Uitwisseling China-Westen groeit
BraSlfWESrElRDR'
EXTRA MILD
LAGE CIJFERS DIE SPREKEN
Huizentekort
wordt alleen
maar groter
Minister
Pais naar
Peking
'mg teer 0,43mg nicotine
dat is belangrijk minder dan 97,8% van
alle in Nederland verkochte sigaretten
TliBEDELING
HET U KIEZEN STEEDS MEERMENSEN VOOR PETER STIIWF^HT EXTRA MILT
VRIJDAG 2 MAART 1979
PEKING-DEN HAAG - De
Nederlandse minister van
onderwijs en weten
schappen, dr. A. Pais, gaat
vandaag naar Peking. Tij
dens een kort bezoek zal
hij met zijn Chinese ambt
genoot overleg plegen
over de uitbreiding van de
studentenuitwisseling en
wetenschappelijke sa
menwerking. Dit in ver
band met de groeiende
belangstelling in China
voor buitenlandse tech
nologie en de ingrijpende
Chinese moderniserings
plannen.
Op dit moment brengen
slechts vier sinologie stu
denten uit Leiden een stu
diejaar door in de Volks
republiek. Als eerste te
gemoetkoming zijn zij de
zer dagen overgeplaatst
van de troosteloze campus
van het Instituut voor
Vreemde Talen in Peking
naar minder dichtbevolk
te universiteiten elders in
het land. Te zijner tijd zal
hun aantal wellicht iets
toenemen en zullen mis
schien ook archeologen en
antropologen worden toe
gelaten.
(Van onze juridische medewer
ker)
Het onlangs ingediende wets
ontwerp met betrekking tot
verlaging van de meerderja-
righeidsgrens, stelt voor ie
mand op zijn 18e verjaardag
meerderjarig te laten worden.
In Nederland gaan we er op
het ogenblik nog van uit dat
iemand, wanneer hij de leef
tijd van 21 jaar bereikt heeft,
volwassen is geworden. Dit
brengt, naast andere gevol
gen, met zich mee, dat deze
persoon kind-af is, er wordt
aangenomen dat iemand van
deze leeftijd de gevolgen van
zijn handelen volledig kan
overzien.
Van de ene dag op de andere
word je, zoals dat heet, han-
delingsbekwaam, dat wil
zeggen, je kunt op je 21ste op
rechtsgeldige wijze zelfstan
dig rechtshandelingen (dat
zijn handelingen waaraan ons
recht gevolgen verbindt) ver-
richten.
Een bepaalde leeftijd waarop
iemand volwassen wordt, met
alle gevolgen van dien, is er
niet altijd geweest. Bij de ou
de Germanen bijvoorbeeld,
werd een man meerderjarig
wanneer hij, met toestem
ming van de Volksvergade
ring, op plechtige wijze de
wapenen had aanvaard. In het
oude Rome droegen de man
nen die handelingsbekwaam
waren de zogenaamde "Toga
Virilis". Meestal trokken de
mannen deze toga aan wan
neer zij tussen de 16 en 18 jaar
oud waren, zij waren dan
volwassen en tot voortplan
ting in staat.
Natuurlijk was het in later tij
den ondoenlijk om individu
eel te bepalen wanneer ie
mand volwassen werd, er
kwam dan ook geleidelijk een
vaste leeftijdsgrens waarop
een ieder geacht werd zijn
"volle wasdom" bereikt te
hebben. Zo was in het Keur
boek "van de stad Leiden"
van 1583-1658 de grens, waar
op mensen "mondig" werden
op 25 jaar gesteld. Bij de in
voering van ons Burgerlijk
Wetboek, op 1 oktober 1838,
werd de meerderjarigheids-
grens gesteld op 23 jaar. In het
jaar 1901 werd deze grens tot
21 jaar verlaagd, dit in ver
band met de toenmalige si
tuatie in de ons omringende
landen, waar 21 jaar toen al
geruime tijd de grens was
waarop iemand meerderjarig
en handelingsbekwaam
werd.
Zelfstandiger
Tijden zijn veranderd, de jeugd
is steeds vrijer en zelfstandi
ger geworden, de invloed en
ook wel de macht van ouders
is in sterke mate afgenomen.
Een mooi voorbeeld van dit
laatste lijkt mij dat het wet
boek van 1838 nog bepaalde:
"Wanneer de Vader gewigtige
reden van misnoegen heeft
over het gedrag van zijn kind
kan de arrondissements-
regtbank, op zijn verzoek en
te zijnen koste, dat kind in
Door
Mr. C. A. Schwartz
verzekerde bewaring doen
stellen, op zodanige plaats als
de regtbank op voordragt des
vaders, zal oordeelen te be-
hooren".
De vader kon dus, wanner hij
een "gewigtige reden tot mis
noegen" over zijn kinderen
had, hen laten gevangen zet
ten. Deze mogelijkheid had
de vader ten opzichte van al
zijn kinderen, zowel minder
jarige als meerderjarige.
Nieuwe maatschappelijke ont
wikkelingen maken het nodig
dat er ook nu weer over de
hoogte van de meerderjarig-
heidsgrens wordt nagedacht.
Immers, tot op dit moment is
het zo dat iemand die jonger is
dan 21 jaar, niet meerderjarig
is en dus handelingsonbe
kwaam. Dat betekent in het
algemeen dat hij/zij geen
overeenkomsten mag aan
gaan. Iemand die jonger is
dan 21 jaar kan in principe
geen overeenkomst sluiten
die rechtsgeldig en onaan
tastbaar is (en ook het kopen
van een pak shag is een over
eenkomst). Een overeen
komst die door een mindeija
rige gesloten is kan op vorde
ring van de wettelijk verte
genwoordiger van de min
derjarige (ouder) door de
rechter vernietigd worden, of
op vordering van de minder
jarige zelf gedurende een be
paalde periode.
Wij kennen enkele uitzonderin
gen op de algemene meer-
derjarigheidsgrens van 21
jaar. Zo is iemand die jonger is
dan 21 maar gehuwd of ge
huwd geweest is, volgens ons
recht geen minderjarige, een
andere uitzondering is de zo
genaamde handlichting
(waarbij de kantonrechter
aan een minderjarige die de
leeftijd van 18 jaar bereikt
heeft, bepaalde bevoegdhe
den van een volwassene kan
toekennen).
In het algemeen kunnen dus
overeenkomsten, door min
derjarigen aangegaan zonder
toestemming of machtiging
van ouder(s) of voogd, vernie
tigd worden. (Bij uitgaven of
aankopen door de minderja
rige, ten behoeve van levens
onderhoud of studie verricht
wordt er van uitgegaan dat
toestemming voor deze han
delingen aanwezig is). Er
blijft natuurlijk een zeer groot
aantal rechtshandelingen
over die in de praktijk door
minderjarigen verricht wor
den, maar die in wezen ver
nietigd kunnen worden.
Wanneer een overeenkomst
vernietigd wordt, moet in
principe de situatie tussen
partijen zo veel mogelijk
worden teruggebracht naar
de situatie zoals die was voor
het aangaan van de overeen
komst. De mogelijkheid van
vernietiging van de overeen
komst levert dus een onzeke
re positie op voor degene die
met de minderjarige gehan
deld heeft.
Vreemd
Een vreemde situatie. Immers
in onze tijd is het een zeer
normale zaak dat minderjari
gen, vooral de wat "oudere"
(17 a 18 jaar), een volledig zelf
standig leven leiden, los van
ouders en vaak ver van huis.
Het is bepaald niet in over
eenstemming met de realiteit
om er van uit te gaan dat deze
zelfstandig levende mensen
voor bijv. het kopen van een
pick-up, steeds toestemming
van hun ouders zullen (kun
nen) vragen. Een aanpassing
aan de veranderde maat
schappelijke realiteit heeft er
inmiddels toe geleid dat
Duitsland, Engeland en
Frankrijk onlangs de leef
tijdsgrens waarop iemand
meerderjarig wordt, hebben
verlaagd tot 18 jaar.
Ook bij ons is er korte tijd gele
den een wetsvoorstel inge
diend met betrekking tot
verlaging van de meerdeija-
righeidsgrens van 21 naar 18
jaar. Wat bij dit wetsontwerp
verder nog in het oog springt
is een verplichting tot onder
houd van de meerderjarigen
tussen de 18 en 21 jaar door de
ouders. Ook wordt de "hand
lichting" afgeschaft. Blijk
baar gaat de wetgever er van
uit dat mensen, jonger dan 18
jaar niet een zodanig peil van
ontwikkeling kunnen hebben
bereikt, dat zij zelfstandig en
met alle gevolgen van dien in
het maatschappelijk verkeer
kunnen optreden.
Aanpassing
Het wetsontwerp is bepaald
niet revolutionair, je zou het
kunnen zien als een aanpas
sing van ons recht aan dat van
andere Westeuropese staten
(Duitsland, Engeland en
Frankrijk). Wel is het een
vooruitgang in vergelijking
met ons huidige wettelijke
systeem, waarin de 20-ja-
rige in principe een zelfde
positie inneemt als de 10-jari-
ge.
Een uitgebreid onderzoek met
betrekking tot deze materie is
onlangs verricht door de
Leidse jurist mr. J.B. van Rij.
Voor geïnteresseerden is een
beperkt aantal publikaties
van dit onderzoek telefonisch,
te bestellen bij de heer Van
Rij, tel. (071-131232).
Omgekeerd volgden tot nog toe ook slechts vier Chinezen hoger onderwijs in
Nederland. Maar dezer dagen komt daar een twintigtal anderen bijen
later dit jaar vermoedelijk nog eens tachtigonder wie ook gevorderden
en afgestudeerdenDe meeste belangstelling bestaat voor weg- en water
bouw. landbouwkunde en verwerkingstechnieken. Het merendeel gaat
dan ook naar Delft en EindhovenWagen ingen en Enschede. Hun aantal
moet geleidelijk toenemen tot 500 in 1985. Soortgelijke groepen gaan
naar andere kleine landen.
Middelgrote landen als Frankrijk,
Engeland. Duitsland en Japan
zullen er tegen die tijd echter wel
2000 studenten opvangen. Een
groot land als de Verenigde Sta
ten maar liefst 5000. In totaal
moeten tegen die tijd meer dan
20.000 Chinezen in het buiten
land studeren. Op die manier
hoopt men de wetenschappelijke
achterstand te kunnen wegwer
ken. Toch zijn er ook exacte vak
ken waarin zij zelf wat te bieden
hebben en waarvoor ze op hun
beurt westerse belangstellenden
zullen ontvangen.
Ontdekkingen
Zo zijn er bijvoorbeeld de astrono
mie en de geologie, waarin de
Chinezen met behulp van statis
tieken over duizenden jaren
nieuwe ontdekkingen hebben
gedaan - zoals over het verband
tussen maanstand en aardbevin
gen. alsmede over natuurlijke
voortekenen daarbij. Of bijvoor
beeld de medicijnen, waar met
behulp van statistieken over een
miljard mensen oude vindingen
verder zijn ontwikkeld - met na
me de kruidengeneeskunst en de
acupunctuur, die met naalden en
zwakstroom verdovingen en re
validatie van allerlei lichaams
delen mogelijk maakt. Het is ech
ter zeer de vraag of de Volksre
publiek even veel onderzoekers
kan en wil toelaten als het zelf
uitstuurt.
Door
Jaap van Ginneken
Vaak zal men hen bovendien
slechts korte bezoeken toestaan,
waarbij men dan tevens hoopt
dat ze lezingen en gastcolleges
voor collega's willen geven. Aan
de andere kant stuurt men sinds
kort weer delegaties specialisten
naar internationale congressen -
onlangs zelfs op het gebied van
de filosofie. Veel hoop heeft men
overigens ook gevestigd op een
hernieuwde uitwisseling van
boeken en tijdschriften. Omdat
men een dozijn jaren geisoleerd
was. probeert men nu het eerste
contact te herstellen door een rei
zende tentoonstelling met 15.000
moderne westerse handboeken
langs de eigen universiteiten te
laten gaan.
Publikatiedrift
Daarentegen gaat er vrijwel geen
maand voorbij of er komen nieu
we Chinese vaktijdschriften uit.
Ook populair-wetenschappelijke
en andere periodieken bloeien als
nooit tevoren. Maar de plotselin
ge publikatiedrift heeft al geleid
tot een ernstig papiertekort, dus
het gaat soms nog slechts mond
jesmaat. Om het contact met het
buitenland te vergemakkelijken
is men ook begonnen karakterte
kens te vereenvoudigen, heeft
men een eigen transcriptie (het
Pinyiri) in gebruikt genomen,
waarbij de karaktertekens vol
gens de algemeen beschaafde
Chinese uitspraak in Europese
lettertekens worden omgezet en
worden ook steeds meer eigen
uitgaven in het Engels, Frans,
Duits of Japans vertaald. Cursus
sen op de radio en televisie pro
beren grote delen van de bevol
king een vreemde taal bij te bren
gen.
Ondertussen zijn de problemen
echter nog reusachtig. Veel van
de topmensen behoren tot een
generatie die zijn basiskennis
nog vóór de vestiging van de
Volksrepubliek in het buitenland
heeft opgedaan. De vader van de
Chinese atoombom bijvoorbeeld,
die nog aan het bekende Ameri
kaanse Massaehussets Institute
of Technology heeft gewerkt, of
de huidige directeur van het in
stituut voor kernfysica, die nog
assistent is geweest van de be
roemde Franse Nobelprijswin
naar Joliot Curie.
China is weliswaar ongeveer toe
aan zijn 25e kernproef en aan zijn
tiende satelliet, maar ligt nog een
volle generatie op de wereldspits
achter. In de komende jaren wil
men dat langzaamaan terugdrin
gen tot 15, 10 en 5 jaar om ten
slotte rond het jaar 2000 in de eer
ste rangen te belanden. Er zijn
acht gebieden waaraan men spe
ciale aandacht wil geven. En op
sommige daarvan heeft men
goede kansen. Eén daarvan is dat
van de computertechnologie,
waar men een grote vooruitgang
schijnt te hebben geboekt, uit
gaand van de primitieve telramen
die nog alom in gebruik zijn.
Om een snelle opbloei te verzeke
ren, worden begaafde kinderen
naar aparte lagere en middelbare
scholen gestuurd, die over meer
leermiddelen beschikken dan
andere en een zwaarder pro
gramma uitvoeren. Bovendien
worden velen van degenen die
voor hun eindexamen geslaagd
zijn, weer rechtstreeks naar de
universiteit gestuurd.
Autoriteit
Theoretische studie en zuiver we
tenschappelijk onderzoek zijn in
ere hersteld. Docenten hebben
hun autoriteit teruggekregen en
onderzoekers hun betrekkelijke
voorrechten. Dit staat scherp te
genover de lijn die tijdens de ma-
oistische massabewegingen van
de Grote Sprong Voorwaarts en
de Culturele Revolutie was ont
staan. Daarbij werd streng ge
waakt tegen de opkomst van
„Nieuwe Mandarijnen", of van
een intellectuele elite. Omdat
kinderen van geletterden vaak
een zekex-e voorsprong hadden,
werden boerenzonen en arbei
dersdochters toen juist politiek
bevoordeeld.
Naast boekenwijsheid kreeg ook
het vak „praktische produktie-
technieken" een grote plaats in
het lesrooster. Schoolverlaters
werden naar fabrieken en land
bouwbedrijven op het platteland
gestuurd en moesten dan later
door hun werkeenheid worden
aanbevolen als „sociaal geschikt
om verder te gaan". Academici
werden gedwongen handarbeid
te verrichten om niet van de „ge
wone man" te vervreemden. En
zovoort. Maar deze maatregelen
werden vaak zeer eenzijdig toe
gepast. Vandaar dat men nu de
nadruk op het andere uiterste
legt, om de verloren tijd in te ha
len en dat men daarvoor ook een
sterk beroep doet op buitenland
se hulp.
Met verscheidene westerse landen
zijn al raamakkoorden voor we
tenschappelijke en technische
samenwerking gesloten en ook
Nederland voeit daar best voor.
Het ligt dan ook in de verwach
ting dat in de nabije toekomst
steeds meer studenten en onder
zoekers zullen worden uitgewis
seld.
Regelmatig hoort men de kreet
meer dan 35 jaar na de oorlog
is de woningnood nog steeds
niet opgelost. Als constate
ring is dat juist. Alleen dat de
oorzaak van de huidige wo
ningnood gezocht zou moe
ten worden in de Tweede We
reldoorlog is onzin. Dat oor
logstekort is al vroeg in de
zestiger jaren ingelopen. Hoe
komt het dan dat er toch nog
steeds vele tienduizenden
mensen geen huis hebben?
Omdat de samenstelling van
de bevolking en woonverlan-
gens van de mensen sneller
veranderen dan in steen, met
bouwen dus, kan worden bij
gehouden.
In die zin zal er nooit een einde
komen aan de woningnood.
Het gaat er alleen om dat de
regering op grond van de ge
gevens die haar ter beschik
king staan, naar beste vermo
gen bijdraagt aan de vermin
dering van het probleem. Dat
gebeurt nu niet. De regering-
Van Agt-Wiegel heeft een
meeijarenplan voor de wo
ningbouw, dat tot gevolg zal
hebben dat aan het eind van
de regeringsperiode het wo
ningtekort groter zal zijn dan
nu al het geval is. En let wel:
niet door onvoorziene om
standigheden of tegenvallers,
die ook nog kunnen optreden.
Nee, door een bewust beleid
van de regering.
Nu al is er, over het hele land
gemeten, een tekort van zeker
100.000 woningen. Maar dat
tekort is nog ongelijk ver
deeld over de verschillende
regio's en natuurlijk naar de
inkomenspositie van de men
sen.
Daarom vindt de PvdA dat het
meeijarenplan voor de wo
ningbouw drastisch moet
worden verhoogd. Vooral
door het opvoeren van de
bouw in de sociale sector.
Het is overigens gênant om de
houding van het CDA in de
Tweede Kamer met betrek
king tot de woningbouw gade
te slaan. Nu ineens is het de
schuld van het kabinet-Den
Uyl, dat het woningbouw
programma in de afgelopen
jaren is gedaald. Je moet maar
durven. Want het is wel waar
dat onder het kabinet-Den
Uyl de woningbouw is ge
daald, maar de heren van het
CDA vertellen er niet bij, dat
iedereen er toen van over
tuigd was dat de bouw van
woningen geleidelijk moest
worden teruggebracht om te
voorkomen dat de bouw
markt in het begin van de ja
ren '80 volledig in elkaar zou
storten. Er is nu trouwens nog
niemand die pleit voor terug
keer naar het aantal te bou
wen woningen van ongeveer
145.000, zoals dat in 1973 het
geval was. Ook vertelt men er
niet bij, dat toen eind 1975,
begin 1976 uit onderzoekge-
gevens bekend werd dat de
woningbehoefte was onder
schat, het kabinet-Den Uyl in
eeri nota, het zogenaamde
structurenSchema Volks
huisvesting aangaf dat het
woningbouwprogramma zou
moeten worden verhoogd.
Laat staan dat men erbij ver
telt dat tijdens de kabinets
formatie het de PvdA was, die
tegen de zin van het CDA een
dergelijke verhoging in het
regeerakkoord liet opnemen.
Door Marcel van Dam
Overigens kan nu ook de WD
dagelijks ervaren wat het is
om met het CDA samen te
werken. Het is werkelijk
schandalig te zien hoe ideeën
van de PvdA en WD door het
CDA worden overgenomen,
in een onderonsje met de be
windslieden van volkshuis
vesting worden bekokstoofd
en dan met veel bombarie
door het CDA binnengehaald
worden, met veel lawaai ui
teraard voor de publieke tri
bune. Maar aan de werkelijke
oplossing van de problemen
weigert men mede te werken.
Wat het woningbouwpro
gramma betreft is er op het
moment trouwens meer
overeenstemming tussen de
PvdA en de WD dan tussen
de regeringspartijen onder
ling. De PvdA heeft bijvoor
beeld in tegenstelling tot het
CDA de motie van de heer De
Beer gesteund, waarin om
verhoging van het bouwpro
gramma wordt gevraagd. Al
leen wil de PvdA meer huur
woningen bouwen dan de
WD, te meer daar er op het
moment massaal goedkope
huurwoningen worden ver
kocht.
ZACHT EN Ml LD VAN SMAAK