verlaten. Ze heeft name lijk een hond die volkomen neurotisch is geworden van dat geknal. Vliegt, als je hem niet tegenhoudt, volledig te gen de muren en de gordijnen op. Gelukkig wordt ook zij vooraf gewaarschuwd. En la ten we het niet hebben over het dierenasiel hier verderop aan de Zijdeweg. Want nou mag ik klachten hebben, daar hebben ze bepaald serieuze grieven. Zeventig honden zit ten daar en die vliegen soms tegen de hekken op. Mijn honden, een paar grote jacht honden, zijn er gelukkig aan gewend". Heeft zjjn huis niet onder de trillingen te lijden? "Zou best kunnen, maar dat valt eenvoudigweg niet te constateren. Ga het maar eens bewijzen. Per slot zijn hier in de oorlog ook een heleboel V- 1-bommen gevallen. Maar om dat huis is, begrijp me goed, het me helemaal niet te doen. Ja, mijn werk! Laconiek Hoe reageren zijn patiënten op de knallen en de veldtele foon? Postma: "Erg laconiek. Voor zo'n knal gaat maak ik meest al maar een flauwe opmer king, om de aandacht af te leiden. Zo worstel ik mij er wel doorheen. En ach, angst hebben ze in feite niet voor zo'n dreun". Dan lachend: "Zeg nou zelf, de behandeling is uiteindelijk toch altijd er ger dan zo'n knal, nietwaar?" Voor de 8,5 miljoen inwoners van de Euro pese Gemeenschap (totaal 260 miljoen inwoners) die in de landbouw werken, is het maandag een belangrijke dag: dan beginnen de landbouwministers van de Europese Negen aan hun jaarlijkse prijsonderhandelingen. Het gaat om de vaststelling van de Europese garantie prijzen voor een hele reeks van produk- ten, met melk, zuivelprodukten, granen en vlees als belangrijkste. In het komende landbouwjaar (van 1 april tot 1 april 1980) kunnen de Europese boe ren zeker zijn van deze prijzen, als ze voor hun produkten op de vrije markt geen hogere prijs kunnen maken. De garantieprijzen worden betaald uit het Europese landbouwfonds, waarvan de uitgaven inmiddels circa 70 procent van alle EG-uitgaven uitmaken. De prijsonderhandelingen, die in het ver leden vaak uitliepen op een slopende marathonvergadering, beloven dit jaar extra moeilijk te worden. Beslissingen vóór 1 april lijken daarom onwaar schijnlijk. De Europese Commissie (het dagelijks EG-bestuur) en de Britse rege ring dringen aan op een bevriezing van de garantieprijzen op het huidige peil. De meeste andere EG-landen voelen meer voor een beperkte prijsverho ging. De Britse regering heeft haar opvatting onlangs in krachtige termen duidelijk gemaakt op het hoogste politieke niveau in de Europese Gemeenschap, namelijk tijdens bijeenkomsten van de regerings leiders van de Negen in Parijs. De Britse premier Callaghan drong, in navolging van zijn anti-EG-gezinde minister van landbouw John Silkin, aan op een prijs bevriezing voor die produkten waarvan overschotten bestaan. De andere EG-lei- ders wezen dit af. Iedereen is zich echter bewust van de ernst en de omvang van het probleem van de gestadig uitdijende en groeiende melk plassen en de boter- en rundvleesbergen. De schaduw van de torenhoge over schotten ligt als een doem over het Eu ropese prijzendebat en de landbouwpo litiek in haar geheel. Ten behoeve van boeren en andere belastingbetalers hierbij enige achtergrond door onze Brusselse correspondent Jan Gerrit sen. BRUSSEL - Aan de overschotten die de Europese land bouw produceert, behoefje niet veel woorden vuil te ma ken. Het probleem is eenvoudig genoeg: de consumptie stagneert, blijft stabiel, terwijl de produktie snel toe neemt. De kosten die de overschotproduktie met zich meebrengt, vormen zo langzamerhand een ondraaglijke last voor het gemeenschappelijk Europees landbouwbe leid. Dat zal bezwijken als niet krachtig wordt ingegre pen. Dit is.kort samengevat, de opvat- ting van de Europese Commissie, het ..dagelijks bestuur" van de Europese Gemeenschap. Sinds weken bespreken de Brusselse commissarissen dit thema in de somberste toonzetting. De laatste was uiteraard landbouwcommis saris Finn Olav Gundelach zelf. een man wiens vaalgele huidskleur al somberheid en me delijden oproept, ook zonder bo ter-, melkpoeder- en rundvlees- bergen. In een uiteenzetting voor het Euro pese parlement, een vergadering waar het „groene front" van boe- renbelangen stevig verschanst zit, besloot Gundelach de feiten te laten spreken. Hij gaf een „akelige catalogus" van de over schotten, te beginnen met melk: -de produktie van melk steeg in 1978 in de EG-landen met meer dan drie miljoen ton zonder dat ook maar één kilo meer nodig was op de markt, omdat de vraag al enige jaren stabiel blijft; - daarom ligt in de koelhuizen van de Gemeenschap 250.000 ton bo ter en iets minder dan 600.000 ton magere melkpoeder opgesla gen: -de melkpoedervoorraad is relatief nog beperkt, omdat veel melk poeder wordt gebruikt voor vee voer (onder andere aan kalveren), hetgeen rijkelijk uit de Europese kas wordt gesubsidieerd; - alleen voor melk gaf de Europese Gemeenschap in 1978 9,5 miljard gulden uit. Dank zij de goede oogsten in 1978 beschikt de EG nu ook over een suikerberg: 1,5 miljoen ton sui ker, die alleen met een subsidie van 75 procent van de garantie prijs op de wereldmarkt kan worden afgezet. Aan rogge is 600.000 ton opgeslagen, omdat de oogst goed was en omdat we (Gundelach) „een te hoge prijs betalen om het in te nemen". In juli bedraagt de totale EG-voor- raad aan tarwe en gerst ongeveer tien miljoen ton. Ook aan rundvlees wordt nog steeds veel te veel geproduceerd. Over de financiële gevolgen van de overschotprodukties noemde Gundelach cijfers die voor zich zelf spreken. De totale Europese begroting voor 1979 bedraagt een kleine 40 miljard gulden. Twee derde daarvan, ofwel 28 miljard gulden, gaat naar het gemeen schappelijk landbouwbeleid. Zeventig procent van de land bouwuitgaven komt voor reke ning van de garantieprijzen. De melk- en zuivelsector slokt een derde van alle landbouwuitgaven op. Prijsbevriezing, zoals het de Euro pese Commissie voorstaat, of en kele procenten meer, zoals de meeste landbouwministers en het Europese parlement beplei ten, hebben dus verstrekkende gevolgen voor de Europese be groting. Gundelach en de andere Brusselse EG-commissarissen geloven dat bevriezing van de landbouwprijzen tot verminde ring van de produktie en dus tot een beter marktevenwicht kan leiden. De gemiddelde inko menspositie van de Europese boeren, die vorig jaar een prima oogstjaar hadden, laat zo'n be vriezing ook best toe, aldus Gun delach. Een procentje meer of minder-dat was voor kort het traditionele scenario in de prijsonderhande lingen van de landbouwministers van de Europese Negen. Ditmaal is er een nieuw element: de Britse labourregering heeft zich opge worpen als bestrijder van alle verspilling die voortkomt uit het Europese landbouwbeleid, de overschotten uiteraard voorop. De Britse speerpunt in het stre ven naar een betere en goedkope re Europese landbouwpolitiek heet John Silkin. minister van landbouw en visserij. Linkervleugel Silkin maakt deel uit van de lin kervleugel van Labour, die nog altijd krachtig tegen de EG tekeer gaat. Met zijn Engelse boeren heeft Silkin geen problemen: die maken maar drie procent van de Engelse beroepsbevolking uit en stemmen toch op de conservatie ve partij. Silkins beleid is gericht op de consumenten in de talrijke grote en kleine steden in het Ver enigd Koninkrijk waar Labour zijn aanhang vandaan haalt. Voor lage prijzen en tegen verspilling - dat is het motto waarmee Labour de aanstaande Britse verkie zingsstrijd ingaat. De verleiding is groot om alle hefti ge Britse protesten en kritiek op de landbouwpolitiek terzijde te schuiven, als een verkiezingsto neel met Silkin in de rol van Uris en het Brusselse landbouwbeleid als de draak die bestreden moet worden. Maar dat doet tekort aan de ernst van het overschotten- vraagstuk; niet alleen voor de gemeenschappelijke landbouw politiek als zodanig, maar zelfs voor de Gemeenschap in ruimere zin. Er is namelijk een grens aan de mogelijkheid tot financiering van de overschotprodukties. Een paar jaar geleden was het voor al de Duitse minister van finan ciën Helmut Schmidt, inmiddels bondskanselier, die klaagde over de hoge kosten van het land bouwbeleid. De overschotten waren toen nog lang niet zo groot en de overschotproduktie was nog niet zo structureel van karak ter als nu het geval is. De laatste jaren klonk weinig kritiek uit Bonn. waar de sociaal-liberale coalitieregering mede steunt op de boerenstemmen die de libe rale minister van landbouw Ertl achter zich verenigde. Nieuwe grenzen Nu zijn nieuwe grenzen in zicht ge komen. In 1981 bereikt de Euro pese Gemeenschap de uiterste grens van haar mogelijkheden om haar begroting te financieren uit de zogenaamde eigen midde len (dat zijn: douanerechten, hef fingen en een deel van de btw- opbrengst in de Negen tot een maximum van 1 procent). Bondskanselier Schmidt heeft dit punt aangegrepen: de EG moet binnen zijn begrotings- grenzen blijven en binnen die be groting moet minder naar de landbouw gaan, zo liet hij op het recente Paryse topoverleg we ten. Vrijwel gelijktijdig noemde ook Joseph Ertl, de bewindsman met wie de Nederlandse minister Fons van der Stee in Brussel gaarne gezamenlijk optrekt, een oplossing voor de overproduktie van melk „dringend nodig". De variabele melkheffing die de Eu ropese Commissie heeft voorge steld (hogere heffing naarmate de produktie stijgt), is echter in de huidige vorm alweer afgewezen door Van der Stee en, verrassend, Silkin, die vindt dat de efficiënte Engelse bedrijven niet het slachtoffer mogen worden van „Europa's inefficiënte boe- Men ziet het: in de Engelse presen tatie wordt niets vermeden om de indruk te vestigen dat het Euro pese landbouwbeleid gelijkge steld kan worden met verspilling en ondoelmatigheid. Deze verte kening is betreurenswaardig, zo als het ook spjtig is om te moeten vaststellen dat van de traditio nele behartigers van het boeren- belang aan deze kant van het Ka naal weinig wordt ondernomen om de grote problemen echt fun damenteel aan te pakken. Traditionele behartigers en spreekbuizen van het „groene front" doen liever of hun neus bloedt. Een fraai voorbeeld was de jongste resolutie van het Eu ropese parlement, die was opge steld door de landbouwcommis- sie uit deze Straatsburgse verga dering. Gepleit werd voor een „prijsverhoging met drie pro cent, een krachteloze melkhef fing en een voortzetting van overproduktie", aldus de sne rende samenvatting van land bouwcommissaris Gunde lach. „Het paradijs voor de boeren dus", alsof er niets aan de hand is, schimpte Gundelach. Ook elders, in Nederland niet in het minst, zetten de boerenorganisaties hun ministers onder druk om toch maar weer een procent of meer verhoging uit de Brusselse prij zenslag te slepen. Andermaal is alles in gereedheid voor de op voering van Joris en de draak. Maar je mag het zo langzamer hand ook wel Don Quichotte gaan noemen. JAN GERRITSEN Een week voor het begin van de traditionele prijsonderhandelin gen tussen de negen ministers van landbouw bevond Europees landbouwcommissaris Finn Olav Gundelach zich in Thailand. Zyn missie aldaar werd nauwlettend gevolgd door de Europese veevoerfabrikanten, die in toenemende mate" maniok uit dit land gebruiken als grondstof voor mengvoeders voor varkens en koeien. Maniok is veel goedkoper dan gerst, tot nu toe het belangrijkste basisprodukt voor mengvoer. Het prijsverschil bedraagt onge veer 60 procent. De maniokimporten door de veevoederindustrie namen de laatste jaren een enorme omvang aan. Bedroeg de Thaise export van dit produkt naar de EG in 1967 slechts 100.000 ton, in 1977 beliep de uitvoer al 3,6 miljoen ton en vorig jaar 5,6 miljoen ton. De gevolgen van de grote aanvoer van maniok uit Thailand zijn veelvoudig. Naast melkplassen, boter- en rundvleesbergen, be schikt de Europese Gemeenschap nu ook over een overschot aan gerst. Het teveel aan dit graan kan alleen via exportsubsidies uit het Europese landbouwfonds op de wereldmarkt worden afge zet, aangezien de wereldmarktprijs veel lager is dan de EG- prijs. Door het grote prijsverschil tussen de veevoeders met en zonder maniok, is er vervalsing opgetreden in de concurrentie tussen bijvoorbeeld varkenshouders in Frankrijk, die hun dieren veelal gerst voeren, en varkenshouders in Nederland, Duitsland en België, die zijn overgeschakeld op de goedkopere maniokhou- dende mengvoeders. Er is nog meer. Er is een kunstmatige handel in maniok ontstaan tussen de EG-landen met sterke munten en EG-landen met zwakke munten. De handelaars profiteren van het verlenen van zogenaamde monetair compenserende bedragen (MCB's), hef fingen en subsidies die door de EG worden verleend om de een heid van de Europese landbouwmarkt te handhaven. Brusselse deskundigen wijzen op nog een ander gevolg van de Thaise maniokimport. Bij de aanvoerhavens Rotterdam en Hamburg zijn enorme melkveebedrijven opgezet, vaak door vee voederconcerns, die dank zij het maniok goedkoop melk produ ceren. En dat terwijl er al een enorme melkplas bestaat, waar niemand weg mee weet. Wat moet er nu gebeuren? Als zo vaak zijn de belangen tegenge steld. De meeste boerenorganisties in de EG-landen dringen aan op het terugdringen van de maniokimport. De boeren die de goedkopere mengvoeders gebruiken, de veevoerconcerns die de maniok importeren en in Thailand zelfs geld hebben geïnves teerd in de verbouw van dit gewas, zijn tegen importbeper king. Als zo vaak is er weer sprake van een Noord-Zuid-tegenstelling in de Gemeenschap: Nederland en Duitsland zijn het verst bij het gebruik van maniok in veevoer, Frankrijk en Italië gebruiken niet of nauwelijks maniok. De Europese Commissie kan niet veel doen, behalve een douaneheffing opleggen van 6 procent, wat in de praktijk weinig zou uitmaken gezien het grote prijsverschil met gerst. Europees commissaris Gundelach drong in Thailand dan ook aan op „vrijwillige beperking", een argument dat niet erg aanslaat bij de regering van een land dat met de export van maniok zijn meeste deviezen binnenhaalt. Veel mensen vinden een (karig) inkomen in de verbouw van maniok en in sommige gebieden in Thailand is er geen andere mogelijheid dan de maniokteelt, De EG-deskundigen gaven Gundelach nog twee argumenten mee. Maniokteelt is slecht voor de grond en beperking van de maniok- verbouw maakt grotere diversificatie van de Thaise landbouw mogelijk. Die zijn natuurlijk wel waar, maar klinken al te hypo criet, als ze uit de mond van een Europees landbouwcommissaris komen. Met Aziatische beleefdheid hebben de Thaise autoriteiten toege zegd dat ze zullen streven naar beperking van de maniokuitvoer naar de Gemeenschap. Of dat wat uithaalt, wordt in Brussel echter nog betwijfeld. Meer maniok betekent meer goedkoper produceren, en dat is precies waartoe de meeste boeren gedwon gen zijn als ze hun inkomen op peil willen houden. En dat is precies de kern van de huidige probelem bij het Europese prij- zendebat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 4