Het wil nog maar
niet zomeren op
de literaire markt
Ook voor de gewone man leesbaar
Het Theta Syndroom:
thriller voor artsen
Kan men iemand krankzinnig maken?
Dagboek van
reis door
Zuid Amerika
MAANDAG 19 MAART 1979
Rondlummelen bij een patat
zaak. Pukkels in je gezicht.
De verschikkelijke hoestbui
tijdens de eerste sigaret, de
walging van de eerste pils. De
eerste rits door het biljartla
ken met een zwiepend gehan
teerde keu. Zondags naar het
voetballen (Heracles speelde
bijna gelijk met FC Twente).
Meisjes met petticoats en, als
je een handig voyeur was, wit
te broekjes. Elvis Presley en
Buddy Holly en Rock around
the Clock. Het grote leven
dus.
Maar ook: het vervuilde uit
leenbibliotheekje in de buurt,
waar je voor een dubbeltje of
kwartje beduimelde, in stuk
jes gelezen stripverhalen kon
kopen. Op een leeftijd dat
Maarten 't Hart en andere be
brilde denkertjes Dostojevski
opslorpten, beperkte ik mij
op verstandige wijze tot min-
Akim, de Held van de Jungle',
Tarzan, Eric de Noorman,
Robbedoes en Kwabbernoot,
Ketelbinkie desnoods, Buck
Danny en andere vaardig ge
tekende giganten. Een prach
tige wereld vol scherp gete
kende karaktertrekjes en bij
passende avonturen, waarin -
net als in de wekelijks be
zochte cowboyfilms - Goed
en Kwaad kernachtig onder
scheiden werd. Ik ben dat
verlangen naar scherpe be
grenzing en duidelijkheid,
vrees ik, nooit helemaal
kwijtgeraakt.
Vandaar de gretigheid waarmee
ik van een onlangs versche
nen boekje voor aandachtige
studie omtrent "Het storm
achtige leven van Kapitein
Rob" (uitg. Panda, Den Haag,
december 1978) door Lex Rit-
man genoten heb. Professor
Lupardi en zijn kwaadaardige
japannerige assistent Yoto.
Taaie Toon. De opeenvolgen
de zeilschepen "De Vrijheid".
Het handige ingrijpen van
hondje Skip. Peer den
Schuymer. Cigaret-Larry.
Wie niet het flauwste benul
heeft waar ik het over heb,
kan deze bespreking gerust
ter zijde leggen; in dat geval
bent u niet meer te redden, en
zal uw culturele opvoeding
voor altijd onvolmaakt blij
ven. Troost u met Dostojevs
ki, meer kan ik u niet raden.
Voor alle anderen heeft aard
rijkskundeleraar en stripfa
naat Lex Ritman éindelijk het
leven en Eindeloos Streven
van Kapitein Rob, geestes
kind van de in 1966 overleden
Hilversumse striptekenaar
Pieter Kuhn, méér dan gron
dig uitgeplozen.
Op het raadsel van het waarom
van de Kapitein Rob-obses
sie, de ingehouden adem en
gespannen blos bij de jeugdi
ge lezer weet ook voorwoord
schrijver Martin Washington
geen duidelijk antwoord:
"Waren het de bloedige zee
slagen op en onder het water
oppervlak, de mysterieuze
gebeurtenissen, de wrede
ontberingen en angstaanja
gende straffen, of zat het in
die onverwachte, duivelse ac
tiviteiten van de onbetrouw
bare professor Lupardi en
zijn kruiperige assistent? Was
het de unieke combinatie van
geweld, angst, dood, tech
niek, science fiction en histo-
riej die zo fascineerde?
Ik weet het niet, wel weet ik dat
het jaren heeft geduurd voor
een spanning van dergelijke
omvang mij van Kapitein Rob
vervreemdde. Dat was toen ik
in de Bolero, De Lach en Es
quire ontdekte dat er nog wel
een ander soort vrouwen be
stond dan de dames Marga,
Willy en Dolores met wie Rob
optrok." (p.6)
En zo is het maar net. Toege
voegd kan worden dat wij, nu
we eenmaal weten hoe die
Bolero-vrouwen nu écht in
mekaar zitten, op wat gevor
derde leeftijd maar met een
gerust en dankbaar hart kun
nen terugkeren naar de tijd
van lectuur van weieer. Lex
Ritman, mogen we stellen,
heeft die stap vol overtuiging
gezet. In zijn 88 pagina's tel
lende, wel doorknede studie
heeft hij met uiterste zorg
vuldigheid het spoor terug,
gevolgd en de losse eindjes
aan elkaar geknoopt.
Alles komt aan de orde: een
complete lijst van de ver
schenen verhalen mét sa
menvattingen van de inhoud,
alles over Pieter Kuhn zelf,
zijn leven, zijn bronnen, zijn
medewerkers, alles over kapi
tein Rob, zijn schepen, zijn
vrienden, zijn vijanden. Alles.
Mét bronvermelding. Gede
gen graaf- en speurwerk, zij
het soms wat droog gepresen-
teeid.
Kortom, de Wondere Wereld
van een stripheld voor Fana
ten verklaard. Een tocht door
het verleden, jeugdsenti
ment: maar wat dan nog?
Na lezing van deze standvasti
ge, voor ieder die ooit met
fonkelende ogen en een zak
lantaarn 's avonds onder de
dekens die nautische avontu
ren genoot, onmisbare studie
ben ik andermaal begonnen
de strips te herlezen. Boven
de dekens en onder het ge
welfde licht van een sche
merlamp, dit keer, helaas.
Maar de betovering was die
van vroegen en een groter
compliment aan Lex Ritman
kan ik niet verschaffen!
ROB VOOREN
Een tijdje had ik het gelukzalige idee dat de heren en dames
uitgevers eindeüjk een laatste restje gezond verstand ge
bruikten en wat selectiever te werk gingen. Niet zomaar
alles op de markt brengen, afdrukken en verspreiden wat
de helft van het Nederlandse volk voor de andere helft
onder woorden trachtte brengen. Waaratje! Zelfs de jaar
lijkse Wolkers is ons tegen Sinterklaas en kersttijd be
spaard gebleven.
Er verscheen zó weinig nieuws op
de literaire markt dat men zich
bezorgd afvroeg of Ons Schrij
versvolk het dan toch, na zoveel
eeuwen vergeefs ploeteren, maar
opgaf; zelfs ging de mare dat vele
auteurs hun jeugdtrauma's op
het gebied van calvinisme en on
zuivere sexuele verlangens ver
werkt hadden! Het mag niet zo
zijn, helaas. Bijtijds ontdekte
men dat alleen Harry Mulisch de
P.C. Hooftprijs nog niet had, dat
de boekdrukkunst in het ongere
de dreigde te raken en dat men
het volk een eigentijdse stuk cul
tuur niet mocht onthouden.
Om kort te gaan: de boekhandels
raken weer vol met allerhande
waar en een catastrofe lijkt afge
wenteld. Kwantiteit in het Ne
derlandse boekwezen lijkt ge
waarborgd. Hieronder ander
maal een inhaalprogramma met
beknopte beschrijvingen van al
lerlei achterstallige lectuur.
Jan Cremer lijkt ingezien te heb
ben dat zijn kracht niet in het Ho
gere Auteurschap ligt, maar in
jongensachtige. ouderwets-ro-
mantischejournalistiek. Vandaar
een „onthullende reportage van
Jan Cremer als verslaggever
ooggetuige bij de Canadese poli
tie" zoals de achterflap (boven
een foto met een stramme rij
roodgejaste padvinders, annex
JC zelf) vermeldt van „Het zwijg
zame korps" (uitg. Loeb van
der Velden), Amsterdam 1978).
Wie Cremers schrijfstijl kent en de
ondeugd gaarne leest, zal zich
inmiddels ook zijn nieuwste ver
snapering hebben aangeschaft.
Deze gewone jongen met zyn
Privé-achtige mededelingen,
voor en door het volk dus, biedt
ons thans een amechtige kijkje in
„De encyme uitgestrektheid van
het werelddeel dat Canada
heet((p.60). Indianenjour-
nalistiek over dappere verken
ners en volborstige „rekruten
zonder beehaa". Een leuk foto
boek voor onze 12- tot 15-jarigen.
Koosnaampjes
Een ander genre treffen we in het
vrouwenkunstboek „Chrysal-
lis", het halfjaarlijks tijdschrift
voor literatuur en kunst, dat ons
"Het Theta Syndroom" door Elleston Trevor. In de vertaling van Bert
Mebius verschenen bij Elsevier Nederland in Amsterdam (f. 16.50)
Helaas, we zijn geen arts. Dat hebben we wel betreurd toen we dit boekje
moesten doorworstelen. Geschreven door Elleston Trevor, die onder het
pseudoniem Adam Hall al enkele ingewikkelde verhalen heeft afge
scheiden, zoals Operatie Tango en het Kobra Manifest.
Nu komt hij onder eigen naam met de geschiedenis van een jonge vrouw,
die tijdens proeven met medicijnen op dieren iets vreemd ontdekt en
prompt daarna met haar wagen van de snelweg wordt geduwd. Ze blijft
langdurig in een coma liggen.
De medici zijn het niet eens over haar behandeling. Ze bekvechten hevig
of er al of niet moet worden geopereerd. Intussen begint de patiënt via
een mediamieke verpleegster boodschappen uit te zenden dat ze doods
bang is. Angstig voor iemand uit haar mgeving, die haar wil vermoor
den.
Hoewel er "thriller" op de buitenkant van het boekje staat is het meer een
medische verhandeling en een paranormale beschouwing dan een avon
turenverhaal. Inderdaad, iemand uit haar naaste omgeving heeft het op
haar voorzien, maar als we na het verorberen van een onmetelijke rijste
brij van medische termen en begrippen eindelijk de man ontmaskerd
zien, blijven we zitten met een onbevredigende berg van vragen.
Wie is precies wie, wat is eigenlijk wat, hoe staat dit tot daten wat gaat er nu
gebeuren? Waarschijnlijk wist ook Elleston Trevor daar geen raad mee.
Daarom zadelt hij ons er maar mee op...
KOOS PUST
verblijdt met een 2e aflevering
(uitg. Elsevier, Amsterdam/
Brussel 1978).
Als man waag ik me niet aan een
negatieve beoordeling van wat
onze meiskes zoal in mekaar
knutselen; wel zou ik willen dat
Hannemieke Postma/Hannes
Meinkema/Hannemieke Stam-
perius niet zo kinderachtig met al
haar koosnaampjes in de weer
was. Haar artikel „Over seksisti
sche literatuurkritiek" is, be
halve onzin, best aardig geschre
ven, maar dat zij haar eigen werk
tegen de boze mannen verdedigt
zal niet iedere geletterde duide
lijk zijn.
.Het is jammer en ook merk
waardig dat juist Hannes Mein-
kema met haar agressieve femi
nistische kletspraat zoveel weer
zin opwekt. Ze is een aardig maar
geenszins begaafde schrijfster en
zou dat, met enige hulp van toch
zeker aanwezige intelligentie,
moeten onderkennen. Kom,
wees eens lief, HM, en hou er mee
op: ik word er wat moe van. Ver
der in Chrysallis 2: gedichten,
verhalen, vertalingen; artikelen
en 6 foto's van een kinderbadje.
Dat ook Heere Heeresma in zijn
leven druk de schrijfstift gehan
teerd heeft, mag blijken uit de
verschijning van al zijn verhalen
in het linnen boekwerk "Hee
resma helemaal" (uitg. Loeb
van der Velden, Amsterdam
1978). Achtenveertig verhalen als
ik goed geteld heb, en eigenlijk
best verrassende literatuur voor
wie HH enkel van zijn romanzijde
kent. Zijn prachtig en kloek taal
gebruik maakt hem, als hij niet
uitkijkt, rijp voor de volgende P.
C. Hooftprijs. Wees op je hoede,
Heeresma.
Talloze passages zou ik willen
aanhalen, maar neem deze vol
strekt willekeurig gekozene:
"Dat!", zei de man en maakte een
obsceen gebaar ter hoogte van
zijn gulp terwijl hij een van de
panden van zijn jasje daarbij op
zij schoof.
En het zwijn lachte nog ook! Ze
pakte het stuk kaas uit zijn hand
en wilde het in haar tas stoppen
maar ruw werd ze plots bij beide
polsen gegrepen. Ze probeerde
zich los te rukken maar de man in
de deuropening stond hoger dan
zijzelf en trok haar in één machti
ge beweging naar binnen. Ze
probeerde zich nog tegen zijn
schouders af te zetten maar de
man legde al een arm als een
boomstam in haar rug, pakte een
van haar handen, strengelde haar
vingers tussen de zyne en stak
toen beide armen schuin naar
boven vooruit. Wat nu? dacht ze
nog, vaag en paniekerig. Gaan we
dansen?" (p.447/448 uit: "Lien
koopt kaas")
In de gedichtensector is er
CeesNooteboommethetbu del-
tje "Open als een schelp - dicht
als een steen" (uitg. De Arbeider
spers, Amsterdam 1978, 17,50).
Ik hou niet van gedichten, behal
ve van sommige rijmende en die
van Lévi Weemoedt, dus ik vel
geen oordeel.
Kommentaarloos dan maar het
titelverwante "Verjaardag II"
(p.13): "Zij is een huls van vlees
die stil ligt op een steen, een vlin
der meteen vlinder om zich heen,
en hij is iets dat wegdrijft en weer
terugkeert, liegt, wegdrijft en
weer terugkeert.
Open als een schelp-
dicht als een steen."
Misschien zou Renate Rubin
stein's "Niets te verliezen en
toch bang" (uiig. Meulenhoff,
Amsterdam 1978) een autobio
grafisch verslag van de scheiding
van de schrijfster, een uitvoeriger
bespreking verdienen. Het is een
zeer indringende, sterk persoon
lijk getinte weergave van de ge
voelens van de auteur t.a.v. haar
verbroken relatie en haar reacties
daarop. Hoe knap geschreven
ook, toch lijkt het boekje met niet.
voor iedereen toegankelijk, ook
al omdat met name mensen die
gelijksoortige ervaringen hebben
meegemaakt zich 't meest be
trokken zullen voelen. Een intel
ligent werkje dat zich evenwel
moeizaam laat lezen en daardoor
het doel van overtuiging en in-
voelbaarheid voorbijschiet.
Tenslotte Monika Sauwer die
onlangs met de verhalenbundel
"Mooie boel" prettig de aandacht
trok. Haar nieuweling "Wilbert's
lunchpakket" (uitg. Bert Bakker,
Amsterdam 1978, 10,-) is op
nieuw een verrassing. Dit keer
hebben we te maken met een,
haast voor kinderen bestemd
tekst-met-prentenboek, dat Le
ven en Lijden behandelt van eni
ge hoogst wonderlijke diersoor
ten, nog 't meest verwant denk ik
- aan de neushoorn, het gordel-
dier en de miereneter. Grappig
wel de tekeningen meer nog dan
de tekst al lees ik - luister je, Mo
nika? - toch maar liever je grote-
mensenlektuur
ROB VOOREN
"De man die niet bestond" door
Roderick MacLeish. In de verta
ling van Annet Mons verschenen
bij uitgeverij L. J. Veen in Wage-
ningen (f. 19.50).
Kan men een mens krankzinnig
maken?
Als we de auteur van dit boekje
moeten geloven kan dat inder
daad. Hij voert een uit zijn be
voegdheden ontzet Parijse py-
schiater ten tonele, die maar al te
graag zo'n opdracht accepteert
omdat het precies past in de door
hem ontwikkelde theorie.
Van dat moment af ondergaat een
Amerikaanse filmacteur een
reeks ongeloofwaardige ervarin
gen, die hem eerst tot. gramschap,
later tot wknhoop en tenslotte tot
de rand van krankzinnigheid
drijven. Alle poten waarop zijn
bestaan is gegrondvest worden
systematisch onder hem vandaan
gezaagd.
Zijn succes wordt vernietigd, zijn
privéleven in een meer dan du
bieus daglicht gezet en zijn verle
den wordt een aaneenschakeling
van lugubere herinneringen.
Waarheden, halve waarheden en
listige leugens worden tot een
onontwarbare kluwen verweven.
Auteur Roderick MacLeish heeft
als medewerker aan de Washing
ton Post een journalistieke ach
tergrond. Dat is ook duidelijk te
constateren aan de logische en
pakkende opbouw van zijn ver
haal. Hij slaagt er zelfs in het on
geloofwaardige nog geloofwaar
dig te doen lijken. Zodat men met
meer dan normale belangstelling
de "waanzinnige" intrige volgt.
KOOS POST
"Het mes van de Andes". Schrij
ver: Dolf de Vries. Uitgever:
Nijgh Van Ditmar. Prijs:
19.50.
Een dagboek rond een reis van
30.000 kilometer door Zuid-
Amerika, dat is eenvoudig ge
zegd het boek geworden van de
schrijver Dolf de Vries (eerdere
boeken "Morgen komt Mikwel"
en "De grote Leugen") die van
november '77 tot augustus '78
met vrouw en drie kinderen in
een kampeerbus door dit immen
se continent trokken. Een reis
verslag meteen journalistieke in
slag, die aan het oppervlakkige
grenst.
Dolf de Vries heeft met het "Mes
van de Andes" een meer uitge
breide versie gegeven van de ar
tikelenserie die hij tijdens de reis
vanuit Zuid-Amerika schreef
voor een Nederlands dagblad en
tijdschriften. Interessant wordt
het boek door de onderne
mingslust van de familie De Vries
met hun jeugdige schoolgaande
kinderen om zich negen maan
den terug te trekken in een ander
werelddeel. Om daar door onher
bergzame woestijnen, vruchtba
re gebieden en grote steden te
trekken, kinderbuurten en ar-
menbuurten en Nederlandse
kolonies te bezoeken, wat zeker
op de kinderen een grote indruk
zal hebben achtergelaten.
De reis door Zuid-Amerika voert
van het ene dictatoriaal gere
geerde land naar het andere, een
gegeven waar de schrijver van
het boek nauwelijks omheen kan.
Hij komt er dan ook regelmatig
op terug omdat hij er meer dan
eens mee geconfronteerd wordt.
Voor hem een harde confrontatie
omdat hij bijvoorbeeld ook het
Chili onder Allende heeft leren
kennen, tijdens een eerdere reis
samen met zijn vrouw door Zuid-
Amerika (in 1971).
Inpraten
In het huidige dictatoriale systeem
van Pinochet werd constant op
hen ingepraat door mensen op
straat dat "Holland het fout ziet".
"Wij waren Allende moe, altijd
maar weer demonstreren, altijd
weer politieke vergaderingen,
het land was bankroet, we heb
ben eindelijk weer rust."
Zo reageerden vele Chilenen tegen
de schrijver, die zelf in zijn boek
aangeeft dat hij altijd in Allende
geloofd heeft. "Wij delen de te
leurstelling van vele Hollanders
dat hij mislukt is," zo schrijft De
Vries. Op het hoe en waarom gaat
hij niet verder in, daar blijft hij
weer in het oppervlakkige steken
door ergens even aan te snuffelen
en er niet meer dieper op in te
gaan.
De talrijke bezoeken aan landgeno
ten die zich jaren geleden overal,
tot in de meest afgelegen gebie
den in Zuid-Amerika hebben ge
vestigd, hebben de politieke visie
die De Vries in zijn boek geeft er
niet uitgebreider op maakt.
Nu is het woelige politieke spel in
dit werelddel ook een buitenge
woon complexe materie die
nauwelijks concreet in een reis
verslag dat ziéh over verschillen
de landen uitspreidt te geven
valt.
Teneur
De algehele teneur is waar De Vries
ook komt, of dat nu in Argentinië,
Brazilië of Chili is, er in Neder
land een foute indruk over de po
litieke situatie in die landen be
staat.
Er zijn er echter die daar duidelijk
anders over denken (inclusief de
schrijver zelf) maar die komen
nauwelijks aan bod, waarschijn
lijk door het gebrek aan vrijheid
van meningsuiting en een voort
durende angst om opgepakt te
worden. Toch zijn er ook die laten
weten dat je in Zuid-Amerika
maar twee dingen doen kunt. "Je
kunt voor of tegen het bewind
zijn. Tegen zijn betekent je
dood."
Dergelijke losse citaten maken het
boek dan weer sterk, evenals de
moed van De Vries om samen
met zijn vrouw, de tweelingzus
jes van 13 en het zoontje van 6 aan
een dergelijke klus te beginnen.
In elk geval is het boek van De
Vries een makkelijk leesbare
persoonlijke ervaring.
CHARLES LENNARTZ
Alternatieve geneeskunde door
dr. Donald Law. Prijs 24.50.
Uitgeverij De Driehoek in Am
sterdam.
"Alternatieve geneeskunde" is ze
ker een plekje in de boekenkast
waard. Zowel voor de leek als
voor de arts geeft het zinvolle en,
dit is erg belangrijk, begrijpelijke
informatie. De kracht van de
kruiden die om ons heen groeien,
de invloed van edelstenen op het
menselijk lichaam, paranormale
geneeskunde enz. Eigenlijk teveel
om op te noemen. Elk onderdeel
wordt, zij het beknopt, onder de
loep genomen. Geen ellenlange
opsommingen. Dit maakt het
boek aantrekkelijk om te lezen.
Vooral het tweede gedeelte. Want
juist daarin wordt ingegaan op
de alternatieve geneeskunde en
hoe de kwalen kunnen worden be
streden.
Dr. Law beschikt over de gave om
"moeilijke" woorden achterwege
te laten. Hij vertaalt medische
begrippen waardoor het boek
voor de gewone man ook leesbaar
Een ding moet me echter van het
hart. Ik de beknopte gescheidenis
van de geneeskunde ongeveer
een kwart van het boek) haalt
Law soms erg fel uit naar de art
sen die hun patiënten chemisch
vervaardigde 'm'ëÜicijnen voor
schrijven. Ik vind dit de enige dis
sonant in het hele werkje. Tenslot
te heeft die kritiek' weinig te ma
ken met de geneeskunde op zich.
Wel draagt hij enkele opzienba
rende feiten aan. Zo worden er
jaarlijks dertig miljoen recepten
voor slaapmiddeltjes en tran
quillizers uitgeschreven. Per jaar
zouden er duizend mensen ster
ven aan een overdosis slaapmid
delen.
Een veeg uit de pan krijgen de "offi
ciële zijde" en de chemische in
dustrie. "Hoe vaak is al niet ver
zekerd dat een ramp als met Sof-
tenon niet meer zal voorkomen.
Het blijft inhoudsloos gepraat
zolang er feitelijk niets gebeurt en
nog dagelijks met angst en beven
wordt afgewacht wat de volgende
ramp zal worden. Het gaat als
met de belofte van de ontwerper
van de pijl en boog: hij zou de
tweede nooit meer maken
Deze opmerking ontleent dr. Law
aan een uitspraak van
dr. Alexandre. Laatstgenoemde
zou hebben toegegeven, dat op zijn
afdeling de voor transplantatie
benodigde nieren bij de nog le
vende gever werden weggehaald
om ze goed te kunnen houden voor
de ontvanger. Dit vaak buiten
medeweten van de stervende of
diens bloedverwanten
JAN WESTERLAKEN