"Hebben inwoners van Alphen Alphen nog steeds in trek bij Amsterdammers r "Grap" wordt ernst: kweker nu nieuwe veerman van 't Paddegat In de kijker rijden van DONDERDAG 1 MAART 11)79 Marlies van Oers en Ton van der Poel: dat de doorsnee Alphenaar zo'n sociaal bewogen hart heeft, moet nog blijkenstellen deze twee leden van.de plaatselijke vluchtelingenopvanggroepHet probleem van de bootvluchtelingen spreekt wel sterk aan. maar de huisvesting van andere vluchtelingen gaat vaak moeizaam. Plaatselijk opvanggroep na aanbod van wethouder aan boot-vluchtelingen: ALPHEN AAN DEN RIJN - "Kijk, die bootvluchtelingen uit Vietnam hebben natuur lijk recht op hulp - laat daar geen misverstanden over bestaan. Én het is een goede zaak dat Al phen bereid is een aantal van die mensen onder dak te bieden. Maar dat dat te maken heeft met een groot sociaal hart van deze gemeente Nee, daar hebben we moeite mee. Als dat sociale hart er is, heeft dat waar schijnlijk meer te maken met sentimenten - het is ook een zielig beeld, zo'n boot propvol vluchtelin gen - dan met werkelijk heidsbesef." Marlies van Oers en Ton van der Poel zijn leden van de groep "Opvang Vluchtelingen", de Alphense vertegenwoordiger van het landelijke vluchtelin genwerk, dat zich verenigt in de in Amsterdam gezetelde Stich ting Vluchtelingen Nederland (SVN) in oprichting. Niet gelukkig Zij zijn niet erg gelukkig met de presentatie van het plan van het Alphense gemeentebestuur om vijf woningen beschikbaar te stellen aan (evenzovele) gezin nen uit Vietnam, die met een boot hun land zijn ontvlucht. Het plan werd maandag jongstleden in deze krant door wethouder H. Donker gepre senteerd met de woorden: "Het sociale gevoel speelt in deze gemeente een grote rol. We zijn er toch om de medemens te hel pen?" Woorden waaraan me vrouw Donker toevoegde dat Alphen landelijke bekendheid geniet over de soepelheid met betrekking tot het opnemen van buitenlanders. De Alphense groep "Opvang Vluchteljngen" heeft deze uitla tingen met enig sarcasme be groet. Al ruim twee jaar beijvert de groep zich voor de huisves ting van buitenlandse vluchte lingen, die individueel en op ei gen initiatief naar Nederland komen. In die twee jaar zijn vier vluchtelingen geholpen. Tien vanuit Amsterdam "aangebo den" vluchtelingen heeft de groep echter moeten afwijzen. "Vooral omdat er geen onder dak voor hen gevonden kan worden. Terwijl het klimaat in Alphen juist zo gunstig is voor het opvangen van vluchtelin gen. Het vinden van werk is vrijwel nooit een probleem; de medewerking van de politie is prima; ook met de gemeente hebben we een uitstekend con tact. Maar we missen voldoende gastgezinnen, waar de vluchte lingen voorlopig ondergebracht kunnen worden totdat zij de of ficiële status krijgen op grond waarvan ze recht krijgen op, onder meer, een woning. Ondanks de nodige publiciteit krijgen we weinig respons van uit de Alphense bevolking. En juist daarom lijkt het ons nogal overdreven om van een groot sociaal gevoel te spreken." Zielig verhaal Volgens de Alphense vluchte lingen-werkgroep is het begrip "sociaal gevoel" dan ook ver ward met het begrip "senti ment". Naar de televisie kij ken, iets - ver van je bed-zielig vinden en een tientje overma ken om de nood te lenigen: in die stijl heeft de gemeente Al phen, meent althans de groep, besloten tot het spontane be schikbaar stellen van vijf wo ningen voor de boot-vluchte lingen. "Wij hebben namelijk nog nooit bij voorbaat de toezegging ge kregen dat een vluchteling in Alphen onderdak zou junnen krijgen, al hebben we in voor komende gevallen altijd nog medewerking gekregen. Dat heeft dan blijkbaar toch te ma ken met de onmogelijkheid de individuele vluchteling te "ver kopen" via een aangrijpend verhaal. Want zelfs al heeft zo'n vluchteling een groot zielig verhaal, dan kun je het hem nog niet aandoen daarmee te moe ten gaan leuren. Ze zitten al in een vreemd land met een vreemde taal, vreemde gewoon ten en ze hebben al nauwelijks enige privacy." Dat de Alphenaar zo'n sociaal bewogen hart heeft moet al met al nog blijken, vindt de werk groep, die stelt dat een aanspre kend probleem als dat van de bootvluchtelingen de aandacht niet mag afleiden van de dage lijkse werkelijkheid van de vluchtelingenproblematiek. Veel werk "Die werkelijkheid is dat er in Nederland vluchtelingen zijn die de daadwerkelijke hulp van de bevolking nodig hebben. Er moet keihard gevochten wor den voor de individuele vluch teling. Voor uitgenodigde vluchtelingen ligt het wat sim peler, maar de individuele vluchteling is volledig afhan kelijk van de particuliere steun vanuit de bevolking. De begeleiding vergt ontzet tend veel tijd. Als we hier in Al phen onderdak voor iemand vinden, dan moet er veel werk worden verricht, onder meer vanwege het taalprobleem. Er moet werk worden gezocht; ie mand moet de vluchteling be geleiden bij zijn sollicitatiege sprek; het gastgezin moet wor den begeleidHet duurt gemiddeld wel een jaar voordat die begeleiding niet meer nodig Kortom, de Alphense groep "Opvang vluchtelingen" kan nog wel de nodige hulp vanuit die Alphense bevolking ("Als ze dan zo sociaal meele ven gebruiken. Daarbij gaat het zowel om gastgezin nen die bereid zijn een vluchte ling een voorlopig onderdak te verschaffen, als om nieuwe le den van de groep, die zich met zaken als de begeleiding, geldacties en publiciteit bezig moeten houden. Belangstel lenden kunnen zich aanmelden bij Marlies van Oers, Wilgen laan 32 in Alphen, telefoon 92640. Nog geen tendenzen dat omwentelingis begonnen ALPHEN AAN DEN RIJN - De nieuwkomers die zich vo rig jaar in Alphen aan den Rijn vestigden waren voor het grootste deel, 32,5 procent, afkomstig uit de grote steden Amsterdam, Den Haag, Leiden en Rotterdam (in die volgorde). Van de 4.178 nieuwe Alphenaren kwamen er 1.358 uit de vier genoemde steden. Daarmee wijkt 1978 niet af van de drie voorgaande jaren. Ook toen was zo'n 33 procent van de nieuwkomers uit die steden af komstig. In de vijfjaren daarvoor (1970 tot en met 1974) was dat percentage overigens nog 38,8. Groei De groei vanuit de grote steden is dus de laatste vier jaar enigszins afgenomen. Maar toch lang niet in die mate als zal moeten, wil Al phen zich ontwikkelen in over eenstemming met het streekplan voor Zuid-Holland Oost van de provincie Zuid-Holland: volgens dat streekplan moet Alphen niet meer bouwen voor de opvang van woningzoekenden uit de grote steden. De verdere nieuwbouw van Alphen zal vooral moeten komen van de natuurlijke aan was" en van woningzoekenden uit de directe omgeving van Al phen. Wat dat laatste betreft vielen er vo rig jaar nog geen tendenzen te be speuren, dat zo'n "omwenteling" al is begonnen. Weliswaar vestig den vanuit de dorpen rond Al phen zich een 440 mensen (10,53 procent van het totaal aantal nieuwe inwoners) in Alphen aan den Rijn, maar bijna evenveel mensen (434) verlieten Alphen om te gaan wonen in de tot de Rijnstreek gerekende gemeenten Ter Aar, Alkemade, Leimuiden, Nieuwkoop, Nieuwveen, Rijnsa- terwoude, Woubrugge, Zeven hoven, Bodegraven, Boskoop, Hazerswoude, Koudekerk aan den Rijn en Woerden. Grote steden len naar de grote steden toe. Maar netto hield Alphen aan die grote steden toch nog altijd 778 nieuwe inwoners over. Van die grote steden leverde Am sterdam de meeste nieuwkomers op: 475, gevolgd door Den Haag met 407, Leiden met 302 en op afstand Rotterdam met 174. Van uit Alphen aan den Rijn vestig den zich 142 mensen in Amster dam, gingen er 138 naar Den Haag, 217 naar Leiden en 83 naar Rotterdam. De trek vanuit Amsterdam en ove rig Noord-Holland (ook goed voor 459 nieuwkomers) naar Al phen is overigens helemaal op merkelijk, omdat altijd is ont kend, dat Alphen voor die con treien een "opvangfunctie" had. De praktijk is echter al jaren anders. De netto-"opbrengst" uit de grote steden is in 1978 en trouwens ook in alle voorafgaande jaren het grootste geweest. Voor behoor lijke overschotten zorgden overi gens ook overig Zuid-Holland, overig Noord-Holland en bui tenlanders. Vanuit overig Zuid- Holland konden 464 i wonrs worden ingeschreven, vanuit Alphen aan den Rijn ves tigden er zich 248. Vanuit overig Noord-Holland kwamen 459 mensen naar Al phen aan den Rijn, terwijl er 244 verruilden voor een huis in overig Noord-Holland. Naar Alphen kwamen voorts 502 buitenlan ders, waartegenover het vertrek van 237 stond. Utrecht Net als in voorgaande jaren hoefde Alphen voor de groei van het in wonertal niet of nauwelijks te re kenen op de provincie Utrecht en overig Nederland. Vanuit die streken kwamen nauwelijks meer mensen zich in Alphen ves tigen, dan er Alphenaren naar toetrokken. Voor Utrecht geldt zelfs, dat er zich meer mensen vanuit Alphen ves tigen. Vanuit die provincie kreeg de gemeente vorig jaar 219 nieuwkomers, er naar toe ver huisden echter 233 Alphenaren. Overig Nederland leverde 736 nieuwe burgers op, maar dat ove rig Nederland werd "verrijkt" met 642 oud-Alphenaren. ROELOFARENDSVEEN/WOUBRUGGE - "Jullie zorgen er zeker wel voor dat die boot blijft varen? Want mijn vaste knecht woont aan de andere kant van het Padde gat". Met deze woorden informeerde kweker Huub Hoo- gènboom uit Roelofarendsveen ruim een halfjaar geleden bezorgd naar de toekomst van het voetveer over het Pad degat, nadat bekend was geworden dat veerman Kinkel er mee zou stoppen. En Hoogenboom liet op zijn bezorgde vraag aan de gemeente Alkemade ("gekscherend") vol gen: "Anders neem ik het wel over." "Het was echt maar een grapje", verzekert Hoogenboom (50) nu. Maar intussen staat wel vast dat hij de opvolger van de zich terug trekkende veerman Kinkel is. De gemeente onthield de woorden van Hoogenboom en kwam bij hem terecht toen het voortbe staan van het voetveer ernstig bedreigd werd. En omdat met name de provincie bereid was diep in de beurs te grijpen voor het behoud van het veer, kwam het tot verbazing van Hoogen boom tot een vergelijk. In ruil voor een jaarlijkse subsidie van 35.000 gulden (bruto) per jaar bleek de kweker bereid zijn be drijf in te ruilen vooreen baan als veerman. "Want ik kan het niet combineren met mijn bedrijf. Dat zal ik moeten verkopen." aldus Hoogenboom, die daar voorzich tigheidshalve ("want ik weet offi cieel nog niet of alles rond is") aan toevoegt dat hij met dat laatste nog even wacht. "Want je moet geen oude schoenen weggooien voor je nieuwe hebt." Verandering Het zal een "verschrikkelijk grote verandering" zijn, de overstap van kweker naar veerman, weet Hoogenboom, die door Kinkel is gewaarschuwd wat hem te wach ten staat: dag in-dag uit klaar staan om de riemen te bedienen. Van 7 uur 's ochtends tot 's avonds in de zomer; 's winters van 7 in de morgen tot 8 uur 's avonds. "En dan kunnen er na- Huub Hoogenboom, de nieuwe veerman van het Paddegat tussen Roelo farendsveen en Woubrugge tuurlijk omstandigheden zijn, waardoor ik ook buiten deze uren aan de slag moet. Daar moet je niet te beroerd voor zijn, vind ik." Toch heeft Hoogenboom niet bij zonder veel moeite om van zijn kwekersbedrijf afstand te doen in ruil voor wat meer zekerheid. "Financieel gaat het verschrik kelijk zwaar. Bovendien moet ik het bedrijf wel verkopen. Mijn vaste knecht, die ik 15 jaar in dienst heb gehad, wil graag werk dat wat dichter bij huis is en ver der heb ik drie jongens die geen van allen zin hebben de zaak over te nemen." Het zal nog tot april of mei duren voordat Hoogenboon daadwerkelijk overneemt Kinkel. Eerst moeten steigers worden aangelegd; ook komt er een nieuwe boot. Een roeiboot. Dat roeien wordt eer biedig in stand gehouden. Niet in de eerste plaats uit sentimentele overwegingen, maar uit oogpunt van veiligheid. Hoogenboom: "Met een motor hoor je niks van andere schepen. Bij mist of als het donker is kan dat gevaarlijk zijn, vooral omdat een veer dwars op de normale vaar- richting gaat", aldus Hoogen boom, die wat roeien betreft wel wat gewend is of liever was. "Vroeger zat ik met mijn bedrijf in de polder. Toen moest ik iedere dag twintig minuten roeien van mijn huis naar het land. Maar dat is sinds 15 jaar voorbij. Na de ruilverkaveling kreeg ik mijn be drijf bij huis en hoefde ik ook niet Het roeiverleden komt Hoogen boom goed van pas, temeer om dat hij verwacht het allemaal al leen te moeten doen. In tegen stelling tot mevrouw Kinkel zal mevrouw Hoogenboom zich waarschijnlijk niet met het pont- veer bemoeien. En daarmee gaat dan een traditie verloren. Want ook in de herinnering van Hoo genboom ("ik heb mijn hele leven hier gewoond") hebben altijd vrouwen (mede) de riemen van het Paddegat-veer bediend. Voor Kinkel de zaak 30 jaar geleden was zijn vrouw allang ien gewoon. "Kinkel heeft zijn schoonvader overge- i die had een groot ge zin met nogal wat dochters, die regelmatig het veer bedienden", aldus Hoogenboom die hooguit hoopt op sporadische hulp van In zijn nieuwe beroep zal Hoogen boom de status van kleine zelf standige behouden, ook al is hij financieel volledig afhankelijk van de overheid. Of beter: over heden. Want de subsidie komt niet alleen van de provincie (zij neemt 60 procent voor haar reke ning), maar ook deels voor reke ning van de twee belanghebben de gemeenten: Alkemade en Woubrugge. Deze gemeenten zullen in feite de overeenkomst met Hoogenboom aangaan waarin het voortbestaan van het veer in principe voor de eerstvol gende 15 jaar is verzekerd. De gemeenten (vooral Alkemade) hebben zich, alvorens tot het aangaan van de overeenkomst te besluiten, wel verzekerd van de provinciale steun gedurende de contractperiode. Alkemade vreesde de mogelijkheid dat de provincie zich in één van de ko mende jaren mogelijk terug zou trekken als verstrekker van de subsidie. Vanuit Gedeputeerde Staten (de gedeputeerden J. Borgman en J. Noorland) hebben inmiddels verzekerd dat de pro vincie haar bijdrage van 60 pro cent gedurende de volle 15 jaar zal blijven verstrekken. Wielrenner Peter Zijerveld uit Alphen: 11 mÊÈÊBi Peter Zijerveld, die best wel de Toekomst wil rijden. ALP HEN AAN DEN RIJN - "In au gustus ben ik tijdens een wed strijd in Hilversum gevallen, hield daar een hersenschudding aan over en heb toen zes weken niets gedaan. Daarna kon ik ge lijk weer gaan fietsen of alleen looptraining doen, maar dat is ook niet ideaal", aldus de Al phense wielrenner Peter Zijer veld. Hij koos voor een tussenoplossing en trok samen met Nieuwkoper Kees van der Wereld de bossen en duinen in om zich bezig te hou den met veldrijden. "Gewoon voor de gein", herinnert Zijerveld zich. "Voor m'n eerste wedstrijd - in België was dat - had ik m'n wegfiets omgebouwd tot cross- fiets. Prompt zakte ik door m'n fiets, maar ik had er toch wel schik in". Z'n tweede crosswedstrijd leverde hem in Luxemburg onverwacht een prima zevende plaats op en toen ging de Alphenaar zich af vragen of er voor hem meer eer in het veldrijden was weggelegd. "Maar ik bleef het echt als een training voor het wegseizoen zien. Tenslotte had ik het nog nooit eerder gedaan. Uiteindelijk ben ik in Nieuwkoop nog kam pioen van Noord Holland gewor den en dat is dan toch wel leuk". Winter Daarna, mede als gevolg van de bi zarre winter, was het gedaan met het crossen en begon het wegsei zoen weer te dagen. De eerste twee weken van januari moest Zijerveld de training volledig, stilleggen, maar daarna kon hij toch weer de weg op. "Door het §lechte weer is het improviseren geweest met trainen. De eerste twee weken kon je niet langer dan twee uur op de fiets blijven zonder te bevriezen. Vanaf fe bruari ben ik weer twee keer per dag aan de gang", zegt de coureur uit de veertien rijders tellende formatie Van der Heijden/Meu belen. Hij traint volledig op zichzelf, is ook erg individualistisch ingesteld. "Dat komt omdat ik altijd zit te prakkizeren, vaak nog tijdens de training. Ik pas niet ineen groep, want ik wil dingen die plotseling in me opkomen ook onmiddelijk uitproberen. Dat werkt natuur lijk storend op anderen. Daar naast moet je wel zelf bezig zijn omdat de medische en weten schappelijke begeleiding in de wielrennerij er haast niet is". Training De 25-jarige Zijerveld vervolgt: "Ik ben nu drie jaar serieus bezig en elk jaar doe ik dat weer anders. Mijn training van dit jaar heeft weer een heel ander karakter dan die van het afgelopen seizoen. Ik verdiep me erg in trainingsme thoden door er zoveel mogelijk over te lezen. Zo ben ik korter, maar intensiever gaan trainen. Ik geloof namelijk datje meer hebt aan tweemaal' per dag twee uur intensief, voluit trainen, dan aan een keer vijf uur aan een stuk fietsen. Mijn snelheid moet wor den opgevoerd en daar werk ik erg hard aan. Ook ben ik bezig met krachttraining, gewoon om m'n hele lichaam te ontwikkelen. Want fietsen doe je niet alleen met je benen. Die krachttraining bevalt me. Ik merk dat ik explo siever wordt". Peter Zijerveld, geboren en geto gen in De Kwakel, doch sinds drie jaar in Alphen woonachtig, heeft dat ook nodig. In het verle den liet z'n sprint hem vaak in de steek. In de ronde van Oostenrijk kwam hij tot zijn beste prestatie, vindt hij zelf ook. "Ja, die Glock- ner-etappe, hè. Dat was ernorm zwaar, hetgeen ook wel bleek uit het feit dat de helft van de renners afstapte. Ik behaalde een twaalf de plaats en dat gaf me een enor me voldoening. In het klimmen voel ik me lekker thuis". Wedstrijden Dat laatste, en de wetenschap dat zijn sprint niet tot z'n sterkste punten gerekend mag worden, is de oorzaak dat Zijerveld zich vooral op etappewedstrijden - met name buitenlandse - wil con centreren. Daarin heeft hij dan ook de meeste winstkansen. "Die etappewed strijd en komen'in mei en juni. Daarom zal ik dit seizoen rustig beginnen en de eerste wedstrijden nog in de trainings sfeer rijden. Ik heb al de ronde van Oostenrijk en de "Flèche du Sud" in Luxemburg op het pro gramma staan. Dan moet het ge beuren en dan wil ik proberen bij de eerste tien te komen", stelt Zijerveld. Veel verwacht hij dan ook niet van de Omloop van het Volk, die za terdag verreden wordt. Zijn grootste doel van dit seizoen is zich in de kijker van de KNWU te rijden in verband met de Ronde van de Toekomst. "Want die zou ik graag eens willen rijden. Olympia's Tour wil ik niet rijden, dat vind ik 'nte groot risico. Dat is zwaar en levensgevaarlijk. Ik hoop dat de KNWU ook naar m'n prestaties in de buitenlandse etappewedstrijden kijkt. En dan zien we wel of de Ronde van de Toekomst er voor me inzit". Oegstgeest verwerpt plan voor "halve" afsluiting Trekvaartweg OEGSTGEEST - Een raads commissie uit Öegstgeest (verkeerszaken) heeft zich gistermiddag in spoedzitting gebogen over een nieuwe ontwikkeling in het vraag stuk rond de Haarlemmer- trekvaartweg, ook wel Leidse Vaart genoemd. Wethouder 'l'tiorn van Oegst geest: "Een technische dienst van de provincie heeft nu twee plannen opgesteld, die we begin deze week onder ogen hebben gekregen", daarmee de plotselinge ver gader-oproep verklarend. De provincie blijkt de keus te geven uit twee mogelijkhe den: de omstreden weg ge heel afsluiten voor auto's (de gemeenteraad van Oegst geest koos daarvoor twee we ken geleden al) óf éénrich tingsverkeer op de Haarlem mer trek vaart weg voor auto's, in combinatie met een (brom) fietsstrook in boide richtin gen. Opnieuw koos de commissie voor volledige afsluiting voor auto's. De fietsstrook van 2.20 meter, nauwelijks gescheiden van het auto-gedeelte, is niet op de praktijk afgestemd. "Daar komen ongelukken van", zo verwierp de commis sie dit plan. Dit standpunt zou vandaag aan de provincie worden doorge geven. Overigens merkte wethouder Thorn op dat er wel oplossingen moeten ko men voor de omleiding van het autoverkeer, als de Haar lem mertrekvaartweg inder daad dicht gaa-t.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 27