Overzicht Egyptische cultuur in
museum Boymans-Van Beuningen
Japanoio gen kunnen weer
aan het lezen slaan
Eerste
Link is uit
PAGINA 4
VARIA
DONDERDAG 8 MAART 1979
door
Sjak
Jansen
een beetje geringschattend
afgedaan. Waar de beelden,
die soms manshoog zijn, de
meeste ruimte vergen, blijft
weinig ruimte over voor vitri
nes. Toch is in Rotterdam een
zeer acceptabele en vooral re
presentatieve inbreng van
juwelen te zien, met als hoog
tepunten een scarabee-han-
ger van Psoesennes de Eerste,
een halssieraad van dezelfde
vorst en een uiterst fraai
borstsieraad in goud. lapisla-
zuli en karneool van Ame-
nemhet de Derde. Zo'n 4000
jaar nadat een dergelijke sie
raad is gemaakt, weet het he
dendaagse ontwerpers nog al
tijd te inspireren voor moder
ne sieraden en vormt het zo
doende het bewijs voor de
opvatting dat schoonheid van
alle tijden is en aan tijdloze
regels is gebonden.
CEESSTRAUS
Hoewel slechts vier pa
gina's dik is vorige
week bij de Leidse
STAG-drukkerij het
eerste nummer van
LINK van de persen
gerold, een regionale
krant voor Zuid-Hol
land. Zoals te ver
wachten viel van deze
drukkerij (die zich
voor een groot deel
bezighoudt met het
drukken van etiketten
voor biologisch-dy-
namisch voedsel) is
LINK op kringloop
papier in offset ge
drukt.
Er achter steekt een
tienhoofdige redactie
van uitsluitend vrije
tijdsschrijvers. Eén
van de redacteuren,
Ine Leermakers (zelfs
offsetdrukster bij de
STAG) vertelt dat de
krant in een duidelij
ke behoefte moet
gaan voorzien. ,,De
krant moet een link
(vandaar de titel) gaan
leggen tussen werk
nemers van bedrijven
waar arbeidszelfbe-
stuur is en werkne
mers van bedrijven
waar die organisatie
vorm nog niet is inge
voerd"
Onder de kop 'redactioneel' valt
dan ook op de voorpagina te
lezen: „Met dit blad, dat een
krantachtig karakter heeft,
willen we een mogelijkheid
scheppen om tot een open
discussie te komen over het
werken aan maatschappijve
randering. Doordat mensen
schrijven en praten over hun
eigen ideeen, situaties en er
varingen willen we proberen
de scheiding van mensen
binnen en buiten de bedrij
ven weg te nemen"
De vervaardigingskosten van
het eerste nummer zijn 1500
gulden. Tot op heden zijn de
lay out- en zetwerkzaamhe-
den belangeloos uitgevoerd.
EEN REGIONALE
IV MMII1L
füAKTJJK
VJ SAKKEN BM
anders zouden de kosten met
500 gulden zijn gestegen.
Losse nummers kosten 1,50
gulden, de twee kwartjes por
tokosten inbegrepen. Wat de
dikte van de volgende num
mers van LINK zal zijn, is af
hankelijk van het aantal bij
dragen van lezers.
Zes kwartjes voor een vier pa-
ginaatjes tellend LINK. Zal
het lezerspubliek waar jullie
op mikken dat niet te duur
vinden? Ine Leermakers:
„Dat moet nog blijken. Uitge
sloten is het niet. Maar ver
geet niet dat de volgende
nummers best een stuk dik
ker kunnen zijn.
Of LINK een lang leven bescho
ren zal zijn? De tijd zal het
uitwijzen. De keus is in elk
geval niet aan ons. De mensen
in Zuid-Holland moeten dat
uitmaken door LINK al dan
niet te kopen en te lezen. Als
het een misgok is, dan is dat
jammer. Maar nogmaals; wij
hebben goede verwachtin
gen".
Het eerste nummer van LINK,
dat ook verstuurd is naar tien
tallen actiegroepen in Leiden
en verre omgeving, bevat on
der andere artikelen over de
vrouwenemancipatie, de
waarde van biologische pro
ducten en de situatie van de
arbeider.
Elke ochtend, steevast om tien uur, ga ik de stad en
regio in, op zoek naar mensen en dingen voor deze
rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok
slag tien aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215.
Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom.
daarbij een gerede hoop op
een batig saldo, dat ten goede
moet komen aan het cultuur
beheer in Egypte.
De inrichting werd bovendien
uitbesteed aan Dick Elffers.
die zich sterk heeft afgezet te
gen de opvattingen waarmee
de Duitse musea de expositie
hebben ingericht. Werd bij de
Duitsers de mystieke sfeer
nog eens extra verhoogd door
een heel spaarzame verlich
ting van de objecten, waar
door er vele praktisch in het
donker stonden. Elffers is
uitgegaan van een „blanke"
presentatie, met grijs en
blauw als steunkleur en een
veelvuldig gebruik van te
genlicht.
Wat Elffers doet. is wezenlijk
anders dan wat in Duitsland
gebeurde: hij heeft steeds aan
drie zijden wanden om de
beelden geplaatst, zodat de
bezoeker gedwongen wordt
de beelden recht van voren te
bekijken. Die bezoeker moet
tevens op afstand blijven: het
is lang niet altijd mogelijk om
zij- en achterkanten te bekij
ken. Je staat voortdurend op
een veilige afstand van het
beeld, wat misschien goed is
voor het behoud van de
kunst, maar het bevordert het
contact niet. Waarschijnlijk
heeft de inrichter toch nood
gedwongen rekening moeten
houden met de vele duizen
den bezoekers die Bovmans
verwacht. In elk geval leidt
deze opvatting ertoe dat de
expositie een heel ..museaar
gebeuren is geworden, een
soort van „kijkdoos"-effect.
waaraan het grote publiek
zich eens tegoed mag
doen.
Opvallend is ook dat Elffers
nergens naar een overzicht op
de expositie heeft gezocht
Welke positie je ook inneemt,
nergens geeft hij een totaal
beeld van wat er aan de hand
is. De expositie werkt daar
door ook verwarrend, mede
door het zeer geringe accent
dat op de chronologische
rondgang is gelegd.
Het dwangmatige karakter van
het ..met zijn allen voor de
kijkdoos staan, wordt ook
nog eens in educatieve zin
herhaald. Het museum heeft
op de begane grond van de
nieuwe vleugel al het infor
matieve materiaal op grote
borden uitgestald. Je moet
dus eerst flink wat afgelezen
hebben, wil je de samenhang
op het eigenlijke gedeelte van
de tentoonstelling begrijpen.
Wie dat met zijn lekenkennis
niet doet, moet van tijd tot tijd
toch naar beneden
Dat werkt heel erg vervelend en
het is bovendien niet haalbaar
voor dat gedeelte van het
publiek dat slecht ter been is
(toch al mensen die door onze
musea vaak in de kou worden
gezet). In wezen grijpt deze
educatieve opvatting terug op
het schoolse stijltje van „eerst
het lesje leren, dan komen
straks de leukere dingen'
Een vooruitstrevend mu
seum als het Metropolitan in
New York is daar allang van
afgestapt en brengt de nood
zakelijke informatie vanuit
een aantal hokjes, dat recht
streeks uitzicht biedt op wat
geëxposeerd wordt
Toetankamon
Goden en farao's: het is gesne
den koek voor de liefhebbers
van mystiek en magie. Op het
ogenblik toert door de Ver
enigde Staten een tentoon
stelling over Toetankamon
met recent verwerkte graf-
•vondsten die in Chicago ruim
twee miljoen kijkers trok en
die sinds december in New
York is. waar al meer dan vijf
miljoen bezoekers kwamen
De Egyptische overheid
werkt aan dit alles graag mee-
men voelt zich zeer verplicht
door de hulp die Amerika en
Duitsland, maar ook Neder
land. boden toen vele tempels
bedreigd werden in verband
met de aanleg van de As-
soeandam in het begin van de
jaren '70. Ons land hield er
zelfs een klein tempeltje aan
over. dat thans op de binnen
plaats van het museum in
Leiden is opgericht.
..Goden en farao's" heeft niet
het spectaculaire karakter
van de Toetankamon-exposi-
tie. Er is niet gekozen voor
enkele onverbiddelijke top
stukken met wat minder goed
ROTTERDAM - Het museum Boymans-Van Beunin
gen blijkt elke keer weer een feilloze neus te hebben
voor het vinden van publiekstrekkers. Gevestigd in
een stad die zich nog altijd wil waarmaken met kunst
in de prestigesfeer, lijkt het er vaak op dat het mu
seum zich moeite noch kosten wil sparen voor het
brengen van kasmagneten. Het haakt al een aantal
jaren in op de zucht naar mystiek en magie. Dali,
Magritte, Delvaux en Klinger zijn wat dat betreft
voorbeelden van de wijze waarop Boymans-Van
Beuningen voortbouwt aan zijn reputatie.
Wc moeten het waarschijnlijk
ook in die prestigesfeer zoe
ken dat het museum de ten
toonstelling „Goden en fara
o's" brengt. Als onderdeel
van een Duitse tournee (de
expositie was eerder in Es
sen en Muenchen en gaat nog
naar Hildesheim) geeft het
museum nu een overzicht
van 3500 jaar Egyptische be
schaving.
Een beeld van Toetankamon.
De archeologie is voor het Rot
terdamse museum in wezen
een weinig of nauwelijks be
treden terrein: de nadruk van
de collecties ligt op de wes
terse kunst van de vroege
Middeleeuwen tot heden. Er
is dan ook naar samenwer
king gezocht met specialisten
op het gebied der oudheid,
waarvoor het Rijksmuseum
voor Oudheden in Leiden en
de hier. gevestigde universi
teit het eerst in aanmerking
kwamen. Een verzoek daar
toe werd geaccepteerd, zodat
deze expositie als een gevolg
van zeer nauwe samenwer
king mag worden gezien.
Dat betreft dan vooral het in
formatieve deel van de expo
sitie, want veel invloed kon
Leiden niet op het geheel
hebben: de samenstellers zit
ten immers in Duitsland, die
in overleg met de Egyptische
overheid een keuze konden
maken uit wal zich in de mu
seums in dat Arabische land
bevindt. Die samenstellers
die zo'n 175 catalogusnum
mers bijeen hebben gebracht,
hadden het potje dus al ruim
schoots voorgekookt voordat
Rotterdam het geheel en al
kon overnemen. Wat tot een
grote dekking van de kosten
kon leiden (die in zo'n geval
van een monstertentoonstel
ling reusachtig zijn), met
De expositie loopt tot 29 april
en is dagelijks toegankelijk
van 10 tot 17 uur, op zon- en
feestdagen vanaf 11 uur. De
entree bedraagt vijf gulden,
terwijl de catalogus voor
f 17,50 beschikbaar is. Men
krijgt daarvoor een uitvoe
rig boekwerk met een be
schrijving van alle getoonde
objecten en voorzien van een
groot aantal foto's in
kleur.
Collectie van 300 boeken overhandigd
daaromheen, de bedoeling
lag duidelijk in het presente
ren van een zo goed mogelijk
overzicht. Nu is de periode
van drieëneenhalf duizend
jaar Egyptische beschaving
aan de zeer lange kant - stel je
eens voor om tweeduizend
jaar christelijke beschaving
in beeld te brengen - maar de
evolutie in deze cultuurvorm
is heel langzaam gegaan.
Rieten mandje
Het oudste voorwerp op de ex
positie in Rotterdam is een
schaal, gemaakt van schist
een hard kristallijn gesteente.
Het is waarschijnlijk een gra
fattribuut geweest, dat ooit
juwelen heeft bevat. De vorm
is een onwaarschijnlijk mooie
nabootsing van een rieten
mandje en getuigt van het feit
dat er ten tijde van de Eerste
en Tweede Dynastie
(2900-2700 voor Chr.) al zeer
plastisch kon worden ge
werkt.
Een van de meest „recente"
voorbeelden van Egyptische
kunst dateert uit de tweede
eeuw na Chr toen de Romei
nen het land al lang onder hun
beheer hadden genomen en
er ook hun cultureel stempel
op hadden gedrukt. Het is een
beeldje van een zittende
vrouw, in de jaren '30 gevon
den in een graf in de Favoem.
De vrouw zit met de hielen te
gen elkaar en houdt de armen
geheven en de handen ge
opend. Hoewel dergelijke
houdingen wijdverspreid
voorkomen, is de betekenis
ervan nog steeds onzeker. Er
wordt gedacht aan een vorm
Van de grond af
Deze doctorandus in de Japanse en Koreaanse taal raakte tegen het
einde van de vijftiger jaren zo geïnteresseerd in het Zen-boedd-
hisme dat hij besloot zich toe te leggen op deze Oosterse talen.
Een studie die volgens Walraven gemiddeld zes a zeven jaar
duurt. "Op zich is de Japanse taal niet moeilijker dan andere. Het
enige verschil is datje de taal van de grond af moet lerert. Aan de
ene kant is het ook een makkelijke taal. Medeklinkers achter
elkaar bijvoorbeeld komen in het Japans niet voor. Dat maakt de
uitspraak ervan tamelijk eenvoudig. Hetzelfde geldt voor het
Koreaans, dat tot dezelfde talengroep behoort. Chinees heeft er
in tegenstelling tot wat velen denken, weinig mee uit te staan"
Vooruitgang
Toch zijn er volgens Walraven niet bijster veel mensen die deze
Oosterse talen studeren. De Leidse universiteit is dan ook de
enige waar colleges in deze talen worden gegeven. "De belang
stelling voor het Japans is gelukkig wel stijgende. Komt ook door
die enorme technisch en economische vooruitgang van deze ei
landengroep. Korea heeft ook die stijgende lijn te pakken. Dit
land heeft zelfs al een auto op de markt gebracht"
Walraven zegt de Japanners een nijver volk te vinden. "Dat arbeid
adelt staat daar hoog in het vaandel geschreven. Een Japanner zal
ook nooit zo gauw van baan veranderen. Armoede heerst er uiter
aard ook niet meer. Zelfs op het platteland niet. Daar mogen dan
wel kleine huisjes staan, maar die zijn allemaal voorzien van
technische snufjes als elektrische schuifdeuren en diepvrieskis-
ten, om eens iets te noemen. Ja wat dat aangaat heeft Japan een
-hele verandering doorgemaakt. Als je dat vergelijkt met de histo-
De Japanse ambassadeur Uchida (rechts) en professor Vos (links) met rie, zoals die in de Mikasacollectie te lezen is, dan heeft het een
een van de exemplaren uit de Mikasacollectie die 300 boeken omvat. gans ander gezicht gekregen''
van bidden, maar ook de pose
van een dienares wordt ver
ondersteld.
Tussen die twee beeldjes, het
stenen juwelenbakje en de
zittende vrouw, zit een scala
van voorwerpen, vaak van
een ongelooflijke kwaliteit
Het museum zelf vestigt de
meeste aandacht op een ver
guld houten beeldje van Toe
tankamon. iets hoger dan een
halve meter, dat de jongge
storven vorst op zeer jeugdige
leeftijd toont en bijkans puur-
realistisch tot leven brengt.
Curieus zijn verder de zgn.
Tanagra-beeldjes, afkomstig
van de grafvelden bij Hadra
(Alexandrië), die vaak vrouw-
figuurtjes getooid met spitse
hoeden laat zien.
Juwelen
Üp tentoonstellingen als deze
wordt de sector juwelen vaak
Namens de Japanse prins Mikasa heeft de Japanse ambassadeur in
Nederland, de heer H. Uchida, gisteren in het centrum voor Ja-
panologie en Koreanistiek van de Leidse rijksuniversiteit aan het
Rapenburg een verzameling boeken aangeboden aan het Neder
lands Genootschap voor Japanse Studiën. Professor F. Vos, vice-
voorzitter van het genootschap mocht de ruim 300 boeken in
ontvangst nemen.
Boeken die voor Jan en Alleman weinig waarde zullen hebben
omdat zij in het Japans geschreven zijn. Des te meer betekenis
hebben de boeken voor de ruim dertig leden van het genoot
schap, aangezien de Mikasaverzameling een representatieve
collectie literatuur is over de zo rijke en vaak interessante ge
schiedenis van Japan.
De boeken zijn geschonken door de Japanse uitgeversorganisatie
voor culturele uitwisseling, van wie prins Mikasa de bescherm
heer is. "De boeken zijn uitgekozen door een aantal vooraan
staande deskundigen op diverse gebieden en zullen gebruikt
kunnen worden door alle beoefenaren van de Japanologie in
Nederland. Een wetenschap waarvoor de belangstelling
groeiende is", verklaart de heer B.C.A. Walraven, waarnemend
directeur van het centrum voor Japanologie en Koreanistiek
Een mummie-portret.